Geschiedenis van het ideale gewicht en de BMI

Als het om gezondheid gaat kom je vaak de termen 'ideaal gewicht' en 'Body Mass Index' (BMI) tegen. Dit artikel gaat in op de historische achtergronden van deze termen. Er wordt antwoord gegeven op vragen als: Op welke manieren is in het verleden het ideale gewicht berekend, wat houdt BMI in en hoe is deze ontstaan, op welke manier zijn de afkappunten vastgesteld en is een hoge BMI altijd nadelig voor de gezondheid? Voor ouders rijst de vraag: zegt de BMI iets over de gezondheid van mijn kind?

Het ideale gewicht

Het “ideale gewicht” is een begrip dat overal in onze samenleving wordt gebruikt. In advertenties over afslankproducten en in boeken van veel dieetgoeroes draait het om dit begrip. In gezondheidsrubrieken in kranten en tijdschriften en in televisieprogramma's wordt deze term regelmatig gebruikt. Op het internet komt het ideale gewicht op talloze websites voor. Het is een schijnbaar overduidelijk begrip waar maar weinig mensen vraagtekens bij zullen zetten. Bij nadere bestudering blijkt echter dat het ideale gewicht niet zo'n helder begrip is als op het eerste gezicht lijkt. De meest voor de hand liggende vraag blijkt namelijk al niet eenvoudig te beantwoorden: hoe bereken je wat het ideale gewicht van een bepaald persoon is? Als aangenomen wordt dat er zoiets bestaat als het ideale gewicht dan zou dat moeten kunnen worden berekend. In het verleden zijn al heel wat pogingen ondernomen om een formule te bedenken waarmee is uit te rekenen wat het ideale gewicht zou moeten zijn.

Broca's Index

De voorloper daarin was de Franse arts Pierre Broca. Hij zocht naar een methode waarmee artsen en apothekers eenvoudig en snel de hoeveelheid medicijnen voor een bepaalde patiënt konden bepalen die per kilogram lichaamsgewicht moesten worden berekend. Hij ontwikkelde daarvoor in 1871 Broca's Index, een formule waarmee op basis van de lichaamslengte berekend kon worden hoeveel iemand normaal zou moeten wegen. Dit was volgens Broca het lichaamsgewicht dat paste bij een bepaalde lichaamslengte, als er geen sprake was van ondergewicht of overgewicht. Volgens zijn formule werd het normale gewicht als volgt berekend:

  • Ideale gewicht (in kg) = lengte (in cm) – 100

Neem simpelweg van de lichaamslengte het aantal centimeters boven de 100. Dat getal zou dan het ideale gewicht in kilo's moeten zijn. Iemand die 180 centimeter lang is, zou volgens de methode van Broca 80 kilo moeten wegen. Het principe van Broca om op basis van lichaamslengte een inschatting te maken van het gewicht, is door vele anderen gebruikt om het ideale lichaamsgewicht te berekenen. In de loop der tijd leverde dat een grote variatie aan formules op, die allemaal gebaseerd zijn op Broca's Index. Van onbekende oorsprong is de formule die ervan uitgaat van het ideale gewicht voor mannen 10% lager zou moeten zijn dan Broca's Index. Een man die 180 centimeter lang is, zou volgens deze methode dus een ideaal gewicht van 72 kilo moeten hebben. Voor vrouwen ligt het percentage volgens deze berekening nog lager, op 15%. Een vrouw met een lichaamslengte van 180 centimeter mag dan niet meer dan 68 kilo wegen. Naast deze relatief simpele methode zijn er in de loop der jaren ook andere formules bedacht, die niet gebaseerd waren op deze index.

