Bestraling bij prostaatkanker met behulp van goudmarkers
Enkele behandelingen zijn mogelijk bij prostaatkanker: Chirurgie, hormoontherapie en/of radiotherapie. Radiotherapie vernietigt de eventueel overgebleven tumorresten nadat de tumor chirurgisch verwijderd is. Door de uitwendige bestraling raakt het DNA beschadigd waardoor de tumorcellen, in tegenstelling tot gezonde cellen, zich niet meer herstellen. Het bestralingsapparaat waarmee een prostaatkankerpatiënt een behandeling krijgt, heet een lineaire versneller. Vaak krijgt de patiënt eerst goudmarkers geïmplanteerd alvorens de bestraling doorgaat.
Wat is bestraling?
Bestraling is een veelgebruikte behandeling voor prostaatkanker. Het omvat het gebruik van hoge-energie straling om kankercellen te doden of hun groei te stoppen. Het doel van bestraling is om de tumor te verkleinen of volledig te verwijderen. Bestraling kan worden toegepast als primaire behandeling of in combinatie met andere therapieën zoals chirurgie of hormoontherapie.
Bestraling kan zowel curatief als palliatief zijn. In het curatieve geval is de intentie om de kanker volledig te genezen, terwijl bij palliatieve bestraling de focus ligt op het verlichten van symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven bij patiënten met gevorderde kanker. De keuze voor bestraling hangt af van verschillende factoren, waaronder de stadia van de kanker, de gezondheid van de patiënt en de voorkeuren van de patiënt.
Het proces van bestraling
Tijdens de behandeling wordt de patiënt meestal in een specifieke positie geplaatst om ervoor te zorgen dat de straling nauwkeurig op de tumor gericht is. Het proces omvat het maken van een behandelplan dat rekening houdt met de grootte en locatie van de tumor, evenals de gezondheid van omliggende weefsels. Deze plannen worden vaak gemaakt met behulp van beeldvormingstechnieken zoals CT-scans en MRI's om de bestraling zo effectief mogelijk te maken.
Voorbereiding op bestraling
Voor de start van de behandeling ondergaat de patiënt verschillende voorbereidende procedures. Dit kan onder meer het uitvoeren van bloedonderzoek en beeldvorming omvatten om de exacte locatie en omvang van de tumor vast te stellen. De patiënt krijgt ook instructies over wat hij of zij kan verwachten tijdens de behandelingen, inclusief eventuele bijwerkingen die zich kunnen voordoen.
Soorten bestraling
Er zijn verschillende soorten bestraling die kunnen worden toegepast bij prostaatkanker, waaronder externe bestraling en interne bestraling (brachytherapie).
Externe bestraling
Externe bestraling richt zich van buitenaf op de tumor met behulp van een stralingsmachine. Dit type bestraling kan in meerdere sessies worden gegeven en is vaak de eerste keuze voor de behandeling van prostaatkanker. De behandeling zelf duurt meestal enkele minuten per sessie, hoewel de voorbereidingen en positionering meer tijd kunnen vergen.
Interne bestraling (brachytherapie)
Bij interne bestraling worden radioactieve bronnen direct in of nabij de tumor geplaatst. Dit kan worden gedaan met behulp van kleine zaadjes of implantaten die tijdelijk of permanent kunnen zijn. Deze methode zorgt ervoor dat de straling heel gericht is en omliggend weefsel minimaal wordt blootgesteld aan straling. Brachytherapie kan alleen worden uitgevoerd of in combinatie met externe bestraling, afhankelijk van de specifieke situatie van de patiënt.
Het bestralingsteam
Een bestralingsteam bestaat meestal uit verschillende zorgverleners, waaronder radiotherapeuten, radiologisch laboranten en verpleegkundigen.
De rol van de radiotherapeut
De radiotherapeut is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van het behandelingsplan en het aanpassen van de behandeling op basis van de respons van de patiënt. Ze zijn ook beschikbaar voor vragen en zorgen die de patiënt tijdens de behandeling kan hebben.
