Prostaatkanker: Vaak geen symptomen, soms plasproblemen
De prostaat is een klier die zich onder de blaas en rond de urinebuis van een man bevindt. De prostaatklier produceert vocht wat nodig is voor het aanmaken van sperma. Bij prostaatkanker ontstaat kanker in de prostaatklier. Prostaatkanker komt vaak voor bij oudere mannen, maar zelden is deze aandoening ernstig. Veelal vertoont een patiënt geen symptomen, maar soms heeft hij plasproblemen en in een later stadium van de kanker ook botpijn. Bij de meeste mannen groeit de tumor echter zo traag dat ze nooit last krijgen van symptomen. De ernst en het resultaat van prostaatkanker is sterk variabel. In een vroeg stadium vallen de meeste vormen van prostaatkanker met succes te behandelen.
Epidemiologie: Oudere mannen
Deze vorm van kanker vertegenwoordigt 7% van alle kankers bij mannen en is de zesde meest voorkomende kanker ter wereld. Het risico op de kwaadaardige verandering binnen de prostaat neemt toe met de leeftijd. Oudere mannen zijn vaak vertegenwoordigd. Bij 60% van de mannen met prostaatkanker, gebeurt de diagnose na 65-jarige leeftijd. Bij mannen van tachtig jaar heeft 80% kwaadaardige cellen binnen de prostaatklier, maar de meeste vormen van prostaatkanker zijn erg sluimerend. Mannen jonger dan veertig jaar zijn zelden getroffen door kanker aan de prostaatklier. Verder zijn mannen van Afro-Amerikaanse afkomst alsook mannen met een familiegeschiedenis van prostaatkanker vaker getroffen door de ziekte. Mannen uit China zijn het minst vaak aangetast door kanker aan de prostaatklier.
Oorzaken prostaatkanker
Oudere mannen
Bepaalde cellen in de prostaat krijgen bij de ziekte een abnormaal karakter en gaan zich ongecontroleerd vermeerderen en vormen hierbij een tumor. Het is niet precies bekend wat de oorzaak is van prostaatkanker, maar dit komt sneller tot stand bij het verouderen. Testosteron stimuleert de groei van de tumorcellen.
Erfelijke vorm
Af en toe is prostaatkanker erfelijk door overgeërfde mutaties (wijzigingen) in bepaalde genen, zoals BRCA1, BRCA2 en HOXB13. Patiënten met mutaties in deze genen hebben een hoog risico op prostaatkanker en soms ook andere kankers tijdens het leven. Mannen met mutaties in het BRCA2- of HOXB13-gen lopen bovendien een hoger risico op het ontwikkelen van levensbedreigende vormen van prostaatkanker en meestal verschijnen de symptomen bij deze patiënten ook eerder.
Symptomen: Plasproblemen, en botpijn (bij uitzaaiingen)
In een vroeg stadium heeft een patiënt met prostaatkanker geen symptomen. Verschijnen toch symptomen, dan is dit het gevolg van een obstructie van de lagere urinewegen en lijken de aanwezige symptomen op deze van
prostaatvergroting. De patiënt presenteert zich met
plasproblemen waaronder
pijn bij het plassen (
dysurie), vaak ’s nachts plassen (
nycturie), problemen bij het starten en stoppen van de urinestraal
ongewild urineverlies en nadruppelen. Daarnaast heeft de patiënt het gevoel dat de blaas niet leeg geplast is (residugevoel). Pijn bij de ejaculatie (zaadlozing),
bloed in de urine (hematurie) of
bloed in het sperma zijn andere kenmerken. Meestal vertoont een patiënt echter pas duidelijke tekenen wanneer
uitzaaiingen (metastasen) opgetreden zijn, en dan vooral
botmetastasen met
rugpijn (
lage rugpijn /
uitstralingspijn naar de rug),
pijn in het bekken,
heuppijn,
gewichtsverlies,
bloedarmoede (anemie),
botpijn en de daarmee gepaard gaande
fracturen (breuken).
