EHBO bij brandwonden: Koelen met water
Wanneer het lichaam in contact komt met hoge temperaturen, ontstaan brandwonden. Hitte van voorwerpen, dampen, vlammen, straling en vloeistoffen zijn enkele oorzaken van deze kleine tot ernstige brandwonden. Deze komen vooral voor in de huiselijke omgeving. Pijn of juist geen pijn, een witte, rode of zwarte huid en zwelling zijn slechts enkele mogelijke symptomen. De ernst van brandwonden is afhankelijk van de algemene toestand van de patiënt, de diepte van de wonde, de kleding die hij draagt, de plaats en uitgebreidheid van de brandwonde en de precieze oorzaak van de verbranding. De patiënt van het brandgevaar verwijderen en de wonde koelen zijn de eerste nodige maatregelen bij de toediening van de eerste hulp.
Oorzaken
Een patiënt loopt vooral thuis brandwonden op. Veel voorkomende oorzaken zijn onder andere:
- een auto-ongeval
- een niet gesloten warmwaterkruik
- elektriciteitsverbrandingen t.g.v. het werken met toestellen voorzien van defecte snoeren
- het aanraken van een heet fornuis
- het grijpen van een heet strijkijzer
- het morsen van hete thee, koffie, soep, enz. (vooral bij kleine kinderen)
- het onveilig gebruik van vuurwerk
- het onvoorzichtig gebruik van de aanmaakspiritus tijdens een barbecue
- het onvoorzichtig gebruik van elektrische toestellen
- het opsporen van een gaslek met een brandende lucifer (alternatief: een zeepoplossing gebruiken)
- het spelen met lucifers
- in paniek weglopen met een pan die vuur gevat heeft
- kleren die vuur vatten als gevolg van het in slaap vallen met een brandende sigaret
- met ontvlambare stoffen werken in de buurt van een kleine vlam
- te heet badwater (altijd met elleboog temperatuur van water controleren)
- te warme waterkruik (o.a. gevaarlijk bij verlamde patiënten)
Symptomen aan huid en slijmvliezen
Huid
De huid van de patiënt is rood, grauw- tot geelwit of zwart. Tevens
schilfert de huid en treedt blaarvorming op. Uit deze intacte of gescheurde
blaren lekt een heldere vloeistof.
Pijn is een ander symptoom, al zegt dit niet steeds iets over de ernst van de brandwonde. De meest ernstige brandwonden zijn namelijk doorgaans pijnloos. De getroffen lichaamsdelen zijn bovendien gezwollen.
Misselijkheid en/of
braken zijn andere kenmerken van brandwonden. Door vochtverlies treedt twee à vier uur na een brandwonde een
shock op. De symptomen hiervan omvatten een
bleke en
een klamme huid,
zwakte, blauwe lippen en nagels (
cyanose), en een daling van de alertheid.
Slijmvliezen/Luchtwegen
Soms zijn de luchtwegen verbrand als gevolg van het inademen van rook, stoom, oververhitte lucht of chemische dampen in slecht geventileerde ruimtes. Hierdoor bevinden zich brandwonden op het hoofd, het
gezicht, de nek, de wenkbrauwen, of de neusharen. De patiënt verliest donker of zwart gekleurd
slijm (sputum) en de lippen en mond zijn verbrand. Hierdoor ontstaan stemveranderingen. Bij de aantasting van de luchtwegen ontstaat een piepende ademhaling (
stridor) met als gevolg
ademhalingsproblemen. De patiënt moet ook
hoesten.
Blikseminslag
Bij een blikseminslag heeft een patiënt typische brandwonden met het uiterlijk van een varenblad. In de meeste gevallen is een patiënt kortstondig
bewusteloos. Na het ontwaken heeft de patiënt tijdelijk spraakproblemen. Ook
verwardheid,
geheugenverlies,
gehoorverlies en gezichtsproblemen zijn typische kenmerken die ook van voorbijgaande aard zijn. Hartritmestoornissen of een
hartstilstand zijn ook mogelijke symptomen als gevolg van de sterke stroom. Bij een patiënt van een blikseminslag is de sterke stroom verdwenen na de inslag. De hulpverlener mag bijgevolg een patiënt meteen aanraken en helpen.
Ernst van de brandwonde
De ernst van een brandwonde is afhankelijk van diverse factoren met name:
- de algemene toestand van de patiënt,
- de diepte van de wonde,
- de kleding die hij draagt,
- de plaats van de brandwonde,
- de uitgebreidheid van de brandwonde en
- de precieze oorzaak van de verbranding.
