Bestraling bij prostaatkanker met behulp van goudmarkers

Bestraling bij prostaatkanker met behulp van goudmarkers Enkele behandelingen zijn mogelijk bij prostaatkanker: Chirurgie, hormoontherapie en/of radiotherapie. Radiotherapie vernietigt de eventueel overgebleven tumorresten nadat de tumor chirurgisch verwijderd is. Door de uitwendige bestraling raakt het DNA beschadigd waardoor de tumorcellen - in tegenstelling tot gezonde cellen - zich niet meer herstellen. Het bestralingsapparaat waarmee een prostaatkankerpatiënt een behandeling krijgt, heet een lineaire versneller. Vaak krijgt de patiënt eerst goudmarkers geïmplanteerd alvorens de bestraling doorgaat.

Gesprek met radiotherapeut

Voordat de bestralingsbehandeling (radiotherapie) begint, krijgt de patiënt met prostaatkanker altijd eerst een afspraak bij de radiotherapeut op de polikliniek. De radiotherapeut geeft de patiënt informatie over de behandeling en er is ruimte om vragen te stellen. Soms krijgt de patiënt een lichamelijk onderzoek. Na dit gesprek start de voorbereiding op de bestralingsbehandeling.

Voorbereiding: Plaatsing goudmarkers

Doel

Meestal brengt een radiotherapeut voor de bestraling goudmarkers aan in de prostaat. Goudmarkers zijn goudstaafjes van vier millimeter lang en één millimeter dik. Deze brengt de radiotherapeut in om de beweging van de prostaat goed te volgen tijdens de bestraling. Hierdoor wordt de blaas en het darmweefsel rondom de prostaat zo min mogelijk bestraald.

Praktisch

In overleg met de radiotherapeut dient de patiënt hiervoor enkele dagen op voorhand antistollingsmedicatie tijdelijk stop te zetten. Voor de patiënt voelt het plaatsen van goudmarkers aan als een biopsie die hij eerder door de uroloog heeft gekregen; het is niet pijnlijk maar wel gevoelig. De goudmarkers blijven permanent in de prostaat zitten, zonder klachten voor de patiënt.

Behandeling zelf: Goudmarkers plaatsen

Via de anus brengt de radiotherapeut eerst een echoapparaat in. Hierdoor ziet de radiotherapeut de prostaat goed. De radiotherapeut plaatst daarna met behulp van twee holle naalden drie of vier markers door de huid in de prostaat. De radiotherapeut geeft de patiënt tijdens het eerste gesprek een recept mee voor antibiotica die hij moet innemen voor en soms eveneens na de plaatsing van de goudmarkers om ontstekingen te voorkomen.

Bijwerkingen

Lichte napijn en bloed in de urine zijn mogelijke bijwerkingen, maar dit gaat snel weer over.
Als de patiënt koorts krijgt, moet hij onmiddellijk contact opnemen met de uroloog.

Voorbereiding: CT-scan

Praktisch

De CT-scan kent een duurtijd van twintig à dertig minuten. Ongeveer een week na plaatsing van de markers, krijgt de patiënt een CT-scan die bruikbaar is als voorbereiding op de bestraling. Voor het maken van de CT-scan, krijgt de patiënt een drink- en plasinstructie. De blaas moet namelijk vol zijn en de endeldarm zoveel mogelijk leeg. Voor het legen van de endeldarm krijgt de patiënt een zetpil die hij drie tot vier uur voor het maken van de CT-scan bij zichzelf moet inbrengen. Deze instructie dient de patiënt nauwgezet op te volgen bij het maken van de CT-scan en bij alle bestralingen om zo weinig mogelijk last van bijwerkingen te krijgen.

CT-scan zelf

De houding is bij het maken van de CT-scan van primordiaal belang. Deze dient hetzelfde te zijn als later tijdens de bestraling. De laboranten geven de patiënt daarvoor duidelijke aanwijzingen. De laboranten tekenen met behulp van laserlicht met een viltstift lijnen op de huid van de patiënt. De laborant legt hiermee de patiënt steeds in dezelfde houding tijdens de bestraling. Tijdens het maken van de CT-scan verlaten de laboranten de ruimte. Zij houden de patiënt via een raam en beeldscherm goed in de gaten. De patiënt moet blijven stilliggen tijdens de scan, maar ademen gaat wel gewoon. Omdat de viltstiftlijnen op de huid verdwijnen, plaatst de laborant na de CT-scan op een aantal plaatsen zo weinig mogelijk blijvende tatoeagepuntjes. Dit voelt aan als een speldenprikje en is niet pijnlijk. Na het maken van de CT-scan mag de patiënt meteen naar huis.