Diagnose en onderzoeken
Diagnose
De diagnose gebeurt vaak per toeval bij een routine
digitaal rectaal onderzoek of wanneer de arts de prostaat chirurgisch verwijdert in de veronderstelling dat de patiënt lijdt aan goedaardige prostaatvergroting. De diagnose gebeurt meestal op basis van een
bloedonderzoek, wat een
verhoogd serum PSA (prostaat specifiek antigen) aangeeft. Daarna volgt een transrectale naaldbiopsie, geleid door een
echografie. Hij neemt bij dit onderzoek een stukje verdacht weefsel weg (
biopsie) en laat dit dan verder microscopisch onderzoeken.
Uitzaaiingen
Ook zet de arts een
CT-scan van het kleinbekken in. Indien de arts vermoedt dat de prostaatkanker reeds is uitgezaaid naar het bot, dan is een isotopenscan van het bot vereist.
Behandeling van mannen met prostaatcarcinoom
Diverse
behandelingsopties zijn mogelijk bij prostaatkanker. De behandeling is vaak afhankelijk van het stadium van de prostaatkanker en daarom voor elke man weer verschillend. Af en toe besluit de arts om een afwachtend beleid uit te voeren, waarbij hij regelmatig de patiënt opvolgt en onderzoekt. Een bloedonderzoek is nuttig als screeningsinstrument bij vijftigplussers en voor het volgen van behandelde patiënten. De arts wil namelijk het PSA in het bloed opvolgen.
Nog geen uitzaaiingen
In andere gevallen voert de arts indien mogelijk een curatieve (genezende) chirurgische ingreep uit waarbij hij de prostaat volledig verwijdert (
radicale prostatectomie). Dit is via open chirurgie of via een laparoscopische techniek mogelijk, en enkel bij patiënten waarbij de tumor zich in de prostaat zelf bevindt. Complicaties van de operatie omvatten impotentie (
erectiestoornissen) en
urine-incontinentie. De verwikkelingen zijn het gevolg van de schade aan zenuwbanen die optreedt tijdens de chirurgische ingreep. Voor en/of na de operatie volgt
inwendige radiotherapie (
brachytherapie) of uitwendige radiotherapie van de prostaat. Hormonale therapie zet de arts tevens in om de groei van de tumor te remmen, door de productie van testosteron in de teelballen te verminderen of volledig stil te leggen. De hormonale therapie bestaat uit een operatieve verwijdering van de teelballen (orchiëctomie) en medicijnen. Een andere behandelingsvorm bestaat uit
cryotherapie waarbij de arts de kankercellen in een vroeg stadium bevriest en doodt.
Uitzaaiingen
Zijn reeds botmetastasen aanwezig, dan krijgt de patiënt enkel palliatieve
radiotherapie.
Chemotherapie is ook mogelijk, maar dit wanneer de hormonale therapie onvoldoende effectief is. Bij pijnlijke uitzaaiingen in de botten schrijft de arts
bisfosfonaten voor (botafbraakremmers). Deze
medicijnen zorgen tevens voor een daling van het calciumgehalte in het bloed, want bij botmetastasen stijgt meestal het calciumgehalte in het bloed (
hypercalciëmie).
Prognose
Prostaatkanker komt zeer frequent voor en zeker bij ouderen, maar de ziekte is zelden dodelijk aangezien de meeste vormen van prostaatkanker erg traag groeien. De vijfjaarsoverleving bedraagt 85% bij patiënten bij wie geen uitzaaiingen aanwezig zijn. De overlevingsduur is echter afhankelijk van de leeftijd van de patiënt en de mate van de differentiatie en omvang van de tumor. Een agressieve vorm van prostaatkanker is namelijk potentieel levensbedreigend, maar dit komt zelden voor.
Lees verder