Kun je eetgewoonten veranderen?
Bij het terugdringen van overgewicht bij kinderen wordt het steeds duidelijker dat slechte eetgewoonten moeten worden vervangen door goede. Maar welke factoren spelen daarbij een rol en kun je deze factoren zo beïnvloeden dat eetgewoonten zullen verbeteren?
De kwaliteit van de voeding van kinderen
De voeding van veel kinderen voldoet niet aan de richtlijnen. In Amerika krijgen kinderen ongeveer 35 procent van de calorieën uit toegevoegde suikers en vaste vetten, terwijl het aanbevolen percentage veel lager ligt (tussen de 5 tot 15 procent). In alle landen van de Europese Unie eten kinderen te veel vet en te weinig voedingsmiddelen met zetmeelachtige koolhydraten. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, RIVM, heeft in 2005 en 2006 onderzoek gedaan naar het voedingspatroon van peuters en kleuters in Nederland. Daaruit komt naar voren dat jonge kinderen onvoldoende groenten, fruit en vis eten en te weinig voedingsmiddelen met vezels. Andere peilingen van het RIVM laten van 1987 tot 2003 een dalende trend zien in de gemiddelde consumptie van groenten en vers fruit bij alle kinderen. Hoewel steeds minder verzadigd vet wordt gegeten krijgen Nederlandse kinderen vanaf 4 jaar nog te veel van dit vet binnen.
Eetgewoonten veranderen
Omdat veel kinderen in de westerse landen niet de juiste voeding krijgen, lopen zij een hoger risico op allerlei gezondheidsproblemen. Om dit te voorkomen zullen kinderen anders moeten gaan eten. Zij zullen gezonder moeten gaan eten. De belangrijkste vraag die daarbij naar voren komt is: kan dat wel? Is het mogelijk om het eetpatroon van een kind te veranderen? Veel ouders hebben ondervonden dat het soms erg moeilijk is om hun kind gezond te laten eten. Zij hebben misschien wanhopig geprobeerd hun kind iets nieuws te laten proeven of hebben grote weerstand ondervonden tegen het eten van een bepaalde groente. Voor deze ouders ligt het niet voor de hand om deze vraag met een volmondig “ja” te beantwoorden. Toch is het mogelijk om de eetgewoonten van een kind te veranderen. Dat kan als duidelijk is hoe deze ontstaan en welke factoren daarop van invloed zijn.
Hoe ontstaan eetgewoonten?
In opdracht van de Europese Unie wordt sinds 2002 onderzoek gedaan naar de consumptie naar groenten en fruit: het Pro Children Project (na 2008: Pro Greens Project). In het kader hiervan heeft een samenwerkingsverband van wetenschappers uit de Verenigde Staten en verschillende Europese landen onderzoek gedaan naar de factoren die van invloed zijn op de consumptie van groenten en fruit . Zij bestudeerden 98 studies uit vooral Europa (32%) en de Verenigde Staten (49%) die tussen 1958 en 2006 zijn gepubliceerd en betrekking hebben op kinderen van 6 tot 19 jaar. Zij ontdekten dat:
- wat het kind weet over een bepaald voedingsmiddel van invloed is op de consumptie: als kinderen bijvoorbeeld meer over goede voeding weten dan eten ze daar meer van.
- de houding die een kind aanneemt met betrekking tot een bepaald voedingsmiddel of een groep voedingsmiddelen is van invloed: zo leidt een afwijzende houding tot lagere consumptie en een accepterende houding tot het eten van meer van dat voedingsmiddel.
- de smaakvoorkeur de meeste invloed blijkt te hebben op de consumptie van groenten en fruit: des te meer kinderen een bepaalde soort groenten of fruit lekker vonden, des te meer ervan werd gegeten.
- Amerikaans onderzoek bevestigt de belangrijke invloed van smaakvoorkeuren bij tieners. EAT (Eating Among Teens) is een langlopend researchproject van de universiteit van Minnesota dat in 1998 van start is gegaan en al meer dan 70 publicaties heeft opgeleverd. Een van de belangrijkste doelen is onderzoek te doen naar de factoren die de eetgewoonten van tieners beïnvloeden. In 2003 werd in het kader van dit project de resultaten van het onderzoek gepubliceerd onder leiding van Dianne Neumark-Sztainer, hoogleraar publieke gezondheid, naar de factoren die van invloed zijn op de consumptie van groenten en fruit van kinderen op de middelbare schoolleeftijd. Bijna 4000 jongeren van 31 verschillende scholen deden mee aan een uitgebreide schriftelijk enquête en meer dan 900 ouders werden door getrainde projectmedewerkers telefonisch geïnterviewd. Er werden vragen gesteld over allerlei onderwerpen die in verband zouden kunnen staan met het eten van groenten en fruit, zoals: welke soorten de voorkeur hebben, of gezonde voedingskeuzen als belangrijk worden ervaren, wat en hoeveel er wordt gegeten en welke eetpatronen er binnen het gezin bestaan. Analyse van deze gegevens bracht naar voren dat vooral de smaakvoorkeur van belang is bij het ontstaan van eetgewoonten.Verder laat dit onderzoek zien dat
- de beschikbaarheid van groenten en fruit ook verband houdt met de consumptie ervan: als bijvoorbeeld bij kinderen thuis of op school vaak of altijd verschillende soorten groenten en fruit voor hen beschikbaar was werd er meer van gegeten.