De Hamwi-formule

Een voorbeeld een wat ingewikkelder berekening is de formule van George Hamwi die in 1964 twee formules publiceerde, een voor mannen en een voor vrouwen. Omgerekend naar het metriek stelsel zijn volgens de Hamwi-formules voor het ideale gewicht als volgt:
  • Voor mannen= 48,0 + (lengte - 152,40): 2,54 x 2,7
  • Voor vrouwen= 45,5 + (lengte - 152,40): 2,54 x 2,2

Het ideale gewicht van een vrouw van 180 centimeter zou niet 68, maar 70 kilo moeten zijn en dat van een man van met dezelfde lengte niet 72, maar 77 kilo. Bij andere berekeningen worden naast de lengte ook andere lichaamskenmerken meegenomen. Zoals de variatie op de Hamwi-formule, die op verschillende websites te vinden is. Hierbij wordt rekening gehouden met de lichaamsbouw. Voor dunne en zware personen mag het lichaamsgewicht 10% afwijken van dat van het gemiddelde. Het ideale gewicht van een man met een smalle bouw en een lengte van 180 centimeter mag dan 69 kilo en bij een brede bouw 85 kilo zijn. Voor smalle vrouwen van dezelfde lengte is 62 kilo het ideale gewicht en voor brede vrouwen 76 kilo.

Verschillen tussen de berekeningen

Het aantal kilo's dat een man van 180 cm mag wegen volgens deze twee berekeningen van het ideale gewicht varieert nogal: van 69 kilo tot en met 85 kilo. Voor een vrouw van 180 cm varieert het zelfs van 62 kg tot en met 80 kg. Dit zijn opvallend grote verschillen. Het lijkt erop dat de bedenkers van de berekeningen en de gebruikers ervan niet van dezelfde informatie of inzichten uit zijn gegaan. Zo komt het doel waarvoor de berekening is gemaakt soms niet overeen met waar deze voor gebruikt wordt. Bijvoorbeeld werd, zoals hiervoor al beschreven werd, Broca's Index niet ontwikkeld om het ideale gewicht van iemand uit te rekenen. De basis waarop de berekeningen zijn gefundeerd ontbreekt. Bij de variatie op de Hamwi-formule is het bijvoorbeeld niet duidelijk waarom gekozen wordt voor 10% afwijking naar boven en naar beneden en niet voor 5% of 15%. Voor al deze formules bestaat geen deugdelijke wetenschappelijke onderbouwing.

Het ideale gewicht is het statistisch gemiddelde

Een berekeningswijze waar veel onderzoek naar is gedaan heet de Body Mass Index, beter bekend als BMI. Wie op het internet zoekt zal honderden websites vinden met rekenmodules die met behulp van twee gegevens, lengte en gewicht, berekenen wat het ideale gewicht zou moeten zijn op basis van de BMI. De rekenmethode die daarbij gebruikt wordt, is gebaseerd op de Quetelet Index. Deze formule werd ontwikkeld door Lambert Adolphe Jacques Quetelet, een invloedrijke Belgische wetenschapper uit de negentiende eeuw. Hij was betrokken bij de eerste Nederlandse volkstelling in 1830 en deed onder andere onderzoek naar de ontwikkeling van de lichaamslengte van kinderen en volwassen. In zijn werk trachtte hij de gemiddelde mens te beschrijven, een model van een niet-bestaand persoon die in alle opzichten het gemiddelde was van een bepaalde groep mensen. De groepen waar hij onderzoek naar deed waren bijvoorbeeld: alle mensen die in aanraking waren geweest met de Belgische politie, of alle soldaten in het Franse leger of alle personen in een bepaald ziekenhuis. De gemiddelde mens van een bepaalde groep was precies het gemiddelde van alle metingen van die groep, een Jan Modaal van die groep. Het ging daarbij niet alleen om allerlei maten van het lichaam (schedelomtrek, lengte, gewicht, armkracht, enzovoort) maar ook om gegevens over inkomen, opleiding, drankgebruik, huwelijksleeftijd enzovoorts. Met behulp van het model van de gemiddelde mens kon ook de afwijking van het gemiddelde duidelijk worden gemaakt. Bij het vinden van het gemiddelde van een verband tussen de gegevens van een bepaalde groep is het van belang dat er ook een echt gemiddelde is. Duidelijk wordt dat als de twee gegevens waartussen het verband wordt gezocht in een grafiek tegen elkaar worden afgezet. Als het verband bestaat dan wordt verwacht dat de gegevens van de meeste personen rond een bepaalde waarde uitkomen en dat hoe meer de waarde hiervan afwijkt, des te minder deze in de groep voorkomt. Alleen dan is het goed te bepalen wat het gemiddelde is. Toen hij de gegevens over de lichaamsmaten analyseerde hoopte hij een duidelijk verband te vinden tussen de lengte en het gewicht en de grafiek die daarbij paste:

Afbeelding 1Afbeelding 1
De grafiek die hij kreeg was echter niet zo mooi symmetrisch. Dat komt wel vaker voor. Het probleem dat zich dan voordoet is dat het gemiddelde dat niet goed te bepalen is. De grafiek in afbeelding 2 maakt dat duidelijk:
Afbeelding 2Afbeelding 2
Deze laat zien dat door de verdeling van de resultaten het gemiddelde niet goed te bepalen is. Hij experimenteerde met verschillende formules, echter bleek dat berekeningen als: gewicht gedeeld door de lengte en gewicht gedeeld door de lengte keer de lengte keer de lengte (dus gewicht gedeeld door lengte3) ook geen mooi gemiddelde gaven. Als echter de formule gewicht gedeeld door de lengte maal de lengte werd toegepast, dan was er wel sprake van een duidelijk gemiddelde:

  • Quetelet Index: gewicht in kilogram : lengte in meters x lengte in meters

Hij kreeg zo een grafiek die erg veel leek op afbeelding 1. De hoogte van de gebogen lijn geeft aan hoeveel personen een bepaalde uitkomst hebben. Des te hoger de lijn, des te meer mensen hebben die uitkomst. Hierop is niet alleen te zien wat het gemiddelde is, maar ook in hoeverre een willekeurige uitkomst daarvan afwijkt. Des te meer de waarde van de index van een bepaald persoon naar links of naar rechts van het gemiddelde afstaat, des te groter is het verschil met die van de gemiddelde mens. Steeds verder naar links zijn de personen steeds magerder voor hun lengte en steeds verder naar rechts zijn ze steeds dikker voor hun lengte. Quetelet onderzocht de gegevens over het gewicht en de lichaamslengte van een aantal groepen schoolkinderen, volwassenen, bejaarden en ziekenhuispatiënten in de buurt van Brussel en kwam tot de conclusie dat een volgroeid persoon gemiddeld
  • iets meer dan 45 kilogram woog
  • iets langer was dan 1.60 meter
  • Quetelet Index van 17,58
Volgens Quetelet behoorde de gemiddelde mens tot de klasse van het ideaaltype mens. Afwijking daarvan zag hij als lelijk of onwenselijk.

Als je het ideale gewicht hebt, leef je langer

In de tijd van Quetelet hadden de wetenschappers in de geneeskunde wel een vermoeden dat dik zijn waarschijnlijk niet gezond was, maar daar was geen overtuigend bewijs voor geleverd. Interesse bij de wetenschap voor het verband tussen lichaamsgewicht, lichaamslengte en gezondheid werd in het begin van de 20ste eeuw gewekt door Amerikaanse levensverzekeringsmaatschappijen die zochten naar nieuwe criteria waaraan nieuwe klanten moesten voldoen om de financiële risico's beter in te kunnen schatten. Zij wilden met behulp van objectieve maten, zoals lengte, gewicht, bloeddruk, beroep, et cetera kunnen berekenen wat de gemiddelde levensduur was. Louis Dublin was statisticus die werkte voor de grote levensverzekeringsmaatschappij Metropolitan Life Insurance Company. Hij creëerde in 1908 The Dublin Standard Table of Heights and Weights, waarin voor het eerst verband gelegd werd tussen de lengte en het gewicht van personen en hun levensverwachting. In 1943 werden door deze verzekeringsmaatschappij voor het eerst verschillende tabellen ontwikkeld voor mannen en vrouwen. Uit deze tabellen bleek dat mensen die te zwaar waren voor hun lengte korter leefden dan mensen die niet te zwaar waren. De term ideaal gewicht werd in die tijd verbonden met deze tabellen. De levensverzekeringsmaatschappijen bedoelden hiermee het gewicht bij een bepaalde lengte dat volgens de tabellen de langste levensverwachting voorspelde. De tabellen werden in de periode na 1908 als snel in de Amerikaanse medische praktijk als standaard gebruikt om het ideale gewicht te bepalen. Dit is opvallend omdat zij daar in eerste instantie niet voor bedoeld waren. Er werd bijvoorbeeld geen rekening gehouden met verschillen in levensstijl. Verder werd getwijfeld aan de juistheid van de meetgegevens omdat het gewicht niet werd bepaald door onafhankelijke personen, maar door de polishouder zelf. Door gebruikt te maken van zelfrapportage, liep men het risico dat de polishouder loog over zijn gegevens. Connor Gorber geeft in zijn onderzoek uit 2007 een samenvatting van een trend die uit 47 onderzoeken naar voren komt: bij zelfrapportage zijn vooral vrouwen geneigd zijn een lager gewicht op te geven en hun lichaamslengte wat te overdrijven. Verder waren de tabellen alleen bedoeld om levensverwachting in te schatten.

