Borstkanker (mammacarcinoom) bij vrouwen: Tumor in borst
Borstkanker (mammacarcinoom) is een kwaadaardige tumor die begint in de weefsels van de borst. Zowel genetische factoren als omgevingsfactoren, zoals een ongezonde levensstijl, spelen een rol bij het ontstaan van deze vorm van kanker. Hoewel symptomen niet altijd aanwezig zijn, kunnen patiënten een knobbeltje in de borst of oksel voelen. Daarnaast kunnen andere klachten optreden, zoals veranderingen in de borstvorm of -huid. Diverse behandelingen zijn mogelijk, afhankelijk van de individuele kenmerken van de patiënt en de tumor. De vooruitzichten variëren sterk, van volledige genezing tot levensbedreigende situaties. Dankzij de medische vooruitgang en vroegtijdige opsporing via screeningsprogramma’s (bevolkingsonderzoeken) is de prognose voor borstkanker echter meestal gunstig.
Epidemiologie van mammacarcinoom
Borstkanker is de meest voorkomende kanker bij vrouwen die niet
roken. Het is wereldwijd, na longkanker, de belangrijkste oorzaak van kankersterfte bij vrouwen. Anno augustus 2024 bedraagt de jaarlijkse incidentie van borstkanker wereldwijd ongeveer 1,7 miljoen nieuwe gevallen, wat neerkomt op ongeveer 1,7 op 1.000 vrouwen. De kans dat een vrouw in haar leven aan borstkanker overlijdt, ligt rond de 2,7 procent, wat overeenkomt met 1 op 37 vrouwen. Borstkanker treft voornamelijk vrouwen boven de 40 jaar, met name na de menopauze. Mannen kunnen ook borstkanker krijgen, hoewel dit veel zeldzamer is【ARTIKEL=170786】.
Oorzaken en risicofactoren van borstkanker
De meeste gevallen van borstkanker ontstaan in de epitheelcellen van de melkgangen van de borst. Bij borstkanker vermenigvuldigen deze cellen zich ongecontroleerd en kunnen ze zich naar andere delen van het lichaam verspreiden. De ontwikkeling van borstkanker wordt beïnvloed door een combinatie van erfelijke factoren, bepaalde medische aandoeningen, en omgevingsfactoren.
Erfelijke factoren
In 5-10% van de gevallen is borstkanker erfelijk. Ongeveer de helft van deze gevallen is gerelateerd aan mutaties in het BRCA1- of BRCA2-gen, die ook het risico op
eierstokkanker verhogen. Ook het TP53-gen kan een rol spelen bij het ontstaan van borstkanker. Een familiegeschiedenis van borstkanker verhoogt eveneens het risico, vooral als directe familieleden (moeder, zus, dochter) op jonge leeftijd de diagnose hebben gekregen.
Aandoeningen en medische factoren
Verschillende medische aandoeningen en factoren zijn geassocieerd met een verhoogd risico op borstkanker:
- Acanthosis nigricans: Deze huidaandoening kan wijzen op een verhoogd risico op diverse soorten kanker, waaronder borstkanker.
- Geschiedenis van borstkanker: Vrouwen die eerder borstkanker hebben gehad, lopen een groter risico op het ontwikkelen van een nieuwe tumor in dezelfde of andere borst.
- Goedaardige borsttumoren: Sommige soorten goedaardige knobbeltjes, zoals een intraductaal papilloom of atypische ductale hyperplasie, kunnen later leiden tot borstkanker.
- Hogere dichtheid van borstweefsel: Vrouwen met dichter borstweefsel hebben een verhoogd risico op borstkanker.
- Hypogonadisme: Patiënten die hormoontherapie moeten gebruiken vanwege onvoldoende ontwikkeling van de geslachtsklieren, hebben een verhoogd risico op borstkanker.
- Maagkanker: Vrouwen met maagkanker hebben ook een verhoogd risico op borstkanker.
