Candidiasis: Schimmelinfectie door gist Candida
Candidiasis is een schimmel- of gistinfectie die huid en slijmvliezen kan aantasten en die ook in bloed, geslachtsorganen, huid, nagels, keel en/of mond kan voorkomen. Deze infectie wordt meestal veroorzaakt door een overmatige groei van de gist Candida albicans, hoewel er meer dan twintig soorten Candida bestaan. Normaal gesproken komt deze gist voor in het darmkanaal, op de slijmvliezen en op de huid. Onder bepaalde omstandigheden, zoals het gebruik van bepaalde medicijnen of bij specifieke gezondheidsproblemen, kan de gist zich vermeerderen en een infectie veroorzaken. Deze infectie kan variëren van milde tot ernstige symptomen, afhankelijk van het getroffen lichaamsgebied. De behandeling bestaat doorgaans uit antischimmelmedicatie.
Synoniemen candidiasis
Candidiasis staat ook bekend onder de volgende synoniemen:
- candidiase
- candidose
- moniliasis
Soorten schimmelinfectie door gist Candida
Candidiasis kan zich op verschillende manieren manifesteren. De belangrijkste types zijn:
- Orofaryngeale candidiasis: Ook bekend als orale candidiasis of spruw, treft deze vorm de mond- en keelholte.
- Genitale candidiasis: Kan zowel bij mannen als vrouwen optreden. Bij vrouwen wordt dit vaak veroorzaakt door vaginitis.
- Luieruitslag: Bij zuigelingen kan Candida luieruitslag veroorzaken.
- Invasieve candidiasis: Wanneer de gist in de bloedbaan terechtkomt, staat dit bekend als candidemie of invasieve candidiasis.
- Paronychie: Candida kan ook infecties rond de nagels veroorzaken.
Bloed
Wanneer Candida in de bloedbaan terechtkomt, verspreidt de gist zich naar andere lichaamsdelen. Dit type infectie staat bekend als candidemie.
Risicofactoren
Candidemie komt vooral voor bij patiënten met een
verzwakt immuunsysteem, zoals bij patiënten met onbehandelde schimmelinfecties of degenen die medische apparatuur gebruiken die door de schimmel besmet is. Andere risicofactoren zijn:
- Gebruik van een centrale lijn (katheter)
- Opname op een afdeling intensieve zorgen (ICU)
- Recente operaties
- Verzwakt immuunsysteem
- Zeer laag geboortegewicht bij baby’s
Symptomen
De symptomen van invasieve candidiasis kunnen vaag zijn en zijn afhankelijk van het getroffen lichaamsdeel. Veel voorkomende symptomen zijn
koorts en
rillingen die aanhouden ondanks een antibioticakuur. Deze infectie komt vaak voor bij ziekenhuispatiënten en is een belangrijke oorzaak van sepsis en overlijden bij gehospitaliseerde patiënten. De behandeling omvat meestal orale
antischimmelmedicatie, maar kan ook intraveneuze toediening vereisen. De kuur duurt doorgaans enkele weken.
Geslachtsorganen
Vrouwen
Ongeveer 20% van de vrouwen met
vaginitis heeft een Candida-infectie als oorzaak. Vaginale candidiasis komt vaak voor bij vrouwen en kan de volgende symptomen veroorzaken:
Probiotica, zoals die in yoghurt, kunnen soms helpen bij het voorkomen van Candida-infecties /
Bron: HealthGauge, Flickr (CC BY-2.0)Mannen
Bij mannen, vooral degenen die niet besneden zijn, kan Candida-infectie leiden tot
balanitis (ontsteking van de eikel). Symptomen zijn onder meer een
rode huiduitslag op de penis en jeuk of een
brandend gevoel aan de penis. Behandeling is belangrijk omdat de infectie besmettelijk kan zijn. Bij aanhoudende of terugkerende infecties kan de arts antischimmelmedicijnen voorschrijven voor dagelijks gebruik gedurende tien tot veertien dagen, en vervolgens één keer per week gedurende zes maanden. Boorzuurcapsules kunnen nuttig zijn voor een periode van twee weken. Probiotica kunnen ook worden aanbevolen om toekomstige infecties te helpen voorkomen. Deze gezonde bacteriën komen voor in supplementen,
yoghurt en andere voedingsmiddelen.