Bestralingsplan maken

Nadat de CT-scan is gemaakt, bekijkt de radiotherapeut de afbeeldingen die met de CT-scan zijn gemaakt. Hij duidt hierop het te bestralen gebied alsook de gezonde organen aan. Hierbij gebruikt hij alle resultaten en beelden uit eerder gevoerde onderzoeken. Soms gebeurt nog een MRI-scan om extra beeldmateriaal te hebben. Daarna maken de laboranten met behulp van de ingetekende CT-plaatjes een bestralingsplan. Hierbij poogt de laborant steeds om het doelgebied zo goed mogelijk te bestralen alsook uiteraard om zo weinig mogelijk gezonde organen in de omgeving aan te tasten. De radiotherapeut krijgt het behandelplan van de laborant ter goedkeuring. Als deze akkoord is met het plan, bespreekt hij het met de andere radiotherapeuten en rekent de klinisch fysicus het na.

Bestraling

Praktisch

Duur van ganse bestralingsbehandeling
De duur van de ganse bestralingsbehandeling is afhankelijk van het soort tumor, de plaats van de tumor en het doel van de bestraling. Dit varieert van één dag tot enkele weken en is individueel bepaald per patiënt. De patiënt krijgt meestal vier tot vijf keer per week een bestraling. Bij gebruik van andere bestralingstechnieken tijdens de bestralingsserie, zoals bijvoorbeeld inwendige bestraling of robotbestraling, bespreekt de radiotherapeut dit vooraf uitgebreid met de patiënt.

Duur van een bestralingssessie
De bestraling gebeurt meestal vanuit diverse richtingen. De bestralingstijd per richting duurt van enkele tientallen seconden tot enkele minuten. Tijdens de bestraling maakt de radiotherapeut foto’s om te controleren of de ligging van de patiënt hetzelfde is als die op de CT-scan. De kwaliteit van deze foto’s is niet geschikt om het resultaat van de straling te beoordelen. De totale behandelsessie kent een duurtijd tussen de acht en twintig minuten.

Bestraling zelf

Voor elke bestraling meldt de patiënt zich bij de balie en hij komt terecht in de wachtruimte. Een laborant haalt de patiënt op uit de wachtruimte. De laborant geeft de patiënt vervolgens uitleg over de gang van zaken over het bestralingstoestel als hij voor het eerst een bestralingssessie moet ondergaan. De patiënt hoort eveneens welke kledingstukken hij in de kleedruimte moet uittrekken vooraleer de bestraling begint. Als de patiënt daarna de kleedruimte verlaat, loopt hij met de laborant door een gang naar de bestralingsruimte. Deze gang zorgt er voor dat de straling van het bestralingstoestel niet in de andere ruimtes komt. Twee laboranten vangen de patiënt op in de bestralingsruimte. Deze laboranten helpen de patiënt om op dezelfde manier op de behandeltafel te gaan liggen als bij het maken van de CT-scan. Met behulp van de tatoeagepuntjes op de huid gebeurt dit heel precies. Daarna brengen de laboranten het bestralingstoestel in de juiste startpositie. Het apparaat draait om de patiënt heen, maar raakt de patiënt niet. De laboranten verlaten de ruimte en de bestraling begint. Tijdens de bestraling is het belangrijk dat de patiënt goed stil blijft liggen. Camera’s houden de patiënt de hele tijd goed in de gaten. Ook de laboranten zien de patiënten steeds.
Als de bestraling klaar is, komen de laboranten de bestralingsruimte weer in en gaat de patiënt weer terug naar de kleedruimte.

Na de bestraling

Als de behandeling klaar is, krijgt de patiënt meestal nog één of meer controleafspraken bij de radiotherapeut en bij de arts die de patiënt heeft doorverwezen.

