Myeloom: Vorm bloedkanker met symptomen aan nieren en botten
Een myeloom (myeloma) is een vorm van bloedkanker die voortkomt uit plasmacellen, een type witte bloedcellen dat wordt geproduceerd in het beenmerg. Deze aandoening leidt vaak tot symptomen zoals botpijn, nierschade en een verhoogde gevoeligheid voor infecties. De symptomen kunnen periodiek optreden en soms tijdelijk verminderen of verdwijnen met ondersteunende behandelingen. Over het algemeen is de prognose redelijk positief.
Epidemiologie van myelomen
Een myeloom vertegenwoordigt ongeveer 1% van alle kwaadaardige ziekten. Het komt voornamelijk voor bij oudere volwassenen, met een gemiddelde leeftijd bij diagnose van meer dan zestig jaar. Het is zeldzaam bij mensen jonger dan veertig jaar. De jaarlijkse incidentie bedraagt ongeveer 4 per 100.000 personen. Myeloom komt vaker voor bij mannen en bij mensen van Afrikaanse afkomst, terwijl het minder gebruikelijk is bij Aziaten.
Oorzaken: Schade aan plasmacellen van het beenmerg
Plasmacellen zijn een type witte bloedcellen die in het beenmerg worden aangemaakt. Het beenmerg is een sponsachtig weefsel in het midden van de grotere botten, waar alle bloedcellen (rode en witte bloedcellen, en bloedplaatjes) worden geproduceerd. Plasmacellen maken deel uit van het immuunsysteem en produceren antilichamen (immunoglobulinen) die helpen bij het bestrijden van infecties.
Een myeloom ontstaat wanneer DNA-schade optreedt tijdens de ontwikkeling van plasmacellen. Deze beschadigde plasmacellen beginnen abnormaal te groeien en zich in het beenmerg te verspreiden. Ze produceren een overmatige hoeveelheid van één type antilichaam (paraproteïne) dat geen nuttige functie heeft.
Symptomen
De symptomen van een myeloom zijn meestal het gevolg van de opeenhoping van abnormale plasmacellen in het beenmerg en de aanwezigheid van paraproteïne in het lichaam. Soms wordt een myeloom toevallig ontdekt tijdens een standaard
bloedonderzoek bij asymptomatische patiënten. Bij andere patiënten wordt de diagnose gesteld na ernstige symptomen die ziekenhuisopname vereisen.
Beenmergproblemen
Wanneer plasmacellen het beenmerg binnendringen, kan dit leiden tot:
- Bloedarmoede
- Neutropenie (verlaagd aantal neutrofielen, een type witte bloedcel)
- Trombocytopenie (verlaagd aantal bloedplaatjes), wat kan leiden tot verhoogde bloedingsneigingen en dikker bloed
- Verminderde niveaus van normale immunoglobulinen, wat leidt tot frequente infecties, vooral van de luchtwegen.
Botproblemen
Myeloom kan leiden tot typische
botletsels zoals botvernietiging en
botbreuken, vooral in de wervelkolom, schedel, lange botten en ribben. Een wervelinstorting kan druk op het ruggenmerg veroorzaken en leiden tot
hypercalciëmie (verhoogd calciumgehalte in het bloed). Plasmacytomen kunnen ook in zacht weefsel groeien en zijn vaak verantwoordelijk voor
compressie van het ruggenmerg. Patiënten ervaren vaak
botpijn, meestal in de vorm van
rugpijn.
Nierproblemen
Myeloom kan leiden tot
nierproblemen en
nierfalen. Dit kan worden veroorzaakt door:
- Afzetting van lichte ketens in de nierbuisjes
- Afzetting van amyloïde (zelden)
- Gebruik van NSAID’s
- Hypercalciëmie (verhoogd calciumgehalte in het bloed)
- Hyperurikemie (verhoogde urinezuurspiegels in het bloed)
Diagnose en onderzoeken
Om een myeloom te diagnosticeren, voert de arts verschillende onderzoeken uit, waaronder:
Medicijnen verlichten tal van symptomen /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling van myeloom
Myeloom is momenteel niet te genezen, maar de behandeling richt zich op het verlichten van symptomen, het voorkomen van complicaties en het verlengen van de overleving. Behandelstrategieën omvatten ondersteunende therapie en medicamenteuze behandelingen. Er zijn perioden van symptomen en complicaties die behandeling vereisen, gevolgd door perioden zonder symptomen waarin geen behandeling nodig is.
Beenmergproblemen
- Bloedarmoede kan worden behandeld met een bloedtransfusie of erytropoëtine, een hormoon dat door de nieren wordt geproduceerd. Bloedtransfusies moeten voorzichtig worden toegediend bij patiënten met hyperviscositeit.
- Infecties worden behandeld met antibiotica.