- Neurofibromatose: Deze erfelijke aandoening kan leiden tot de ontwikkeling van een kwaadaardige borsttumor.
- Polymyositis: Vrouwen met deze auto-immuunziekte hebben een verhoogd risico op borstkanker.
- Radiotherapie: Radiotherapie voor een andere vorm van kanker kan het risico op borstkanker vergroten.
- Syndromen: Verschillende syndromen zijn geassocieerd met een verhoogd risico op borstkanker:
- [L]Li-Fraumeni-syndroom: Deze erfelijke aandoening gaat gepaard met een verhoogd risico op diverse vormen van kanker, waaronder borstkanker.
- [L]McCune-Albright syndroom: Deze aandoening, gekenmerkt door bot- en huidafwijkingen, verhoogt ook het risico op borstkanker.
- [L]Peutz-Jeghers-syndroom: Vrouwen met dit syndroom hebben een verhoogd risico op borstkanker naast andere vormen van kanker.
Zonnebrandcrème bevat soms kankerverwekkende stoffen /
Bron: Dimitrisvetsikas1969, Pixabay Omgevingsfactoren
Diverse omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van borstkanker bij vrouwen:
- ’s Nachts werken: Uit resultaten van diverse studies blijkt dat vrouwen die 's nachts werken (onder andere arbeiders, artsen, verpleegkundigen en politieagenten) een hoger risico hebben op borstkanker dan vrouwen die tijdens de dag werken.
- Blootstelling aan chemicaliën in cosmetica: Sommige chemicaliën in cosmetica dragen bij aan de ontwikkeling van kanker bij mensen.
- Blootstelling aan chemicaliën in kunststof: Bepaalde blootstellingsniveaus van chemicaliën in plastic producten, zoals bisfenol A (BPA), resulteren in kanker bij mensen
- Blootstelling aan chemische stoffen in tuinen: Gras- en tuinproducten die behandeld zijn met chemische stoffen, doen het risico op borstkanker verhogen.
- Blootstelling aan chemische stoffen in voedsel: Gewassen en vee die behandeld zijn met pesticiden, antibiotica en hormonen veroorzaken gezondheidsproblemen bij mensen. Dit geldt eveneens voor kwik in zeevruchten en industriële chemicaliën in voedsel- en voedselverpakkingen. Door deze chemische stoffen komt borstkanker sneller tot stand.
- Blootstelling aan chemische stoffen in zonnebrandcrème: Zonnebrandcrème bevat soms chemicaliën die kaker veroorzaken bij mensen.
- Blootstelling aan extern licht: De aanwezigheid van veel extern licht ’s nachts (bijvoorbeeld door straatlantaarns), is een risicofactor voor kanker in de borst.
- Blootstelling aan weinig vitamine D: Onderzoek suggereert dat vrouwen met weinig een tekort aan vitamine D een hoger risico op borstkanker hebben. Dit is volgens de Stichting tegen kanker echter tegenstrijdige informatie omdat sommige studies dit bevestigen en anderen dit tegenspreken.
- Een ongezonde levensstijl: Door een ongezonde voeding (met veel vet en veel calorieën alsook met weinig fruit en groenten, en veel gegrild, gerookt en gebarbecued vlees), overmatig alcoholgebruik, onvoldoende lichaamsbeweging, roken en overgewicht (obesitas, vooral na de menopauze) komt een borsttumor sneller voor.
- Hormonale factoren: Hormonale factoren spelen eveneens een rol in de totstandkoming van een mammacarcinoom. Het gebruik van orale (via de mond ingenomen) anticonceptie en postmenopauzale hormoonvervangende therapie doet het risico op borstkanker verhogen. Vroeg beginnen met de menstruatie of laat starten met de menopauze vormt ook een risicofactor. Verder zijn vrouwen die geen kinderen gebaard hebben of die pas op latere leeftijd een kind gebaard hebben, sneller getroffen door kanker in de borst.
