Afvallen: geen gewicht verliezen maar lichaamsvet kwijtraken
Afvallen wordt vaak gelijkgesteld aan gewicht verliezen. Maar dat is onterecht. Het is veel belangrijker om lichaamsvet te verliezen. Als je dat voor elkaar krijg werk je aan een strakker figuur, een betere gezondheid en een lekkerder gevoel. En daar gaat het uiteindelijk om bij afvallen. Of je daarbij ook gewicht aan het verliezen bent is een onbelangrijke bijzaak. Als je wilt afvallen is het beter om je vetpercentage bij te houden, dan om je lichaamsgewicht te meten. Wanneer je namelijk lichaamsvet verliest en tegelijkertijd spieren aanmaakt, ben je heel goed bezig als het om afslanken gaat, maar verlies je nauwelijks kilo's.
Afvallen: niet hetzelfde als gewicht verliezen
Als we praten over
afvallen, denken we eigenlijk direct aan
gewicht verliezen. De associatie tussen afvallen en gewichtsverlies is zo sterk dat ze vaak als synoniem worden gebruikt. Maar dit idee over afvallen is misleidend, omdat het vaak niet overeenkomt met de doelen die we hebben bij het afvallen.
De meest voorkomende achterliggende doelen van afvallen zijn:
- Een strakker figuur, een mooier lichaam en er beter uitzien
- Een betere gezondheid, waarbij je minder vaak ziektes en kwalen hebt die verband houden met overgewicht
- Een lekkerder gevoel, omdat je de overtollige kilo's niet meer met je mee hoeft te zeulen
Het merkwaardige is dat het niet noodzakelijk is om
gewicht te verliezen om bovenstaande doelen te bereiken, en dat dat ook niet noodzakelijkerwijs zal gebeuren wanneer je anders gaan eten en meer gaat bewegen.
het geheim hierachter is dat je bij het afvallen weliswaar lichaamsvet verliest, maar ook extra spierweefsel aanmaakt - althans, als je meer gaat bewegen. Spierweefsel is zwaarder dan vet. het is dus mogelijk om
lichaamsvet te verliezen en toch geen kilo's kwijt te raken. Dat ligt misschien niet voor de hand (behalve als je opeens heel veel aan krachttraining gaat doen), maar de kans is wel groot dat je bij het afvallen minder
lichaamsgewicht verliest dan dat je aan kilo's
vet kwijtraakt.
Lichaamsvet verbranden als doel
Wanneer je lichaamsvet verbrandt en - door de aanmaak van
spieren - geen gewicht verlies, ben je toch bezig om de achterliggende doelen van het afvallen te behalen. Door een afname van het vetpercentage krijg je een strakker figuur, wordt je gezonder en zul je lekkerder in je vel zitten.
Als dat is waar het om gaat - en voor het overgrote deel van de mensen gaat het daar om - heeft het dus weinig zin om te wegen hoe zwaar je bent, en bij te houden hoeveel kilo lichaamsgewicht je bent kwijt geraakt. Een
gewichtsverlies van 5 kilo kan namelijk betekenen dat je 5 kilo aan vet bent kwijtgeraakt. Maar het kan ook zijn dat je 10 kilo aan lichaamsvet minder hebt en dat je in dezelfde periode 5 kilo aan spieren hebt aangemaakt. En verlies van 5 kilo aan lichaamsgewicht kans zelfs betekenen dat je bijvoorbeeld 3 kilo
vet bent kwijtgeraakt en ook nog eens 2 kilo aan spieren. Dit zijn totaal verschillende situaties, maar wanneer je enkel naar het lichaamsgewicht kijkt wordt elk van deze situaties hetzelfde beoordeeld.
Het voordeel van het aanmaken van spieren is dat het juist de spieren zijn die om energie vragen en de
vetverbranding stimuleren.
Meer lichaamsvet verbranden door te letten op je hartslag
Als je beweegt of sport heeft je lichaam calorieën nodig. Deze calorieën worden uit suikers en vetten gehaald. De verhouding tussen suiker en vet is afhankelijk van de intensiteit van het bewegen. Hoe intensiever het sporten, hoe meer suikers en minder vetten je lichaam verbrandt. Je kunt de intensiteit van het bewegen meten door te letten op je hartslag. Voor een
optimale vetverbranding kun je het best zoeken naar een activiteit waarbij je hartslag op 60 tot 70% van het maximum zit.
Afvallen door het vetpercentage te meten
Als je wilt afvallen hoef je dus niet steeds op de weegschaal te gaan staan. Het is beter om je
vetpercentage regelmatig te meten. Wanneer je vetpercentage naar beneden gaat zit je op de goede weg.
Je vetpercentage kun je op verschillende manieren meten. In de eerste plaats zijn er instrumenten waarmee je dit kunt doen. Deze zijn erg duur (vaak zelfs onbetaalbaar), maar er zijn diëtisten, klinieken en ziekenhuizen die over deze apparaten beschikken en waar je tegen betaling gebruik van kan maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om Dexa (Dual Energy X-ray Absorptiometry), Bodpod waarbij gebruik gemaakt wordt van de verplaatsing van licht, en de Bodymetrix.
Naast het feit dat je veel geld kwijt bent met het meten van je vetpercentage op deze manier is het onpraktisch, zeker wanneer je regelmatig wilt meten. Het is dan veel eenvoudiger om een aantal maten van je lichaam op te meten. Meet met een meetlint je bovenarmen, middel (over je navel), heupen en bovenbenen. Omdat je linker- en rechterlichaamshelft kunnen verschillen is het belangrijk om alle vier de ledematen te meten.
Met deze maten weet je misschien niet wat je vetpercentage is, maar je kunt wel goed bijhouden of je aan het afvallen bent of niet. Een afname van het aantal centimeters houdt in dat je bezig bent met afvallen (je vetpercentage wordt lager; zelfs als je geen gewicht verliest) of niet. Een afname van het aantal centimeters houdt in dat je bezig bent met afvallen en dat je dus op de goede weg bent als het gaat om een strakker figuur, een betere gezondheid en een lekkerder gevoel.
Lees verder