De algemene toestand van de patiënt
Kinderen jonger dan vier jaar en zestigplussers hebben een hogere kans op complicaties en overlijden als gevolg van ernstige brandwonden, omdat de huid dunner is dan bij andere leeftijdsgroepen. Daarnaast hebben kinderen onvoldoende afweer tegen een infectie. Ouderen hebben na een brandwonde door bijvoorbeeld
atherosclerose (
medische term: verharding van de slagaders) een verhoogde kans op hart- en bloedvatstoornissen. Patiënten met een verminderd afweersysteem of chronisch zieke patiënten hebben minder weerstand zoals diabetici en patiënten met hart- en vaatziekten. Heeft een patiënt bijkomende letsels, dan zijn de vooruitzichten ook minder goed. Verder telt het uitzicht van de wonde ook mee. Wanneer deze bevuild is, geeft dit ook een hogere kans op infecties waardoor de toestand van de patiënt verslechtert.
De diepte van de wonde (eerste, tweede of derde graad)
Er zijn drie niveaus van brandwonden met name eerstegraads, tweedegraads en derdegraads brandwonden.
Eerstegraads brandwonden
Eerstegraads brandwonden tasten enkel de buitenste laag van de huid (opperhuid) aan. Ze veroorzaken pijn, roodheid en zwelling. Dit geneest spontaan binnen enkele dagen. De patiënt mag Flammazinezalf (die in de ijskast ligt) aanbrengen op de brandwonde.
Tweedegraads brandwonden
Tweedegraads brandwonden treffen zowel de buitenste laag (opperhuid) als onderliggende laag (lederhuid) van de huid. Ze veroorzaken pijn, roodheid, zwelling en blaarvorming. Rond de blaren is een eerstegraads verbranding te zien. Wanneer de tweedegraads verbranding oppervlakkig is, zijn er nog voldoende epitheelcellen aanwezig om spontaan te genezen. Wanneer een arts op de verbrande huid twee seconden druk uitoefent, is deze huid wit bij het loslaten. Keert de normale kleur terug binnen twee seconden, dan is sprake van een oppervlakkige brandwonde. Dit proces is trager bij een diepere brandwonde. Een diepere wonde geneest slechts sporadisch spontaan; meestal is hiervoor een transplantatie vereist.
Derdegraads brandwonden
Derdegraads brandwonden hebben betrekking op de diepe lagen van de huid waarbij alle epitheelcellen vernietigd zijn. Ze leiden tot een witte (gekookt) of zwarte (verkoolde) huid. Door uitdroging van het wondoppervlak lijkt de wonde op leer. De wonde is tevens vaak gevoelloos, wat de arts identificeert door op de huid te prikken. Ernstige brandwonden vereisen onmiddellijk medische zorg.
De kleding die de patiënt draagt
Natuurlijke weefsels branden zo op zonder resten na te laten, terwijl synthetische weefsels branden in de huid.
De plaats van de brandwonde
Brandwonden op het gezicht, de
handen, de
voeten en de genitaliën zijn mogelijk bijzonder ernstig.
Brandwonden aan de ogen leiden mogelijk tot
blindheid. Wanneer het gelaat getroffen is, ontstaan mogelijk ernstige ademhalingsproblemen. Bij brandwonden aan de genitaliën ontstaan snel infecties. Littekenweefsel aan de handen en voeten resulteren snel in functieverlies door een contractuur (gewrichtsverstijving), vervorming of verkramping van een lidmaat.
De uitgebreidheid van de brandwonde
Om de uitgebreidheid of omvang van de brandwonde te identificeren, werken artsen met percentages. Deze geven een ruwe schatting van de schade door de brandwonden.
Volwassenen
De regel van negen verdeelt bij volwassenen de lichaamsoppervlakte in zones die elk 9% van de totale huidoppervlakte vertegenwoordigen.
- elk been: 18%
- elke arm: 9%
- geslachtsdelen: 1%
- hoofd, hals en nek: 9%
- romp, achterkant: 18%
- romp, voorkant: 18%
Kinderen
Bij kinderen is de bepaling van de uitgebreidheid van de brandwonden anders (de regel van Lynch en Blocker).
- elk been: 10%
- elke arm: 10%
- hoofd, hals en nek: 20%
- romp, achterkant: 20%
- romp, voorkant: 20%
De verbrandingsoorzaak
Stoom onder druk geeft vaak agressieve brandwonden terwijl de brandwonden van contact met een warm voorwerp of vuur vaak minder ernstig zijn.
Chemische brandwonden zijn gevaarlijk, omdat ze vaak gedurende uren of zelfs dagen blijven inwerken op weefsels en soms de bloedbaan binnendringen.
