Radiotherapie bij longtumor door oncoloog en radiotherapeut

- Rol van radiotherapie in de behandeling van longtumoren
- Multidisciplinaire aanpak bij radiotherapie
- Ademhalingsgestuurde radiotherapie
- Gebruik van stereotactische bestraling bij longtumoren
- Belang van patiëntvoorlichting en voorbereiding
- Aantal bestralingen van een longtumor
- Voorbereidende CT-scan
- Rekenen en puzzelen door oncoloog en radiotherapeut
- Bestraling zelf
- Bijwerkingen radiotherapie bij longkanker
- Na de bestralingsbehandeling
- Nieuwe technologische ontwikkelingen en precisiebehandelingen
- Preventie van bijwerkingen en nazorg
- Praktische tips voor het leven met / omgaan met radiotherapie bij longtumor door oncoloog en radiotherapeut
- Zorg goed voor je ademhaling
- Volg een gezond voedingspatroon
- Houd je energie op peil
- Blijf in contact met je zorgteam
- Zorg voor je geestelijke gezondheid
- Misvattingen rond radiotherapie bij longtumor
- Radiotherapie wordt alleen toegepast bij gevorderde longtumoren
- Bestraling beschadigt altijd de gezonde longen
- Radiotherapie veroorzaakt ondragelijke pijn
- Na bestraling is chemotherapie niet meer mogelijk
- Radiotherapie vergroot altijd het risico op ziekenhuisinfecties
- Bestraling maakt een longtransplantatie onmogelijk
- Gezonde voeding heeft geen invloed op het effect van radiotherapie
Rol van radiotherapie in de behandeling van longtumoren
Radiotherapie is een belangrijke pijler in de behandeling van longkanker, zowel bij niet-kleincellige als kleincellige longtumoren. Het biedt de mogelijkheid om tumoren gericht aan te pakken zonder direct een operatie te vereisen. Deze behandeling wordt vaak ingezet bij patiënten die niet in aanmerking komen voor een chirurgische ingreep of wanneer de tumor zich op een locatie bevindt die moeilijk bereikbaar is. Radiotherapie wordt zowel als primaire behandeling als in palliatieve setting toegepast, afhankelijk van het stadium en de aard van de tumor.Multidisciplinaire aanpak bij radiotherapie
Radiotherapie is het resultaat van een nauwe samenwerking tussen meerdere medische disciplines, waaronder radiotherapeuten, oncologen, medisch fysici en verpleegkundigen. Elke specialist draagt bij aan een geïntegreerd behandelingsplan dat is afgestemd op de unieke behoeften van de patiënt. Deze multidisciplinaire aanpak waarborgt de nauwkeurigheid van de behandeling en biedt ondersteuning voor de patiënt gedurende het gehele traject.Ademhalingsgestuurde radiotherapie
Een innovatieve benadering bij de bestraling van longtumoren is ademhalingsgestuurde radiotherapie. Longen bewegen mee met de ademhaling, waardoor het positioneren van de tumor tijdens bestraling een uitdaging vormt. Ademhalingsgestuurde technieken, zoals gating en tracking, maken het mogelijk om de straling toe te passen op het exacte moment dat de tumor binnen het doelgebied valt. Dit verhoogt de effectiviteit van de bestraling en minimaliseert schade aan gezond weefsel.Gebruik van stereotactische bestraling bij longtumoren
Stereotactische lichaamsradiotherapie (SBRT) is een precisietechniek die hoge doses straling toedient in een klein aantal sessies. Deze methode wordt vaak ingezet bij kleine, geïsoleerde tumoren in een vroeg stadium. Dankzij de geavanceerde technologie kan SBRT met millimeterprecisie worden uitgevoerd, wat resulteert in een hoge controle over de tumor en minder risico op bijwerkingen.Belang van patiëntvoorlichting en voorbereiding
Bij radiotherapie speelt de voorlichting van de patiënt een cruciale rol. Begrip van het behandelproces, mogelijke bijwerkingen en het belang van samenwerking tijdens de behandeling draagt bij aan het succes. Patiënten worden geïnformeerd over wat ze kunnen verwachten, van de eerste voorbereidingsfase tot aan de opvolging na de bestraling. Deze voorlichting kan stress en angst verminderen en hen helpen zich beter op de behandeling voor te bereiden.Aantal bestralingen van een longtumor
Het aantal bestralingen dat een patiënt nodig heeft, wordt individueel bepaald. Enerzijds houdt de radiotherapeut-oncoloog rekening met de eventuele gelijktijdige chemotherapie van de patiënt. Anderzijds is een individuele benadering noodzakelijk. Met behulp van CT-scans berekent de arts hoeveel bestraling de patiënt precies nodig heeft. Dit is afhankelijk van de tumor, maar ook van het gezonde longweefsel dat mee bestraald wordt. Vaak zijn tussen de dertig en vijfendertig bestralingen vereist wanneer de patiënt gelijktijdig met chemotherapie bestraald wordt. Wanneer de chemotherapie al is afgerond, of als de patiënt geen chemotherapie krijgt, moet hij rekenen op twintig tot vijfentwintig bestralingen. Vaak wordt getracht om vijf behandelingen per week te voorzien met elke dag dezelfde stralingsdosis. Meerdere kleine dosissen veroorzaken minder bijwerkingen.Voorbereidende CT-scan