- Kankerverwekkende stoffen: In 2012 concludeerden onderzoekers dat de blootstelling aan bepaalde kankerverwekkende stoffen en endocriene stoornissen, bijvoorbeeld op de werkplek, gekoppeld zijn aan borstkanker.
- Leeftijd: Het risico op borstkanker neemt toe met de leeftijd. Vanaf 55-jarige leeftijd komt borstkanker vaker voor.
- Ras/etniciteit: Vrouwen met een blanke huidskleur hebben een beetje meer kans om borstkanker te ontwikkelen dan Afro-Amerikaanse, Spaanse en Aziatische vrouwen. Wel hebben Afrikaanse Amerikaanse vrouwen meer kans om een agressievere, meer invasieve borstkanker te ontwikkelen die artsen reeds op jonge leeftijd diagnosticeren.
Vormen van kanker in de borst
Borstkanker kent twee hoofdvormen: ductaal en lobulair
carcinoom. In zeldzame gevallen start borstkanker in andere gebieden van de borst.
- Ductaal carcinoom: De meeste vormen van borstkanker (ongeveer 80%) behoren tot dit type. Een ductaal carcinoom start in de melkgangen (die melk van de borst naar de tepel voeren). Meestal verschijnt één tumor bij dit type mmacarcinoom.
- Lobulair carcinoom: Een lobulair carcinoom begint in de lobben van de borst die melk produceren (melkklieren). Bij dit type borstkanker verspreidt de kanker zich door de borst. De diagnose gebeurt bij dit type borstkanker vaak in een later stadium.
Bij
invasieve borstkanker komen de kankercellen uit de lobben of melkgangen vrij en dringen ze binnen in het nabijgelegen weefsel, waardoor de kans op verspreiding naar andere lichaamsdelen verhoogt. Bij
niet-invasieve borstkanker bevindt de kanker nog steeds op zijn oorspronkelijke plaats en zijn er geen metastasen (
uitzaaiingen). Deze cellen ontwikkelen zich echter uiteindelijk tot invasieve borstkanker.
Symptomen van kwaadaardige knobbel in borst
Beginstadium
Vroege stadia van borstkanker veroorzaken meestal vaak geen symptomen. Daarom zijn screeningsprogramma’s voor borstkanker via een bevolkingsonderzoek belangrijk, zodat kanker waarbij nog geen symptomen aanwezig zijn, toch tijdig te diagnosticeren en behandelen is. De klachten komen tot stand naarmate de tumor groeit. De meeste vrouwen met symptomatische borstkanker hebben een pijnloos toenemend en hard gezwel (tumor) in de borst en mogelijk eveneens in de
oksel (
okselgezwel). Verder bemerkt de patiënte veranderingen in de grootte, de vorm of het gevoel van de borst of tepel. Sporadisch heeft een vrouw bijvoorbeeld
één of meer extra tepels. Een
eczeemachtig plekje op de tepel behoort tot de mogelijkheden. Deze klachten gaan mogelijk gepaard met een heldere, gele, groene of zelfs rode
tepelafscheiding, een sinaasappelhuid (putjes in de huid), een niet genezend wondje en zweren. Bij
inflammatoire borstkanker is ook sprake van
oedeem (zwelling),
schilfering, warmte en erytheem (roodheid) en
mastitis (
ontsteking van borstweefsel). Af en toe bemerkt de vrouw ook
jeukende borsten of
jeuk onder de oksels.
Later stadium
In een later stadium van kanker in de borst ontstaan deze symptomen:
Uitzaaiingen
Een mammacarcinoom zaait mogelijk uit naar diverse lichaamsdelen zoals:
Enkele veel voorkomende klachten bij uitzaaiingen zijn bijvoorbeeld
wazig zien, botpijn,
hoofdpijn in de ochtend, pijn in de borst, benauwdheid,
kortademigheid en/of
misselijkheid.
