Eten tijdens de slaap: eten in halfbewuste toestand
Slaapwandelen is het rondlopen in een meestal halfbewuste toestand tijdens de slaap, waarbij het lijkt alsof iemand wakker is. In sommige gevallen wordt de persoon ’s ochtends wakker met allerlei etensresten in bed en een geplunderde koelkast zonder dat hij weet wat er is gebeurd. Het eten tijdens de slaap is een nachtelijk slaapgerelateerde eetstoornis en dit kan leiden tot gewichtstoename. Tijdens deze nachtelijke schranspartijen wordt er vaak veel en calorierijk voedsel naar binnen gewerkt. Wat houdt slaapeten in, wie krijgt het en is het te behandelen?
Wat het is
Slaapeten is vergelijkbaar met slaapwandelen. Mensen die dit doen, staan ’s nachts op en wandelen in een halfbewuste of niet bewuste toestand naar de keuken om zich vervolgens helemaal vol te proppen met calorierijk voedsel. Soms wordt het voedsel meegenomen naar bed en wordt de persoon de volgende ochtend wakker tussen de kruimels, lege verpakkingen van voedsel en met voedselresten aan de vingers en mondhoeken. Een partner kan eventueel vertellen wat er is gebeurd, zelf weet je meestal van niets. Deze aandoening wordt ook wel een nachtelijke slaap-gerelateerde eetstoornis of NS-rood genoemd.
Hoe herken je dit?
Je herinnert je meestal niet meer dat je een nachtelijke eetbui hebt gehad. Omdat het meestal plaatsvindt in een halfbewuste toestand, tussen het slapen en wakker worden, kunnen sommigen zich misschien nog wat fragmenten herinneren. Meestal laat je als slaapeter genoeg sporen na, zoals etensresten in bed, een keuken die overhoop is gehaald of de koelkast die geplunderd is. Vaak is er ’s ochtends maagpijn omdat deze helemaal vol zit. Omdat het meestal gaat om ongezond voedsel, zal degene na een tijd merken dat er een toename is in gewicht. Terwijl je overdag misschien wel normaal eet, is er toch sprake van dikker worden. Misschien denk je wel dat je partner de koektrommel heeft leeg gegeten, maar ben je het zelf wel geweest.
Wat er wordt gegeten
Vaak wordt er voedsel geconsumeerd wat je overdag laat staan. Een nachtelijke eter zal op zoek gaan naar suikerrijk, vet voedsel dat in grote hoeveelheden naar binnen wordt gewerkt. In sommige gevallen zijn er mensen die bizarre voedsel combinaties, eten zoals rauwe spek met veel mayonaise, kaas met chocoladepasta of hotdogs die worden ondergedompeld in een pindakaas. Er zijn ook mensen die zelfs niet eetbare dingen opeten, zoals zeep of krijt.
Wie overkomt het?
Het kan bij iedereen voorkomen, zowel mannen als vrouwen. Het komt meestal voor bij jongere vrouwen. Het komt voor bij ongeveer één tot drie procent van de totale bevolking, waarbij mensen met een eetstoornis vaker worden getroffen. Zij eten overdag te weinig, voelen zich slap overdag, lijden de hele dag honger om gewicht kwijt te raken. De controle over de honger die zij voelen, raken ze kwijt tijdens de slaap en dan geven ze er onbewust aan toe. Sommige mensen lijden aan nachtelijke eetbuien hebben een verleden van drugsgebruik, alcoholisme, andere vormen van verslaving of slaapstoornissen zoals slaapwandelen, slaapapneu of restless legs. Het wordt in bepaalde families wat vaker gezien. In een zeldzaam aantal gevallen is het slaapeten een bijwerking van medicijnen, zoals bij sommige slaapmiddelen (bijvoorbeeld zolpidem).
Wat te doen?
Veel mensen die hieraan lijden schamen zich hiervoor en proberen het zoveel mogelijk verborgen te houden. Toch hebben zij een probleem dat aangepakt moet worden. Eerst moet je toegeven dat je ’s nachts eet en je over deze schaamte zetten. Het is misschien moeilijk, omdat het iets is waar je geen controle over hebt. Vaak begint het met een gesprek met een dokter, waarna je een of enkele nachten doorbrengt in een slaapkliniek. Tijdens het slaaponderzoek (
somnografie) worden hersenactiviteiten gemeten. Daarna volgt er een advies op maat. Als de oorzaak ligt bij het gebruik van slaappillen, moet hier mee worden gestopt. Als er sprake is van een eetstoornis of verslaving, zal dit probleem onder professionele begeleiding aangepakt moeten worden. Sommige mensen hebben veel baat bij gedragstherapie.
Lees verder