EHBO bij verstikking (belemmering van luchtwegen)
Verstikkingsgevaar verschuilt zich in vele mogelijke situaties. Zo blijft soms iets in de keel hangen tijdens het eten. Of een kind steekt uit nieuwsgierigheid iets in de mond wat blijft hangen in de luchtpijp. Maar ook bloedvat-, long-, en hartaandoeningen blokkeren mogelijk gedeeltelijk of geheel de luchtwegen. Wanneer de luchtwegen gedeeltelijk belemmerd zijn, lost het probleem zichzelf vaak op door de hoestreflex. Snel handelen is echter wel vereist bij een volledige belemmering omdat anders de vitale organen stilaan uitvallen door zuurstoftekort. Hiervoor zijn enkele EHBO-technieken mogelijk. Op deze manier voorkomt de hulpverlener dat de patiënt komt te overlijden aan de verstikkingsdood.

Te veel alcohol drinken is een risicofactor voor verstikking /
Bron: Jarmoluk, PixabayOorzaken
Verstikking treedt op wanneer de luchtwegen afgesloten zijn. Dit is het gevolg van vreemde voorwerpen die zich in de mond, de neus of de luchtpijp bevinden. De verstopping van de luchtwegen gebeurt ook wanneer de tong de keelholte verspert, wat af en toe optreedt bij bewusteloze patiënten. Daarnaast ontstaat soms druk op de luchtwegen waardoor ze geblokkeerd worden. Dit vindt plaats bij bijvoorbeeld een verhanging of wurging. Een tekort aan zuurstof of een teveel aan giftige gassen verhoogt ook de kansen op een verstikking. Ook allerlei
hartaandoeningen,
longaandoeningen en
bloedvataandoeningen,
medicatiegebruik, te veel alcohol drinken en
elektrocutie veroorzaken mogelijk verstikking.
Symptomen
Gedeeltelijke belemmering van de luchtwegen
Bij een gedeeltelijke belemmering van de luchtwegen, kan de patiënt nog wel wat geluid voortbrengen. Hij heeft dan
een piepende ademhaling of hij maakt een hijgend geluid. De patiënt verwijdert dan met de hoestreflex zelf het vreemde voorwerp uit de keel.
Volledige belemmering van de luchtwegen
Wanneer de luchtwegen volledig verstopt zijn, ontstaat ademnood bij de patiënt die probeert te happen naar adem. Hierdoor is hij in paniek en grijpt hij naar de keel. Spreken,
huilen of
hoesten is namelijk niet meer mogelijk. De ademhaling en het hart verliezen stilaan hun functie. De patiënt heeft tevens een blauwe gelaatskleur door een gebrek aan zuurstof in het bloed (
medische term: anoxemie). De huidskleur is blauwrood bij verstikking door koolmonoxide (carboxyhemoglobine is rood). Het gelaat is gezwollen en tevens heeft de patiënt uitpuilende ogen (
exoftalmie). Bij verstikking verliest een patiënt vroegtijdig het bewustzijn door tekort aan zuurstof in de
hersenen. De huid voelt koud aan en ziet er
bleek uit. Het lichaam probeert namelijk om zoveel mogelijk zuurstof naar de hersenen te krijgen.
Eerste hulp bij verstikking
De hulpverlener belt eerst de hulpdiensten. Hij bekijkt de oorzaak van de verstikking en neemt zo mogelijk eerst de oorzaak weg. Hij haalt de patiënt weg uit het onveilige milieu. Wel zorgt hij ook voor zijn eigen veiligheid als blijkt dat de verstikking het gevolg is van de inademing van een gas. Wanneer de verstikking het gevolg is van elektrocutie, verplaatst de hulpverlener de patiënt van de stroomgeleider, maar hij moet uiteraard ook hierbij letten op zijn eigen veiligheid en zich voldoende beschermen. De hulpverlener zorgt daarna voor frisse lucht en maakt de kledingstukken los van de patiënt.
Patiënt is bij bewustzijn
Bevindt zich een vreemd voorwerp in de keel en is de patiënt nog bij bewustzijn, dan verwijdert de hulpverlener dit met een lepelende beweging. De hulpverlener duwt de duim via de wang tussen de kaken van de patiënt tijdens deze beweging, omdat de patiënt mogelijk bijt in een reflex. Wanneer het voorwerp dan nog aanwezig is, gaat de hulpverlener naast en een beetje naast en achter het slachtoffer staan. Dit is misschien moeilijk voor te stellen, maar de hulpverlener staat hierbij op ongeveer 135 graden als een hele cirkel 360 graden bedraagt. De hulpverlener plaatst hierbij een
hand op de borst van de patiënt. Hij laat de patiënt naar voren buigen en geeft dan met de muis van de hand vijf stevige stoten tussen de schouderbladen. Bevindt het voorwerp zich nog in de keel, dan geeft de hulpverlener vijf buikstoten. Een andere manier is om de patiënt op een stoel te laten zitten of recht te laten staan waarbij de hulpverlener het Heimlich-manoeuvre uitoefent. De hulpverlener gaat dan achter de patiënt staan en plaatst de handen rond de buik van het slachtoffer. Hij maakt een vuist met een hand en buigt de patiënt voorover. Hij plaatst de vuist tussen de navel en de onderkant van het borstbeen. Daarna neemt hij met de andere hand de vuist vast. Vervolgens trekt hij beide handen met een ruk schuin omhoog naar zichzelf. Dit doet hij ook vijf keer kort achter elkaar. Vaak komt dan het vreemde voorwerp spontaan uit de
mond.
Patiënt is bewusteloos
De hulpverlener legt de
bewusteloze patiënt op de rug met het hoofd opzij. Hij plaatst de muis van de hand tussen de navel en het borstbeen. Daarna drukt hij snel en krachtig de hand omhoog in de richting van het borstbeen. Hij let ook op de mond want als zich hierin
slijm (sputum) bevindt, verwijdert hij dit. Ademt de patiënt niet meer, dan past de hulpverlener reanimatie toe.
EHBO: Zeker niet doen
De hulpverlener verwijdert het voorwerp niet met de
vingers of met een pincet als dit zich in de keel bevindt, omdat hij dit zo mogelijk nog dieper in de keel duwt. Voorts past de hulpverlener het Heimlich-manoeuvre zeker niet toe bij zwangere vrouwen en kinderen die jonger zijn dan één jaar.