Methoden om de gezonde hoeveelheid lichaamsvet te bepalen

Het zoeken naar het ideale lichaamsgewicht door de medische wetenschap vroeg om een andere aanpak van de research, een aanpak die gericht was op gezondheid in plaats van levensduur. In de loop van de tijd werd het vermoeden steeds sterker dat de oorzaak van de kortere levensverwachting zou kunnen liggen in de hoeveelheid vet die in het lichaam is opgeslagen: des te meer lichaamsvet des te groter de kans op voortijdig overlijden. Omdat dikke mensen vaker ziekten, zoals hartkwalen, hoge bloeddruk en diabetes kregen, vermoedde men dat deze veroorzaakt werden door een overmatige hoeveelheid lichaamsvet. Om verder onderzoek te kunnen doen naar de effecten van een teveel aan lichaamsvet was het van belang om een eenvoudige en vooral goedkope manier te ontwikkelen waarmee de hoeveelheid lichaamsvet kon worden bepaald. In die tijd waren er verschillende methoden beschikbaar om dit te meten.

Bij huidplooimeting moet op een aantal plaatsen van het lichaam met behulp van een speciaal meetapparaat (een huidplooimeter) nauwkeurig de dikte van van de huidplooi worden bepaald. Het aantal plaatsen waar gemeten moet worden hangt af van het meetprotocol en varieert van minimaal 3 tot maximaal 7. Met deze maten kon de hoeveelheid lichaamsvet vrij nauwkeurig worden berekend. Om tot een goede bepaling van de hoeveelheid lichaamsvet te komen is het exact meten van de huidplooidikte cruciaal. De huidplooimeter moet met dezelfde druk en precies op de voorgeschreven plaats worden gebruikt. Deze manier van meten kan alleen succesvol worden gedaan als gemeten wordt door ervaren en getrainde medewerkers. De kosten van een onderzoek kunnen daardoor flink oplopen, zeker als het om een groot onderzoek gaat. Een andere methode is het vergelijken van het lichaamsgewicht als de persoon onder water is en de normale manier van wegen. Met deze gegevens kan vrij precies de hoeveelheid lichaamsvet worden bepaald. Door de benodigde meetinstrumenten is ook deze methode erg kostbaar.