Huid (luieruitslag)
Luieruitslag kan soms veroorzaakt worden door een Candida-infectie. Baby’s met een gistgerelateerde luieruitslag hebben vaak donkerrode plekken op de huid in het luiergebied, vooral in de huidplooien. Gele, met vloeistof gevulde plekken kunnen ontstaan, die vaak openbreken en
schilferig zijn. De arts zal de luieruitslag beoordelen en indien een gist de oorzaak blijkt te zijn, een antischimmelmiddel voorschrijven in de vorm van een crème, zalf of poeder.
Mond en keel
Een Candida-infectie van de mond of keel wordt aangeduid als
mondspruw of orale candidiasis.
Mondspruw komt vaker voor bij patiënten met een slecht passend kunstgebit /
Bron: Jim Sneddon, Flickr (CC BY-2.0)Risicofactoren
Mondspruw komt meestal voor bij:
Symptomen
Symptomen van mondspruw kunnen onder andere zijn:
Behandeling
Mondspruw vereist medische behandeling om complicaties te voorkomen. Onbehandeld kan de infectie in de bloedbaan terechtkomen, wat zeer gevaarlijk is. De behandeling hangt af van de algemene gezondheidstoestand, de ernst van de infectie en de leeftijd van de patiënt. Vaak worden antischimmelmedicijnen (ook wel
antimycotica genoemd) voorgeschreven. Als de infectie niet reageert op orale medicatie, kunnen intraveneuze antischimmelmiddelen nodig zijn.
Dagelijks tandenpoetsen is essentieel voor mondgezondheid /
Bron: Photo Mix, PixabayPreventie
Een goede
mondhygiëne kan helpen bij het voorkomen van mondspruw, vooral bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem. Na het gebruik van inhalatiecorticosteroïden moet de mond worden gespoeld met water of
mondwater om het risico op spruw te verminderen.
Nagels
Candida
paronychia verwijst naar een Candida-infectie rond de nagels, wat kan leiden tot nagelriemontsteking.
Risicofactoren
Personen die vaak in contact komen met suikers of regelmatig natte
handen hebben, lopen een verhoogd risico op deze vorm van candidiasis.
Symptomen
De infectie begint vaak als een pijnlijke zwelling op een vuurrode huid, gevolgd door kleine, met pus gevulde blaasjes. Deze infectie kan onder de nagels (subunguaal) optreden en kan leiden tot het verlies van de vinger- of teennagels (
onycholyse).
Behandeling
Behandeling van Candida-infecties van de nagels omvat doorgaans orale antischimmelmedicatie.
Epidemiologie
Candidiasis, veroorzaakt door de gist Candida, is een veel voorkomende schimmelinfectie die wereldwijd voorkomt. De prevalentie varieert afhankelijk van de geografische locatie, de bevolkingsgroep en de aanwezigheid van risicofactoren zoals immunosuppressie. Candida albicans is de meest voorkomende soort die infecties veroorzaakt, maar andere soorten, zoals Candida glabrata en Candida auris, worden steeds vaker gerapporteerd.
Incidentie en prevalentie
Candidiasis komt vooral voor in warme, vochtige klimaten waar schimmels goed kunnen gedijen. Bij gezonde patiënten is de infectie meestal beperkt tot oppervlakkige gebieden zoals de huid of slijmvliezen. Bij immuungecompromitteerde patiënten, zoals bij HIV-infecties of chemotherapie, kan systemische candidiasis optreden, een ernstige en potentieel levensbedreigende aandoening.
Trends en veranderingen
De incidentie van resistente Candida-soorten neemt toe, wat uitdagingen oplevert voor de behandeling. Bovendien wordt Candida auris, een opkomende multiresistente stam, wereldwijd als een groeiend gezondheidsprobleem beschouwd. Deze soort is niet alleen moeilijk te behandelen, maar verspreidt zich ook gemakkelijk in zorginstellingen.
Demografische verschillen
Candidiasis komt vaker voor bij vrouwen, met name in de vorm van vaginale schimmelinfecties. Bij pasgeborenen en ouderen wordt orale candidiasis vaker gezien door verminderde immuunresponsen. Mensen met diabetes hebben een verhoogd risico vanwege de hoge glucosespiegels die de groei van Candida bevorderen.
