Bètablokker Metoprolol (Selokeen), werking en bijwerkingen
Bètablokkers zijn oorspronkelijk gemaakt voor hartritmestoornissen. Nu worden ze daarnaast massaal gebruikt tegen hoge bloeddruk en migraine. Ze blokkeren de bèta2- of/en de bèta1-receptor op cellen die een rol spelen bij o.a. de grote van het hartvolume (hoeveel bloed er per hartslag het hart verlaat), het hartritme/frequentie, en bloedvatverwijding (verwijding leidt tot verlaging van de bloeddruk). Voorbeelden van bètablokkers zijn Selokeen (Metoprolol), Atenolol, Bisoprolol, en Propranolol. Er zijn veel overeenkomsten tussen de werkingen van bètablokkers. Meest relevant is of een bètablokker selectief is, ofwel dat het alleen bèta1-receptoren blokkeert of daarnaast bèta2- en misschien nog alfareceptoren. Metoprolol wordt hier uitgebreid besproken.
Hoe werkt de bètablokker Metoprolol (Selokeen)
Metoprolol is een lipofiele selectieve bètablokker (bèta-1). Het vermindert de kracht en frequentie van de hartcontracties door de Bètareceptoren te blokkeren. Hierdoor neemt het volume dat het hart wegpompt en het zuurstofverbruik van het hart af. Door de bètareceptor blokkade wordt tevens de stroomgeleiding in het hart bij de atrioventriculaire knoop vertraagd (atrium is de boezem, ventrikel is de hartkamer). De bloeddruk gaat omlaag door ontspanning van glad spierweefsel en sterke verwijding van de slagaderen in spieren. De bloeddrukverlagende werking is meestal maximaal binnen 1 week. Na stoppen van het medicijn
kan het nog vier weken werkzaam zijn.
Toedieningsvormen van Metoprolol
Metoprolol is verkrijgbaar als tablet (tartraat=zonder gereguleerde afgifte), als tablet met gereguleerde afgifte (Retard/succinaat)),en als injectievloeistof. De werkzame stof van de gereguleerde afgifte tablet is aanwezig in microgranules, waardoor 24 uur lang gelijkmatige serumconcentraties worden verkregen.
Bestaande tabletten:
- Tablet 50 mg (tartraat vorm, geen gereguleerde afgifte)
- Tablet 100 mg (tartraat vorm, geen gereguleerde afgifte)
- Tablet met gereguleerde afgifte (succinaat) 'Retard' 50 mg,
- Tablet met gereguleerde afgifte (succinaat) 'Retard' 200 mg.
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard' 23,75 mg dat overeenkomt met 25 mg metoprololtartraat.
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard' 47,5 mg dat overeenkomt met 50 mg metoprololtartraat.
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard' 95 mg dat overeenkomt met 100 mg metoprololtartraat.
- Tablet met gereguleerde afgifte 'Retard' 190 mg dat overeenkomt met 200 mg metoprololtartraat.
Werkingsduur van een gewone (tartraat) tablet Metoprolol
De halfwaardetijd is 3,5 uur, dus na 3,5 uur is de helft van de stof in de tablet uit het lichaam/niet meer werkzaam. De maximale werking is na 1,5 uur. De lever verwerkt de stof en maakt het onwerkzaam. De stof(fen) verdwijnen via de nieren uit het lichaam.
Toepasbaarheid Metoprolol/Selokeen
Zoals genoemd is Metoprolol een selectieve bèta1-receptor blokker, en zo heeft het effect op die delen van het lichaam waar bètareceptoren zitten. Een bèta1-blokker verlaagd de hartfrequentie, vermindert het hartvolume, en zorgt zo dat het hart minder zuurstof nodig heeft. Door arteriosclerose krijgt het hart door dichtslibben van slagaders van het hart (kransslagaders) minder zuurstof, waardoor er zuurstoftekort van het hart is. Dit kan leiden tot pijn op de borst (angina pectoris). In zo'n situatie is het wenselijk dat het hart minder hard gaat werken en minder zuurstof nodig heeft. Een bèta1-blokker helpt zo tegen angina pectoris (pijn op de borst). Om dezelfde reden is Metoprolol zinvol na een hartinfarct en bij mild tot ernstig chronisch hartfalen.