Ancel Keys: de BMI als maat voor de hoeveelheid lichaamsvet

Ancel Keys, hoogleraar aan de Universiteit van Minnesota, kwam met een veel goedkopere oplossing. In 1972 werd onder zijn leiding een groot Amerikaans onderzoek uitgevoerd om de nauwkeurigheid van een aantal rekenmethoden te onderzoeken waarmee de hoeveelheid vet in een lichaam ingeschat zou kunnen worden op basis van lengte en gewicht, waaronder die van Quetelet. Bij 7424 personen uit ´vijf landen werd de hoeveelheid lichaamsvet bepaald met behulp van directe meetmethoden. Deze gegevens werden vergeleken met de resultaten die de verschillende rekenmethoden opleverden. De index van Quetelet bleek het meest nauwkeurig overeen te komen met de directe meetmethoden. De naam van de index werd door Keys omgedoopt in de “Body Mass Index” (BMI), de formule bleef identiek aan die van Quetelet. Keys waarschuwde er expliciet voor dat de index niet gebruikt kan worden om iets te zeggen over een specifiek persoon. De BMI was uitsluitend bedoeld om bij wetenschappelijk onderzoek gegevens van groepen mensen met elkaar te vergelijken.

Onnauwkeurigheden in de BMI als maat voor de hoeveel het lichaamsvet

Als deze index gebruikt wordt om de hoeveelheid lichaamsvet van een bepaald persoon in te schatten, dan moeten ook andere belangrijke aspecten erbij worden betrokken. Bij de berekening van de BMI wordt namelijk niet meegenomen of het om een man of een vrouw gaat, wat de leeftijd is, in welke mate de persoon gespierd is en uit welke bevolkingsgroep de persoon voortkomt. En deze gegevens zijn van belang omdat ze invloed hebben op de hoeveelheid lichaamsvet:
  • Het lichaam van een man verschilt in samenstelling van dat van een vrouw: een vrouw heeft bijvoorbeeld meer lichaamsvet dan een man.
  • Bij kinderen fluctueert het lichaamsvet van periode tot periode en naarmate iemand ouder wordt neemt het vetpercentage meestal wat toe.
  • Personen van Aziatische afkomst hebben een lagere BMI, maar meer lichaamsvet.
  • Omdat spierweefsel zwaarder is dan lichaamsvet wegen sterk gespierde mensen aanmerkelijk meer dan mensen met dezelfde maten, maar met minder spieren.
Voor een aanzienlijk aantal mensen geeft de berekening een onjuiste weergave van de hoeveelheid vet in het lichaam. Echter, de BMI werd de populairste meetmethode die tot op de dag van vandaag overal wordt gebruikt in de wetenschap, in de gezondheidszorg, door de overheid en daarbuiten.

Wanneer is er sprake van teveel lichaamsvet: ontstaan van de afkappunten

Keys heeft, net als Quetelet, geen onderzoek gedaan naar grenzen waarbinnen een bepaald lichaamsgewicht bij een bepaalde lengte goed of niet goed is voor de gezondheid. Veel onderzoek naar lichaamsgewicht en gezondheid dat in de vorige eeuw is uitgevoerd ging uit van de grenzen die voortkwamen uit de gegevens van de Amerikaanse levensverzekeraars uit 1943 en 1983. Een man van 180 centimeter met een gemiddelde bouw werd volgens deze grenzen gezien als te zwaar als deze meer woog dan 83 kilo. Een vrouw van dezelfde lengte en postuur werd als te zwaar aangemerkt als haar gewicht 80 kilo of meer bedroeg. Recenter onderzoek maakt gebruik van grenzen die voortkomen uit een reeks uitgebreide onderzoeken naar gezondheid van de Amerikaanse bevolking die van 1976 tot 1980 werd gehouden, de National Health and Nutrition Examination Surveys (NHANES). Daarin wordt gesteld dat:
  • een volwassen vrouw overgewicht heeft als haar BMI hoger is dan of gelijk is aan 27,3. Een vrouw van 180 centimeter heeft bij deze grens overgewicht als zij 89 kilo of zwaarder weegt.
  • een man overgewicht heeft bij een BMI van 27,8. Een man van 180 centimeter heeft overgewicht vanaf 91 kilo.
  • Daarnaast worden ook grenzen gegeven voor ernstig overgewicht BMI hoger dan 31,1 voor mannen en BMI hoger dan 32,2 voor vrouwen.
In 1995 stelde de World Health Organization (WHO) voor lagere grenzen te nemen: een BMI boven de 25 betekende overgewicht, boven de 30 extreem overgewicht. In 1998 formeerde de National Institutes of Health (NIH), het gezaghebbende instituut in Amerika op het gebied van gezondheid, een forum van experts om te adviseren over de grenzen van de BMI. Dit forum concludeerde dat de grenzen moesten komen bij 25 en 30, omdat uit onderzoek zou blijken dat bij personen met een BMI boven de 25 er een duidelijke toename te zien was van de gezondheidsrisico's die gerelateerd zijn aan overgewicht. Een ander argument was dat deze grenzen makkelijker te onthouden waren door de professionals die ermee zouden gaan werken. Bij deze laatste afkappunten werd geen onderscheid meer gemaakt tussen mannen en vrouwen. Op dit moment zijn deze grenzen de breedst geaccepteerde norm die gehanteerd wordt in kringen van gezondheidszorg en wetenschap waarmee op basis van de BMI overgewicht wordt vastgesteld. Het gevolg van het accepteren van deze nieuwe afkapnormen is dat mannen en vrouwen die 180 centimeter lang zijn niet zwaarder mogen wegen dan 81 kilo.

