Allergische contactdermatitis: Huidontsteking door allergeen
Sommige patiënten lijden aan de huidziekte allergische contactdermatitis (contactallergie). Patiënten met deze aandoening krijgen te maken met een huidontsteking wanneer ze contact hebben met een allergeen (uitlokkende stof van een allergische reactie). De symptomen verschijnen bijvoorbeeld door het aanraken van nikkel, bepaalde medicijnen, of sappen van bepaalde planten. Bekende klachten van dit type allergische reactie zijn onder andere een rode huid, blaarvorming en een huiduitslag. Indien de patiënt op de hoogte is van het allergeen, moet hij dit vermijden zodat de tekenen verlichten. Enkele andere zelfzorgmaatregelen bieden ook een verlichting van de klachten. Ook schrijft de arts mogelijk medicijnen of andere behandelingen voor. Contactallergie is een levenslange aandoening maar door het vermijden van het allergeen, zijn de vooruitzichten zeer goed.
Allergische contactdermatitis is een vertraagd type geïnduceerde gevoeligheid (
allergie) als gevolg van huidcontact met een specifiek allergeen waarvoor de patiënt een specifieke gevoeligheid heeft ontwikkeld. Deze
allergische reactie veroorzaakt een ontsteking van de huid. CD4 + T-lymfocyten herkennen een antigeen op het huidoppervlak en geven cytokines vrij die het immuunsysteem activeren en de
huidontsteking (dermatitis) veroorzaken. Het allergeen is onschadelijk voor patiënten die er niet allergisch op reageren. Soms komen patiënten al jaren in contact met het allergeen zonder dat een huidontsteking ontstaat.

Sommige patiënten reageren allergisch op zonnebrandmiddelen /
Bron: Dimitrisvetsikas1969, PixabayBekende allergenen
Allergische contactdermatitis, een vorm van
contactdermatitis, komt tot stand door diverse mogelijke allergenen. Hieronder staan de belangrijkste allergenen opgelijst.
- acryl, wat te vinden is in nagelcosmetica
- chroom, gebruikt bij het looien van leer
- colofonium, sap of zaagsel, typisch van sparren
- conserveermiddelen voor meerdere toepassingen, bijvoorbeeld in papierproducten, verven, medicijnen, huishoudelijke schoonmaakmiddelen, cosmeticaproducten en stoffen afwerkingen.
- formaldehyde
- geurstoffen: geurallergenen in voedingsmiddelen, cosmeticaproducten, insecticiden, antiseptica, zepen, parfums en tandheelkundige producten
- goud (goud natriumthiosulfaat)
- isothiazolinonen; conserveermiddelen in veel persoonlijke verzorgings-, huishoudelijke en commerciële producten.
- kobaltchloride: metaal dat voorkomt in medische producten, haarverf, met metaal beklede voorwerpen zoals drukknopen enzovoort
- mercaptobenzothiazole, aanwezig in rubberproducten zoals schoenen, handschoenen en autobanden
- nikkel (nikkel sulfaat hexahydraat), metaal in roestvrijstalen kookgerei, sieraden en sluitingen of knopen op kleding
- Peruaanse balsem (myroxylon pereirae), gebruikt in voedsel en drank voor smaakstoffen, in parfums en toiletartikelen voor geur, en in medicijnen en farmaceutische producten voor genezende eigenschappen
- quaternium-15, conserveermiddel in cosmetische producten (zelfbruiners, shampoo, nagellak, zonnebrandcrème) en in industriële producten (poetsmiddelen, verven en wassen).
- sap van bepaalde soorten mangrove en agave
- tatoeage-inkt
- thiomersal, kwikverbinding gebruikt in lokale antiseptica en in vaccins
- topische (op de huid toegepaste) anesthetica zoals pramoxine of difenhydramine, na langdurig gebruik
- topische antibiotica zoals neomycine
- topische steroïden
- urushiol (olieachtige coating van planten zoals gifsumak
- zonnebrandmiddelen
Risicofactoren van allergische reactie
Een contactallergie komt vaker tot uiting bij vrouwen dan bij mannen, voornamelijk als gevolg van een nikkelallergie en. Ook jonge kinderen zijn meer vatbaar voor een nikkelallergie. Verder komt allergische contactdermatitis voor op de huid toegepaste antibiotica vaker voor bij zeventigplussers. In bepaalde beroepen zijn tot slot vaker patiënten met een contactallergie aanwezig, zoals metaalbewerkers, kappers, schoonheidsspecialisten, gezondheidswerkers, schoonmakers, schilders en bloemisten. Patiënten met een verminderde huidbarrièrefunctie zijn tevens gevoeliger voor allergische contactdermatitis, bijvoorbeeld patiënten met beenzweren, perineale dermatitis of chronische
irriterende contactdermatitis (
huidontsteking door blootstelling aan stoffen). Patiënten met
atopische dermatitis geassocieerd met defecte filaggrin (een structureel eiwit in de hoornlaag van de huid) hebben tot slot een hoog risico om ook een contactallergie te ontwikkelen.
