Psychose: Verlies van realiteit met wanen en hallucinaties
Een psychose is een symptoom dat optreedt wanneer een patiënt het contact met de realiteit verliest. De patiënt heeft dan valse overtuigingen over wat er plaatsvindt, of wie een persoon is (wanen), en hij ziet of hoort dingen die er niet zijn (hallucinaties). Een psychose is het gevolg van een mentale of fysieke ziekte, een trauma, middelenmisbruik of extreme stress. Een vroege diagnose verbetert de langetermijnresultaten van dit symptoom. De behandeling bestaat meestal uit medicatie en psychotherapie.
Oorzaken van psychose
De exacte oorzaken van een psychose zijn niet goed begrepen (oktober 2020), maar volgende factoren spelen een rol:
- genetica
- hersenveranderingen: veranderingen in de hersenstructuur en veranderingen in bepaalde chemicaliën zijn aanwezig bij patiënten met psychosen. Een hersenscans onthult een verminderde grijze massa in de hersenen van sommige patiënten met een voorgeschiedenis van een psychose, wat de effecten op de verwerking van gedachten verklaart.
- hormonen / slaap: Een postpartum psychose treedt zeer snel op na de bevalling (normaal binnen de twee weken). De exacte oorzaken zijn niet bekend, maar sommige onderzoekers vermoeden dat dit te wijten is aan veranderingen in de hormoonspiegels en verstoorde slaappatronen.
Risicofactoren van psychotisch gedrag
Medische problemen die soms een psychose veroorzaken zijn:
Vormen
Een
psychotische stoornis kent diverse vormen zoals onder andere:
- acute pernicieuze psychose: delirante toestand met vaak dodelijke afloop (acuut delirium, acute dodelijke catatonie)
- affectieve psychose: psychose die veroorzaakt is door een stemmingsstoornis, zoals manie (extreme energie veroorzaakt door een bipolaire stoornis of een andere stemmingsstoornis) en melancholie
- allopsychose: psychische stoornis waarbij de voorstellingen omtrent de buitenwereld gestoord zijn
- autopsychose: psychische stoornis waarbij de voorstellingen omtrent het eigen ik gestoord zijn
- cycloïde psychose: terugkerende psychose waarbij de cliënt in de tussenfasen geheel herstelt
- endocrinogene psychose: psychose als gevolg van stoornissen in de klieren met inwendige afscheiding
- generatiepsychose: psychose die ontstaat tijdens de zwangerschap of na de bevalling (kraambed, lactatieperiode)
- ontwikkelingspsychose: psychose van langere duur die in het begin van de ontwikkeling van een kind optreedt en een normale ontwikkeling in de weg kan staan
- pernicieuze psychose: ernstige psychose die zich kenmerkt door sterke angstbeleving en schrikreacties op geluiden, lichtprikkels en aanrakingen. Een pernicieuze psychose is potentieel dodelijk.
- somatopsychose: psychose waarbij de voorstellingen omtrent het eigen lichaam gestoord zijn
Symptomen
Waarschuwingssignalen
Vaak ervaart de patiënt waarschuwingssignalen in de aanloop naar een psychose. De patiënt gaat bijvoorbeeld anders handelen, de werk- of schoolprestaties gaan achteruit en de patiënt gaat zich bijvoorbeeld meer isoleren ten opzichte van anderen.
Ook volgende symptomen komen nog voor:
- algemene angst
- gevoelens van achterdocht
- neerslachtigheid
- obsessief denken
- slaapproblemen
- vervormde percepties
Psychose
Een patiënt die psychotisch is (lijdt aan een psychose) heeft een zodanig ernstige stoornis van de psychische functies en/of het gedrag, dat een patiënt daardoor niet in staat is om de uiterlijke en innerlijke werkelijkheid van elkaar te onderscheiden. Het contact met de werkelijkheid is gestoord. Kenmerkend voor psychotisch gedrag zijn wanen,
hallucinaties en denkstoornissen. De patiënt waant zich bijvoorbeeld een belangrijk figuur. Daarnaast is de spraak mogelijk onduidelijk en het gedrag ongeorganiseerd. De patiënt heeft verder depressieve, angstige gevoelens en slaapproblemen. Hierdoor is het voor de patiënt mogelijk een worsteling om de dag door te komen. Tot slot voelt de patiënt zich mogelijk paranoïde, heeft hij problemen hebben met het uiten van ideeën of is de persoonlijke hygiëne verslechterd.
Diagnose en onderzoeken
De patiënt bezoekt een psycholoog, psychiater of een arts als hij denkt dat hij een psychose heeft gehad. De zorgverstrekker identificeert de oorzaak en de eventuele gerelateerde aandoeningen. Artsen diagnosticeren psychische aandoeningen meestal door andere aandoeningen en omgevingsfactoren uit te sluiten die psychotische symptomen veroorzaken, zoals onder andere een
delirium (acute verwardheid met wijzigingen in de hersenfunctie) of epilepsie. Daarom voert de arts vaak ook een
bloedonderzoek en een elektro-encefalografie (EEG:
hersenfilmpje) uit.
Behandeling van psychosen
Het is belangrijk om een vroege behandeling te krijgen na de eerste psychotische episode. Dat voorkomt dat de symptomen de relatie, het werk of de school beïnvloeden. De oorzaak van de psychose bepaalt het type behandeling.

Medicijnen verlichten de psychose /
Bron: Stevepb, PixabayMedicatie
Antipsychotica (in pil, vloeistof of injectie) helpt de symptomen te verminderen. De patiënt moet bovendien stoppen met het gebruik van alcohol en drugs. Mogelijk is een ziekenhuisopname nodig als de patiënt het risico loopt om zichzelf of anderen schade te berokkenen, of als de patiënt zijn gedrag of dagelijkse bezigheden niet onder controle heeft.
Psychotherapie
Psychotherapie is ook nuttig om een psychose te beheersen. Dankzij
cognitieve gedragstherapie (vorm van psychotherapie) leert de patiënt herkennen wanneer hij een psychotische episodes heeft. Het helpt de patiënt bovendien om te weten of wat hij ziet en hoort, echt of ingebeeld is. Dit soort therapie benadrukt ook het belang van antipsychotische medicatie en het opvolgen van de behandeling. Ondersteunende psychotherapie helpt bovendien om te leren leven met een psychose. Het versterkt de gezonde manieren van denken. Verder is psycho-educatie en een familiale ondersteuning nuttig.
Prognose van psychotische episodes
Als de behandeling eenmaal is gestart, verminderen de psychotische symptomen en verdwijnen ze meestal vaak volledig. Sommige symptomen, met name negatieve symptomen, blijven echter soms hangen omdat ze minder snel reageren op medicatie. De patiënten kampen bijgevolg nog met een depressie, een verminderde zelfwaardering, sociale problemen en/of problemen met werk of school. Daarom hebben deze patiënten een verdere ondersteuning en behandeling nodig om een volledig herstel mogelijk te maken.
Lees verder