De slagaders in de spieren bevatten bèta1-receptoren. Het blokkeren van deze receptoren door Metoprolol zorgt voor een bloeddrukverlaging, en zo kun je uitrekenen dat Metoprolol helpt tegen een hoge bloeddruk. De lagere hartfrequentie en het kleinere slagvolume door Metoprolol draagt er eveneens toe bij dat de bloeddruk lager wordt. Het hartfrequentie verlagend effect is uiteraard zinvol tegen een te hoge hartfrequentie (tachycardie).
Bij boezemfibrilleren (atriumfibrilleren) staan de boezems vrijwel stil, ze bewegen enkel nog heel licht en langzaam. Dat komt doordat het elektriciteitsstroompje dat voor het samentrekken van de boezemspieren moet zorgen niet meer goed over de boezem verdeeld is/wordt en er als het ware kortsluiting is ontstaan. Normaal wordt het hart eerst gevuld door samentrekken van een met bloed gevulde boezem, om daarna het verzamelde bloedvolume in het hart weg te knijpen/persen. Bij boezemfibrilleren worden de kamers niet meer goed gevuld waardoor er aan de pols onregelmatigheden voelbaar zijn. Bij boezemfibrilleren zijn dit erge onregelmatigheden, tamelijk vaak en willekeurig. Ook verschillen de slagen in kracht, de ene keer is een pulsatie goed te voelen, een andere keer veel minder duidelijk. Door een bèta1-blokker te geven verminder je het stroompje in de boezem, doorgaans helpt dit tegen boezemfibrilleren. Vooral om het te voorkomen. Als er eenmaal boezemfibrilleren is, zal een tablet Metoprolol hoogst waarschijnlijk onvoldoende zijn. Behalve voor boezemfibrilleren kan Metoprolol gebruikt worden voor/tegen extra slagen van het hart, zogenaamde VES (ventriculaire extra systolen).
Lipofiele bètablokkers zoals Metoprolol worden gebruikt om migraine aanvallen te voorkomen. Het werkingsmechanisme is nog niet duidelijk.
Wanneer moet je Metoprolol niet gebruiken(Contra-indicaties)
Zodra de hartfunctie en bloeddruk van dien aard zijn dat een bètablokker de druppel doet overlopen dient een bètablokker zoals Metoprolol niet gebruikt te worden. Denk aan een veel te lage bloeddruk (o.a. een bovendruk onder de 100 mmHg), een te lage hartfrequentie (beneden 50/minuut en dat de patiënt er klachten van heeft), nog onbehandeld hartfalen, hartfalen met een pols onder de 45/minuut. Overige contra indicaties zijn:
- Een tumor die zorgt voor overproductie van catecholaminen
- Een ECG afwijking waarbij de tijd tussen de P top en de Q groter is dan 0,24 s
- Ernstige benauwdheid door astma, of forse vernauwingen van de luchtwegen(bronchus)
- Te sterk of verkeerd reageren op andere bètablokkers
- Een zeer slechte bloeddoorstroming in de ledematen
- Sick-sinussyndroom
- Tweede en derdegraads AV-blok
Bijwerkingen van Metoprolol
Een bijwerking die zeer vaak voorkomt (meer dan 10%):
Vermoeidheid
Bijwerkingen die vaak voorkomen(1-10%) bij Metoprolol
Klachten van het maag-darmstelsel zoals buikpijn, diarree, verstopte darmen, en misselijkheid.
Symptomen van verminderde doorbloeding cq bloeddruk, zoals koude handen en voeten, lage bloeddruk bij opstaan (orthostatische hypotensie)/duizeligheid, en fenomeen van Raynaud.
Gevolgen van een vertraagde hartslag, denk aan een te trage hartslag en kortademigheid bij inspanning. Symptomen als de hartfunctie door het medicijn in de war is, hartkloppingen en hartbonzen. Als laatste hoofdpijn, mogelijk bij hartbonzen.
