Longtransplantatie: Longen van donor bij longaandoening
Een longtransplantatie is een belangrijke operatie voor patiënten met levensbedreigende schade aan de longen of een longaandoening. Voor patiënten met een ernstige longziekte waarbij alle andere medische opties falen, is deze operatie namelijk een laatste redmiddel. Bij een longtransplantatie verwijdert de chirurg één of beide zieke longen en vervangt hij deze door gezonde longen van een menselijke donor. De longtransplantatie duurt lang en brengt vele mogelijke complicaties en gevolgen met zich mee. De eerste succesvolle enkele longtransplantatie gebeurde in 1983 in Toronto.
Beschrijving: Long of longen van dode of levende donor
In de meeste gevallen komt de nieuwe long of zijn de nieuwe longen afkomstig van een patiënt die jonger is dan 65 jaar en hersendood is, maar nog steeds levensondersteuning krijgt. Het donorweefsel moet zoveel mogelijk overeenkomen met het weefseltype van de te opereren patiënt. Dit vermindert de kans op afstoting. Soms komen longen van levende donoren. Hiervoor zijn dan twee of meer patiënten nodig. Elke patiënt schenkt een segment (lob of kwab) van hun longen. Dit vormt een hele long voor de patiënt die het ontvangt.
Indicatie longtransplantatie
In de meeste gevallen gebeurt een longtransplantatie pas nadat alle andere behandelingen voor
longfalen niet succesvol zijn. Een longtransplantatie is aanbevolen voor patiënten jonger dan 65 jaar die een ernstige longziekte hebben. Voorbeelden van enkele ziekten waarbij een longtransplantatie nodig is, omvatten:
Tegenindicatie longtransplantatie
Een longtransplantatie is niet bij alle patiënten mogelijk. Patiënten met een actieve
virale hepatitis B,
virale hepatitis C of
hiv-infectie, met een ernstige aandoening van andere organen of met een longziekte die waarschijnlijk de nieuwe long eveneens aantast, komen niet in aanmerking. Ook voor patiënten die te jong of oud zijn, of te ziek of ondervoed zijn, is de operatie geen goed idee. Daarnaast is het misbruik van
alcohol of
drugs of het permanent blijven
roken niet toegestaan voor wie een longtransplantatie nodig heeft. Ook voor patiënten die in de afgelopen twee jaar
kanker hebben gehad, is de operatie geen goed idee. Tot slot zijn patiënten die de nodige vooronderzoeken niet willen doen, alsook patiënten die niet betrouwbaar
medicijnen innemen, bijvoorbeeld omwille van
psychische of psychiatrische aandoeningen, uitgesloten voor een longtransplantatie.
Voordat de longtransplantatie plaatsvindt
[IMAGE=836476342178=RIGHT]
Onderzoeken
De patiënt ondergaat een heleboel vooronderzoeken voordat de transplantatie plaatsvindt, met name een
bloedonderzoek of huidtest (controle op infecties), een bloedtypering,
een elektrocardiografie (ECG: meting van de elektrische activiteit van het hart),
echocardiogram of
hartkatheterisatie), een longfunctieonderzoek (
spirometrie), enkele onderzoeken om het begin van kanker op te sporen zoals een uitstrijkje, een
mammografie (radiografisch onderzoek van de borsten) en een
colonoscopie), en een weefseltypering zodat het lichaam de longen niet afstoot.
Leefrichtlijnen
De patiënt komt op de wachtlijst terecht voor een longtransplantatie. Het is tijdens deze periode belangrijk dat hij stopt met het drinken van alcohol, niet rookt, en een gezond gewicht handhaaft. Daarnaast neemt hij medicatie zoals voorgeschreven en volgt hij indien nodig nog longrevalidatie. Ook is het belangrijk om alle mogelijke vooronderzoeken te ondergaan, want anders kan de longtransplantatie mogelijk in het gedrang komen. Vanzelfsprekend is de patiënt steeds beschikbaar wanneer hij op de wachtlijst staat, zodat een operatie meteen mogelijk is wanneer een donorlong beschikbaar is.
Voor de operatie
De patiënt krijgt net voor de operatie algemene narcose toegediend, waarbij hij voortdurend slaapt en geen
pijn heeft. De enkele longoperatie kent een tijdsduur van vier tot acht uur, de dubbele longtransplantatie duurt gemiddeld zes tot twaalf uur.
Tijdens de operatie
De chirurg maakt eerst een chirurgische snede in de borst. Een longtransplantatie gebeurt vaak met behulp van een hart-longmachine. Dit apparaat doet het werk van het hart en de longen, terwijl de chirurg het hart en de longen stopt voor de operatie.
Bij een enkele longtransplantatie maakt de chirurg de snede aan de zijkant van de borst, waar de donorlong terechtkomt. In de meeste gevallen verwijdert de chirurg de long met de slechtste functie. Bij dubbele longtransplantatie daarentegen maakt de chirurg de snede onder de borst. Daarna verwijdert de chirurg één of beide longen. De chirurg hecht de belangrijkste bloedvaten en luchtwegen van de nieuwe long in de bloedvaten en luchtwegen. De chirurg hecht vervolgens de donorlob of -long op zijn plaats. Gedurende enkele dagen krijgt de patiënt een buisje dat uit de borst steekt. Dit buisje voert lucht, vocht en bloed af uit de borst, zodat de longen opnieuw volledig uitzetten. Soms gebeurt een hart- en longtransplantatie op hetzelfde moment (hart-longtransplantatie) als het hart eveneens aangetast is.
