Obesitas (zwaarlijvigheid): Risicofactoren voor overgewicht
Obesitas (zwaarlijvigheid) is een aandoening waarbij mensen ernstig overgewicht hebben door overmatig veel vet in het lichaam. Dit is niet hetzelfde als gewoon overgewicht veroorzaakt door extra spieren of water in het lichaam. Bij zwaarlijvigheid krijgt het lichaam meer calorieën binnen dan het kan verbranden. Het lichaam slaat namelijk ongebruikte calorieën op als vet. Obesitas ontstaat niet zomaar van de ene op de andere dag; de aandoening ontwikkelt zich geleidelijk als gevolg van slechte voedings- en levensstijlkeuzes alsook andere risicofactoren. De meeste mensen erkennen hun eigen problemen, hoewel ze zich vaak niet bewust zijn van de belangrijkste risicofactoren die zwaarlijvigheid veroorzaken.
Voedselinname en zwaarlijvigheid
Niet alle mensen met obesitas eten meer dan de gemiddelde persoon, maar ze eten allemaal duidelijk meer calorieën dan ze nodig hebben (overeten). Vooral vette en gesuikerde voedingsmiddelen tellen veel calorieën.
Ongezonde voedselkeuzes zijn bijvoorbeeld:
- comforteten (mensen die depressief zijn of een laag zelfbeeld hebben, troosten zichzelf via eten om zich beter te voelen
- fastfood eten
- geen fruit, groenten en ongeraffineerde koolhydraten eten, zoals volkoren brood en bruine rijst
- grotere porties eten dan mensen nodig hebben (dit gebeurt sneller wanneer vrienden of familie eveneens grotere porties eten)
- te veel alcohol drinken (alcohol bevat veel calorieën en zware drinkers hebben vaak overgewicht)
- veel uiteten gaan; een voorgerecht of een dessert in een restaurant bevat vaak vet en suiker
- verwerkt voedsel met veel vet eten
In de loop van de jaren leidt een zeer kleine dagelijkse overschot aan inname tot een grote ophoping van vet. Een dagelijks overschot van 44 kJ (10,5 kcal) leidt bijvoorbeeld tot een
gewichtstoename van 10 kg in 20 jaar. Veel factoren die verband houden met de thuisomgeving, zoals financiën en de beschikbaarheid van snoep en snacks, beïnvloeden de voedselinname. Sommige mensen eten meer tijdens perioden van zware
stress, emotionele problemen (verdriet, woede, verveling, …) of tijdens de zwangerschap en zijn daarna niet in staat om terug te keren naar hun vroegere eetgewoonten. Psychologische factoren en de hoe voedsel wordt gepresenteerd, hebben eveneens invloed op de inname van voedsel.
Beheersing van de eetlust
Eetlust is de wens om te eten en dit initieert meestal een voedselinname. Na een maaltijd treedt verzadiging op. Dit hangt af van de uitzetting van de maag en het duodenum (twaalfvingerige darm) en de afgifte van veel stoffen. Na een maaltijd komen cholecystokinine (CCK), bombesine, glucagon-like peptide 1 (GLP1), enterostatine en somatostatine vrij uit de dunne darm. Uit het pancreas (alvleesklier) komen glucagon en insuline vrij. Al deze hormonen zijn betrokken bij de beheersing van verzadiging. De hypothalamus speelt een essentiële rol bij het integreren van signalen die betrokken zijn bij de eetlust- en lichaamsgewichtregulatie. Het systeem van de beheersing van de eetlust is erg complex en onderzoekers pluizen anno september 2024 nog steeds dit systeem verder uit.
Genetische factoren: Leptine
Leptine is een stof die geproduceerd wordt door vetcellen. Het eiwit heeft talloze functies in het
metabolisme van koolhydraten, botten en voortplantingsorganen. Daarnaast is het van groot belang bij de regulatie van het lichaamsgewicht. Leptine heeft namelijk een remmende invloed op de hypothalamus waardoor de eetlust wordt verminderd. De meeste mensen met obesitas hebben geen tekort aan leptine, maar ze zijn resistent tegen leptine. Daarom hebben ze verhoogde niveaus van circulerend leptine in het bloed. Leptinespiegels zijn hoger bij vrouwen dan bij mannen en zijn sterk gecorreleerd met het BMI. Mutaties (veranderingen) in een gen die resulteren in defecten van de leptinereceptor in de hypothalamus zijn mogelijk. Deze mutaties resulteren in een vroeg begin van obesitas en hyperfagie (veel eten) vergezeld van metabole stoornissen, neuro-
endocriene problemen en een slecht werkend immuunsysteem. De autosomaal recessieve aandoening is erg gevoelig voor een leptine-injectie, met een verminderde inname van voedsel en een aanzienlijk
gewichtsverlies als gevolg.
Fysieke activiteit en obesitas
De obesitasepidemie is voornamelijk te wijten aan gedrags- en levensstijlveranderingen (hoewel mensen met bepaalde genen mogelijk sneller dan anderen aangetast zijn). Mensen die veel en lang stilzitten of weinig lichamelijke activiteiten uitvoeren, krijgen sneller te maken met obesitas. Veel mensen hebben een baan waarbij ze het grootste deel van de dag aan een bureau zitten. Ze vertrouwen ook op de auto in plaats van te
wandelen of te
fietsen. Ontspanning bestaat veelal uit televisie kijken, op het internet surfen of computerspelletjes pelen. Mensen die onvoldoende actief zijn, gebruiken niet de energie die wordt geleverd door het voedsel dat ze eten, waardoor de extra kilocalorieën als vet worden opgeslagen. Het is aanbevolen om dagelijks minimaal dertig minuten een fysieke activiteit met een matige intensiteit (bijvoorbeeld fietsen of snel wandelen) uit te voeren. Dit helpt mensen om een normaal gewicht te behouden. Zwaarlijvige mensen die proberen af te vallen, hebben echter mogelijk meer beweging nodig.
