Water drinken is soms gevaarlijk
Zodra de buitentemperatuur stijgt, roepen deskundigen dat we veel water moeten drinken. Toch mag niet iedereen veel water drinken. Soms bereikt deze waarschuwing degene pas als het kwaad al is geschiedt. In het ergste geval kun je jezelf verdrinken, omdat het lichaam het vocht niet meer kan afvoeren. Vooral bij hartfalen, voor mensen met nieraandoeningen en bij ernstige zieke leverpatiënten is teveel water gevaarlijk. Het instellen van een vochtbeperking is dan van levensbelang.
Water drinken is gezond
Meestal is water drinken gezond, als het tenminste in normale hoeveelheden gedaan wordt. Het algemene advies is om per dag tenminste 1,5 liter vloeistof te drinken. We hebben water nodig omdat het onder andere zorgt voor de afvoer van afvalstoffen, de darmwerking verbetert en de lichaamscellen van vocht voorziet. Het lichaam bestaat voor 70% uit water, dat we ook weer gedeeltelijk verliezen. Vochtverlies vindt plaats via de urine, de ontlasting, de adem en via de huid. Bij warm weer raken we extra vocht kwijt en het is belangrijk om het verloren vocht aan te vullen door meer te drinken. Groepen die als kwetsbaar beschouwd worden voor het gevaar van uitdroging, zijn vooral kleine kinderen en ouderen. Zij voelen minder snel dorst en drinken vaak niet op tijd uit zichzelf. De omgeving let er meestal goed op of er tijdens warmte genoeg gedronken wordt en biedt regelmatig drinken aan.
Wanneer is water gevaarlijk
In een aantal gevallen is veel water drinken echter gevaarlijk, vooral bij een aantal ziekten waarbij een vochtbeperking geldt. Voor sommige mensen hoeft de hoeveelheid water niet eens groot te zijn om in de problemen te komen. Het lichaam kan een teveel aan water niet verwerken. Bij bepaalde aandoeningen heeft het lichaam de neiging om vocht vast te houden. Het opgehoopte water kan vervolgens schade aanrichten. De omgeving is vaak juist ingesteld op het aanbieden van drinken, waardoor men niet bedacht is op de risico’s ervan.
Vochtbeperking
Aan specifieke groepen mensen met een ernstige aandoening wordt geadviseerd om de vochtinname te beperken. In de beginfase van de aanwezige aandoening is de noodzaak tot vochtbeperking niet altijd bekend bij de zieke en zijn of haar directe omgeving. Het gebeurt regelmatig dat een acute ziekenhuisopname nodig is, waarbij vastgesteld wordt dat er teveel water gedronken is. Vooral warme periodes zijn berucht, omdat dan volgens het advies extra veel gedronken wordt. Het lichaam wordt tevens zwaar belast door de warmte. De medische problemen stapelen zich dan snel op. Tijdens de acute ziekenhuisopname hoort men soms pas over een geadviseerde vochtbeperking. Gedurende de ziekenhuisopname worden noodzakelijke medische maatregelen genomen. Tevens worden adviezen gegeven over eten en drinken aan de zieke en zijn omgeving. Naast de vochtbeperking worden medicijnen en een zoutbeperking voorgeschreven, omdat het lichaam ook vocht vasthoudt door zout.
Bron: Priyanka98742, Pixabay
Hartpatiënten-hartfalen
Als er sprake is van hartfalen, dan werkt de pompfunctie van het hart onvoldoende. Hierdoor kan niet alle vocht uit de weefsels gehaald worden, die steeds meer vocht vasthouden. Het hart gaat steeds harder werken en de nieren krijgen een signaal dat ze meer vocht moeten vasthouden. Opgezwollen voeten en enkels en een opgezette buik kunnen de eerste tekenen zijn van teveel vocht vasthouden. Vaak neemt het gewicht in korte tijd onverklaarbaar veel toe door het vasthouden van vocht. In ernstige gevallen komt er steeds meer vocht tussen de longvliezen of in de longen en ontstaan benauwdheidsklachten. Bij ophoping van een grote hoeveelheid vocht in de longen (acuut longoedeem) is medische hulp onmiddellijk noodzakelijk. Er zal meteen begonnen worden met medicatie om vocht af te drijven en de benauwdheid te verminderen.
Vochtbeperking bij hartfalen
Bij hartfalen kan het nodig zijn om de hoeveelheid vocht te beperken om het hart te ontlasten. Hierbij wordt niet alleen de hoeveelheid water berekend, maar ook het vocht in andere dranken. Soms is het zelfs nodig om de hoeveelheid vocht uit fruit en groente mee te rekenen. Bij een vochtbeperking vanwege hartfalen wordt meestal een maximale totale inname van 1500 ml per dag uit drinken en voeding geadviseerd.
Nierpatiënten
Bij een
verminderde nierfunctie kunnen de nieren het vocht niet meer goed verwerken. Het vocht kan via de urine vermindert uitgescheiden worden en hoopt zich op in het lichaam. Behalve vochtophoping kunnen benauwdheid en verhoogde bloeddruk optreden. Ook het verwijderen van gifstoffen uit het bloed verloopt in verminderde mate. Als de hoeveelheid circulerende gifstoffen te groot wordt kunnen hierdoor klachten optreden. Om de nieren minder zwaar te belasten is het nodig om de vochtinname te beperken. Bij ernstig nierfalen wordt het lichaam door nierdialyse geholpen bij de uitscheiding van vocht en gifstoffen.
Verminderde leverfunctie
Bij ernstige leveraandoeningen kan tevens sprake zijn van teveel vocht vasthouden. Een opgezette buik is een kenmerkend symptoom van een ernstige leverziekte. Bij een
verminderde leverfunctie ten gevolge van levercirrose kan oedeem (vocht vasthouden) optreden of levervocht weglekken naar de buikholte (ascites). De oorzaak is vaak een combinatie van factoren. Bij een te lage concentratie natrium in het bloed (hyponatriëmie) bij een leveraandoening wordt een vochtbeperking geadviseerd. Omdat leveraandoeningen complex zijn is goede afstemming nodig. Gespecialiseerd advies over de hoeveelheid vocht en voeding is noodzakelijk om de voedingstoestand te behouden of te verbeteren.