Een longtumor behandelen met radiotherapie is precisiewerk; dit moet allemaal zeer nauwkeurig gebeuren. Hiervoor maakt men in het ziekenhuis eerst een speciale CT-scan, die aanzienlijk meer tijd in beslag neemt dan een gewone CT-scan die de patiënt eerder al eens gehad heeft om de tumor te diagnosticeren. Bij de voorbereidende CT-scan wordt namelijk gekeken hoe de tumor beweegt onder invloed van de ademhaling. Wanneer iemand ademt, bewegen de longen - en dus ook de longtumor - mee. Hiermee moet de radiotherapeut rekening houden bij de bestraling. Tijdens de voorbereidende scan maakt de radiotherapeut tevens een tekening op het lichaam van de patiënt en op een paar herkenningspunten wordt een kleine tatoeage aangebracht. De tekening wordt gemaakt met viltstiften, die verdwijnen door het wassen. Daarom speelt het ziekenhuis op veilig door ook enkele tatoeagepunten aan te brengen. In sommige ziekenhuizen is een begeleider in overleg toegestaan tijdens de voorbereidingsfase wanneer er nog geen stralen worden gebruikt.Rekenen en puzzelen door oncoloog en radiotherapeut
Nadat de scan is gemaakt, stelt de arts een behandelplan op. Oncoloog en radiotherapeut bepalen dan waar precies bestraald moet worden, maar vooral op welke locaties zeker niet. De bestraling gebeurt namelijk liever niet waar gezonde en kwetsbare organen liggen. Dit vraagt veel reken- en puzzelwerk, waardoor er altijd een aantal dagen verstrijkt tussen de CT-scan en het daadwerkelijke starten van de bestralingsbehandeling.Bestraling zelf
De daadwerkelijke bestralingsbehandeling duurt niet erg lang, slechts enkele minuten. De voorbereiding zelf duurt echter wel wat langer: De patiënt moet op de bestralingstafel gaan liggen, het apparaat moet ingesteld worden en de patiënt moet op de juiste manier op het apparaat liggen. Van de longen maakt de arts nog een röntgenfoto (radiografisch onderzoek) ter controle om te zien of de patiënt wel goed ligt. De patiënt ligt alleen in de bestralingsruimte, maar heeft via een intercomsysteem contact met de artsen. Zij zien de patiënt tevens voortdurend en waken erover dat de patiënt nog goed ligt. De patiënt merkt zelf niets van de behandeling; hij hoort enkel het zoemen van het apparaat. De radiotherapeutisch laborant verplaatst tijdens de behandeling enkele keren het toestel en de tafel, zodat het toestel de tumor vanuit diverse kanten bestraalt. De totale behandeling per keer duurt ongeveer één uur. Dit is voor sommige patiënten vrij lang. Zij nemen dan het beste een muziek-CD mee om zich te ontspannen tijdens de (voorbereidingen van de) behandeling.Bijwerkingen radiotherapie bij longkanker
Bestraling werkt met röntgenstralen, die de patiënt niet ziet, hoort of voelt. Gedurende de bestralingsbehandeling merken patiënten echter wel degelijk dat er iets gebeurt. Veel mensen ervaren tijdens de bestralingsperiode vermoeidheid en voelen zich niet helemaal lekker. Verder zijn de bijwerkingen van een bestralingsbehandeling afhankelijk van de plek waar bestraald wordt. Bij een bestraling op de long krijgt het longweefsel zelf bestraling, maar ook de nabijgelegen slokdarm. Een vaak gehoorde klacht bij de irritatie van longweefsel is hoesten, vooral bij temperatuurwisselingen, bijvoorbeeld wanneer iemand van binnen naar buiten gaat of omgekeerd. Bovendien is slokdarmirritatie mogelijk door de bestraling, wat zich uit in slikpijn of het gevoel dat het eten niet goed zakt. Soms merkt een patiënt door middel van medicijnen wel verbetering, al ligt de eigenlijke oorzaak uiteraard bij de bestralingsbehandeling zelf, en daar valt niets aan te doen. Pijn of stijfheid kan ook optreden door het stil liggen op de bestralingstafel, maar dit is altijd van tijdelijke aard.Na de bestralingsbehandeling
Na de bestralingsbehandeling praat de patiënt hierover nog eens na met de radiotherapeut en oncoloog. De verdere controles vinden plaats via de longarts. Hij zal ook foto's of scans ter controle uitvoeren. Pas na enkele weken beoordeelt de arts het uiteindelijke resultaat van de radiotherapie omdat de uitwerking van de straling zich nog geruime tijd voortzet.Nieuwe technologische ontwikkelingen en precisiebehandelingen
Anno augustus 2024 zijn er aanzienlijke technologische vooruitgangen geboekt op het gebied van radiotherapie. Nieuwe technieken, zoals stereotactische bestraling en protonentherapie, maken het mogelijk om tumoren nog gerichter te bestralen, met minder schade aan omliggende weefsels. Deze methoden worden vooral toegepast bij patiënten waarbij de tumor op een moeilijk te bereiken plaats ligt of bij patiënten met een slechte algemene gezondheid, waarbij conventionele bestraling te risicovol zou zijn. De ontwikkeling van beeldgestuurde radiotherapie (IGRT) zorgt ervoor dat de tumorpositie tijdens de behandeling nauwkeurig gevolgd kan worden, wat de precisie verder verhoogt.Radiotherapie is precisiewerk; steeds zal gekeken worden om zo doelgericht en efficiënt mogelijk te behandelen zodat zo weinig mogelijk gezond weefsel aangetast wordt.