Syndroom van Bonnet (visuele hallucinaties zien)
Het Charles Bonnet Syndroom (CBS) is een aandoening waarbij geestelijk gezonde patiënten levendige, complexe, steeds terugkerende visuele hallucinaties ervaren. Meestal treft dit patiënten die op latere leeftijd (zwaar) slechtziend zijn geworden. Het syndroom werd door de Zwitserse naturalist Charles Bonnet beschreven in 1760. Hij documenteerde toen zijn 89-jarige grootvader, die door staar bijna blind was geworden in beide ogen. Hij zag echter mannen, vrouwen, vogels, rijtuigen, gebouwen, en wandtapijten, terwijl dit fysiek onmogelijk was. Bonnet leed aan het einde van zijn leven ook aan hetzelfde syndroom. De Engelse psychiatrische literatuur introduceerde het Bonnet-syndroom in 1982. Het syndroom is in de medische wereld nog relatief onbekend.
Epidemiologie Charles Bonnet Syndroom
De incidentie van het Charles Bonnet Syndroom (CBS) staat in wetenschappelijk onderbouwde studies variabel vermeld. De hoge incidentie van non-rapportage van deze aandoening is de grootste belemmering voor het bepalen van de exacte prevalentie. Patiënten zijn namelijk bang voor de diagnose van een psychiatrische ziekte en vrezen dat de arts hen als gek zal bestempelen. De prevalentie van CBS bedraagt tussen 10% en 60%. De aandoening komt voor bij ongeveer 10-15% van de patiënten met matige slechtziendheid. Bij tot 60% van zwaar slechtziende patiënten is het CBS aanwezig. Of CBS vaker voorkomt bij mannen of vrouwen is onbekend, aangezien hierover geen duidelijkheid in de wetenschappelijke literatuur bestaat. Hoewel het syndroom duidelijk geassocieerd is met ouderen, zijn ook gevallen bij kinderen gerapporteerd. Tevens hangt het syndroom samen met een lagere
gezichtsscherpte, maar anderzijds zijn er patiënten met bijvoorbeeld
glaucoom (
medische term voor "verhoogde oogdruk") die nog een goede gezichtsscherpte hebben, en toch aan het Charles Bonnet Syndroom lijden.
Oorzaken Charles Bonnet Syndroom
CBS ontstaat het vaakst bij geestelijk gezonde ouderen, waarschijnlijk vanwege de hoge prevalentie van oogaandoeningen in deze groep. De oorzaak van deze aandoening ligt in de
hersenen en is vergelijkbaar met
fantoompijn, waarbij een persoon gevoel blijft hebben en zelfs pijnsignalen ontvangt wanneer een been geamputeerd is. Het brein slaat allerlei visuele herinneringen en beelden op. Bij CBS kunnen netvliescellen geen visuele beelden meer ontvangen van en doorgeven aan de hersenen als gevolg van een oogziekte of oogzenuwschade, omdat de staafjes en kegeltjes bijvoorbeeld afsterven. Daarom compenseren de cellen dit door eigen fantoombeelden te creëren.
Symptomen: Visuele hallucinaties
Het belangrijkste symptoom van het Charles Bonnet Syndroom is het zien van visuele
hallucinaties.
CBS ontstaat vaak in stilte of in een toestand van rust. Dit gebeurt bijvoorbeeld na een maaltijd of bij het luisteren naar de radio (maar niet bij het indommelen). De hallucinaties bevinden zich altijd buiten het lichaam. Ze zijn puur visueel waarbij andere zintuigen niet zijn betrokken. De hallucinaties hebben geen persoonlijke betekenis voor de patiënt. Hallucinaties kunnen seconden, minuten of uren duren. Vaak komen symptomen voor wanneer er weinig licht is. De aard van de hallucinatie hangt af van het deel van de hersenen dat actief is. De hallucinaties kunnen zwart-wit of in kleur zijn. Patiënten kunnen roosterpatronen waarnemen, maar vaak zien ze complexere beelden. Mogelijke beelden zijn:
- Afbeeldingen van complexe gekleurde patronen en beelden van patiënten komen het meeste voor, gevolgd door dieren, planten of bomen en levenloze objecten. De hallucinaties passen vaak in de omgeving van de patiënt.
- Cijfers (vaak kinderen), gezichten, wilde dieren en bewegende voertuigen. Bovendien zijn herkenbare personen, inclusief overledenen, gerapporteerd.
- Teksten of brieven, maar meestal is het lezen van deze documenten onmogelijk wanneer de patiënt dit probeert.