Invloed van zorginstellingen
In ziekenhuizen en andere zorginstellingen is invasieve candidiasis een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit, vooral bij patiënten op de intensive care. Het gebruik van intraveneuze katheters, antibiotica en immuunsuppressieve therapieën verhoogt het risico aanzienlijk.
Mechanisme
Candidiasis ontstaat door een overgroei van de gist Candida, die normaal gesproken in kleine hoeveelheden aanwezig is op de huid, slijmvliezen en in de darmflora. Onder bepaalde omstandigheden kan de balans in de microbiota verstoord raken, waardoor Candida zich ongecontroleerd vermenigvuldigt en infecties veroorzaakt.
Pathogenese
Candida is een opportunistische pathogeen. Bij gezonde patiënten blijft de groei van Candida beperkt door het immuunsysteem en de competitieve interacties met andere micro-organismen in de microbiota. Wanneer de immuunafweer wordt onderdrukt of wanneer de microbiota wordt verstoord, bijvoorbeeld door het gebruik van antibiotica, kan Candida zich snel verspreiden.
Adhesie en invasie
De eerste stap in de infectie is de adhesie van Candida aan de epitheliale cellen van de gastheer. De gist kan vervolgens veranderen in een invasieve hyfale vorm, wat bijdraagt aan weefselbeschadiging en ontsteking. Deze transformatie is een belangrijk mechanisme waardoor Candida niet alleen oppervlakkige, maar ook systemische infecties kan veroorzaken.
Immune reactie
Het immuunsysteem speelt een cruciale rol in de controle van Candida-infecties. Zowel de aangeboren als de adaptieve immuunresponsen zijn betrokken. Neutrofielen en macrofagen zijn essentieel voor het fagocyteren en vernietigen van Candida, terwijl T-helpercellen een immuunrespons stimuleren. Bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem, zoals bij HIV of na chemotherapie, is deze verdediging vaak onvoldoende, wat leidt tot meer ernstige infecties.
Rol van biofilmvorming
Candida kan biofilms vormen op oppervlakken zoals katheters en protheses. Biofilms bieden bescherming tegen het immuunsysteem en antifungale middelen, waardoor de behandeling complexer wordt. Dit mechanisme speelt een belangrijke rol in recidiverende en moeilijk behandelbare infecties, vooral in ziekenhuizen.
Systemische verspreiding
Bij invasieve candidiasis kan Candida via de bloedbaan organen zoals de lever, milt, nieren en hersenen bereiken. Dit leidt tot ernstige complicaties, waaronder sepsis en orgaanfalen. De systemische verspreiding is vaak geassocieerd met een hoge mortaliteit, vooral als de behandeling wordt vertraagd.
Risicogroepen
Candidiasis treft vooral patiënten met specifieke onderliggende aandoeningen of omstandigheden die hun immuunsysteem verzwakken of hun microbiële balans verstoren.
Immuungecompromitteerde patiënten
Patiënten met HIV/AIDS, kanker, of die immuunsuppressieve therapieën ondergaan, zoals na een orgaantransplantatie, lopen een verhoogd risico op zowel oppervlakkige als systemische Candida-infecties. Bij deze groepen is de normale afweer tegen schimmels ernstig aangetast.
Diabetici
Hoge bloedsuikerspiegels bij diabetes creëren een omgeving waarin Candida gemakkelijk kan groeien. Vaginale candidiasis en orale spruw komen vaak voor bij diabetische patiënten, vooral als de bloedsuikerspiegel slecht onder controle is.
Zwangere vrouwen
Hormonale veranderingen tijdens de zwangerschap, zoals verhoogde oestrogeenspiegels, kunnen leiden tot vaginale candidiasis. Dit is een van de meest voorkomende schimmelinfecties bij zwangere vrouwen en vereist tijdige behandeling om complicaties te voorkomen.
Pasgeborenen en ouderen
Bij pasgeborenen en ouderen is het immuunsysteem vaak minder effectief, waardoor zij gevoeliger zijn voor infecties zoals orale en systemische candidiasis. Bij pasgeborenen kan candidiasis zich snel uitbreiden en ernstige complicaties veroorzaken.
Patiënten in zorginstellingen
Langdurige ziekenhuisopnames, het gebruik van intraveneuze katheters, antibiotica, of voedingssondes verhogen het risico op invasieve candidiasis. Deze patiënten hebben vaak meerdere onderliggende aandoeningen die de infectie verder compliceren.
