TIA: een voorbode van het krijgen van een beroerte
We spreken van een TIA als de bloeddoorstroming in de hersenen tijdelijk wordt onderbroken. Binnen 24 uur zijn de verschijnselen weer verdwenen, meestal al na enkele minuten of uren. Verdwijnen de verschijnselen niet, dan spreekt men van een beroerte of herseninfarct. Als gevolg van een TIA kan er een beschadiging zijn ontstaan in de hersenen. Dit uit zich in een tijdelijke verlamming, spierzwakte of problemen met de spraak. Wat houdt een TIA in en hoe kan dit worden voorkomen?
Wat is het?
Een TIA
(voluit: transient ischaemic attack) is een tijdelijke storing in de doorbloeding van de hersenen. Zonder dat je voortekenen merkt, komt het plotseling opzetten en het verdwijnt weer binnen 24 uur. Soms ontstaan er meerdere TIA’s binnen een kort tijdbestek. Het ligt aan de exacte plek waar het ontstaat in het hoofd welke neurologische verschijnselen je zult hebben. Meestal duurt een TIA maar kort, van enkele minuten tot enkele uren. Als er na 24 uur nog klachten zijn, spreken we niet meer over een TIA, maar over een beroerte of herseninfarct. Een beroerte wordt ook wel CVA
(cerebrovasculair accident) genoemd.
De symptomen
De meest voorkomende symptomen van een TIA zijn verlammingsverschijnselen en spraakstoornissen. Het is afhankelijk van de plaats waar er een zuurstoftekort ontstaat. De symptomen ontstaan tegelijk en kan voor de omgeving een vreemde gewaarwording zijn. Er zijn ook veel mensen die een TIA hebben gehad, zonder dat ze het hebben gemerkt. De symptomen zijn meestal van tijdelijke aard, hoewel er ook blijvende schade kan ontstaan. De meest voorkomende symptomen die horen bij een TIA zijn:
- Spierzwakte, verlamming of gevoelsstoornissen in meestal een arm, been of gelaatshelft
- Een hangende mondhoek
- Gezichtverlamming
- Spierverlamming of gevoelsverlies aan één zijde van het lichaam
- Moeilijk kunnen praten of wartaal uitspreken
- Onvermogen om taal te begrijpen
- Niet uit de woorden kunnen komen
- Gedeeltelijk of totale gezichtsvelduitval van een of beide ogen
- Tintelingen voelen
- Dubbelzien of draaiduizeligheid
- Blindheid aan 1 of beide ogen
- Evenwichtstoornis
- Hoofdpijn
Hoe het ontstaat
Een TIA ontstaat door een tijdelijk tekort aan zuurstof in een deel van de hersenen. Er lopen twee halsslagaders en twee wervelslagaders naar je hersenen die zorgen voor de bloedvoorziening. Deze vaten vertakken zich tot uiteindelijk kleine haarvaatjes binnen in de hersenen. Als de kwaliteit van de bloedvaten verslechtert, kan er een beschadiging ontstaan. Ergens in het bloedvat kan er een samenklontering ontstaan, ook wel plaque genoemd. Het kan een plaats gedeeltelijk of volledig afsluiten. Meestal ontstaat een TIA als er een stukje stolsel van de plaque losraakt en in de bloedstroom wordt meegevoerd totdat het in de kleine bloedvaten vastloopt. Roken is de belangrijkste risicofactoor voor het ontstaan van een TIA. Andere belangrijke risicofactoren zijn:
- Een te hoog cholesterolgehalte
- Hoge bloeddruk
- Suikerziekte
- Hartaandoening
- Hoge leeftijd
Kans op beroerte
Voor het vijfenveertigste levensjaar is het krijgen van een TIA vrij zeldzaam. In 75 procent van de TIA’s is de patiënt ouder dan 70 jaar. Een TIA is een voorbode voor het krijgen van een beroerte. Het is een aanwijzing dat het hart- en vaatstelsel in een minder goede staat verkeert. Uit onderzoek is gebleken dat veel TIA’s toch niet helemaal overgaan en dat later blijkt dat er toch sprake is geweest van een beroerte. Stolsels in de bloedvaten zijn vaak afkomstig uit het hart of uit de halsslagader door aderverkalking. Vrouwen lopen een grotere kans om een TIA te krijgen dan mannen.
Wat kun je zelf doen?
Aan een TIA kun je zelf niets doen. Omdat het een teken is dat je hart- en bloedvatenstelsel in minder goede staat verkeert, moet je altijd je huisarts te raadplegen. Zoals voor alle hart- en vaatziekten geldt, is ook bij een TIA stoppen met roken de belangrijkste maatregel om het risico op verdere schade aan hart en bloedvaten te verkleinen. Meet jezelf daarnaast een algehele gezonde leefstijl aan, dit houdt in:
- Stoppen met roken
- Eet gezond, bijvoorbeeld volgens de schijf van vijf van het Voedingscentrum
- Beweeg regelmatig
- Val af als je overgewicht hebt
- Houd je cholesterolgehalte op peil en laat dit af en toe eens controleren
- Wees matig met alcohol
- Probeer stress zoveel mogelijk te vermijden
Naar de dokter
Er zijn mensen die een paar symptomen hebben gehad die al snel weer waren verdwenen en daarom besluiten om niet naar de dokter te gaan. Omdat er gevaar van een beroerte op de loer ligt, is het belangrijk om wel naar de dokter te gaan. Het zal moeilijk zijn om te bepalen of er sprake van een TIA is gewest, omdat het achteraf vastgesteld moet worden. De klachten zijn op dat moment al weer verdwenen. Aan de hand van de omschrijving van de patiënt zal de dokter bepalen of er sprake van een TIA is geweest. Daarom moet de patiënt hier duidelijk in zijn. Als de arts denkt dat er een TIA is geweest, zal hij je doorverwijzen. Veel ziekenhuizen hebben een afdeling die hierin is gespecialiseerd.
Naar het ziekenhuis
Als de klachten nog niet langer dan drie uur van tevoren zijn ontstaan, kan er een stolseloplossend medicijn worden gegeven zodat de kans op een eventuele beroerte wordt verkleind. Als er geen aanwijzingen is voor een hartafwijking, wordt er meestal direct begonnen met het geven van kinderaspirine omdat dit de bloedstolselvorming remt. Een neuroloog zal onderzoeken of er een TIA is geweest. Hij kan daarvoor het volgende uitvoeren: een hersenscan, bloedonderzoek of echo. In overleg met eventuele andere specialisten wordt het probleem achterhaald en een behandelplan opgesteld.
Lees verder