Conisatie of exconisatie aan de baarmoederhals
Conisatie of exconisatie: een operatie waarbij een wigvormig stukje weefsel uit de baarmoederhals wordt weggenomen. Deze ingreep vindt plaats wanneer er sprake is van een afwijkend uitstrijkje. Wat is een conisatie, hoe werkt het en wat zijn de nawerkingen?
Baarmoederhalskanker
Bij baarmoederhalskanker is er sprake van kanker aan het slijmvlies van de baarmoederhals. Baarmoederhalskanker is over het algemeen een langzaam groeiende kanker, en kan soms herkend worden doordat er zich een voorstadium aandient. Tijdens dit voorstadium zijn er onrustige cellen in het slijmvlies terug te vinden.
Om het voorstadium van baarmoederhalskanker tijdig te ontdekken, wordt bij alle Nederlandse vrouwen vanaf dertig jaar met regelmaat een uitstrijkje gemaakt, tijdens dit uitstrijkje wordt er wat slijmvlies uit de baarmoederhals weggenomen. Dit slijmvlies wordt in een laboratorium bekeken. Wanneer er onrustige en afwijkende cellen aanwezig zijn, kan dit een voorstadium van baarmoederhalskanker betekenen. Om deze reden wordt een vrouw met een afwijkend uitstrijkje altijd doorverwezen naar een gynaecoloog.
Wat is conisatie?
Conisatie en exconisatie zijn beiden benamingen die hetzelfde betekenen: het is een operatie waarbij een wigvormig stukje weefsel uit de baarmoederhals wordt verwijderd. Er wordt weefsel verwijderd wanneer er sprake is van een meer ernstige tot ernstige afwijkingen tijdens het uitstrijkje: meestal bij een uitslag vanaf PAP3B. Echter, soms wordt er ook al bij PAP3A behandeld. Een en ander hangt af van de mate van ernstigheid en of na een half jaar nog steeds sprake is van deze afwijking. Ook de leeftijd van de vrouw speelt een rol: jongere vrouwen hebben meer kans op spontane genezing dan oudere vrouwen.
Waarom een conisatie?
Wanneer de arts ontdekt dat er sprake is van afwijkende cellen, zullen deze weggenomen moeten worden. Alleen zo zal het voorstadium van baarmoederhalskanker behandeld kunnen worden. Het weghalen van afwijkende cellen kan op twee manieren: via een lisexcisie (lisbiopt), een soort brandende schraper, en via een conisatie. Een conisatie wordt steeds minder uitgevoerd omdat meerdere artsen kiezen voor de lisexcisie.
Een conisatie kan dienden als onderzoek of als behandeling, vaak verricht men deze twee tot één behandeling. Het weefsel wordt kegelvormig weggenomen en daarna onderzocht in het laboratorium. Aan de hand van dit onderzochte weefsel kan men bekijken of er sprake is van baarmoederhalskanker of een voorstadium en in welke mate. Ook wordt bekeken of het aangedane weefsel helemaal verwijderd is door de snijranden te bekijken.
Hoe verloopt een conisatie?
Een conisatie is een zwaardere ingreep dan een lisexcisie, omdat een conisatie onder algehele verdoving plaats vindt, dit in tegenstelling tot een lisexcisie. Met een mesje wordt een inkeping in het weefsel van de baarmoederhals gemaakt. Er wordt een wigvormig stukje uitgenomen, een soort kegeltje. De gehele ingreep duurt ongeveer vijftien minuten.
Na de ingreep zal men bijkomen van de narcose. Na enkele uren kan de vrouw naar huis. Vaak zal er wel sprake zijn van napijn: hierbij kunnen er pijnstillers genomen worden. Bloedingen na een conisatie is heel normaal en kan tot enkele weken duren, maar is meestal na twee weken sterk verminderd.
De meeste vrouwen hebben na de ingreep nog het meeste last van de narcose: hiervan kan men echt twee dagen door uit de running zijn. Houdt hier dus rekening mee in verband met werk of opvang van kinderen. Zwaar tillen is de eerste dagen na de ingreep nog niet aan te raden.
Zwanger en conisatie
Na een conisatie is er geen probleem om zwanger te worden. Er wordt wel geadviseerd om te wachten totdat het bloeden na de ingreep gestopt is. Zolang er bloedverlies is, kan de wond geïnfecteerd raken. Na een conisatie kan de baarmoederhals wat verzwakken. In sommige gevallen is dit zo ernstig, dat er tijdens de zwangerschap een steunbandje om de baarmoederhals moeten worden aangebracht. Een slappe baarmoederhals wordt ook wel een
cervixinsufficiëntie genoemd. ook kan een conisatie voor littekenweefsel zorgen, waardoor het verstrijken van de baarmoedermond aan het einde van de zwangerschap langzamer of moeizamer verloopt.
Na een conisatie krijgt de vrouw nog een nacontrole door de arts: deze bekijkt on hoeverre de wond is genezen. Wanneer de wond goed genezen is, is een zwangerschap mogelijk. De arts zal dan "groen licht" hiervoor geven indien de vrouw nog een kinderwens heeft. Meestal is dit zes tot acht weken na de conisatie.
Lees verder