Hormonale schommelingen
Een
hormonale onbalans (bijvoorbeeld na de menopauze of bij het gebruik van
anticonceptiepillen) zou bij vrouwen sneller leiden tot obesitas, maar de meeste gewichtstoename in dergelijke gevallen is gewoonlijk klein en te wijten aan
vochtretentie (het vasthouden van vocht). Vrouwen komen hierdoor gemiddeld 5,5 tot 7 kg bij.
Infectie en ontsteking
Een infectie of
ontsteking ligt mogelijk aan de basis voor het ontstaan van obesitas. Een
adenovirusinfectie (symptomen aan luchtwegen en ogen) is geassocieerd met obesitas. Verder onderzoek is echter nodig rond deze etiologie anno september 2024.
Leeftijd
Kinderen en adolescenten die zwaarlijvig zijn, hebben een grote kans om op volwassen leeftijd ook zwaarlijvig te zijn. Grotere kinderen hebben over het algemeen de neiging om zwaarlijviger te zijn dan kleinere leeftijdsgenoten. Overgewicht bij adolescenten vormt een ernstig risico voor ernstige obesitas tijdens de vroege volwassenheid.
Bepaalde medicijnen verhogen de kans op het krijgen van obesitas /
Bron: Stevepb, Pixabay
Omgevingsfactoren
Omgevingsfactoren, zoals het gebruik van alcohol, (stoppen met) roken, slaapstoornissen gaan mogelijk ook gepaard met het sneller ontwikkelen van ernstig overgewicht. Verder spelen het ras, het geslacht en de leeftijd een rol. Etnische en culturele factoren en een sociaaleconomische status worden ook in verband gebracht met zwaarlijvigheid. Ook medicatie leidt mogelijk tot ernstig overgewicht zoals bijvoorbeeld bepaalde:
Geassocieerde aandoeningen bij ernstig overgewicht
De meeste mensen lijden aan eenvoudige obesitas, maar in bepaalde situaties is obesitas een geassocieerd kenmerk van een onderliggende aandoening, of van medicatiegebruik. Ook in deze situatie moet de inname van calorieën het energieverbruik over een langere periode overschreden hebben.
Omstandigheden waarin obesitas een geassocieerd kenmerk is:
Diagnose en onderzoeken
Er zijn verschillende manieren om obesitas te diagnosticeren:
- Lichaamsmassindex (BMI): het meten van de lichaamsmassa-index (BMI), waarbij een BMI hoger dan 30 als obesitas wordt beschouwd.
- Lichaamsvetpercentage: het meten van het percentage vet in het lichaam via een weegschaal of een huidplooimeter.
- Omvang van de taille: meten van de tailleomtrek om te bepalen of er een verhoogd risico op gezondheidsproblemen is.
- MRI- of CT-scan: het gebruik van beeldvormingstechnieken om de vetverdeling in het lichaam te beoordelen.
Behandeling
De behandeling van obesitas kan bestaan uit:
- Dieet: een speciaal dieet om het aantal calorieën te verminderen en gewichtsverlies te bevorderen.
- Lichaamsbeweging: het verhogen van de fysieke activiteit om calorieën te verbranden en de stofwisseling te verbeteren.
- Gedragstherapie: therapieën die gericht zijn op het veranderen van eet- en leefgewoonten.
- Medicatie: medicijnen die het gewichtsverlies kunnen bevorderen en de eetlust kunnen verminderen.
- Chirurgie: chirurgische ingrepen zoals maagverkleining bij ernstige gevallen van obesitas.
Prognose
De prognose bij obesitas hangt af van verschillende factoren, waaronder de ernst van de aandoening, de aanwezigheid van bijkomende gezondheidsproblemen, en de effectiviteit van de behandeling. Obesitas kan leiden tot een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, diabetes type 2, en andere gezondheidsproblemen. Met een effectieve behandeling en leefstijlverandering kunnen veel mensen echter een aanzienlijke verbetering van hun gezondheid ervaren.
Complicaties
Obesitas kan leiden tot tal van complicaties:
- Hart- en vaatziekten: verhoogd risico op hoge bloeddruk, hartaanvallen en beroertes.
- Diabetes type 2: insulineresistentie en verhoogde bloedsuikerspiegels.
- Slaapapneu: ademhalingsproblemen tijdens de slaap.
- Gewrichtsproblemen: extra belasting van de gewrichten leidt tot pijn en schade.
- Leverziekten: zoals leververvetting en levercirrose.
Preventie
Preventieve maatregelen voor obesitas omvatten:
- Gezonde voeding: het eten van een evenwichtig voedingspatroon rijk aan fruit, groenten, en volkorenproducten.
- Regelmatige lichaamsbeweging: minimaal dertig minuten matige activiteit per dag.
- Gedragsverandering: het aanpassen van eet- en leefgewoonten om gezond te blijven.
- Beperking van alcoholconsumptie: minder alcohol drinken om extra calorieën te vermijden.
- Voldoende slaap: zorgen voor een goede nachtrust om een gezonde stofwisseling te ondersteunen.
Lees verder