EHBO bij verstikking (belemmering van luchtwegen)
Verstikkingsgevaar verschuilt zich in vele mogelijke situaties. Zo blijft soms iets in de keel hangen tijdens het eten. Of een kind steekt uit nieuwsgierigheid iets in de mond wat blijft hangen in de luchtpijp. Maar ook bloedvat-, long-, en hartaandoeningen blokkeren mogelijk gedeeltelijk of geheel de luchtwegen. Wanneer de luchtwegen gedeeltelijk belemmerd zijn, lost het probleem zichzelf vaak op door de hoestreflex. Snel handelen is echter wel vereist bij een volledige belemmering omdat anders de vitale organen stilaan uitvallen door zuurstoftekort. Hiervoor zijn enkele EHBO-technieken mogelijk. Op deze manier voorkomt de hulpverlener dat de patiënt komt te overlijden aan de verstikkingsdood.
Epidemiologie
Verstikking is een levensbedreigende aandoening die wereldwijd voorkomt, vooral bij kinderen jonger dan vijf jaar, ouderen, en mensen met bepaalde gezondheidsproblemen. Statistieken tonen aan dat verstikking een van de belangrijkste oorzaken is van ongelukken bij jonge kinderen, vooral door het inslikken van kleine voorwerpen. In ontwikkelde landen is verstikking door voedsel een belangrijke doodsoorzaak bij oudere volwassenen, vooral door slikproblemen als gevolg van neurologische aandoeningen. Anno september 2024 is er een groeiend bewustzijn over de preventie van verstikking door educatie en veiligheidsmaatregelen.
Te veel alcohol drinken is een risicofactor voor verstikking /
Bron: Jarmoluk, PixabayOorzaken
Verstikking treedt op wanneer de luchtwegen afgesloten zijn. Dit is het gevolg van vreemde voorwerpen die zich in de mond, de neus of de luchtpijp bevinden. De verstopping van de luchtwegen gebeurt ook wanneer de tong de keelholte verspert, wat af en toe optreedt bij bewusteloze patiënten. Daarnaast ontstaat soms druk op de luchtwegen waardoor ze geblokkeerd worden. Dit vindt plaats bij bijvoorbeeld een verhanging of wurging. Een tekort aan zuurstof of een teveel aan giftige gassen verhoogt ook de kansen op een verstikking. Ook allerlei
hartaandoeningen,
longaandoeningen en
bloedvataandoeningen,
medicatiegebruik, te veel alcohol drinken en
elektrocutie veroorzaken mogelijk verstikking.
Risicofactoren
De belangrijkste risicofactoren voor verstikking zijn onder meer:
- jongere leeftijd (baby’s en peuters hebben een verhoogd risico vanwege het inslikken van voorwerpen)
- ouderdom (verminderd slikvermogen bij ouderen)
- neurologische aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, die slikproblemen veroorzaken
- alcoholmisbruik, dat het bewustzijn en de motorische vaardigheden vermindert
- voedselconsumptie waarbij onvoldoende wordt gekauwd of te grote stukken worden ingeslikt
- gebruik van bepaalde medicatie die de slikreflex beïnvloedt, zoals kalmerende middelen
- epilepsie, waarbij de tong tijdens een aanval de luchtwegen kan blokkeren
Symptomen
Gedeeltelijke belemmering van de luchtwegen
Bij een gedeeltelijke belemmering van de luchtwegen, kan de patiënt nog wel wat geluid voortbrengen. Hij heeft dan
een piepende ademhaling of hij maakt een hijgend geluid. De patiënt verwijdert dan met de hoestreflex zelf het vreemde voorwerp uit de keel.
Volledige belemmering van de luchtwegen
Wanneer de luchtwegen volledig verstopt zijn, ontstaat ademnood bij de patiënt die probeert te happen naar adem. Hierdoor is hij in paniek en grijpt hij naar de keel. Spreken,
huilen of
hoesten is namelijk niet meer mogelijk. De ademhaling en het hart verliezen stilaan hun functie. De patiënt heeft tevens een blauwe gelaatskleur door een gebrek aan zuurstof in het bloed (
medische term: anoxemie). De huidskleur is blauwrood bij verstikking door koolmonoxide (carboxyhemoglobine is rood). Het gelaat is gezwollen en tevens heeft de patiënt uitpuilende ogen (
exoftalmie). Bij verstikking verliest een patiënt vroegtijdig het bewustzijn door tekort aan zuurstof in de
hersenen. De huid voelt koud aan en ziet er
bleek uit. Het lichaam probeert namelijk om zoveel mogelijk zuurstof naar de hersenen te krijgen.
Alarmsymptomen
De alarmsymptomen van verstikking vereisen onmiddellijke aandacht. Deze omvatten:
- blauwe of roodachtige gelaatskleur (cyanose of carboxyhemoglobine)
- uitpuilende ogen
- onvermogen om geluid te maken
- grijpen naar de keel
- plotseling verlies van bewustzijn
- oppervlakkige ademhaling of ademstilstand
- koele, bleke huid
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van verstikking is meestal klinisch en gebeurt op basis van de symptomen en de medische voorgeschiedenis van de patiënt. De volgende onderzoeken kunnen worden uitgevoerd om de oorzaak en ernst van de verstikking te bepalen:
- lichamelijk onderzoek van de luchtwegen en longen
- beeldvorming zoals een thoraxfoto of CT-scan om vreemde voorwerpen of obstructies in de luchtwegen te identificeren
- bloedgasanalyse om de zuurstof- en kooldioxidewaarden in het bloed te meten
- een endoscopie om de luchtwegen visueel te inspecteren
Behandeling
De behandeling van verstikking varieert afhankelijk van de oorzaak en de ernst van de obstructie. Eerste hulp omvat meestal het volgende:
- Bij een gedeeltelijke obstructie moet de patiënt aangemoedigd worden om te blijven hoesten.