De BMI: niet altijd betrouwbaar

Niet alle wetenschappers zijn het eens met het besluit deze grenzen aan te houden. Als er namelijk geen rekening wordt gehouden met bovengenoemde factoren die van invloed zijn op de nauwkeurigheid van de inschatting van de hoeveelheid lichaamsvet, dan kan dat soms leiden tot zeer opmerkelijke resultaten. Op verschillende websites van en over filmsterren, in sporttijdschriften en in promotiemateriaal zijn gegevens beschikbaar over de lengte en het gewicht van veel Amerikaanse beroemdheden. Als daarmee de BMI wordt berekend blijkt dat er nogal wat Amerikaanse beroemdheden volgens de gestelde grenzen overgewicht zouden hebben, waarvan afgevraagd kan worden of het vetpercentage inderdaad wel zo hoog is. Voorbeelden hiervan zijn:
  • ex-president George Bush (BMI 26),
  • Johnny Depp (BMI 27)
  • Brad Pitt (BMI 28)

De volgende Amerikanen zouden extreem veel overgewicht moeten hebben:
  • Mel Gibson (BMI 32)
  • Arnold Schwarzenegger (BMI 33)
  • Mike Tyson (BMI 32)

Een aantal wetenschappers heeft twijfels over de grens tussen de categorie licht (BMI 25 tot 30) en extreem (>30) overgewicht. Daniel McGee, hoogleraar statistiek aan Florida State University, heeft de overlijdensgegevens van meer dan 15% van in totaal 388.622 personen uit verschillende landen (w.o. Amerika) uit 26 wetenschappelijke studies geanalyseerd. Zijn onderzoek toont aan dat meer mensen met extreem overgewicht eerder overlijden dan mensen zonder overgewicht. Echter kon hij geen verband aantonen tussen het vroegtijdig overlijden en licht overgewicht. Een team van wetenschappers onder leiding van Gregg Fonarow, hoogleraar geneeskunde en directeur van het centrum voor hartziekten van de University of California Los Angeles heeft in 2008 onderzoek naar levensduur en overgewicht bij gezonde personen en personen met een hartziekten geanalyseerd. De resultaten van de 9 studies, waar 28.209 personen bij betrokken waren, tonen aan dat personen met overgewicht (ook met extreem overgewicht) en een hartkwaal een grotere levenskans hadden dan personen zonder overgewicht.

Wat moet je als ouder met de BMI?

In Nederland wordt gebruik gemaakt van aanpassingen van de afkappunten voor de BMI van kinderen vanaf 2 jaar. Op verschillende websites zijn deze te vinden. Zeker gezien wat hiervoor is beschreven kun je als ouder hier nooit uitsluitend op afgaan als het gaat om de gezondheid van je kind. Het is dan ook onverstandig om je kind op dieet te zetten op basis van de BMI. Als je je als ouder zorgen maakt om het gewicht van je kind zal alles wat van belang is tegen het licht moeten worden gehouden, o.a.:
  • Wat is de groeicurve: welke gegevens zijn bekend over eerdere metingen?
  • Is er sprake van versnelde verhoging van het BMI vanaf 6 jaar?
  • Is er sprake van genetische aanleg?
  • Hoeveel ongemak heeft het kind van zijn overgewicht?
Het is het beste om dit altijd met uw huisarts of schoolarts te bespreken. Deze kan samen met u de volgende stappen bepalen.