De rol van de verpleegkundige
De verpleegkundige speelt een cruciale rol in het zorgproces, door patiënten te begeleiden en hen te ondersteunen bij het omgaan met de bijwerkingen van de behandeling. Ze bieden ook informatie over hoe patiënten hun algehele welzijn kunnen behouden tijdens de bestraling.
De rol van laboranten
Radiologisch laboranten zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de bestraling en zorgen ervoor dat de apparatuur correct is ingesteld. Ze zijn getraind in het gebruik van complexe technologieën en zorgen ervoor dat de procedures veilig en effectief worden uitgevoerd.
Tijdschema voor behandeling
Bestraling kan over meerdere weken worden verspreid, afhankelijk van de specificiteit van de behandeling.
Frequentie van behandelingen
Meestal wordt bestraling vijf dagen per week gegeven, met pauzes in het weekend om gezonde cellen de kans te geven zich te herstellen. Dit tijdschema kan echter variëren op basis van de behandeldoelen en de respons van de patiënt.
Duur van de behandeling
De duur van de behandeling kan variëren van enkele weken tot enkele maanden, afhankelijk van de agressiviteit van de kanker en de gekozen behandelmethode. Het is belangrijk voor patiënten om geduldig en gemotiveerd te blijven gedurende het hele proces.
Gesprek met radiotherapeut
Voordat de bestralingsbehandeling (
radiotherapie) begint, krijgt de patiënt met
prostaatkanker altijd eerst een afspraak bij de radiotherapeut op de polikliniek. De radiotherapeut geeft de patiënt informatie over de behandeling en er is ruimte om vragen te stellen. Soms krijgt de patiënt een lichamelijk onderzoek. Na dit gesprek start de voorbereiding op de bestralingsbehandeling.
Voorbereiding: Plaatsing goudmarkers
Doel
Meestal brengt een radiotherapeut voor de bestraling goudmarkers aan in de prostaat. Goudmarkers zijn goudstaafjes van vier millimeter lang en één millimeter dik. Deze brengt de radiotherapeut in om de beweging van de prostaat goed te volgen tijdens de bestraling. Hierdoor wordt de blaas en het darmweefsel rondom de prostaat zo min mogelijk bestraald.
Praktisch
In overleg met de radiotherapeut dient de patiënt hiervoor enkele dagen op voorhand antistollingsmedicatie tijdelijk stop te zetten. Voor de patiënt voelt het plaatsen van goudmarkers aan als een
biopsie die hij eerder door de uroloog heeft gekregen; het is niet pijnlijk, maar wel gevoelig. De goudmarkers blijven permanent in de prostaat zitten, zonder klachten voor de patiënt.
Behandeling zelf: Goudmarkers plaatsen
Via de anus brengt de radiotherapeut eerst een echoapparaat in. Hierdoor ziet de radiotherapeut de prostaat goed. De radiotherapeut plaatst daarna met behulp van twee holle naalden drie of vier markers door de huid in de prostaat. De radiotherapeut geeft de patiënt tijdens het eerste gesprek een recept mee voor
antibiotica, die hij moet innemen voor en soms eveneens na de plaatsing van de goudmarkers om
ontstekingen te voorkomen.
Bijwerkingen
Lichte napijn en
bloed in de urine zijn mogelijke bijwerkingen, maar dit gaat snel weer over. Als de patiënt
koorts krijgt, moet hij onmiddellijk contact opnemen met de uroloog.
Voorbereiding: CT-scan
Praktisch
De
CT-scan duurt ongeveer twintig à dertig minuten. Ongeveer een week na plaatsing van de markers krijgt de patiënt een CT-scan ter voorbereiding op de bestraling. Voor de CT-scan krijgt de patiënt een drink- en plasinstructie: de blaas moet vol zijn en de endeldarm zo leeg mogelijk. Voor het legen van de endeldarm krijgt de patiënt een zetpil die hij drie tot vier uur voor de scan moet inbrengen. Deze instructies zijn belangrijk om de bijwerkingen zo veel mogelijk te beperken.
