Overactieve blaassyndroom: vaak plasneiging en incontinentie
Het overactieve blaassyndroom betekent voor veel mensen dagelijks ongemak, waarbij men in toenemende mate last heeft van de plasneiging. Men heeft verminderde controle over de spieren, waardoor de blaasinhoud als het ware kleiner wordt. Bijkomend probleem is dat de drang zo snel op kan komen, dat het de persoon compleet verrast. Geregeld een ongelukje kan het gevolg zijn. Wat houdt het overactieve blaassyndroom in, hoe wordt het behandeld en wat kunnen de complicaties daarbij zijn?
Overactieve blaassyndroom
Mate van voorkomen
Het hebben van blaasproblemen is een geregeld voorkomende aandoening. Er wordt verondersteld dat zeker een miljoen mensen last hebben van een overactieve blaas, waarbij het ongeveer even vaak bij mannen als vrouwen voordoet. De blaas doet in dat geval als het ware wat het zelf wil, waarbij de persoon de controle erover verliest. De drang kan dus minder goed worden tegengehouden, waarbij men ook eerder kans heeft op druppelen of nadruppelen.
Overmatige signalering receptoren
Meest belangrijke veroorzaker van een gespannen blaaswand is overactivering van de spierreceptoren. De balans tussen activeerder (
acetylcholine) en ontspanner (dopamine) is uit balans, waardoor de spanning toeneemt. Meer spanning op de blaaswand zorgt ervoor dat de blaas in een meer samengeknepen omstandigheid verkeert. Daardoor is de inhoud kleiner, waardoor men eerder de drang krijgt. In plaats van enkele keren per dag (zes tot achter keer in vierentwintig uur) moet men regelmatig naar het toilet. Denk aan ieder uur of vaker, waarbij men het lastig kan ophouden. Men plast echter kleine hoeveelheden, waarna de blaas weer snel is gevuld. Die omstandigheid kan verslechteren, zodra men stress ervaart of juist meer inspanningen verricht. Het is de meest voorkomende reden, waarom men
incontinentie heeft.
Verstoorde waarschuwing drang
Probleem bij het overactieve blaassyndroom, is dat men de drang soms te laat voelt aankomen. Oftewel de neiging om te plassen is er al, terwijl men er zelf nog niet geheel van bewust is. Dit kan tot ongelukkige situaties leiden, waarbij men ongewenst een natte broek krijgt. Omdat de drang daarbij plotsklaps van toepassing kan zijn, kan het op ieder moment van de dag onverwacht optreden. Het hebben van een ongelukje tijdens het werk, kan een zeer ongemakkelijke situatie veroorzaken.
Sociale impact
De meeste mensen willen het niet over dit onderwerp hebben, omdat het veel gene veroorzaakt. Het is als het ware een lichamelijk probleem, waarvoor men zich schaamt. Oftewel men kan er sociale problemen mee ondervinden, omdat men ongewenst en snel een ongelukje kan hebben. De stap naar de huisarts is daarmee ook minder snel gemaakt. Men kan het oplossen door een incontinentieverband te gebruiken, echter dan loopt men er wel altijd mee rond. Omdat het grote invloed op het leven kan uitoefenen, is het verstandig om wel naar de huisarts te gaan.
Mogelijke veroorzakers
Een veel voorkomend probleem bij mannen is een vergrote
prostaat. Deze zit om de urineleider heen en kan eveneens extra druk op de blaas geven. Bij vrouwen kan het eveneens worden veroorzaakt door een te slappe of te gespannen
bekkenbodem, waardoor één en ander in de verdrukking komt. Omdat ook de spierreceptoren van de blaas van groot belang zijn, kan het daar ook aan liggen. Het is te actief – mogelijk geactiveerd door stress en zuren – waardoor de blaas minder inhoud heeft. Dit kan ook liggen aan ongewone stimulering door nabijgelegen zenuwen. Denk aan zenuwbeklemmingen in de rug of bij de heup, waardoor specifieke zenuwen nabij de blaas reageren. Let wel ook overmatige inname van alcohol of koffie kan tot blaasproblemen leiden.
Oefeningen
Des te meer getraind de spieren rondom de blaas zijn, des te beter men controle heeft. Door er telkens op te letten dat men geen drang krijgt, kan men de blaaswandspieren
trainen. Uitstel om te plassen zorgt ervoor dat men aan de omstandigheid gewend raakt. Indien men goed geoefend is, kan men de gang naar het toilet uitstellen. Op die manier kan een normale toiletgang tot ontwikkeling komen. Daarnaast kunnen bekkenbodemoefeningen noodzakelijk zijn. Dit is meestal van toepassing bij vrouwen die een bevalling hebben gehad. Mochten deze oefeningen niet helpen, dan kan mogelijk een zenuwbehandeling baat hebben. Een specifieke zenuw in het ruggenmerg wordt geprikkeld, waardoor de zenuwactiviteit naar de blaas afneemt. Dit wordt uitgevoerd middels de PTNS of ‘Percutane Tibial Nerve Stimulation’ (lit. 1). De elektrische prikkels zorgen ervoor dat de receptoren minder actief worden en dus de drang om te plassen afneemt. Daarbij zal men standaard een kleine neuromodulator moeten dragen, zodat de stimulatie aanhoudend is en dus de drang continu laag is. Dit kan een tijdelijke oplossing zijn, zodat u eraan gewend raakt en toenemende controle over de blaasspieren krijgt. Soms moet het wel langdurig worden toegepast.
Medicatie bij overactieve blaassyndroom
Meest gebruikte medicatie is de inname van Betmiga met als werkzame stof Mirabegron (lit.2). Het heeft tot doel om de blaasspieren verder te laten ontspannen, zodat de blaas meer capaciteit heeft. Het medicijn heeft invloed op de bèta-3-spierreceptoren van de blaas, waardoor de blaaswand tot ontspanning komt (lit.3). De inhoud neemt daarmee toe, waardoor de persoon minder snel plasneiging heeft. Ondanks dat Betmiga voor veel patiënten gunstige resultaten biedt, kan het ook negatieve complicaties hebben. Bij 1 op de tien gevallen leidt het tot verhoogde hartslag, waarnaast men ook een pijnlijke urinewegontsteking of –infectie kan oplopen. Bij 1 op de vijfhonderd gevallen leidt het eveneens tot de volgende klachten (lit.4):
- onregelmatige voelbare hartkloppingen en verhoogde bloeddruk;
- problemen aan de spijsvertering en maag. Denk aan overmatige hoeveelheid gas, diarree, oprispingen;
- blaasontsteking, infectie en jeuk aan het geslachtsdeel;
- pijn en zwelling van de gewrichten;
- verschillende huidaandoeningen. Denk aan jeuk, uitslag, eczeem of netelroos. Dit kan op verschillende delen van de huid voordoen.
Treden deze complicaties op, dan is het verstandig om met de huisarts contact op te nemen. Wijziging van of stoppen met de medicatie kan noodzakelijk zijn. Lees altijd de bijsluiter van Betmiga, zodat u weet welke gevolgen het medicijn kan hebben.
Heeft u last van een overactieve blaas resulterend in incontinentieproblemen, laat u dan altijd door de huisarts informeren. Het kan soms op een handige manier worden behandeld, zodat u ervan afkomt. Het kan ook betekenen dat u verder wordt verwezen naar de uroloog om een concrete behandelingstraject in te gaan.
Lees verder