Symptomen na blootstelling aan allergeen
De symptomen van allergische contactdermatitis ontstaan gemiddeld twee dagen na blootstelling aan het allergeen, maar soms kan dit tot wel één week duren omdat bepaalde allergenen slecht doordringen in een intacte huid, zoals bijvoorbeeld Neomycine. Het eerste teken van een contactallergie is de aanwezigheid van een
huiduitslag of huidletsels met bultjes,
blaren, blaasjes of roodheid op de plaats van blootstelling. Afhankelijk van het type allergeen dat het veroorzaakt, ontstaat een lekkende / sijpelende uitslag of korstvorming en een ruwe, geschubde of verdikte huid. De uitslag van allergische contactdermatitis is beperkt tot de plaats van het contact van het allergeen of wijdverspreid op de huid. Andere symptomen bestaan uit:
brandende gevoelens,
droogheid,
schilfering,
jeuk,
roodheid, een plaatselijke zwelling en een zachter of warmer gebied. Indien onbehandeld, treedt een verdonkering van de huid op en wordt deze leerachtig en gebarsten (
gebarsten huid). Dit gaat al dan niet gepaard met
pijn.
Diagnose en onderzoeken
Diagnostisch onderzoek
De diagnose van allergische contactdermatitis is voornamelijk gebaseerd op een lichamelijk onderzoek en een medische geschiedenis. In sommige gevallen stelt de arts een nauwkeurige diagnose op basis van de symptomen die de patiënt ervaart en het uiterlijk van de uitslag. De arts voert verder een huidpleistertest (patchtest) uit. Dit is een algemeen gebruikt onderzoek om de exacte oorzaak van een contactallergie te bepalen. De pleistertest bestaat uit het aanbrengen van kleine hoeveelheden potentiële allergenen op de huid. Na twee dagen verwijdert de arts de pleisters met allergenen. Als er een huidreactie is opgetreden op één van de aangebrachte stoffen, verschijnt er een verhoogde bult onder de pleister. Pleistertesten worden gebruikt voor patiënten met chronische, terugkerende contactdermatitis. Andere onderzoeken om contactdermatitis te diagnosticeren en andere mogelijke oorzaken van de symptomen uit te sluiten, zijn onder meer een
huidbiopsie en een kweek van de huidletsels.
Differentiële diagnose
Morfologisch lijkt de klinische presentatie van allergische contactdermatitis sterk op irriterende contactdermatitis en atopische dermatitis. Andere huidaandoeningen die moeten worden uitgesloten, zijn onder meer:
Zelfzorg
De patiënt moet het allergeen vermijden zodat de symptomen verminderen. Hiervoor moet hij mogelijk ook etiketten lezen wanneer hij bepaalde producten wil aankopen. De jeukende huid verminderen is mogelijk door het gebruik van koele kompressen. Verder kan een patiënt best katoenen kleding met een gladde textuur dragen om wrijvingsirritatie van de huid te voorkomen. Af en toe is calaminelotion en koele havermoutbaden inzetbaar om de jeuk te verlichten.
Professionele medische zorg

Soms zijn via de mond ingenomen medicijnen nuttig /
Bron: Stevepb, Pixabay Medicatie
Corticosteroïde crèmes zijn de steunpilaar van de behandeling. Bij patiënten met ernstige symptomen zet de arts meestal systemische corticosteroïden in die de patiënt geleidelijk kan afbouwen, evenals een lokaal corticosteroïde. Het langdurig gebruik van corticosteroïden is afgeraden omdat dit mogelijk leidt tot een dunne huid. Orale (via de mond ingenomen)
antihistaminica zijn eveneens inzetbaar in ernstigere gevallen om de intense jeuk te verlichten. Chronische
immunosuppressiva (medicijnen die het immuunsysteem onderdrukken) worden in zeldzame gevallen gebruikt voor de behandeling van ernstige, chronische, wijdverbreide allergische contactdermatitis of ernstige
handdermatitis waarbij de patiënt niet meer kan werken of de dagelijkse activiteiten niet meer kan uitvoeren.
Fototherapie
Fototherapie is verder nuttig voor patiënten met chronische allergische contactdermatitis die niet goed onder controle te krijgen zijn door lokale corticosteroïden; deze patiënten hebben mogelijk baat bij de behandeling met een combinatie van psoraleen (een fotosensibilisator) en ultraviolet-A (PUVA).
Als een patiënt eenmaal een huidreactie op een bepaalde stof heeft ontwikkeld, is de kans groot dat hij deze levenslang zal hebben. De symptomen keren met andere woorden terug wanneer de patiënt weer in contact komt met het allergeen.
Lees verder