Diagnose: Lichamelijk onderzoek
Om borstkanker te onderscheiden van een goedaardige borsttumor (wat vijftien keer vaker voorkomt dan een mammacarcinoom), moet de arts enkele onderzoeken uitvoeren. Hij palpeert (betast) het knobbeltje in de borst (en de oksels), en bekijkt de borst- en het halsgebied grondig. De arts vraagt tevens aan de patiënte om met de armen in verschillende posities te zitten of te staan. Hij bekijkt zo of de vrouw lijdt aan opgezette lymfeklieren in de oksel (
lymfoedeem) en bemerkt de veranderingen in en rond de borst.
Diagnose: Beeldvormende onderzoeken
Mammografie
Bij veel borstkankervormen gebeurt een identificeerbaar voorstadium van kanker waarbij de cellen wel al de vorm hebben van kankercellen maar nog niet het vermogen hebben om te groeien en zich te verspreiden. Dit voorstadium van een mammacarcinoom is te identificeren via een
mammografie, waarbij de arts een
röntgenfoto maakt van de borsten. Af en toe ontstaat een vorm van borstkanker waarbij het voorloperstadium erg kort of zelfs afwezig is waardoor meteen een invasieve ziekte aanwezig is in de vroege ontwikkeling van de kanker, met als gevolg een slechtere prognose.
Echografie
Naast de mammografie is een
echografie van de borst nodig. Dit geeft aan of het gezwel stevig of zacht van structuur is.
CT-scan
Een
CT-scan geeft duidelijkheid over eventuele uitzaaiingen van de kanker.
MRI-scan
Een
MRI-scan van de borst geeft de arts informatie over de eventuele abnormale veranderingen die de arts gezien heeft op de mammografie.
Diagnose: Andere diagnostische onderzoeken
Biopsie
Daarnaast neemt de arts een stukje weefsel weg uit de lymfeklieren (sentinele
lymfeklierbiopsie) en laat hij dit microscopisch onderzoeken om te kijken of reeds uitzaaiingen in de lymfeklieren aanwezig zijn.
Een bloedonderzoek is ook nodig /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Bloedonderzoek
Via een
alfafoetoproteïne (AFP) bloedtest is het mogelijk om diverse soorten kanker op te sporen en op te volgen, waaronder borstkanker.
Punctie
De arts voert vaak een punctie uit waarbij hij weefselcellen en/of weefselvocht opzuigt met een holle naald, hetgeen hij dan microscopisch laat onderzoeken op de aanwezigheid van kwaadaardige cellen.
Kankerstadium bepalen (stadiëring)
De arts bepaalt aan de hand van de onderzoeken het tumorstadium (stadiëring) op basis van de tumorgrootte, de eventuele uitzaaiingen van borstkanker in de lymfeknopen in de oksels en de eventuele uitzaaiingen naar andere lichaamsgebieden. Dit helpt de arts bij het inzetten van de behandeling en het opvolgen van de patiënt. De borstkankerstadia variëren van 0 tot IV (4) waarbij de 0 staat voor kanker die niet invasief is of uitsluitend in de melkkanalen voorkomt. Stadium IV is gekend als ‘metastatische borstkanker’ omdat de kanker zich heeft verspreid over andere lichaamsdelen.
Behandelingen van borstgezwel
De behandeling van een mammacarcinoom hangt af van het kankerstadium en het soort borstkanker. Maar ook de gevoeligheid van de kanker voor bepaalde hormonen speelt een rol. De leeftijd van de patiënte, de algemene voorkeuren en de gezondheid van de patiënte spelen eveneens een rol. Met deze gegevens is de arts in staat om een geschikte behandeling in te zetten.
De meest voorkomende behandelingsopties voor borstkanker omvatten:
De meeste vrouwen krijgen een combinatie van behandelingen. Voor vrouwen met het borstkankerstadium I, II of III wil de arts de kanker behandelen en voorkomen dat een herhaling optreedt. Bij vrouwen met stadium IV wil de arts de symptomen verbeteren en de levensduur verlengen. Meestal is een genezing niet meer mogelijk in stadium IV.