Genetische invloeden
Verschillende studies naar de voorkeuren van volwassen tweelingparen tonen aan dat de genetische invloed na de kinderjaren toeneemt. In een recent Fins onderzoek waarin 2009 jongvolwassen tweelingen met elkaar werden vergeleken werd bijvoorbeeld ontdekt dat de keuze voor specifieke voedingsmiddelen en de frequentie waarin deze genuttigd werden voor een belangrijk deel verklaard konden worden door erfelijke invloeden. De voorkeuren van eeneiige tweelingen kwamen sterker overeen dan die van niet-eeneiige. Verder concludeerden de onderzoekers dat er geen invloed aantoonbaar was van voedselvoorkeuren uit het gezin van herkomst. De genetische invloed op voorkeuren wordt kennelijk groter naarmate iemand ouder wordt. Het effect van andere invloeden uit de omgeving is bij kinderen dus groter. Dat is gunstig omdat veel omgevingsfactoren van kinderen wel beïnvloed kunnen worden en de biologische bepaaldheid niet. Het veranderen van die omgevingsfactoren kan een gunstige invloed hebben op de smaakvoorkeur op de lange termijn en daarmee ook op de eetgewoonten.
De invloed van ouders
Goed voorbeeld doet volgen: slecht voorbeeld ook
In 2007 heeft een groep Nederlandse wetenschappers van het Erasmus Universitair Medisch Centrum 58 voornamelijk Amerikaanse (50%) en Europese (40%) studies geanalyseerd over factoren in de omgeving van het kind die van invloed zijn op het eetgedrag. Deze analyse laat zien dat verschillende onderzoeken concluderen dat er een verband is tussen wat ouders eten en wat hun kinderen eten. Als ouders meer groenten of fruit eten dan eten hun kinderen daar ook meer van. Dit verband is er echter ook tussen de hoeveelheid snacks en vet die de ouders en kinderen eten. Bij oudere kinderen (13-18 jaar) is er niet alleen een duidelijk verband tussen wat zij eten en hun ouders, maar ook met wat de andere gezinsleden eten. Als de broers of zussen bijvoorbeeld per dag meer calorieën eten, dan doen de tieners uit dat gezin dat ook. De oorzaak van het verband is niet geheel duidelijk. Sommige wetenschappers verklaren dit verband met de theorie die stelt dat kinderen gedrag kunnen leren door wat zij zien: sociaal leren. Kinderen kunnen leren door het gedrag van andere mensen te observeren. Niet alleen wat anderen doen wordt geobserveerd, maar ook de gevolgen van het gedrag. Of een kind een bepaalde gedraging wel of niet overneemt hangt met name af van de consequenties daarvan zoals deze door dat kind worden waargenomen. De kans dat gedrag wordt overgenomen is groter als het voorbeeld in de ogen van het kind belangrijker is. Volgens deze theorie ligt het dan ook voor de hand dat ook het eetgedrag van ouders door de kinderen in dat gezin wordt overgenomen.
De invloed van ouders op de hoeveelheid voedingsmiddelen
Ook ander gedrag van ouders is van invloed op het eten van hun kind. Zij kunnen bijvoorbeeld de hoeveelheid ongezonde voedingsmiddelen die hun kinderen mogen eten beperken. Hoewel het logisch lijkt dat beperking leidt tot gezonder eten suggereert onderzoek het tegenovergestelde. Het Amerikaanse National Institute of Health heeft onderzoek gedaan naar de samenhang tussen het gedrag van moeders en het eetgedrag van hun dochters van vijf jaar oud. De dochters van de moeders die de hoeveelheid vetrijke voedingsmiddelen voor hun kind zoveel mogelijk probeerden te beperken, bleken meer vet te consumeren dan de dochters waarvan de moeders dat niet deden. Ook ander Amerikaans onderzoek naar de voeding van meer dan 300 blanke en Mexicaanse jonge kinderen toonde aan dat de kinderen van ouders die de hoeveelheid vette voedingsmiddelen trachtten te beperken meer vet binnenkregen. Verder blijkt uit de analyse van het Erasmus Universitair Medisch Centrum dat de beschikbaarheid van de voedingsmiddelen in het gezin en de toegankelijkheid daarvan voor het kind van invloed zijn: des te vaker deze aanwezig zijn en met des te minder moeite kinderen deze kunnen bemachtigen, des te meer ze ervan zullen eten. Dit laatste geldt vooral voor groenten en fruit.
Veranderen, maar hoe?
Een belangrijke factor bij het veranderen van de eetgewoonten van een kind is de invloed van de ouders:
- Geef het goede voorbeeld: Streef zelf gezond eetgedrag na.
- Als ouder kun je (zeker bij jonge kinderen) bepalen welke voedingsmiddelen je wel of niet aan je kind ter beschikking stelt en in welke hoeveelheden. Pas daarbij wel op dat je je niet schuldig maakt aan overdreven beperking zoals onder het vorige kopje is uitgelegd. Het gaat vooral om het beschikbaar hebben van voldoende gezonde voeding, liefst kant en klaar. denk daarbij aan suikerarme dranken (water in de koelkast, eventueel aangelengd met een beetje limonade of citroensap), schoongemaakt fruit of hapklare groenten.
- Geef je kind informatie over gezonde voeding die belangrijk voor je is en waarom dat zo is.
- Stel je kind in staat ervaringen met gezond voedsel op te doen. Laat je kind helpen bij het schillen, pellen en bereiden van gezond eten. Help met het ontdekken van gezond voedsel dat nieuw is voor je kind door het in een ontspannen sfeer te laten proberen. Houd daarbij rekening met het feit dat een kind iets soms pas lekker gaat vinden na het 10 tot 15 keer geproefd te hebben.
- Realiseer je dat de meeste veranderingen zullen leiden tot veranderingen van het gedrag binnen het hele gezin. Jij als ouder vervult daarin een cruciale rol. Het is als ouder mogelijk om in de kinderjaren positieve invloed uit te oefenen op veel factoren die van belang zijn om tot een gezond of gezonder voedingspatroon van je kind te kunnen komen.
Lees verder