Geassocieerde symptomen
Candidiasis presenteert zich met een breed scala aan symptomen, afhankelijk van de locatie en de ernst van de infectie. Deze symptomen variëren van milde lokale ongemakken tot ernstige systemische manifestaties.
Symptomen bij orale candidiasis
Orale candidiasis, ook bekend als spruw, kenmerkt zich door witte, afschraapbare plaques op het slijmvlies van de mond, tong en keel. Patiënten kunnen klagen over een brandend gevoel, pijn bij het eten of slikken en een onaangename smaak in de mond. Ernstigere gevallen kunnen dysfagie veroorzaken, vooral bij immuungecompromitteerde patiënten.
Symptomen bij vaginale candidiasis
Vaginale candidiasis veroorzaakt jeuk, branderigheid en vaginale afscheiding die vaak wit en klonterig is, vergelijkbaar met cottage cheese. Deze symptomen gaan vaak gepaard met roodheid en zwelling van de vulva en vaginale pijn tijdens het plassen of seksuele activiteit.
Symptomen bij cutane candidiasis
Bij cutane candidiasis zijn de aangetaste huidgebieden vaak vochtig, rood en pijnlijk. Typische locaties zijn huidplooien zoals de oksels, liezen en onder de borsten. In ernstige gevallen kan er een vochtige uitslag ontstaan met satellietletsels, kleine papels of pustels rondom de hoofdlaesie.
Symptomen bij systemische candidiasis
Systemische candidiasis, zoals candidemie, presenteert zich vaak met algemene symptomen zoals koorts, koude rillingen en malaise, vooral bij patiënten die niet reageren op antibiotica. Invasieve vormen kunnen ook orgaanspecifieke klachten veroorzaken, zoals pijn in de buik bij lever- of miltbeschadiging of neurologische symptomen bij cerebrale betrokkenheid.
Andere symptomen
Bij Candida-infecties van de nagels, bekend als onychomycose, worden verdikking, verkleuring en broosheid van de nagels gezien. Bij esofageale candidiasis, een vorm die vooral voorkomt bij patiënten met HIV, zijn pijn op de borst en slikmoeilijkheden belangrijke symptomen.
Alarmsymptomen
Hoewel veel Candida-infecties mild of lokaal blijven, zijn er alarmsymptomen die kunnen wijzen op een ernstiger verloop of systemische betrokkenheid.
Koorts bij immuungecompromitteerde patiënten
Onverklaarde koorts bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem, zoals bij chemotherapie of HIV, kan een teken zijn van invasieve candidiasis. Dit vereist onmiddellijke diagnostiek en behandeling.
Persisterende klachten ondanks behandeling
Wanneer symptomen zoals pijn, jeuk of afscheiding aanhouden ondanks een standaardbehandeling, kan dit wijzen op resistentie of een onderliggende systemische infectie. Verdere diagnostiek is in dergelijke gevallen noodzakelijk.
Symptomen van sepsis
Bij invasieve infecties kunnen symptomen van sepsis optreden, zoals een snelle hartslag, lage bloeddruk, verwardheid of een snelle ademhaling. Deze signalen vereisen spoedeisende medische zorg, aangezien de mortaliteit bij candidemie hoog is.
Neurologische afwijkingen
Hoofdpijn, verwardheid of focale neurologische uitval bij patiënten met systemische Candida-infecties kunnen wijzen op cerebrale candidiasis, een zeldzame maar ernstige complicatie.
Orgaanfalen
Symptomen zoals anurie (geen urineproductie), icterus (geelzucht) of ademhalingsfalen bij patiënten met systemische candidiasis wijzen vaak op meervoudig orgaanfalen. Dit is een levensbedreigende toestand en vereist intensieve zorg.
Diagnose en onderzoeken
De diagnose van candidiasis wordt gesteld op basis van de klinische presentatie, patiëntgeschiedenis en aanvullende laboratoriumtesten. Afhankelijk van de locatie en ernst van de infectie kunnen verschillende diagnostische benaderingen nodig zijn om de ziekte te bevestigen en de juiste behandeling te starten.