Diagnose en onderzoeken
Het stellen van de diagnose is soms lastig en de arts mist dit dan vaak. De diagnose gebeurt door het uitsluiten van andere aandoeningen waarbij
visuele hallucinaties (het zien van onechte beelden) kunnen voorkomen. Sommige bijwerkingen van medicijnen kunnen eveneens visuele hallucinaties veroorzaken. Als er bijkomende problemen of neurologische symptomen zoals
geheugenverlies,
zwakte of tremor (
bevingen) aanwezig zijn, verwijst de arts de patiënt naar een neuroloog. Deze sluit andere aandoeningen uit die mogelijk bijdragen aan de hallucinaties. Dit syndroom is nog vrij onbekend bij artsen omdat patiënten dit uit schaamte en
angst vaak niet melden.
Behandeling
Voor het Charles Bonnet Syndroom is geen effectief bewezen behandeling beschikbaar. De beste aanpak is de patiënt
geruststellen, waarbij de arts de patiënt aanmoedigt om over de hallucinaties te praten met familie en/of anderen. Emotionele ondersteuning is van groot belang zodat de patiënt zich begrepen voelt. Soms zijn
kalmeringsmiddelen en psychologische ondersteuning vereist bij een
depressie. Een goed gevoel voor humor helpt om zich beter aan CBS aan te passen. Familie en gezondheidsmedewerkers kunnen op een
luchtige manier de bizarre hallucinaties bevestigen. Grappen maken mag, maar alleen als de patiënt ze vermakelijk vindt. Ook
ontspanningstechnieken helpen bij het omgaan met de hallucinaties. Daarnaast meldt de arts aan de patiënt dat de hallucinaties
geen psychologische betekenis hebben. Ze zijn niet het product van het verleden, van een trauma of van onverwerkte gevoelens. Met andere woorden, achter de hallucinaties zit geen diepere betekenis.
Belangrijk is dat de patiënt regelmatig een
oogarts bezoekt om de ogen te laten controleren. De oogarts kan dan (onderliggende) oogaandoeningen tijdig opsporen en/of behandelen. Door oogproblemen te verhelpen kan mogelijk ook het CBS-syndroom verbeteren.
Tips voor patiënten
Bij sommige patiënten met CBS kunnen de volgende tips helpen om de hallucinaties te verminderen of te verlichten. Deze tips helpen niet altijd en niet bij iedereen, maar zijn het proberen waard:
- De ruimte verduisteren of juist verlichten.
- Met de ogen knipperen.
- Naar de afbeelding of hallucinatie toe gaan.
- Naar de afbeelding of hallucinatie schreeuwen.
- Op de afbeelding of hallucinatie slaan.
- Staren naar de hallucinaties of juist bewegen / weglopen.
- Van links naar rechts kijken, ongeveer één keer per seconde gedurende vijftien tot dertig seconden zonder dat het hoofd beweegt; de ogen moeten steeds open blijven tijdens de bewegingen.
- Zich concentreren op iets anders / afleiding zoeken.
Prognose en langetermijneffecten
Sommige patiënten met het Charles Bonnet Syndroom lijden jarenlang aan het syndroom, terwijl anderen er maar enkele weken of maanden last van hebben. De hersenen passen zich dan stilaan maar zeker aan aan het verminderde gezichtsvermogen. Wetenschappelijke studies melden dat het CBS-syndroom in de meeste gevallen verdwijnt na twaalf tot achttien maanden.
Complicaties van Charles Bonnet Syndroom
Naast de symptomen van hallucinaties kunnen patiënten met CBS ook andere complicaties ervaren:
Psychosociale gevolgen: De hallucinaties kunnen leiden tot angst, depressie of sociaal isolement, vooral als patiënten de symptomen niet kunnen delen of begrijpen.
Slaapstoornissen: Sommige patiënten vinden het moeilijk om te slapen door de verstorende hallucinaties, wat kan bijdragen aan vermoeidheid en een verminderde kwaliteit van leven.
Medicatiebijwerkingen: Kalmeringsmiddelen en andere medicatie die soms worden voorgeschreven kunnen bijwerkingen hebben die de symptomen mogelijk verergeren.
Preventie en beheer van Charles Bonnet Syndroom
Er zijn geen specifieke preventieve maatregelen voor het Charles Bonnet Syndroom, maar enkele algemene richtlijnen kunnen helpen bij het beheer van de aandoening:
Regelmatige oogcontroles
Patiënten met een verminderde gezichtsscherpte moeten regelmatig een oogarts bezoeken om eventuele oogaandoeningen tijdig te detecteren en behandelen.
Ondersteuning en educatie
Patiënten en hun families kunnen baat hebben bij educatie over het syndroom en steun van medische professionals en lotgenotengroepen.
Emotionele en psychologische ondersteuning
Het bieden van emotionele steun en counseling kan helpen bij het omgaan met de psychologische impact van de hallucinaties.
Beheer van visuele vermindering
Het verbeteren van de visuele vermogens met behulp van optische hulpmiddelen kan helpen om de frequentie en ernst van de hallucinaties te verminderen.
Zelfmanagementstrategieën
Het toepassen van ontspanningstechnieken en andere zelfmanagementstrategieën kan bijdragen aan het verminderen van de symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven.
Lees verder