CT-scan zelf
Bij het maken van de CT-scan is de houding van de patiënt cruciaal. Deze moet hetzelfde zijn als tijdens de bestraling. De laboranten tekenen lijnen op de huid met een viltstift en plaatsen later zo weinig mogelijk blijvende tatoeagepuntjes om de positie bij elke sessie nauwkeurig te kunnen herhalen. Dit is niet pijnlijk, het voelt aan als een speldenprikje. Na de scan mag de patiënt meteen naar huis.
Bestralingsplan maken
Na de CT-scan worden de afbeeldingen door de radiotherapeut geanalyseerd. De radiotherapeut bepaalt het te bestralen gebied en de omliggende organen. Indien nodig worden aanvullende onderzoeken, zoals een
MRI-scan, uitgevoerd. De laboranten maken op basis van deze beelden een bestralingsplan, waarbij geprobeerd wordt om zo veel mogelijk tumorweefsel te bestralen en gezond weefsel te sparen. De radiotherapeut keurt dit plan goed voordat de behandeling begint.
Bestraling
Praktisch
Duur van de bestralingsbehandeling
De totale duur van de bestraling is afhankelijk van het type en de locatie van de tumor. De patiënt krijgt meestal vier tot vijf keer per week een bestraling, afhankelijk van het gekozen behandelplan. Dit kan variëren van één dag tot enkele weken, individueel bepaald door de radiotherapeut.
Duur van een bestralingssessie
Een bestralingssessie duurt ongeveer acht tot twintig minuten. De bestraling zelf vindt plaats vanuit verschillende richtingen, en tijdens de sessie worden foto’s gemaakt om te controleren of de patiënt in dezelfde positie ligt als tijdens de CT-scan. De beelden zijn echter niet bedoeld om het effect van de bestraling te beoordelen.
Bestraling zelf
Bij aankomst meldt de patiënt zich bij de balie en wacht tot een laborant hem naar de bestralingsruimte begeleidt. Voor de eerste sessie krijgt de patiënt uitleg over het verloop van de behandeling. De patiënt moet enkele kledingstukken uittrekken, waarna hij door een gang naar de bestralingsruimte loopt. Twee laboranten helpen de patiënt om op dezelfde manier te liggen als bij de CT-scan, met behulp van de tatoeagepuntjes. Het bestralingstoestel draait om de patiënt heen zonder hem aan te raken. De laboranten verlaten de ruimte tijdens de bestraling, maar houden de patiënt via camera’s in de gaten. Na afloop begeleidt de laborant de patiënt terug naar de kleedruimte.
Nazorg en opvolging
Nazorg is een cruciaal onderdeel van de behandeling van prostaatkanker. Na de bestraling is het belangrijk dat patiënten regelmatig hun artsen raadplegen voor controles en om eventuele bijwerkingen te bespreken.
Controle van bijwerkingen
Bijwerkingen van bestraling kunnen variëren, afhankelijk van de dosis en het behandelingsgebied. Het is van belang dat patiënten openhartig zijn over hun ervaringen, zodat zorgverleners hen effectief kunnen ondersteunen en indien nodig aanpassingen in de behandeling kunnen maken.
Langetermijneffecten
Patiënten moeten zich ook bewust zijn van mogelijke langetermijneffecten van bestraling, zoals veranderingen in de urinestroom of seksuele functies. Regelmatige follow-ups zijn belangrijk om deze effecten te monitoren en waar nodig hulp te bieden.
Preventieve maatregelen
Tijdens de nazorg kunnen artsen ook aanbevelingen doen voor preventieve maatregelen die de kans op terugkeer van de kanker kunnen minimaliseren, zoals veranderingen in levensstijl en aanvullende behandelingsopties.
Deze uitgebreide tekst biedt een gedetailleerd overzicht van bestraling bij prostaatkanker, inclusief belangrijke aspecten van het proces, zorgteams, en de impact op de levensstijl van patiënten.
