Vitamine D supplementen zijn vaak nutteloos
Veel mensen in Nederland gebruiken Vitamine D supplementen. Dit zou helpen hartaanvallen, beroertes, kanker en botbreuken te voorkomen. Ook wordt het gebruikt door zwangere vrouwen voor de ontwikkeling van gezonde botten bij de baby. Brits en Zweeds onderzoek uit 2014 heeft echter uitgewezen dat Vitamine D helemaal niet de positieve uitwerking heeft die vaak geclaimd wordt op mensen bij wie geen deficiëntie bestaat.
Het nut van vitamine D supplementen
Waarvoor is Vitamine D nodig?
Vitamine D speelt een belangrijke rol voor enkele van de organen van het menselijk lichaam. Het heeft vier belangrijke doelen:
- Het zorgt voor het op pijl houden van calcium en fosfaat in het bloed doordat het de darmen stimuleert deze stoffen aan voedsel te onttrekken en de nieren om het opnieuw op te nemen.
- Het zorgt ervoor dat botten calcium beter vasthouden.
- Het remt de afgifte van parathormoon uit de bijschildklier.
- Het ondersteunt het immuunsysteem.
Wat gebeurt er bij een tekort aan Vitamine D?
Dit zijn natuurlijk allemaal belangrijke zaken. Heb je een tekort aan Vitamine D dan kan dit leiden tot gezondheidsklachten. Zo kunnen je botten erdoor verzwakt of verweekt raken waardoor de kans op fracturen toeneemt. Het draagt mogelijk ook bij aan osteoporose. Een tekort aan Vitamine D ontstaat vaak door onvoldoende blootstelling aan zonlicht. In gebieden waar een deel van het jaar de zon niet of nauwelijks schijnt hebben mensen verhoudingsgewijs dan ook veel vaker te kampen met een tekort aan deze belangrijke vitamine. Recent onderzoek heeft tevens mogelijke links blootgelegd tussen een Vitamine D-deficiëntie en het ontstaan van verschillende soorten kanker, waaronder darmkanker in het bijzonder. Tevens zou het de kans op depressie verhogen, evenals het neonataal schizofrenierisico.
Hebben we supplementen nodig?
Het menselijk lichaam maakt zelf Vitamine D aan door blootstelling aan zonlicht en door dit te onttrekken aan voedsel. Vitamine D komt van nature voor in vette vis zoals haring, zalm, makreel, tonijn, sardines en paling. Ook zit het in sommige paddenstoelen en in eidooiers. Het aantal voedingsmiddelen dat ons aan deze vitamines helpt is dus beperkt. In Nederland wordt het daarom ook kunstmatig toegevoegd aan margarine en sommige andere melkproducten. In een laag gehalte bevat ook moedermelk vitamine D-achtige stoffen (meer in de achtermelk dan in de voormelk).
Neem je voedingssupplementen om je Vitamine D aan te vullen dan dient dit niet meer te zijn dan maximaal 5 µg per dagdosering. Voor sommige doelgroepen gelden hierop uitzonderingen, zo hebben ouderen er bijvoorbeeld meer behoefte aan en baat bij, even als zwangere vrouwen en vrouwe die borstvoeding geven. Een arts kan je daar meer over vertellen.
Het innemen van supplementen door mensen bij wie Vitamine D-deficiëntieverschijnselen zijn geconstateerd kan erg belangrijk zijn om de nadelige gevolgen van deze deficiëntie om te keren.
Hartaanvallen, botbreuken, beroertes en kanker voorkomen
Veel mensen die voldoende worden blootgesteld aan zonlicht en geen Vitamine D-deficiëntieverschijnselen vertonen nemen supplement omdat ze denken dat dit doeltreffend is in het voorkomen van hartaanvallen, botbreuken, beroertes en kanker. Veel producten claimen deze werking. Recent onderzoek trekt deze claims echter in twijfel.
Wanneer de werking en effectiviteit van een geneesmiddel of supplement wordt getest gebeurt dit vaak door middel van dubbelblinde studies. In dat geval wordt het middel getest op een groep proefpersonen waarvan een deel het middel toegediend krijgt terwijl een ander deel van de groep een placebo krijgt zonder dat arts nog proefpersoon weet wie welk middel heeft gekregen. Vervolgens gelden alleen de bloeduitslagen en overige resultaten. Een dergelijke proef is onlangs losgelaten op de inname van Vitamine D, met opvallende resultaten als gevolg. Onderzoekers publiceerde hierover in het toonaangevende wetenschappelijk tijdschrift
The Lancet Diabetes & Endocrinology Journal.
Eerdere claims dat Vitamine D zou helpen in het voorkomen van de genoemde kwalen waren niet gebaseerd op een dubbelblind onderzoek, maar op de bevinding dat mensen die aan de genoemde kwalen leden na hun dood lage Vitamine D-waarden bleken te hebben. Hieraan werd vervolgens een causaal verband verbonden dat er dus niet blijkt te zijn. Naar nu blijkt zijn het juist de genoemde aandoening die de aanmaak van Vitamine D door het lichaam remmen. Het is niet een tekort dat de aandoeningen veroorzaakt of de kans erop vergroot.
Onderzoekers van de Universiteit van Uppsala in Zweden toonden zelfs aan dat het innemen van extra Vitamine D zonder dat hier een indicatie voor is kan leiden tot verhoogde gezondheidsrisico's. Het kan bijvoorbeeld het risico op heupbreuken bij ouderen verhogen.
Lees verder