Oost-Indische kers: gezondheidsvoordelen en inhoudsstoffen
De Oost-Indische kers (Tropaeolum majus) is een eenjarige, kruipende en soms klimmende plant met prachtige gele of oranje bloemen. De plant komt uit de familie Tropaeolaceae (klimkersfamilie), een familie van tweezaadlobbige planten. De Oost-Indische kers is anders dan de meeste andere planten in je tuin. In het begin zie je alleen hun ronde bladeren, waaraan je de Oost-Indische kers gemakkelijk kunt herkennen. Als hij dan ergens tussen midzomer en herfst zijn heldere bloemen ontvouwt, verlies je de interessante bladvorm bijna uit het oog, omdat de bloemen zo mooi zijn om naar te kijken. Het leuke aan de Oost-Indische kers is dat hij ook donkere plekken onder bomen of andere schaduwrijke plekken vult met zijn groene bladeren en sterke kleuren zodra hij bloeit. Je kunt zowel de ronde bladeren als de bloemen eten en je gerechten op smaak brengen met de licht pittige smaak. Dit is niet alleen lekker, maar ook heel gezond. Oost-Indische kers helpt onder meer tegen verkoudheid en hoest.
De Oost-Indische kers
De Oost-Indische kers combineert een heerlijke smaak, sprankelende bloemen en helende eigenschappen. Bovendien gedijt de plant goed in de schaduw, op het balkon en in de tuin en de plant heeft weinig verzorging nodig. Het is gemakkelijk te planten en houdt roofdieren zoals insecten en slakken weg. Al met al dus een droomplant voor in de kruidentuin. Oost-Indische kers bevat mosterdolie-glycosiden die ontstekingen remmen en werken tegen bacteriën, schimmels en virussen. Daarnaast smaakt de plant erg goed en zijn bijna alle delen ervan eetbaar. Als sterk klimmende plant is de Oost-Indische kers ook ideaal voor het vergroenen van garages, achtertuinen, balkons of huismuren en het geeft esthetisch aangename bloemen.
Oorsprong en kenmerken
De Oost-Indische kers komt oorspronkelijk uit Zuid- en Midden-Amerika, maar komt anno 2020 ook in Europa voor, net als in andere gematigde streken op aarde. Je kunt dus spreken van een neofiet, een nieuwkomer, een plant die hier vroeger niet voor kwam. Oost-Indische kers groeien bij voorkeur op relatief voedselrijke grond en verdraagt ook schaduwrijke locaties. De eenjarige plant wordt tot 60 centimeter hoog, maar kan ook omhoog klimmen als je de plant een beetje leidt. In het late voorjaar ontkiemen ronde stelen uit de dikke, ronde zaden, en de gladde, grauw-groene bladeren doen denken aan een wapenschild. De specifieke vorm van de bladeren is een specialiteit onder de inheemse planten. De bladeren hebben de eigenschap dat ze vuil afstoten. Vuil wordt eenvoudig weggespoeld bij een regenbui. De oranje, rode of gele bloemen verschijnen tussen juni en oktober. Deze bloemen zijn ongeveer vijf centimeter hoog en erg decoratief.
Bladeren van de Oost-Indische kers (voor- en achterzijde) /
Bron: Rasbak, Wikimedia Commons (CC BY-SA-3.0)Inhoudsstoffen van de Oost-Indische kers
Algemeen
De Oost-Indische kers bevat
ijzer,
kalium,
magnesium, zwavel en
fosfor, evenals
vitamine C. De plant is daarom geschikt voor een gezond dieet. Bloemen, bladeren en zaden zijn eetbaar. Hun scherpe smaak, wat doet denken aan
mierikswortel, komt door de aanwezige mosterdolieglycosiden. Deze dienen ter bescherming van de plant en voorkomen dat microben de plant beschadigen; het werkt tegen bacteriën, schimmels en virussen. Dit helpt ook mensen die de plant consumeren: mosterdolieglycosiden zijn effectief tegen stafylokokken,
E.-colibacteriën en zelfs tegen
griepvirussen. Bij kompressen op de huid stimuleren ze de bloedcirculatie. Oost-Indische kers werkt als een
natuurlijk antibioticum zonder dat er tekenen zijn van resistentieontwikkeling.