Chemotherapie bij de behandeling van een mammacarcinoom /
Bron: Stevepb, Pixabay Chemotherapie
Chemotherapie doodt kankercellen met behulp van medicijnen. De juiste chemotherapie vergemakkelijkt en verlengt de kwaliteit van leven. Chemotherapie is inzetbaar voor patiënten met een grote tumor. Op deze manier krimpt de tumor waardoor de operatie makkelijker verloopt. Daarnaast is chemotherapie nuttig voor patiënten die slecht reageren op een hormonale behandeling, of bij patiënten die een snelle reactie nodig hebben indien het risico bestaat op bijvoorbeeld
leverfalen of
ademhalingsfalen (ernstige ziekte met langzame ademhaling). Tot slot is chemotherapie inzetbaar voor uitzaaiingen (vooral in de latere stadia) om zo de klachten te verminderen. Bijwerkingen omvatten misselijkheid,
braken, een
verlies van eetlust,
vermoeidheid /
kankervermoeidheid, een pijnlijke mond,
haaruitval (alopecia) en een hogere gevoeligheid voor infecties. Medicijnen zijn beschikbaar om deze complicaties te behandelen.
Chirurgie
Algemeen
De chirurgische ingreep varieert sterk. Soms is de arts in staat om de borst te behouden (mammasparende chirurgie) en de tumor te verwijderen (lumpectomie: vooral bij tumoren kleiner dan vier centimeter in diameter), maar het komt ook voor dat hij de gehele of gedeeltelijke borst en eventueel nabijgelegen structuren moet verwijderen (
mastectomie). Bij uitzaaiingen naar de lymfeknopen in de oksels, moet hij ook deze verwijderen. Het operatief verwijderen van het vetweefsel en de lymfeklieren uit de oksel is gekend als een ‘okseltoilet’. Wanneer de arts de borst geheel of gedeeltelijk verwijderd heeft, is een borstreconstructie mogelijk tijdens of na de mastectomie. De keuze van de chirurgische ingreep is afhankelijk van de plaats en omvang van de borsttumor in verhouding tot de borstgrootte en de voorkeuren van de patiënt. Tijdens de operatie gebeurt soms ook
intra-operatieve radiotherapie (IORT).
Mammasparende chirurgie
Door het tijdig opsporen van borstkanker zijn artsen meer dan vroeger in staat om de borst te behouden bij een chirurgische ingreep (mammasparende operatie). In de praktijk blijkt toch 30% van de patiënten die een mammasparende operatie hebben ondergaan, ontevreden te zijn en dit vooral vanuit cosmetisch oogpunt. Het resultaat is onder andere afhankelijk van de tumorlocatie in de mamma, postoperatieve wondcomplicaties, het gebruik van een boost tijdens de radiotherapie en vooral de peroperatieve excisievolumina (de hoeveelheid borst die verwijderd is tijdens de operatie). Uit een artikel uit 2012 in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde blijkt dat veel artsen in Nederland vaak meer wegsnijden van de borst om zeker te zijn van dat de tumor volledig verwijderd is. Bij één derde van de patiënten was het excisievolume groter dan 85 cm3 wat leidt tot een slecht cosmetisch resultaat in combinatie met een groter doelvolume van de radiotherapeutische boost na de operatie.
Gerichte therapie
Gerichte therapie maakt gebruik van medicijnen om de genveranderingen in kankercellen aan te vallen. Hormoontherapie is een voorbeeld van gerichte therapie. Dit blokkeert bepaalde hormonen die de kanker doen groeien.