Klinisch onderzoek
De arts begint meestal met een grondige anamnese en lichamelijk onderzoek. Bij orale candidiasis wordt bijvoorbeeld gekeken naar de aanwezigheid van witachtige, afschraapbare laesies in de mond. Bij vaginale candidiasis wordt er gelet op de typische symptomen van jeuk en afscheiding. De arts zal ook letten op tekenen van systemische infectie, zoals koorts of ademhalingsmoeilijkheden bij invasieve candidiasis.
Microbiologische diagnostiek
De gouden standaard voor het bevestigen van candidiasis is het isoleren van de Candida-gist uit een klinisch monster. Dit kan gedaan worden door een uitstrijkje of een biopt uit het aangetaste weefsel naar een laboratorium te sturen voor kweken en identificatie. Bij orale candidiasis kan een speekselmonster voldoende zijn, terwijl bij vaginale candidiasis een uitstrijkje uit de vagina kan worden onderzocht. In gevallen van systemische candidiasis kunnen bloed- of urineculturen noodzakelijk zijn.
Serologische testen
Bij systemische candidiasis kunnen serologische testen helpen bij het identificeren van Candida-antigenen of antilichamen. Deze testen zijn vooral nuttig bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem, hoewel ze niet altijd betrouwbaar zijn bij het vaststellen van acute infecties. Sommige tests, zoals de β-glucan-test, kunnen het bestaan van een systemische schimmelinfectie aantonen, hoewel deze test niet specifiek is voor Candida.
Moleculaire diagnostiek
Polymerasekettingreactie (PCR) wordt steeds vaker gebruikt voor het identificeren van Candida-infecties, vooral in gevallen van systemische candidiasis. PCR is gevoeliger en sneller dan traditionele kweekmethoden en kan helpen bij het detecteren van infecties die moeilijk te kweken zijn.
Beeldvorming
In ernstige gevallen van invasieve candidiasis, zoals bij candidemie of orgaanbetrokkenheid, kan beeldvorming noodzakelijk zijn. Computertomografie (CT) of magnetische resonantiebeeldvorming (MRI) van de borst of abdomen kan gebruikt worden om schimmelinfecties in de longen, milt, lever of nieren aan te tonen. Echografie kan ook nuttig zijn bij het onderzoeken van de nieren en lever voor tekenen van schimmelinfecties.
Behandeling
De behandeling van candidiasis hangt af van de locatie en ernst van de infectie. Milde gevallen kunnen vaak met lokale antischimmelmiddelen worden behandeld, terwijl ernstigere gevallen mogelijk systemische therapie vereisen. Behandeling kan variëren afhankelijk van de onderliggende risicofactoren en de gevoeligheid van de infectie voor specifieke medicijnen.
Lokale behandeling
Bij oppervlakkige Candida-infecties, zoals orale of vaginale candidiasis, worden meestal lokale antischimmelmiddelen voorgeschreven. Deze kunnen in de vorm van crèmes, zalven of orale preparaten worden toegediend. Miconazol, clotrimazol en nystatine zijn veelgebruikte middelen voor lokale toediening. Lokale behandelingen zijn over het algemeen effectief voor het behandelen van milde infecties.
Systemische behandeling
Bij ernstigere of dieperliggende infecties, zoals candidemie of systemische candidiasis, worden systemische antischimmelmiddelen voorgeschreven. De keuze van medicatie hangt af van de aard van de infectie en de gevoeligheid van de Candida-stam. Veelgebruikte systemische middelen zijn fluconazol, itraconazol, voriconazol en echinocandinen zoals caspofungine. De behandeling kan worden aangepast op basis van de resultaten van kweek- of gevoeligheidstesten.
Preventie van herinfectie
Patiënten met een verhoogd risico op herhaalde Candida-infecties kunnen profylactische antischimmeltherapie krijgen, vooral bij patiënten met een ernstig verzwakt immuunsysteem, zoals bij chemotherapie of hiv. De preventie van herinfecties kan ook het naleven van hygiënepraktijken omvatten, zoals het regelmatig schoonmaken van het mondslijmvlies bij orale candidiasis of het dragen van ademende kleding bij vaginale candidiasis.
Therapie bij risicopatiënten
Bij patiënten met immuunsuppressie, zoals hiv of na orgaantransplantaties, kan langdurige en intensieve antischimmeltherapie nodig zijn. Bij deze patiënten kan de behandeling vaak langer duren en kunnen aanvullende behandelingsstrategieën, zoals het aanpassen van immunosuppressieve therapieën, noodzakelijk zijn.