Mosterdolieglycosiden
Mosterdolieglycosiden, ook bekend als iothiocyanaatglycosiden of glucosinolaten, zijn chemische verbindingen die stikstof en zwavel bevatten en die worden gevormd uit aminozuren. Het zijn secundaire plantenstoffen. Ze bieden de typische smaak van
radijs, mosterd, mierikswortel, kool en Oost-Indische kers; heet en bitter tegelijk. Mosterdolieglycosiden werken in hoge mate tegen bacteriën. In de (natuur)geneeskunde worden deze stoffen, verkregen uit Oost-Indische kers en mierikswortel, gebruikt om luchtwegaandoeningen en
urineweginfecties te voorkomen. Ze remmen ook ontstekingen.
Gezondheidsvoordelen van de Oost-Indische kers
Algemeen
Oost-Indische kers helpt tegen ontstoken luchtwegen,
bijholteontsteking,
bronchitis, urineweginfecties en spijsverteringsproblemen Uitwendig toegepast verbetert het de genezing van wonden, en werkt het tegen milde huidletsels,
huiduitslag en
acne.
Medicatie tegen scheurbuik
De plant werd populair in de 19e eeuw. Artsen kwamen er toen achter dat scheurbuik te wijten was aan een
tekort aan vitamine C en dat bevat het Zuid-Amerikaanse kruid in grote hoeveelheden. De zaden zijn gemakkelijk op te bergen en de plant kan ook worden gekweekt op een boot of in de onderkomens van nooddruftigen, onder wie toentertijd vitaminetekort wijdverbreid was.
Thee voor verkoudheid en hoest
De Oost-Indische kers kan op veel manieren voor medicinale doeleinden worden gebruikt. Een bekend huismiddeltje is een thee van de gedroogde bladeren, wat je kunt drinken bij
verkoudheid en
hoest. De bladeren worden fijngemaakt en ongeveer twee theelepels ervan worden aan heet water toegevoegd. Tien minuten laten trekken en dan kun je het drinken. Drink de thee twee tot drie keer per dag bij verkoudheid. Om verkoudheid te voorkomen kun je regelmatig verse bladeren en bloemen van de plant eten.
Bloemen, bladeren en zaden van de Oost-Indische kers zijn eetbaar /
Bron: Mary Hutchison, Wikimedia Commons (CC0)Meer toepassingen
Oost-Indische kers kan ook als tinctuur gebruikt worden. Bij spijsverteringsproblemen, luchtwegontsteking en urineweginfecties kunnen volwassenen driemaal daags drie druppels innemen (of zo veel als aangegeven op het flesje).
Oost-Indische kers in de keuken
Van de Oost-Indische kers kun je zowel de ronde bladeren als de bloemen eten. Alle delen van de plant hebben een licht prikkelende, pittige smaak. De bloemen smaken milder. De mooie bloemen zien er geweldig uit in salades. Desserts kunnen ook mooi worden versierd met de bloemen, omdat ze beduidend milder zijn dan de bladeren en daardoor ook geschikt voor desserts. De bladeren kunnen fijngehakt worden en verwerkt worden in salades, kruidenpasta, eiergerechten, op aardappelen, op brood en boter en andere gerechten.
Recepten
Salade met Oost-Indische kers
Wat heb je nodig?
- 2 flinke handen Oost-Indische kersblaadjes
- 1 handvol Oost-Indische kersbloemen
- 1 rode ui, snijd deze in dunne ringen
- 1 rode paprika, in reepjes gesneden
- 1 avocado, in blokjes gesneden
- 1 el olijfolie
- 1 el citroensap
- Zout en peper
Wat te doen?
- Spoel de blaadjes en bloemen af met water en laat ze uitlekken op keukenpapier.
- Pak een grote schaal en doe daarin de blaadjes, bloemen, ui, paprika en avocado. Dan even goed mengen.
- Meng vervolgens 1 eetlepel olijfolie met 1 eetlepel citroensap en breng deze op smaak met een snufje zout en peper.
- Meng deze dressing dit door de salade.
Bepaalde extraatjes maken de salade extra lekker en net even iets specialer. Denk bijvoorbeeld aan croutons.
De knolcapucien is het broertje van de Oost-Indische kers
De knolcapucien (Tropaeolum tuberosum), een klimplant uit de familie Tropaeolaceae, is een plant die sprekend op Oost-Indische kers lijkt. Een belangrijk verschil is dat deze in Nederland wel overwintert. Knolcapucien geeft over het algemeen minder bloemen dan Oost-Indische kers, maar de wortels ervan zijn eetbaar en superlekker. Ze worden in de late herfst en winter geoogst.
Lees verder