Bijwerkingen

De radiotherapeut bespreekt met de patiënt hoe hij het beste omgaat met de bijwerkingen en schrijft soms medicijnen voor om de klachten te verminderen.

Veel voorkomende bijwerkingen bij een prostaatbestraling zijn:
  • Droog orgasme: De patiënt krijgt nog wel het gevoel van klaarkomen, maar dan zonder zaadlozing.
  • Erectiestoornissen, ontlasting: Daarnaast ontwikkelen er zich op de lange termijn door de bestraling erectiestoornissen, en krijgt de patiënt mogelijk slijm en bloed in de ontlasting.
  • Gevoel anus: De anus voelt “schrijnend” aan.
  • Haaruitval: Afhankelijk van de dosis valt een gedeelte van het schaamhaar gedeeltelijk of voorgoed uit.
  • Irritatie van de darm, de blaas en de plasbuis: De patiënt krijgt hierdoor bijvoorbeeld meer of dunnere ontlasting. Ook krijgt de patiënt pijn bij het plassen (dysurie) en moet hij misschien vaker plassen (pollakisurie), met name ’s nachts (nycturie)
  • Onvruchtbaar: Het gebeurt dat de testikels een kleine stralingsdosis opvangen; de spermakwaliteit neemt af waardoor er een kans is dat de man onvruchtbaar wordt.
  • Vermoeidheid: Vermoeidheid komt regelmatig voor en treedt geleidelijk aan op tijdens de behandeling.

Het merendeel van deze bijwerkingen ontstaan in de loop van de bestralingsperiode en verdwijnen meestal geleidelijk twee tot drie weken na de laatste bestraling. Het ontstaan van andere bijwerkingen hangt af van de plaats van het bestralingsgebied en vindt alleen plaats op de plekken waar de bestraling gebeurt.

Tips en adviezen

De patiënt houdt best een gezonde levensstijl aan waarbij hij gevarieerd eet. Stoppen met roken is heel belangrijk. Roken beïnvloedt tijdens de bestralingsbehandeling het effect van de behandeling namelijk nadelig. Bovendien veroorzaakt roken meer bijwerkingen. Tot slot is voldoende beweging positief voor het verkrijgen van een regelmatig ontlastingspatroon.

Lees verder

© 2014 - 2024 Miske, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Radiotherapie bij longtumor door oncoloog en radiotherapeutRadiotherapie bij longtumor door oncoloog en radiotherapeutPatiënten met longkanker krijgen veelal een bestralingsbehandeling (radiotherapie) om de longtumor te verkleinen of vern…
Intra-operatieve radiotherapie bij borstsparende behandelingIntra-operatieve radiotherapie bij borstsparende behandelingVoor patiënten met borstkanker zijn er in grote lijnen twee behandelopties: een niet-sparende operatie (borstamputatie)…
Uitwendige bestraling van baarmoederhalskankerUitwendige bestraling van baarmoederhalskankerEnkele behandelingen zijn mogelijk bij baarmoederhalskanker: chirurgie, chemotherapie, hyperthermie en/of radiotherapie.…

Wat is een gele wond?Iedereen heeft wel eens een wondje gehad. De wondjes kunnen voor komen op verschillende lichaamsdelen, soms zijn ze groo…
Bruikbare tips voor vrouwen in de overgangBruikbare tips voor vrouwen in de overgangElke vrouw komt vroeg of laat in de overgang. Een aantal vrouwen (zo'n 20%) heeft daar weinig of geen last van. De meest…
Bronnen en referenties
  • http://www.avl.nl/media/380657/Behandelwijzer%20Radiotherapie%20bij%20Prostaatkanker.pdf
  • https://www.radboudumc.nl/Zorg/Behandelingen/Pages/Plaatsengoudmarkers.aspx
  • https://www.reinierdegraaf.nl/plugins/rdgg/?rdggaction=admin:main.servepdf&id=6234A0B9-3D45-44FA-88DF4D9B764CAC50&name=Prostaatbestraling%20met%20Goudmarkers
  • https://www.youtube.com/watch?v=pj_5nL73mGA
Miske (4.039 artikelen)
Laatste update: 07-09-2020
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Aandoeningen
Bronnen en referenties: 4
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.