Voedingsvezels en gewicht verliezen
Voedingsvezels zijn heel belangrijk om verstopping en een opgezette buik te voorkomen en te verhelpen. Voedingsvezels hebben namelijk een herstellende werking op een verstoorde darmfunctie. Bij gebruik van voedingsvezels verbeter je je stoelgang aanzienlijk. Ook als je gewicht wilt verliezen doe je er goed aan om voedingsvezels te eten. In het hele spijsverteringskanaal oefenen voedingsvezels namelijk een belangrijke functie uit van de mond tot in de darmen.
Wanneer je
overgewicht wilt kwijtraken, kun je niet zonder
voedingsvezels. Voedingsvezels zorgen voor een goede stoelgang, voorkomen
obstipatie. Een opgezette buik is iets dat vooral bij vrouwen (vaak chronisch) voorkomt. Een opgezette buik voelt allesbehalve prettig. Maar ook niet onbelangrijk: ze geven een verzadigingsgevoel. Voedingsvezels spelen een belangrijke rol in het hele spijsverteringsproces. De vezels grijpen ook in op de stofwisseling van met name koolhydraten en vet!
Voedingsvezels en vetstofwisseling
Voedingsvezels spelen een belangrijke rol in de vetstofwisseling. Bij
vezelrijke voeding blijken vet- en cholesterolgehalte in het bloed laag te zijn. Vooral de
pectinehoudende voedingsmiddelen hebben deze uitwerking. (
pectine is een onderdeel van de celwanden van planten en vruchten.) In de eerste plaats wordt door het gebruik van vezelrijke voeding vaak het gebruik van vet- en cholesterolrijke voeding verminderd. In de tweede plaats binden voedingsvezels cholesterol in het darm/maagkanaal. Dit cholesterol komt daardoor niet meer beschikbaar voor het lichaam maar verdwijnt met de ontlasting.
Spijsvertering begint in de mond
In de mond zorgen de vezels ervoor dat de voeding goed moet worden gekauwd. Witte rijst (zonder vezels) heb je sneller fijngekauwd dan zilvervliesrijst (met vezels). Wanneer er goed wordt gekauwd, verloopt de
spijsvertering makkelijker. Enzymen kunnen beter op de spijsbrij werken. Aardige bijkomstigheid is dat al dat gekauw op vezels ook goed is voor het gebit, omdat tanden en kiezen door de vezels worden schoongeschuurd. In de maag geven vezels een verzadigingsgevoel. Het is niet voor niks dat we van wit brood bijna oneindig kunnen eten, en dat we van volkorenbrood na drie sneetjes (of twee) een verzadigd gevoel krijgen. Vezels worden namelijk niet afgebroken, maar ze nemen wel plaats in. Door de inname van voedingsvezels verloopt de spijsvertering ook trager: de spijsbrij blijft langer in de maag. Hierdoor blijft een hongergevoel uit.
Voedingsvezels en darmen
Dat voedingsvezels ook in de darmen zeer nuttig zijn, was al in de inleiding te lezen. Wanneer in de dunne darm de voedingsstoffen zijn afgegeven aan het bloed, blijven er onverteerde en onverteerbare resten over. Deze gaan door naar de dikke darm, waar de ontlasting wordt gevormd. De ontlasting bestaat uit deze resten, water, slijm, afgestoten darmwandcellen en een grote hoeveelheid dode bacteriën. Deze bacteriën leven in onze darmen en dien voor de vorming van ontlasting. In het eerste deel van de dikke darm is de ontlasting nog erg vochtrijk. Tijdens de passage van de ontlasting door de dikke darm wordt nog een flinke hoeveelheid water opgenomen uit het bloed. Verder in de darm dikt de ontlasting weer in en wordt er weer vocht afgegeven aan het bloed. We zouden anders teveel vocht kwijtraken met de ontlasting en er zou dan sprake zijn van diarree. De bacteriën die in de darmen leven bewerken de voedselresten, waardoor deze worden afgebroken. Hierbij komen zuren en gassen vrij. De zuren en gassen prikkelen de darmwand, waardoor de darmen gaan bewegen, net zoals dat bij de slokdarm het geval is wanneer we voedsel hebben doorgeslikt.
Door deze bewegingen wordt de ontlasting voortbewogen, totdat het via de anus ons lichaam verlaat. Welke rol spleen de voedingsvezels hier nu in? De bacteriën kunnen goed op de onverteerbare voedingsvezels inwerken, waardoor er zuren en gassen ontstaan, zodat de voortgang van de ontlasting wordt versneld. Daarnaast bezitten voedingsvezels de mogelijkheid water aan zich te binden: hierdoor wordt de ontlasting zachter en omvangrijker. Dit betekent dat de darmen minder hard hoeven te werken om de ontlasting voort te bewegen, terwijl er niet zo'n grote druk op de darmwand komt te staan. Gebrek aan voedingsvezels kan
obstipatie, verstopping veroorzaken. De ontlasting wordt dan te traag dor de darmen vervoerd, hierdoor is er meer tijd beschikbaar om vocht aan de ontlasting te onttrekken, waardoor de ontlasting nog harder wordt en nog trager zal worden voortbewogen.
Voedingsvezels en bloedsuikergehalte
Vezelrijke voedng wordt dus trager afgebroken dan vezelarme voeding. Voor de koolhydraten heeft dit tot gevolg dat er minder snel glucose wordt gevormd. Er is dus minder kans op
glucosepieken. Er hoeft dus minder insuline te worden gevormd om het bloedsuikergehalte op een normaal niveau te brengen.
Lees verder