Pijnbestrijding operatie: lokale verdoving, algehele narcose
Een operatie kan een zeer kleine ingreep (incisie) of zeer ingrijpend zijn. Bij een long- of hartoperatie kan het zijn dat de borstkas moet worden opengemaakt om zo voldoende ruimte te hebben. Pijn kan dus beperkt zijn, maar kan ook zeer ernstig zijn. Om tijdens de operatie geen negatieve gevolgen te ondervinden, dienen de zenuwreceptoren afgeschermd te zijn door sedatie toe te passen. Het houdt in dat er kleinschalig of uitgebreid wordt verdoofd. Wat zijn de verschillende verdovingsmethoden toegepast bij operaties?
Pijnbestrijding operatie
Invloed van type operatie
Iedere operatie is anders en dus kan de invloed van pijn ook variëren. Afhankelijk van de ingreepmethode, maar ook de duur daarvan heeft de anesthesist verschillende verdovingsmiddelen ter beschikking. De patiënt hoeft daardoor geen pijn te ervaren. Het kan zijn dat de persoon tijdens de behandeling wakker is, maar men kan ook compleet onder zeil gaan. Hoe wordt de patiënt verdoofd bij chirurgische ingrepen?
Waarom verdoving beperken belangrijk?
Des te zwaarder een persoon wordt verdoofd des te meer impact het op die persoon kan hebben. Normaal zal men na een verdoving snel weer wakker worden, waarna het herstel aanvangt. Toch kan een verdoving ook schadelijke gevolgen hebben. Denk aan een
allergische reactie, waardoor weefsel, zenuwen of organen gaan opspelen. Daarnaast kunnen zenuwen of de bloedsomloop plaatselijk door de lange uitschakeling bekneld zijn geraakt. Klachten zijn vaak van korte duur, echter de voorkeur wordt er altijd aan gegeven om een verdoving zo kort als mogelijk te houden. Er kan door allergische reacties namelijk onvoorziene schade worden veroorzaakt. Het kan eveneens inhouden dat bij een volgende operatie andere verdoving moet worden toegepast.
Plaatselijk verdoofd
Een kleine handeling vraagt om een beperkte verdoving. De chirurgische handelingen zijn zeer klein, waardoor de
sedatie zeer lokaal wordt toegepast. Dit wordt een plaatselijke verdoving genoemd, waarbij de huid en spieren met een kleine injectie worden verdoofd. Het houdt in dat er tijdelijk in kan worden gesneden, zonder dat de persoon er hinder van heeft. Denk aan het verwijderen van een botsplinter, een kijkoperatie via incisies of het laten trekken van een
tand. De verdoving werkt daarbij slechts zeer kort, waardoor de arts snel moet handelen. Denk aan het voltooien van de taak binnen een half uur. De patiënt zal goed herstellen van de verdoving, waardoor men snel alle taken weer kan oppakken.
De ruggenprik
De injectie van verdovingsvloeistof tussen de ruggenwervels heeft tot doel om het onderlichaam compleet te uit te schakelen. Daartoe moet de patiënt bol gaan zitten, zodat de anesthesist de juiste ruggenwervels vindt. Daartussen wordt een injectienaald ingebracht. Het dient zover worden ingebracht tot de ruimte van vloeistof met
zenuwen wordt bereikt (in het verlengde van het
wervelkanaal). Door hier de verdoving aan te brengen worden signalen niet meer van het onderlichaam doorgestuurd naar de hersenen. Oftewel men verliest het gevoel, maar ook de controle over de benen. Zolang de verdoving niet is uitgewerkt, zal men geen pijnlijk gevolgen van de operatie vernemen. Zodra de verdoving is uitgewerkt herstelt de zenuwwerking, waardoor men snel weer kan lopen. Vaak wordt de voorkeur aan een ruggenprik gegeven, omdat de patiënt sneller en beter hersteld van de operatie ten opzichte van narcose. Let wel dat de patiënt ook een slaapmiddel toegediend kan krijgen om de operatie niet bewust mee te maken.
Epidurale anesthesie
In tegenstelling tot een eenmalige ruggenprik kan er ook worden gekozen voor het inbrengen van een klein slangetje. De epidurale anesthesie zorgt ervoor dat er geleidelijk aan verdovingsvloeistof wordt aangevoerd, waardoor de heftigheid van de verdoving minder ernstig is. Het wordt voornamelijk toegepast indien er na de operatie nog veel pijn valt te verwachten, zodat de patiënt achteraf nog deels verdoofd blijft. Tijdens de herstelfase na de operatie kan men de mate van pijn onder controle houden, doordat verdovingsmiddel kan worden toegevoegd.
Zone verdoving
Zenuwen kunnen ook per ledemaat of per regio van het lichaam tijdelijk worden uitgeschakeld. Dit wordt de perifere blokkade genoemd, waarbij middels een goed aangebrachte prik bepaalde zenuwen worden verdoofd. Denk aan de:
- onderbeenprik voor de kuiten, enkel en voet;
- bovenbeenprik voor het complete onderbeen tot de knie;
- okselprik voor de middenarm tot de vingers;
- sleutelbeenprik voor de complete arm;
- halsprik voor schouder en complete arm.
Algehele narcose
Is er sprake van open chirurgie waarbij diep inwendig moet worden gewerkt, dan zal algehele narcose worden gebruikt. De persoon gaat compleet onder zeil en verliest het bewustzijn. Het bestaat enerzijds uit een slaapmiddel, waardoor de patiënt in een roes komt. Anderzijds wordt verdovingsvloeistof toegediend om pijnprikkels in welke vorm dan ook uit te schakelen. Daarnaast kan het zijn dat de
ademhaling wordt overgenomen via beademingsapparatuur, waarbij een buisje in de luchtpijp wordt ingebracht.
Wanneer algehele verdoving met ruggenprik gecombineerd?
Zeer ingrijpende langdurende operaties zoals open buik-, long- en hartoperaties worden als algehele narcose met een epidurale ruggenprik uitgevoerd. Het heeft tot doel om zekerheid te hebben, dat alle pijn tijdens de operatie is uitgeschakeld. Daarnaast biedt het beter herstel na de operatie. Als men wakker wordt voelt men geen pijn, omdat de epidurale verdoving doorzet. Het betekent dat men geen pijn voelt bij het ademhalen. Daardoor kan men beter zuurstof binnenkrijgen, waarop het lichaam veel beter reageert. Het zorgt er eveneens voor dat de kans op
longontsteking afneemt.
Lees verder