- Jaarlijkse griepvaccinatie is aanbevolen voor patiënten met een myeloom.
- Hyperviscositeit door hoge niveaus van paraproteïne kan worden aangepakt met plasmaferese, een procedure waarbij plasma uit het bloed wordt verwijderd en vervangen.
Botproblemen
Botpijn wordt vaak behandeld met
radiotherapie (bestraling) en systemische
chemotherapie. Hoge doses dexamethason (een
corticosteroïde) kunnen ook worden toegediend.
Bisfosfonaten helpen de botvernietiging te remmen en verminderen botproblemen.
Pathologische fracturen kunnen worden behandeld met orthopedische chirurgie, waaronder kyfoplastie en vertebroplastiek, waarbij een cementoplossing in het wervellichaam wordt ingespoten voor extra stevigheid.
Nierproblemen
Nierinsufficiëntie, vaak veroorzaakt door hypercalciëmie, wordt behandeld met rehydratie en het gebruik van bisfosfonaten zoals pamidronaat. Langdurige peritoneale of hemodialyse kan ook nodig zijn.
Prognose van myeloom
Dankzij verbeterde behandelingen, zoals ondersteunende zorg en chemotherapie met autologe of allogene
stamceltransplantatie, is de mediane overleving van patiënten met myeloom ongeveer tien jaar, met sommige patiënten die veel langer overleven. Jonge patiënten die intensievere therapieën ondergaan, hebben mogelijk een langere overleving. Nieuwe medicamenteuze behandelingen maken van myeloom steeds meer een chronische ziekte waarbij patiënten een aanzienlijke levensduur kunnen bereiken.
Complicaties van myeloom
Beenmergcomplicaties
- Bloedarmoede: Het beenmerg wordt door abnormale plasmacellen verdrongen, wat leidt tot een tekort aan rode bloedcellen en resulteert in symptomen zoals vermoeidheid, zwakte en kortademigheid.
- Neutropenie: Verlaagde niveaus van neutrofielen, een type witte bloedcel, verhogen de vatbaarheid voor infecties.
- Trombocytopenie: Een tekort aan bloedplaatjes kan leiden tot verhoogde bloedingsneiging en bloedarmoede. Dit kan ook resulteren in spontane bloedingen of blauwe plekken.
Botcomplicaties
- Botletsels: Abnormale plasmacellen kunnen leiden tot botvernietiging, wat leidt tot botpijn, verhoogde kans op botbreuken en verlies van botdichtheid.
- Botbreuken: Verzwakte botten door myeloom kunnen gemakkelijk breken, zelfs door kleine trauma's of zonder duidelijke oorzaak.
- Hypercalciëmie: Een verhoogd calciumgehalte in het bloed door botafbraak kan symptomen veroorzaken zoals vermoeidheid, misselijkheid, braken, en mentale verwarring.
Niercomplicaties
- Nierinsufficiëntie: Beschadiging van de nieren door afzetting van lichte ketens en amyloïde kan leiden tot chronisch nierfalen.
- Nierfalen: Kan optreden als gevolg van langdurige hypercalciëmie, gebruik van NSAID's of afzetting van eiwitten in de nieren.
Infecties
Infecties: Door de verminderde productie van normale immunoglobulinen kunnen patiënten met myeloom frequenter en ernstiger geïnfecteerd raken. Dit verhoogt de noodzaak voor preventieve vaccinaties en snelle behandeling van infecties.
Andere complicaties
- Hyperurikemie: Verhoogde urinezuurspiegels kunnen leiden tot jichtachtige symptomen en nierproblemen.
- Hyperviscositeit: Hoge niveaus van paraproteïne kunnen het bloed dikker maken, wat kan leiden tot circulatieproblemen en verhoogde kans op bloedstolsels.
Deze complicaties benadrukken de noodzaak voor regelmatige controle en effectieve behandeling om de kwaliteit van leven van patiënten met myeloom te verbeteren en de progressie van de ziekte te beheersen.
Preventie van myeloom
Hoewel er geen specifieke manier is om myeloom volledig te voorkomen, kunnen bepaalde maatregelen helpen het risico te verlagen en de gezondheid te bevorderen:
- Vroege opsporing: Regelmatige medische controles kunnen helpen bij het vroegtijdig detecteren van afwijkingen die kunnen wijzen op myeloom.
- Gezonde levensstijl: Een gezond dieet, regelmatige lichaamsbeweging en het vermijden van schadelijke stoffen zoals tabak kunnen bijdragen aan een betere algehele gezondheid en mogelijk het risico op kanker verlagen.
- Beheer van risicofactoren: Patiënten met een familiegeschiedenis van myeloom of andere risicofactoren moeten mogelijk extra voorzichtig zijn en regelmatige screenings overwegen.
Lees verder