Biologische oorzaken van overgewicht
Wat maakt het zo moeilijk om verantwoord en effectief af te slanken? Waarom helpt lijnen vaak onvoldoende om een gezond gewicht te bereiken? Wat veroorzaakt het jojo-effect? Welke invloed hebben hormonen op je eetlust en je metabolisme? Hoe zit het bijvoorbeeld met ghreline, PYY of leptine of de darmbacterie Akkermansia muciniphila? Wat heeft het recente onderzoek van de arts Joseph Proietto naar de biologische veranderingen van het menselijk lichaam na gewichtsverlies opgeleverd?
Het jojo-effect
Hoe komt het dat verreweg de meeste mensen die, al dan niet onder begeleiding, dankzij lijnen succesvol zijn afgeslankt, in de loop van de tijd geleidelijk aan weer zwaarder worden?
Het algemene vooroordeel is dat dit te maken heeft met een gebrek aan discipline of wilskracht.
Wetenschappelijk staat echter al tientallen jaren vast dat gewichtsverlies een bijna onvermijdelijk verlies aan spiermassa oplevert. Als iemand vermagert door te lijnen, verliest hij niet alleen vet, maar ook spiermassa. In de praktijk brengt dit met zich mee dat die persoon van het nuttigen van dezelfde hoeveelheid calorieën zwaarder wordt dan toen hij nog op zijn oorspronkelijke gewicht stond. Dit komt omdat spiermassa relatief veel energie nodig heeft. Daarom is het van groot belang dat mensen die afvallen, door middel van lichaamsbeweging aan de vergroting van hun spiermassa werken.
Mensen die serieus, verantwoord en blijvend willen afvallen, krijgen ondanks alle inspanningen nogal eens te maken met het zogenaamde jojo-effect. Dit is het verschijnsel, dat je na het lijnen volgens een al dan niet verantwoord afslankdieet, enige tijd minder streng op je voeding let, waardoor je weer in gewicht aankomt, waarna je opnieuw een afslankdieet gaat volgen, enzovoort. Het netto-effect is vaak dat je door dit lijnen als een jojo op en neer gaat met je gewicht en uiteindelijk zwaarder wordt dan dat je was voordat je de eerste keer op dieet ging. Dit is dus het tegengestelde van efficiënt afvallen.
Onderzoek van Joseph Proietto
Een onderzoeksarts aan de universiteit van Melbourne, Joseph Proietto, had het gevoel dat er meer aan de hand moest zijn. Daarom deed hij onderzoek naar de biologische veranderingen in een lichaam na gewichtsverlies.
Uit wetenschappelijk onderzoek was al langer bekend dat gewichtsverlies samen gaat met verschillende metabolische en hormonale veranderingen. Proietto wilde onderzoeken of deze veranderingen van tijdelijke of permanente aard zijn. Daartoe zette hij en zijn team 50 mensen met overgewicht of zwaarlijvigheid 10 weken lang op een streng caloriebeperkt dieet. Hij ontdekte dat zelfs een heel jaar na significant gewichtsverlies het nog altijd mollige lijf van mannen en vrouwen zich gedroeg alsof het aan het verhongeren was en alle zeilen bijzette om de verloren kilo's weer terug te winnen. Hij publiceerde de bevindingen van zijn onderzoek in The New England Journal of Medicine van 27 oktober 2011.
De invloed van hormonen op eetlust en metabolisme
Volgens Proietto zou de werking van een aantal hormonen te maken kunnen hebben met het onderzochte verschijnsel.
Zo staat ghreline bekend als het hongerhormoon, omdat het de eetlust stimuleert. Deze peptide wordt vooral afgescheiden door de maagwand.
Een jaar na het begin van het onderzoek bleek dat het ghrelinewaarde 20% was gestegen. Daarentegen was PYY, een hormoon dat eveneens de eetlust onderdrukt, ook abnormaal laag. Eveneens lager dan verwacht waren de waarden van leptine, een hormoon dat de eetlust onderdrukt en het metabolisme vergroot. Bovendien bleken ook andere hormonen die met eetlust en metabolisme samenhangen, allemaal significant lagere waarden te hebben dan voorafgaande aan het begin van het dieet.
Het lichaam stuurt aan op terugkeer naar het eerdere zwaardere gewicht
Onderzoeker Proietto vermoedt dat het menselijk lichaam een gecoördineerd afweermechanisme kent dat bestaat uit een aantal componenten die allemaal een gewichtstoename bevorderen. In zijn ogen verklaart dit het grote percentage mislukte behandelingen van obesitas.
De rol van de bacterie Akkermansia muciniphila
Op 13 mei 2013 wordt een belangwekkende ontdekking gepubliceerd in PNAS. Onderzoekers van de Katholieke Universiteit van Leuven hebben ontdekt dat er een relatie is tussen het in slechts geringe hoeveelheden aanwezig zijn van de darmbacterie
Akkermansia muciniphila en overgewicht of diabetes 2. Uiteraard is er nog veel nader onderzoek nodig voor dat bekend wordt of en op welke manier bij mensen met overgewicht of diabetes II de darmpopulatie gunstig kan worden beïnvloed door toediening van
Akkermansia muciniphila. Volgens de onderzoekers zou pre-biotische voeding op dit punt een heilzame rol kunnen spelen.
Onverklaarbare variaties in de snelheid van gewichtstoename en gewichtsverlies
Er is nog veel onduidelijkheid over de factoren die van invloed zijn op het gewicht. Zo is bijvoorbeeld wel bekend dat erfelijkheid en eetgewoonten een rol spelen bij het ontstaan van overgewicht, maar zelfs bij tweelingen blijkt sprake te zijn van een onverklaard grote variatie in de snelheid van gewichtstoename en gewichtsverlies.
Daarom is er meer onderzoek nodig om te achterhalen welke factoren er precies een rol spelen en hoe deze kunnen worden beïnvloed.
Lees verder