Levensstijl en aanpassingen
Patiënten worden aangemoedigd om gezonde levensstijlkeuzes te maken tijdens hun bestraling.
Voedingspatroon
Een evenwichtig voedingspatroon is essentieel om het immuunsysteem te ondersteunen en de energieniveaus op peil te houden. Het kan nuttig zijn om een diëtist te raadplegen die gespecialiseerd is in voedingsadvies voor kankerpatiënten.
Hydratatie
Voldoende hydratatie is ook cruciaal, aangezien bestraling soms kan leiden tot uitdroging. Patiënten moeten ervoor zorgen dat ze genoeg water drinken gedurende de dag en kunnen baat hebben bij het vermijden van cafeïne en alcohol.
Lichaamsbeweging
Regelmatige lichaamsbeweging kan helpen om de energieniveaus op peil te houden en het algehele welzijn te bevorderen. Dit kan variëren van lichte oefeningen zoals wandelen tot meer gestructureerde fitnessprogramma's, afhankelijk van de mogelijkheden van de patiënt.
Psychosociale ondersteuning
Het omgaan met prostaatkanker en de bijbehorende behandelingen kan emotioneel uitdagend zijn.
Therapie en steungroepen
Psychosociale ondersteuning, waaronder therapie of deelname aan steungroepen, kan patiënten helpen om met de emotionele impact van hun diagnose en behandeling om te gaan. Het delen van ervaringen met anderen in vergelijkbare situaties kan een gevoel van verbondenheid en begrip bieden.
Ondersteuning voor partners en familieleden
Ook partners en familieleden kunnen de impact van de diagnose en behandeling voelen. Het is belangrijk dat zij ook toegang hebben tot ondersteuningsbronnen, zodat zij kunnen leren hoe ze hun geliefde het beste kunnen ondersteunen tijdens het behandeltraject.
Professionele hulp
Indien nodig kan het inschakelen van professionele hulp, zoals psychotherapie, zeer waardevol zijn. Dit kan patiënten helpen om stress en angst te verminderen en hen in staat stellen om beter om te gaan met de veranderingen die de behandeling met zich meebrengt.
Bijwerkingen
De radiotherapeut geeft advies over het omgaan met bijwerkingen en schrijft indien nodig medicatie voor. Veelvoorkomende bijwerkingen bij prostaatbestraling zijn:
- Droog orgasme: De patiënt krijgt nog wel het gevoel van klaarkomen, maar dan zonder zaadlozing.
- Erectiestoornissen, ontlasting: Daarnaast ontwikkelen er zich op de lange termijn door de bestraling erectiestoornissen, en krijgt de patiënt mogelijk slijm en bloed in de ontlasting.
- Gevoel anus: De anus voelt “schrijnend” aan.
- Haaruitval: Afhankelijk van de dosis valt een gedeelte van het schaamhaar gedeeltelijk of voorgoed uit.
- Irritatie van de darm, de blaas en de plasbuis: De patiënt krijgt hierdoor bijvoorbeeld meer of dunnere ontlasting. Ook krijgt de patiënt pijn bij het plassen (dysurie) en moet hij misschien vaker plassen (pollakisurie), met name ’s nachts (nycturie)
- Onvruchtbaar: Het gebeurt dat de testikels een kleine stralingsdosis opvangen; de spermakwaliteit neemt af waardoor er een kans is dat de man onvruchtbaar wordt.
- Vermoeidheid: Vermoeidheid komt regelmatig voor en treedt geleidelijk aan op tijdens de behandeling.
De meeste bijwerkingen ontstaan tijdens de bestraling en verdwijnen binnen twee tot drie weken na de laatste sessie. De locatie van het bestralingsgebied bepaalt welke bijwerkingen optreden.
Tips en adviezen
Een gezonde levensstijl is belangrijk, met gevarieerde voeding en voldoende beweging. Stoppen met
roken is cruciaal, omdat roken het effect van de bestraling negatief beïnvloedt en meer bijwerkingen veroorzaakt.
Lees verder