Lees verder

© 2013 - 2024 Furcow, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Wat is het ideale gewicht en het gewenste vetpercentage?Wat is het ideale gewicht en het gewenste vetpercentage?Wat is het ideale gewicht. Dat is een vraag die veel Nederlanders zich regelmatig stellen. Het ideale gewicht is het gew…
Reken je BMI uitReken je BMI uitVeel mensen hebben we het idee dat ze te zwaar zijn maar weten eigenlijk niet wat de 'norm' is. Ben je gewoon aan de zwa…
Het berekenen van de BMI en het ideale gewichtHet berekenen van de BMI en het ideale gewichtOvergewicht is een hardnekkig probleem dat steeds meer voorkomt onder de Nederlandse bevolking. Wanneer we spreken over…
Hoeveel moet ik afvallen?Hoeveel moet ik afvallen?Een vetrolletje hier en daar hoeft helemaal geen ramp te zijn. Het is belangrijk dat u tevreden bent met je lichaam, maa…

Wat kun je wel/niet eten tijdens het geven van borstvoedingHet is voor ieder mens van belang om gevarieerd en gezond te eten. Maar als je borstvoeding geeft is dit zelfs extra bel…
Voedselallergie baby voorkomen: voeding en andere tipsVoedselallergie baby voorkomen: voeding en andere tipsKoemelkallergie is de meest voorkomende voedselallergie bij baby's. Daarnaast kunnen al jong allergieën ontstaan voor an…
Bronnen en referenties
  • "Journal of the American Diabetes Association;" Therapy: Changing Dietary Concepts, Diabetes Mellitus: Diagnosis and Treatment Vol. 1;" G. J. Hamwi, M.D.; 1964
  • http://www.changingshape.com/resources/references/idealbodyweight.asp
  • Eknoyan,G., 2007. Adolphe Quetelet (1796–1874) - the average man and indices of obesity. Nephrol Dial Transplant: Oxford University Press: Oxford.
  • 2007 A comparison of direct vs. self-report measures for assessing height, weight and body mass index: a systematic review S. Connor Gorber1,*, M. Tremblay1, D. Moher2,3, B. Gorber4 Obesity Reviews Volume 8 Issue 4 page 307-326
  • Keys A, Fidanza F, Karvonen MJ, Kimura N, Taylor HL.Indices of relative weight and obesity. J Chronic Dis. 1972 Jul 1;25(6):329-43.
  • Keys, A., Fidanza, F., Karvonen, M. J., Kimura, N., Taylor, H. L. (1972) ‘Indices of relative weight and obesity’. Journal of Chronic Diseases, 25, 329-242.
  • McGee DL; Diverse Populations Collaboration. Body mass index and mortality: a meta-analysis based on person-level data from twenty-six observational studies. Ann Epidemiol. 2005;15:87–97.
  • Body mass index and mortality in heart failure: A meta-analysis Antigone Oreopoulos MSca, Raj Padwal MD, MScb, , , Kamyar Kalantar-Zadeh MD, MPH, PhDc, Gregg C. Fonarow MD, FACCd, Colleen M. Norris PhDe and Finlay A. McAlister MD, MScb American Heart Journal V156 Issue 1 page 13-22 juli 2008
Furcow (5 artikelen)
Gepubliceerd: 20-11-2013
Rubriek: Mens en Gezondheid
Subrubriek: Kinderen
Bronnen en referenties: 8
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.
Medische informatie…
Deze informatie is van informatieve aard en geen vervanging voor professioneel medisch advies. Raadpleeg bij medische problemen en/of vragen altijd een arts.