- Bij een volledige obstructie kan het Heimlich-manoeuvre worden toegepast.
- Bij bewusteloosheid is onmiddellijke reanimatie nodig.
- Ziekenhuisbehandeling kan bestaan uit het verwijderen van vreemde voorwerpen met behulp van gespecialiseerde technieken, zuurstoftherapie of mechanische ventilatie.
Eerste hulp bij verstikking
De hulpverlener belt eerst de hulpdiensten. Hij beoordeelt de oorzaak van de verstikking en probeert deze indien mogelijk te verwijderen. Hij haalt de patiënt weg uit de onveilige omgeving, met bijzondere aandacht voor zijn eigen veiligheid, vooral als de verstikking is veroorzaakt door de inademing van een schadelijk gas. Wanneer elektrocutie de oorzaak is, verwijdert de hulpverlener de patiënt van de stroombron, maar alleen met inachtneming van zijn eigen veiligheid en de juiste bescherming. Daarna zorgt de hulpverlener voor frisse lucht en maakt hij de kleding van de patiënt los.
Patiënt is bij bewustzijn
Als er een vreemd voorwerp in de keel zit en de patiënt nog bij bewustzijn is, probeert de hulpverlener dit voorwerp voorzichtig te verwijderen door een scheppende beweging te maken met zijn vinger. Tijdens deze beweging plaatst de hulpverlener zijn duim via de wang tussen de kaken van de patiënt, omdat de patiënt door een reflex kan bijten.
Als het voorwerp nog steeds aanwezig is, gaat de hulpverlener naast en iets achter het slachtoffer staan. De hulpverlener staat hierbij op ongeveer 135 graden ten opzichte van de patiënt, als je een volledige cirkel van 360 graden zou voorstellen. Hij plaatst een hand op de borst van de patiënt, laat de patiënt naar voren buigen en geeft dan vijf krachtige slagen met de hiel van zijn hand tussen de schouderbladen.
Indien het voorwerp zich nog steeds in de keel bevindt, geeft de hulpverlener vervolgens vijf buikstoten. Een andere methode is het toepassen van de Heimlich-manoeuvre. Hierbij gaat de hulpverlener achter de patiënt staan en plaatst zijn handen rond de buik. Hij vormt een vuist met één hand, plaatst deze tussen de navel en de onderkant van het borstbeen, en grijpt de vuist met de andere hand vast. Vervolgens trekt hij beide handen met een ruk schuin omhoog richting zichzelf. Dit doet hij vijf keer kort achter elkaar. Vaak komt het vreemde voorwerp hierdoor uit de mond.
Patiënt is bewusteloos
Als de patiënt bewusteloos is, legt de hulpverlener hem voorzichtig op de rug met het hoofd opzij. Hij plaatst de hiel van zijn hand tussen de navel en het borstbeen van de patiënt en voert een snelle, krachtige opwaartse beweging uit richting het borstbeen. Hij controleert ook regelmatig de mond van de patiënt om te zien of er slijm of andere obstakels aanwezig zijn, die hij zo nodig verwijdert.
Indien de patiënt niet meer ademt, past de hulpverlener onmiddellijk reanimatie toe.
EHBO: Zeker niet doen
De hulpverlener mag het vreemde voorwerp in de keel nooit proberen te verwijderen met zijn vingers of met een pincet, omdat dit het object verder in de luchtwegen kan duwen. Het toepassen van de Heimlich-manoeuvre is ook niet geschikt voor zwangere vrouwen en kinderen jonger dan één jaar.
Prognose
De prognose van verstikking hangt sterk af van de snelheid waarmee de behandeling wordt gestart en de oorzaak van de obstructie. Patiënten die snel worden geholpen, hebben vaak een goede kans op volledig herstel. Indien de hersenen echter te lang zonder zuurstof zitten, kan dit leiden tot blijvende schade, waaronder hersenbeschadiging of overlijden.
Complicaties
Verstikking kan leiden tot ernstige complicaties, waaronder:
- hersenschade door zuurstofgebrek
- herseninfarct
- cardiorespiratoir arrest (hart- en ademstilstand)
- bewusteloosheid
- blijvende neurologische schade
- fatale afloop bij uitblijvende hulp
Preventie
Het voorkomen van verstikking is in veel gevallen mogelijk door:
- bewustzijn te verhogen over de gevaren van kleine voorwerpen en voedsel bij kinderen
- EHBO-trainingen te volgen zodat omstanders adequaat kunnen handelen
- adequate medische begeleiding voor mensen met slikproblemen
- veiligheidsmaatregelen bij het eten, zoals het goed kauwen van voedsel en vermijden van te grote stukken
- het minimaliseren van risicogedrag, zoals het overmatig gebruik van alcohol of drugs