Eerste hulp bij brandwonden: Koelen met water
Kleine brandwonden
De hulpverlener plaatst direct het aangetaste lichaamsdeel in koud à lauw stromend water (niet in ijswater!) gedurende minimaal vijf minuten tot vijftien minuten. Een schone, koude, natte handdoek vermindert daarna de pijn. Na het spoelen of weken van de brandwonden, dekt hij de deze af met een droog, steriel verband of schone dressing. Hij zorgt er tevens voor dat op de brandwonde geen druk of wrijving komt. Vrij verkrijgbare
pijnstillers zoals
ibuprofen of
paracetamol verlichten de pijn en zwelling. Nadat de huid is afgekoeld, mag de hulpverlener
vochtinbrengende lotion plaatsen op de brandwonde. Kleine brandwonden genezen meestal zonder verdere behandeling.
Grotere brandwonden
Wanneer kledij van een patiënt in brand staat, moet de patiënt onmiddellijk stilstaan, op de grond gaan liggen en rollen. Het op de grond gaan liggen is belangrijk zodat omhoog slaande vlammen niet in het gezicht of de longen terechtkomen. De hulpverlener wikkelt vervolgens de patiënt in dik materiaal; zoals een wollen of katoenen jas, een tapijt of een deken. Dit helpt bij het blussen van de vlammen. Daarna giet hij overvloedig water over de patiënt. Hij mag hiermee doorgaan totdat de patiënt begint te
rillen. Hij alarmeert daarna meteen de hulpdiensten. De hulpverlener zorgt er voor dat de patiënt ademt. Indien nodig start hij met het beademen en de reanimatie van de patiënt. De hulpverlener bedekt het verbrande gebied met een droog steriel verband (indien beschikbaar) of een schone doek. Een laken volstaat bij een groot verbrand gebied. Wel verwijdert de hulpverlener eventueel aanwezige sieraden zoals een ring, een ketting, een armband,
Indien de
vingers of tenen verbrand zijn, scheidt de hulpverlener deze met een droge, steriel, niet-kleverig verband. De volgende stap is om het verbrande lichaamsdeel indien mogelijk te verhogen (boven het hart). Op het verbrande deel mag geen druk of wrijving komen.
Wanneer een elektrisch toestel de brandwonden veroorzaakt heeft, raakt de hulpverlener de patiënt niet direct aan. Hij gebruikt wel een niet-metalen voorwerp om de patiënt te verplaatsen uit de buurt van de blootliggende draden voordat hij de eerste hulp toedient.
Indien dit veilig is, schakelt hij ook de bron uit. Bij brandwonden aan het hoofd, de nek, de rug of het been, is het nodig om de patiënt te laten liggen. De hulpverlener brengt de voeten omhoog en bedekt de patiënt met een jas of deken. Hij controleert eveneens de hartslag, de snelheid van de ademhaling en de bloeddruk tot medische hulp arriveert.
EHBO: Zeker niet doen
Kledij
De patiënt mag zeker niet gaan lopen wanneer kledij in brand staat want hierdoor krijgen de vlammen meer zuurstof. Bij het doven van brandende of smeulende kledij gebruikt de hulpverlener zeker geen nylon materiaal want dit is zeer brandgevaarlijk. Kledij die aan de huid vastkleeft, laat hij zitten maar de eventueel omliggende kleding mag hij wel losknippen.
Koelen
Bij het koelen gebruikt de hulpverlener zeker geen koud water of ijs want dit leidt mogelijk tot
onderkoeling. Het in koud water plaatsen van ernstige brandwonden is evenmin aanbevolen daar dit een
shock veroorzaakt.
Verzorging brandwonden
Zalf, boter, ijs, medicatie, room, olie, spray, of andere huishoudelijke producten zijn niet aanbevolen voor een ernstige brandwonden. Op de brandwonde mag de hulpverlener niet ademen, blazen of hoesten. De blaren of dode huid mag de hulpverlener ook zeker niet doorprikken want dit leidt tot infecties. Hij mag de blaren en wonden overigens evenmin aanraken; hij gebruikt best handschoenen. Wanneer de luchtwegen verbrand zijn, plaatst de hulpverlener geen kussen onder het hoofd van de patiënt omdat de luchtwegen zich dan mogelijk sluiten.
Eten en drinken
Een andere tip is om een patiënt met ernstige brandwonden nooit iets via de mond te geven omdat de patiënt in het ziekenhuis enkel vloeibare voeding krijgt gedurende de eerste 48u en mogelijk nog
anesthesie nodig heeft voor een operatie. Tevens veroorzaakt eten en drinken bij een patiënt met een verminderd bewustzijn mogelijk een
verstikking.
Lees verder