Hormoontherapie
Bij hormoontherapie gebruikt de arts medicijnen of behandelingen om de niveaus of de werking van vrouwelijke geslachtshormonen (
oestrogeen en progesteron) in het lichaam van een vrouw te blokkeren. Hierdoor stopt de groei van vele vormen van borstkanker. Door hormoontherapie komt kanker minder snel terug na de operatie van borstkanker. Het vertraagt eveneens de groei van borstkanker die zich verspreid heeft naar andere lichaamsdelen. Hormoontherapie voorkomt in sommige gevallen de ontwikkeling van borstkanker wanneer de arts deze voorschrijft aan vrouwen die een hoog risico lopen op deze kankervorm. Hormonale therapie is niet altijd mogelijk, bijvoorbeeld bij
triple negatieve borstkanker waarbij dit type borstkanker ongevoelig is voor hormonen.
Radiotherapie
Radiotherapie vernietigt kankerweefsel. Een toestel richt gecontroleerde doses straling op de tumor om de kankercellen te vernietigen. Sommige vrouwen krijgen tijdens een chirurgische ingreep om de tumor of (een deel van de) borst te verwijderen, reeds radiotherapie in de vorm van
brachytherapie (inwendige bestraling). Deze kankerbehandeling is inzetbaar bij patiënten die de borst behouden hebben na de operatie om een lokale herhaling te verminderen, maar de patiënte krijgt eveneens radiotherapie wanneer na een mastectomie nog risicofactoren zijn voor de terugkeer van een mammacarcinoom. De arts zet ongeveer één maand na de operatie radiotherapie in in combinatie met chemotherapie om alle resterende kankercellen te doden. Elke sessie duurt een paar minuten en de patiënte komt drie tot vijf keer per week naar het ziekenhuis voor radiotherapie. Dit duurt gewoonlijk drie tot zes weken. De frequentie en duur van de radiotherapiesessies hangen echter af van het doel en de omvang van de kanker. Het type borstkanker bepaalt welk type radiotherapie het meest geschikt is. Bijwerkingen omvatten vermoeidheid, lymfoedeem (gezwollen lymfeklieren), een verdonkering van de borsthuid (hyperpigmentatie) en irritatie van de borsthuid.
Medicatie: Bisfosfonaten
Botmetastasen zijn een algemeen probleem bij de behandeling van een mammacarcinoom. De arts zet hiervoor
bisfosfonaten in om de botafbraak en botpijn te verminderen alsook om
fracturen (breuken) te voorkomen. De medicijnen zijn ook inzetbaar bij de behandeling van
pijn en
hypercalciëmie (verhoogd calciumgehalte in het bloed) bij aanwezige metastasen (uitzaaiingen). De sterkere geneesmiddelen van de derde generatie, zoals zoledronaat en orale ibandronaat, zijn effectiever dan de tweede generatie medicatie, en moet de arts minder vaak toedienen (één keer in de zes maanden), maar de derde generatie-medicijnen zijn geassocieerd met een slechtere botgenezing en
osteonecrose (afsterven van bot door beperkte bloedtoevoer) van de kaak.
Prognose van gezwel in borst
Variabele vooruitzichten
De medische wetenschap ontdekt steeds nieuwe of verbeterde behandelingen voor borstkanker, waardoor patiënten langer leven, zelfs bij uitzaaiingen naar andere lichaamsdelen. Soms komt kanker in de borst terug, zelfs nadat de gehele tumor is verwijderd en de lymfeklierregio kankervrij was. Sommige vrouwen die borstkanker hebben gehad, ontwikkelen een nieuwe vorm van borstkanker die geen verband houdt met de oorspronkelijke tumor. De vooruitzichten voor patiënten met borstkanker zijn afhankelijk van bijvoorbeeld het kankerstadium. Hoe meer gevorderd de kanker is, hoe slechter de vooruitzichten zijn. Andere factoren die verband houden met het geven van een prognose zijn:
- de celverdeling of de groei van de tumor
- de genexpressie
- de reactie van de tumor op hormoontherapie
- de tumorgrootte en de tumorvorm
- de tumorlocatie en de metastasen
- tumormarkers
Slechte voorspellende factoren
Slechte voorspellende factoren voor borstkanker omvatten:
- borstimplantaten: Vrouwen met cosmetische borstimplantaten met borstkanker, hebben een hoger risico op overlijden van de ziekte. De diagnose gebeurt vaak later in vergelijking met vrouwen zonder implantaten.
