Carpaal tunnelsyndroom: pijn in de pols
Het carpaal tunnelsyndroom is een klachtenpatroon dat wordt veroorzaakt door een beknelling van de middelste armzenuw. De klachten beginnen vaak met tintelingen en een doof gevoel in de handen, met name ’s nachts. De zenuw prikkelt wat kleine spiertjes in de hand en verzorgt het gevoel en de tastzin in de hand van de duim, wijsvinger en middelvinger en de helft van de ringvinger. In de pols bevindt zich een stevige band van bindweefsel waarin 9 pezen en één zenuw lopen. Als deze band te strak komt te zitten, worden de pezen en zenuw afgekneld. Om van de klachten af te komen, moet je meestal worden behandeld.
Wat het is
Wanneer je vaak tintelingen voelt in je hand, vooral in de nacht en de klachten nemen af als je met de handen schudt, kan het zijn dat je last hebt van een carpaal tunnelsyndroom. Soms kun je moeite hebben om een voorwerp te pakken of ergens in te knijpen. De pijn kan stekend zijn en omhoog trekken tot aan de schouder. Bij deze aandoening is de middelste armzenuw
(nervus medianus) bekneld geraakt. Deze loopt in de carpale tunnel, dat is een nauw kanaal dat wordt gevormd door de handwortelbeentjes en een stevig peesblad tussen de pink- en duimmuis. In deze tunnel lopen 9 pezen en één zenuw. De pezen zorgen voor de bewegingen in de vingers, pols en onderarm. Wanneer de zenuw bekneld raakt, lijdt het tot klachten.
Klachten
Als de zenuw bekneld raakt, ontstaat er een tintelend of pijnlijk gevoel in de hand en vingers. Vooral in de duim, wijs- en middelvinger en een deel van de ringvinger. In de vingertoppen kan er een doof gevoel ontstaan en een verminderde kracht in de hand. Hierdoor wordt het moeilijker om dingen vast te pakken en te knijpen. Er kan pijn uitstralen naar de onderarm en elleboog tot in de schouder. Vooral ’s nachts kunnen de klachten aanwezig zijn, waardoor je er wakker van kunt liggen. Het kan verergeren na inspanning met je handen. Het kan in zowel één als beide handen voorkomen.
Oorzaak
De zenuw raakt meestal bekneld doordat de bekleding van de pezen opzwellen. Dit kan komen door hormonen als gevolg van zwangerschap of de overgang, maar kan ook komen door een langzaam werkende schildklier of een overproductie van hormonen. De peesscheden kunnen ook zwellen door irritatie als gevolg van reuma of suikerziekte. Bij sommigen kan het komen door een afwijking, bijvoorbeeld als gevolg van een breuk van de middenhandsbeentjes of pols. De carpale tunnel kan ook geïrriteerd raken door een repeterende beweging, waarbij je vanuit de pols kracht moet zetten. Het is niet altijd duidelijk wat de oorzaak is. Vrouwen hebben drie keer zoveel kans om deze aandoening te krijgen dan mannen.
Diagnose
De dokter zal de diagnose stellen aan de hand van een aantal vragen en testen. Zo vraagt hij naar klachten van tintelingen en doofheid van de vingers. Hij vraagt of de pijn vooral ’s nachts is en of er pijnscheuten vanaf de pols via de arm omhoog gaan, hij zal vragen of je een elektrisch stroompje voelt als hij voorzichtig met zijn vinger op uw zenuw klopt en er wordt gekeken of je dezelfde klachten krijgt als je de pols buigt en een minuut vasthoudt. Ook wordt er een elektromyogram (EMG) gedaan, waarbij de geleidingssnelheid van de zenuw wordt gemeten. In het geval van een carpaal tunnelsyndroom is de zenuwgeleiding langzamer.
Behandeling
Afhankelijk van de klachten zal er gekozen worden voor een behandeling. Soms zullen de klachten vanzelf genezen, bijvoorbeeld in geval van een zwangerschap. Soms wordt er een spalk aangemeten om de pols rust te geven waardoor de klachten verminderen. Een injectie met hormonen of plaatselijk verdovend middel kan helpen. In veel gevallen wordt er gekozen voor een operatieve ingreep, waarbij het dak van de carpale tunnel wordt doorgesneden. De zenuw is verlost van de beknelling. De operatie vindt plaats onder plaatselijke verdoving en duurt ongeveer een kwartier tot een half uur. Je kunt meestal dezelfde dag weer naar huis en de klachten zullen binnen enkele dagen verdwijnen. Het litteken kan nog een tijdje gevoelig blijven en het kan nog maanden duren voordat de kracht in de hand weer normaal is.
Na de operatie
Een paar uur na de operatie is de verdoving uitgewerkt en kan eventuele pijn met paracetamol worden behandeld. Probeer je vingers in beweging te houden, maar pas de eerste weken op met kracht zetten en een wringende beweging maken. De wond moet eerst genezen en de hechtingen moeten verwijderd zijn. Na een week mag meestal het verband eraf en na 1,5 tot 2 weken mogen de hechtingen eruit. Indien de aandoening in beide handen zit, wordt er meestal gekozen om één hand tegelijk te opereren.
Lees verder