Bijwerkingen die soms voorkomen (0,1-1%) bij Metoprolol
- Samentrekken van de luchtwegen/bronchus
- Uitslag op de huid, bijvoorbeeld netelroos
- Huidveranderingen
- Vochtophoping en pijn op de borst
- Toename hartfalen
- Eerstegraads hartblok
- Overgeven
- Meer zweten
- Gevoelsstoornissen
- Verkramping van spieren
- Minder concentratie
- Slecht slapen
- Somberheid
- Dikker worden
Bijwerkingen die zelden voorkomen (0,01-0,1%) bij Metoprolol
- Ritmestoornis van het hart
- Te weinig speeksel
- Te weinig oogvocht
- Visusstoornissen
- Oogontsteking
- Verkoudheid
- Verlies van haar
- Zenuwachtigheid
- Bang worden
- Verstoring in de seksbeleving
- Afwijkende leverwaarden in het bloed
Bijwerkingen die zeer zelden voorkomen (< 0,01%) bij Metoprolol
- Verergering psoriasis
- Gewrichtspijn
- Gewrichtsontsteking
- Leverontsteking
- Achteruitgang van het geheugen
- In de war zijn
- Afsterven van weefsel en verrotting bij bekende slechte bloeddoorstroming van ledematen
- Te weinig trombocyten(=bloedplaatjes), die belangrijk zijn voor de bloedstolling.
- Te weinig leukocyten (= witte bloedcellen), die belangrijk zijn voor de afweer tegen o.a. bacteriën
- Suizend geluid in de oren
- Vervreemding van de omgeving
- Hallucinaties
- Slechter horen
- Smaakverandering of vermindering
- Fibrose van het retroperitoneum
- Lichtovergevoeligheid
- Libido en potentiestoornissen
- Ziekte van La Peyronie
- Vermindering van HDL
- Toename verzadigde vetten
Waarschuwingen en voorzorgen bij Metoprolol
- Pas na zes weken kan het bloeddrukverlagend effect worden beoordeeld
- Als de hartfrequentie afneemt tot 50–55 slagen/min moet de dosering worden verlaagd
- Bij een vertraagde hartslag van onder de 50 slagen per minuut de toediening staken
- Wees voorzichtig bij een eerstegraads AV–blok vanwege een negatief effect op de AV–geleiding
Overdosering van Metoprolol
Symptomen bij overdosering
- Vertraagde hartslag
- Hartstilstand
- Te lage bloeddruk
- Het hart kan het niet meer aan
- Samentrekken van de luchtpijpen
- Te laag suiker in het bloed
- Te veel kalium in het bloed
- Epileptische insulten
- Coma
20 minuten tot 2 uur na inname treden de eerste symptomen op; de effecten van een grote overdosering kunnen meerdere dagen aanhouden.
Dosering Metoprolol
Dosering bij hypertensie:
Volwassenen: 100–200 mg 1×/dag, max. 400 mg per dag.
Tabletten met gereguleerde afgifte: begindosering 50 mg 1×/dag 's ochtends
Kinderen 6–18 j: tabletten met gereguleerde afgifte: 1,0 mg/kg lichaamsgewicht 1×/dag
Dosering van Metoprolol bij onderhoudsbehandeling migraine:
Volwassenen: Oraal: gewone tablet: 100–200 mg per dag in 1–2 giften. Tabletten met gereguleerde afgifte: 100–200 mg 1×/dag.
De hele of gehalveerde tabletten met gereguleerde afgifte innemen zonder kauwen met ruim water.
Andere selectieve bètablokkers zoals Metoprolol die ook hoofdzakelijk werken op de bèta1-receptoren zijn:
- Acebutolol
- Atenolol
- Bisoprolol
- Celiprolol
- Esmolol
- Nebivolol
(Bij verhoging van de dosering verdwijnt de 'selectiviteit' geleidelijk en gedragen zij zich meer en meer als niet-selectieve bètablokkers)
Bètablokkers die minder selectief de bèta1-receptor blokkeren, en dus ook de bèta2-receptor, zijn:
- Pindolol
- Propranolol
- Sotalol verlengd tevens de effectieve refractaire periode van Purkinje-vezels in atrium en ventrikel
- Carvedilol heeft ook een zwakke alfa1-blokkerende eigenschappen
- Labetalol is een bètablokker met alfa1-blokkerende eigenschappen
Lees verder