- een grote tumorgrootte
- een hoge tumorclassificatie
- een jonge leeftijd
- een kort of afwezig voorstadium van borstkanker
- geen inname van oestrogeen- en progesterontherapie
- positieve knooppunten
- premenopauzale vrouwen (vrouwen die nog niet in de menopauze zitten)
Complicaties van kankervorm
Bijwerkingen of complicaties zijn altijd mogelijk bij borstkanker en tijdens en na de behandeling hiervan.
- Adenocarcinoom van slokdarm: Door borstkanker krijgt een vrouw soms een adenocarcinoom van de slokdarm, een vorm van slokdarmkanker.
- Angiosarcoom: Een kwaadaardig bloedvatgezwel ontwikkelt zich uit de cellen van de bloedvatwanden. Lymfoedeem (gezwollen lymfeklieren), wat vaak optreedt bij borstkanker, is hiervan een risicofactor.
- Ascites: Een vochtophoping in de buik (ascites) verschijnt eveneens door een mammacarcinoom.
- Baarmoederkanker: Borstkanker verhoogt tevens de kans op baarmoederkanker (abnormale vaginale bloedingen).
- Baarmoederpoliepen: Voorts heeft een vrouw een hogere kans op het krijgen van poliepen in de baarmoeder (goedaardige gezwellen in baarmoederwand) wanneer ze het medicijn Tamoxifen neemt (wat de arts inzet bij de behandeling van borstkanker).
- Diabetes insipidus: Door uitzaaiingen van borstkanker ontstaat mogelijk centrale diabetes insipidus; een ziekte waarbij het regelmechanisme voor vochtopname en vochtuitscheiding van het lichaam niet meer goed werkt. Veel dorst (polydipsie), vaak plassen (pollakisurie) en grote hoeveelheden plassen (polyurie) zijn hiervan de bekendste symptomen.
- Dikkedarmkanker: Dikkedarmkanker (colorectale kanker) is sneller aanwezig wanneer een vrouw een persoonlijke geschiedenis heeft van borstkanker.
- Hormonale behandelingen: Hormonale behandelingen voor prostaatkanker of borstkanker zijn in verband gebracht met een verhoogd risico op osteoporose (verlies van botmassa met risico op botbreuken).
- Kankerbehandeling (algemeen): De patiënte heeft bijvoorbeeld tijdelijke pijn of een zwelling van de borst en het omliggende gebied.
- Meningeoom: Ook een meningeoom (meestal goedaardige tumor op hersen- en ruggenmergsvliezen) ontstaat mogelijk als gevolg van borstkanker.
- Pleura-effusie: Door een maligne gezwel in de borst krijgt een vrouw soms een vochtophoping tussen de borstvlies en het longvlies met symptomen van kortademigheid, hoesten en pijn op de borst.
- Radiotherapie: Radiotherapie voor borstkanker gaat gepaard met een hoger risico op pericarditis (ontsteking van vlies rond het hart). In zeldzame gevallen verschijnt aortastenose (vernauwing van de aortaklep in het hart)
- Syndroom van Sweet: Afwijkingen aan de huid, de slijmvliezen en de ogen in combinatie met koorts zijn kenmerkend bij het syndroom van Sweet, hetgeen soms verschijnt door een mammacarcinoom.
Opnieuw borstkanker
Borstkanker komt soms terug (recidiverend mammacarcinoom). Begin augustus 2017 hebben wetenschappers uit Londen een test ontwikkeld waardoor ze sneller te weten kunnen komen welke vrouwen wellicht weer borstkanker zullen krijgen. Een geautomatiseerd computerinstrument zoekt hierbij naar immuuncel ‘hotspots’ rond tumoren wat een betrouwbare manier is om te vertellen of een patiënte waarschijnlijk een terugval op borstkanker krijgt. Des te meer immuuncellen in clusters ze vinden vlak bij de tumor, des te hoger de kans op een recidief. Wanneer de immuuncellen gelijkmatig verdeeld zijn, is de kans op een recidief kleiner. Deze bevindingen verschenen in het tijdschrift ‘Journal of the National Cancer Institute’.
