Dode tand: Tandpijn en veranderde tandkleur
Bij zowel tandbederf als een tandverwonding is de zenuw in een tand mogelijk afgestorven. De tand krijgt hierdoor geen bloed meer, waardoor sprake is van een dode tand (of niet-vitale tand). Tandpijn en een veranderde tandkleur zijn de belangrijkste symptomen van een dode tand. Het is van essentieel belang om zo snel mogelijk een dode tand op te sporen via een regelmatige tandartscontrole of bij de geringste tekenen van tandpijn, want door de dode tand ontstaat mogelijk een abces en een infectie, hetgeen gepaard gaat met andere tekenen. Doorgaans probeert de tandarts de tand te redden via een wortelkanaalbehandeling, maar indien dit niet lukt, verwijdert hij de tand.
Oorzaken: Tandbederf en tandtrauma
De tand bestaat uit drie lagen, met name:
- glazuur (email): dunne harde laag glanzend witte stof die om het tandbeen (dentine) van de kroon van de tanden en kiezen ligt
- dentine: tandbeen: calciumhoudende stof in tanden
- pulpa: het merg van de tandholte (bestaat uit bindweefsel met bloedvaten en zenuwdraden)
De zenuw en andere levende weefsels in de pulpa sterven meestal als gevolg van een gebrek aan bloedstroom. Bloed levert levensonderhoud voor alle levende cellen van het lichaam, dus ook voor het voelen van
tandpijn. Zodra de pulpa begint af te sterven, beginnen bacteriën zich te voeden met de rottende materie. Ze gedijen in de nieuw uitgeholde tand en veroorzaken dan intense
pijn. Zowel tandbederf als een tandtrauma zijn in staat om een dode tand te veroorzaken.
Tandbederf
Bij
tandbederf (cariës) ontstaan holten in de buitenste laag van de tand. Deze aandoening verergert geleidelijk en na verloop van tijd ontstaan eveneens holten in de diepere lagen van de tand. Als tandbederf onbehandeld blijft, komt deze uiteindelijk terecht bij de pulpa waardoor de zenuw afsterft. Hierdoor ontstaat een toegangsweg voor bacteriën, die het dood weefsel als voedingsbron aanzien. Uiteindelijk ontstaat een infectie in de tand.
Tandtrauma
Bij een fysieke verwonding aan de tand, zoals bij een sportblessure (bijvoorbeeld door een honkbalknuppel), chronisch tandenknarsen (
bruxisme) of een
valpartij, barsten de bloedvaten of is de bloedtoevoer naar de tand belemmerd. De tand krijgt geen bloed, waardoor de zenuw en andere levende weefsels in de pulpa afsterven.
Symptomen
De belangrijkste symptomen van een dode tand zijn pijnlijke tandpijn en een
verandering in de tandkleur.
Tandpijn
De bijna niet-bestaande tot uiterst pijnlijke tandpijn is het gevolg van de uiterst gevoelige zenuweinden aan de buitenzijde van de tand, beter bekend als het parodontaal membraan. De pijn komt is bijgevolg niet afkomstig van de zenuwen in de tand zelf. Bacteriën en dode zenuwresten (pus) bouwen zich op in de pulpaholte in de tand en oefenen dan druk uit op het parodontale membraan, wat leidt tot ernstige pijn. De intensiteit van de pijn neemt meestal toe als er een infectie aanwezig is. Mogelijk ontstaat hierdoor een
tandabces wat gepaard gaat met andere symptomen zoals:
Veranderde tandkleur
Onbehandeld ontstaat een gele, grijze of zwarte verkleuring door het afsterven van de rode bloedcelen; dit is te vergelijken met
blauwe plekken. De kleur blijft verdonkeren indien de aandoening onbehandeld blijft.
Diagnose en onderzoeken
Enkel een tandarts is in staat om een dode tand te identificeren; daarom is een regelmatige tandcontrole erg belangrijk. Een röntgenfoto helpt een tandarts vaak om een dode tand te diagnosticeren.
Behandeling van dode tand
Een snelle behandeling van een dode tand is van vitaal belang. Als een bacteriële infectie ontstaat, verplaatst deze zich naar de wortel van de tand en het kaakbeen en ontstaat ook schade aan de andere tanden. De behandeling van een dode tand bestaat uit een verwijdering van de dode tand of een wortelkanaalbehandeling.
Wortelkanaalbehandeling
Ook een wortelkanaalbehandeling behoort tot de mogelijkheden. Dit is de eerste behandelingsoptie voor een dode tand, want een tandarts probeert steeds om de tand te behouden. Meestal zijn meerdere behandelingen noodzakelijk bij een wortelkanaalbehandeling. Bij deze behandeling probeert de arts alle infecties aan de tand en de wortel te verwijderen. De tandarts reinigt bijgevolg eerst het gebied en sluit dit dan vervolgens af om een verspreiding van de infectie te voorkomen. Zodra de infectie is verdwenen, vult de tandarts de tand permanent. Een dode tand is mogelijk nog steeds functioneel na de behandeling, omdat het grootste deel van de tand nog intact is. Omdat dode tanden echter brozer zijn, brengt de tandarts bij sommige patiënten een kroon aan zodat de tand extra steun en kracht krijgt.
De tandarts is in een vroeg stadium vaak nog in staat om de tand te repareren, maar wanneer dit niet het geval is, moet hij deze verwijderen. Een tandextractie is een eenvoudige, relatief goedkope en pijnloze procedure. Later vervangt de tandarts de tand mogelijk door een vaste brug, implantaat of een andere
tandprothesen.

Dagelijks de tanden poetsen is noodzakelijk /
Bron: Photo Mix, PixabayPreventie
Dankzij volgende tips vermindert de kans op een dode tand:
- bij bepaalde risicosporten een mondbeschermer dragen (ter voorkoming van een mondtrauma)
- bij het tandenknarsen (bruxisme) een gebitsbeschermer dragen
- de ruimte tussen de tanden reinigen met een flos (flossen) of een interdentale borstel, en dit minstens één keer per dag
- de tanden minimaal twee keer per dag poetsen met fluoride tandpasta
- geen producten of voorwerpen openen met de tanden
- niet kauwen op ijs
- regelmatig een tandarts bezoeken voor een tandcontrole
- suikerhoudend eten en drinken vermijden
Lees verder