Na de operatie
De patiënt verblijft na de operatie op de intensive care unit (ICU), waar hij meestal lang verblijft alvorens naar een gewone kamer te mogen. In totaal duurt de ziekenhuisopname gemiddeld tussen de 7 en 21 dagen, tenzij de patiënt complicaties heeft, want dan is het verblijf langer. Hij krijgt tijdens het ziekenhuisverblijf ademhalingsoefeningen en moet ook vaak
hoesten, wat helpt om vocht uit de longen te krijgen. De herstelperiode bedraagt ongeveer zes maanden. De patiënt krijgt na de transplantatie regelmatig en zelfs jaren later nog controlebezoeken, met inbegrip van een bloedonderzoek en röntgenfoto's (
radiografisch onderzoek).
Prognose
Ongeveer vier op de vijf patiënten leven nog één jaar na de transplantatie. De vijfjaarsoverleving bedraagt ongeveer veertig procent. Het hoogste risico van overlijden is in het eerste jaar, hoofdzakelijk door afstotingsproblemen.
Het afstotingsproces duurt erg lang. Het immuunsysteem beschouwt de getransplanteerde long als een indringer en valt deze aan. De patiënt neemt hiervoor levenslang
immunosuppressiva (geneesmiddelen die het immuunsysteem onderdrukken). Op deze manier wordt de kans op afstoting verlaagd. Als gevolg hiervan is het lichaam ook slechter in het vechten tegen infecties.
Kanker of
hartproblemen komen voor bij één op de vijf patiënten na vijf jaar. Voor de meeste patiënten is de kwaliteit van leven verbeterd na een longtransplantatie. Ze hebben een beter uithoudingsvermogen en zijn in staat om op dagelijkse basis meer activiteiten uit te oefenen.
Risico's
Risico's van longtransplantatie zijn onder meer:
- Afstoting van de nieuwe long, wat soms meteen, maar ook binnen de eerste vier tot zes weken kan gebeuren. Mogelijke symptomen hiervan zijn koorts en griepachtige symptomen, hoesten, kortademigheid, nieuwe pijn rond de longen en een algemeen gevoel van onbehagen
- Bloedstolsels (diep veneuze trombose)
- Diabetes mellitus, dunner bot, of een hoog cholesterolgehalte door de medicijnen die een patiënt inneemt na een longtransplantatie
- Hoger risico op bepaalde vormen van kanker
- Problemen op de plaats waar de nieuwe bloedvaten en longen werden vastgemaakt
- Schade aan de nieren, lever of andere organen door de afstotingsgeneesmiddelen
- Verhoogd risico op infecties als gevolg van anti-afstotingsgeneesmiddelen (immunosuppressiva)
Complicaties
Longtransplantaties kunnen verschillende ernstige complicaties met zich meebrengen:
Afstoting
Afstoting is een ernstige complicatie waarbij het immuunsysteem de nieuwe longen als een vreemde indringer beschouwt en deze aanvalt. Dit kan leiden tot ernstige ademhalingsproblemen en kan vaak binnen enkele weken na de transplantatie optreden. Behandeling bestaat uit hogere doses immunosuppressiva en andere medicijnen.
Infecties
Door de gebruik van immunosuppressiva heeft de patiënt een verhoogd risico op infecties. Dit kan leiden tot ernstige complicaties zoals pneumonie, schimmelinfecties en virale infecties.
Bloedstolsels
Bloedstolsels kunnen zich vormen in de aderen van de benen (diep veneuze trombose) en kunnen zich naar de longen verplaatsen (longembolie). Dit kan leiden tot ernstige ademhalingsproblemen en vereist vaak onmiddellijke medische interventie.
Nier- en leverproblemen
De immunosuppressiva kunnen schade aan de nieren en lever veroorzaken, wat kan leiden tot nierinsufficiëntie of leverfalen. Regelmatige monitoring van de nier- en leverfunctie is noodzakelijk.
Diabetes mellitus
Na de operatie kan de patiënt diabetes ontwikkelen als gevolg van de immunosuppressiva. Dit vereist vaak dieetveranderingen en medicatie om de bloedsuikerspiegel onder controle te houden.
Kanker
Er is een verhoogd risico op bepaalde vormen van kanker, zoals huidkanker en lymfoom, als gevolg van de langdurige immunosuppressie.
Preventie van complicaties bij longtransplantatie
Preventie van complicaties bij een longtransplantatie kan door de volgende maatregelen worden bereikt:
Strikte medicatie-inname
Het strikt volgen van het medicatieschema voor immunosuppressiva en andere voorgeschreven medicijnen is cruciaal om afstoting en infecties te voorkomen.
Regelmatige controles
Regelmatige controlebezoeken bij de arts zijn belangrijk voor het monitoren van de longfunctie, nier- en leverfunctie, en algemene gezondheid. Dit helpt bij het vroegtijdig opsporen van complicaties.
Infectiepreventie
Het volgen van strikte hygiëne- en infectiepreventieprotocollen, zoals handhygiëne en vermijden van blootstelling aan ziekten, helpt infecties te voorkomen.
Gezonde leefstijl
Het handhaven van een gezonde levensstijl, inclusief een gebalanceerd dieet en regelmatige lichaamsbeweging, kan helpen om de algehele gezondheid te bevorderen en complicaties te verminderen.
Vroegtijdige behandeling
Vroegtijdige herkenning en behandeling van symptomen zoals koorts, hoesten of kortademigheid kunnen helpen bij het voorkomen van ernstige complicaties.
Lees verder