Preventie bij kwaadaardig knobbeltje in borst
Mammografie
Een preventieve mammografie (in een screeningsprogramma via een bevolkingsonderzoek) is heel belangrijk om tijdig borstkanker op te sporen. Een snelle diagnose leidt namelijk tot een goede genezingskans. Dit is niet of zelden gekend in ontwikkelingslanden, waar 80% van de patiënten met borstkanker zich met een geavanceerd stadium van borstkanker presenteert bij de arts.
Medicatie
Tamoxifen is verder goedgekeurd voor de preventie van borstkanker bij vrouwen van 35 jaar en ouder die een hoog risico lopen op borstkanker.
Borst verwijderen
Vrouwen met een zeer groot risico op borstkanker krijgen soms preventief een mastectomie (borstamputatie). Hierbij is dus nog geen sprake van borstkanker maar verwijdert de arts wel de borst. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij:
- vrouwen met een sterke familiegeschiedenis van borstkanker
- vrouwen met genen of genetische mutaties die het risico op borstkanker verhogen (zoals BRCA1 of BRCA2)
- vrouwen waarbij al een borst verwijderd is door borstkanker
Stoppen met roken is nodig om borstkanker te voorkomen /
Bron: Geralt, Pixabay Gezonde levensstijl
Verder is een gezonde levensstijl nodig om een mammacarcinoom te voorkomen. Hierbij behoudt de patiënte een gezond gewicht, stopt ze met roken en beperkt ze het alcoholgebruik tot één drankje per dag. Het World Cancer Research Fund publiceerde in mei 2017 een rapport waaruit bleek dat zelfs een half glas wijn per dag (76 ml) het risico op borstkanker reeds doet verhogen. Vrouwen met een hoog risico op borstkanker mogen evenwel geen alcohol nuttigen. De World Cancer Research Fund heeft in dezelfde publicatie eveneens melding gemaakt van voedingsproducten die het kankerrisico verkleinen zoals:
- niet-zetmeelhoudende groenten
- voedingsmiddelen die carotenoïden bevatten, zoals wortelen, spinazie en kolen
- voedingsmiddelen die veel calcium bevatten, zoals sardines en broccoli
- zuivelproducten (alleen om premenopauze borstkanker te voorkomen)
Borstvoeding
Borstvoeding geven vormt een andere preventieve maatregel om het risico op het krijgen van borstkanker voor en na de menopauze te verminderen. Dit staat in een wetenschappelijk rapport dat in juli 2017 is uitgegeven door de ‘American Institute for Cancer Research (AICR)’ en het ‘World Cancer Research Fund (WCRF)’. Voor elke vijf maanden borstvoeding geven daalt het risico op borstkanker met 2%.
Bekende vrouwen met tumor in borst
Enkele bekende personen die borstkanker (gehad) hebben zijn:
- Anastacia (zangeres)
- Angelina Jolie (actrice)
- Anita Doth (zangeres)
- Brigitte Bardot (activiste, model, actrice, zangeres)
- Carly Simon (zangeres)
- Christina Applegate (actrice)
- Cynthia Nixon (actrice)
- Ellen ten Damme (zangeres)
- Fabienne de Vries (actrice, presentatrice en zangeres)
- Jennifer Saunders (actrice)
- Kathy Bates (actrice)
- Kylie Minogue (zangeres)
- Martina Navratilova (tennisster)
- Maura Tierney (actrice)
- Melissa Etheridge (zangeres)
- Olivia Newton-John (actrice)
- Shannen Doherty (actrice)
- Sheryl Crow (zangeres)
- Sylvie Meis (presentatrice)
Lees verder