Aarzeling bij plassen: Oorzaken van aarzelen bij urineren
Een aantal mensen, vooral oudere mannen, krijgt te maken met een aarzeling bij het urineren. Hierbij is het voor patiënten lastig om een gezonde en aanhoudende urinestroom te produceren wanneer de blaas vol is. Het duurt dan een tijdje vooraleer de urinestraal op gang komt. Indien onbehandeld leidt dit tot een opbouw van urine in de blaas, hetgeen snel een blaasontsteking en ongemak veroorzaakt. Af en toe is medicatiegebruik of chirurgie de oorzaak van de plasaarzeling, maar vaak liggen aandoeningen aan de basis waarvoor juist een medische of chirurgische behandeling vereist is.
Oorzaken van aarzelen bij het plassen
Chirurgie
Chirurgische procedures aan de blaas, de nieren of de urethra (plasbuis), creëren mogelijk littekenweefsel, waardoor de uitstroom van urine belemmerd is. Daarnaast ontstaat sneller zenuwschade doordat patiënten onder narcose gaan bij een operatie. De anesthetica (verdovende middelen) die de arts tijdens de operatie gebruikt, bevatten stoffen die de normale werking van de zenuwen die verantwoordelijk is voor het behoud van de gezonde urinestroom mogelijk aantasten. Hierdoor ontstaat vaak
urineretentie (blaas niet volledig kunnen ledigen).
Infectie
Bij
prostatitis is de prostaatklier ontstoken. Deze infectie resulteert in een gezwollen prostaat die druk uitoefent op de urethra. Urineweginfecties en
seksueel overdraagbare aandoeningen leiden eveneens tot aarzelingsproblemen bij het plassen.

Bepaalde medicijnen veroorzaken een aarzeling bij het urineren /
Bron: Stevepb, PixabayMedicijnen
Bepaalde medicijnen tasten het plaspatroon aan zoals
medicatie voor de behandeling van een
verkoudheid,
decongestiva (zwelling van de slijmvliezen in de neus verminderen) en medicatie voor de behandeling van
allergieën, bepaalde
antidepressiva en anticholenergica.
Anticholinergica remmen de spierbewegingen en zijn inzetbaar voor het behandelen van
spierspasmen en
urine-incontinentie. Deze medicijnen veroorzaken bijwerkingen, zoals urineretentie (blaas niet volledig kunnen ledigen) en een plasaarzeling.
Obstructie van de plasbuis
Prostaatkanker, prostaatvergroting, littekenweefsel,
blaasstenen,
nierstenen en zelfs tumoren in het bekkengebied zijn in staat om de urinestroom die uit de blaas komt te blokkeren. Dit leidt ook tot een aarzeling bij het maken van een urinestraal.
Vergrote prostaat
De prostaatklier vergroot vaak bij de veroudering (
goedaardige prostaatvergroting), waardoor druk op de urethra ontstaat en het moeilijker is om door te gaan met het plassen en een goede urinestroom te handhaven.
Verlegen blaas (paruresis)
Een
verlegen blaas is mogelijk een teken van een psychische aandoening. De aandoening kenmerkt zich door gevoelens van ongemakkelijk zijn bij het urineren in de aanwezigheid van anderen, waarbij de getroffen patiënten het moeilijk vinden om te plassen in deze omstandigheden. Dit leidt vaak tot urinaire aarzeling bij het gebruik van openbare toiletten.
Zenuwproblemen
Door een
beroerte, een trauma,
multiple sclerose (chronische
auto-immuunaandoening), een bevalling of een hersen- of ruggenmerginfectie (
meningitis) veroorzaakt mogelijk zenuwschade. Wanneer de zenuwen die de werking van de blaas en andere urinestructuren regelen aangetast zijn, krijgen patiënten te maken met
plasproblemen.
Alarmtekens bij plasaarzeling
Het is aanbevolen om met de aarzeling van de urine of andere problemen met betrekking tot de urinewegen de arts te raadplegen en deze problemen niet te negeren. Een regelmatig plaspatroon is vereist voor een goede gezondheid. Wanneer patiënten één van de volgende tekenen ervaren, is het nodig om de arts te raadplegen:
- bloed in de urine (hematurie)
- braken
- duwen of druk zetten om de urinestroom te starten
- een zwakke urinestroom (strangurie)
- gevoelens van een onvolledige blaaslediging na het plassen
- koorts
- nachtelijk plassen (nycturie)
- onvrijwillige lekkage van urine (incontinentie)
- pijn bij het urineren (dysurie)
- pijn in de onderrug (lage rugpijn)
- rillingen
- stoppen en starten van de urinestroom (urineweginterruptie)
- urinaire urgentie: een zeer sterke drang om onmiddellijk te plassen als de blaas vol is
- vaker aarzelen bij het plassen
- verergerende aarzeling bij het plassen
Diagnose en onderzoeken
Vraaggesprek
De patiënt geeft de arts informatie over de
medische geschiedenis alsook over het medicatiegebruik. Daarnaast bevraagt de arts de patiënt over de urinesymptomen (duur, kracht van de urinestroom, wanneer de symptomen verslechteren of verbeteren, …).
Diagnostisch onderzoek
Zodra de arts alle benodigde informatie verzameld heeft, voert hij meerdere onderzoeken uit om de oorzaak van de klachten te bepalen. Hiervoor heeft hij een urinemonster van de patiënt nodig (
urineonderzoek). Ook verzamelt hij een monster van de binnenkant van de urethra met behulp van een wattenstaafje, want hiermee is het mogelijk om bacteriële infecties te isoleren. Voorts zet de arts mogelijk een
uroflowmetrie in. Met dit onderzoek is het mogelijk om het volume en de hoeveelheid urine te meten die uit de blaas stroomt. Dankzij een drukstroomtest is het verder mogelijk om de druk van de blaas te meten. Daarna vergelijkt de arts dit met de stroomsnelheid tijdens het urineren. Tot slot krijgt de patiënt mogelijk
video-urodynamische testen, waarbij de arts met behulp van contrastvloeistof mogelijke afwijkingen aan de blaas kan inspecteren.
Behandeling van aarzeling bij het urineren
De arts bekijkt eerst wat de oorzaak is van de aarzeling bij het plassen, en zet hierop dan een individuele behandeling in: (andere) medicatie, een operatie of andere therapieën. Enkele zelfzorgmaatregelen stimuleren eveneens de urinestroom:
- Blaasmassage: Door lichte druk op de blaas aan te brengen, is het eenvoudiger om de blaas te ledigen.
- Met warmte behandelen: Warmtebehandeling is een bekende en effectieve methode om pijn veroorzaakt door urineproblemen te verminderen. Hiervoor vult de patiënt een waterfles met warm water en plaatst hij deze op de buik. Dit doet de spieren van de blaas ontspannen, waardoor de urinestroom vermindert.
- Veel water drinken: Veel water drinken zorgt ervoor dat de patiënt een regelmatige urinestroom in stand houdt.
Lees verder