Prognose
De prognose van candidiasis is afhankelijk van de locatie van de infectie, de algehele gezondheid van de patiënt en de snelheid waarmee de behandeling wordt gestart. De meeste gevallen van oppervlakkige candidiasis kunnen effectief worden behandeld, maar systemische infecties vereisen vaak intensieve behandeling en kunnen ernstige complicaties veroorzaken.
Prognose bij oppervlakkige infecties
Oppervlakkige Candida-infecties, zoals orale of vaginale candidiasis, hebben over het algemeen een goede prognose, vooral wanneer ze snel worden behandeld. Patiënten herstellen meestal binnen een paar weken zonder blijvende complicaties. Bij patiënten met een gezond immuunsysteem zal de infectie vaak niet opnieuw optreden, tenzij er een specifieke onderliggende oorzaak is.
Prognose bij systemische infecties
Systemische candidiasis, zoals candidemie, heeft een veel ernstigere prognose, vooral bij immuungecompromitteerde patiënten. De sterftecijfers voor invasieve candidiasis kunnen hoog zijn, vooral als de infectie niet snel wordt gediagnosticeerd en behandeld. Bij ernstige gevallen van orgaanfalen kan de prognose slecht zijn, zelfs met agressieve therapie.
Prognose bij chronische candidiasis
Chronische of recidiverende Candida-infecties kunnen problematisch zijn, vooral bij patiënten met onderliggende aandoeningen zoals diabetes of hiv. Deze patiënten kunnen langdurige therapieën nodig hebben en hebben een verhoogd risico op complicaties, zoals schimmeldistributie naar andere organen.
Prognose bij neonaten en ouderen
Bij neonaten, vooral prematuren, kan candidiasis ernstig zijn en leiden tot sepsis en andere complicaties. Ouderen, vooral degenen met een verzwakt immuunsysteem, kunnen ook een verhoogd risico lopen op ernstige systemische candidiasis. Het tijdig starten van behandeling is cruciaal voor een betere prognose in deze risicogroepen.
Complicaties
Hoewel de meeste gevallen van candidiasis goed reageren op behandeling, kunnen er ernstige complicaties optreden, vooral wanneer de infectie systemisch wordt of wanneer er onderliggende risicofactoren aanwezig zijn.
Invasieve candidiasis
Candidemie en andere vormen van invasieve candidiasis kunnen leiden tot orgaanfalen en sepsis, wat levensbedreigend kan zijn, vooral bij immuungecompromitteerde patiënten. Schimmels kunnen zich verspreiden naar de nieren, lever, milt en hersenen, wat leidt tot uitgebreide orgaanschade en verminderde functie.
Chronische candidiasis
Chronische of terugkerende candidiasis kan resulteren in langdurige ongemakken en een aanzienlijke vermindering van de kwaliteit van leven van de patiënt. Bij patiënten met diabetes of andere chronische aandoeningen kunnen frequente infecties leiden tot ziekenhuisopnames en complicaties van andere onderliggende ziekten.
Nier- en leverbeschadiging
Systemische candidiasis kan leiden tot nier- en leverbeschadiging, vooral bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem of bij patiënten die lange tijd een antibiotische behandeling ondergaan. Nierfalen kan zich ontwikkelen als de schimmel zich naar de nieren verspreidt, wat dialyse of niertransplantatie kan vereisen.
Preventie
Preventie van candidiasis richt zich voornamelijk op het verminderen van de risicofactoren voor infectie en het bevorderen van goede hygiënepraktijken. In risicogroepen, zoals immuungecompromitteerde patiënten, kunnen aanvullende preventieve maatregelen nodig zijn om schimmelinfecties te voorkomen. Dit omvat het gebruik van antischimmelmedicatie en het aanpassen van levensstijl en voedingspatronen om de kans op infectie te minimaliseren.
Hygiënemaatregelen
Goede persoonlijke hygiëne is essentieel voor het voorkomen van oppervlakkige Candida-infecties, zoals orale en vaginale candidiasis. Het regelmatig wassen van de handen, het grondig reinigen van het lichaam en het vermijden van het delen van persoonlijke items zoals handdoeken en tandenborstels kan helpen om de verspreiding van de schimmel te voorkomen. Bij vaginale candidiasis is het belangrijk om ademende kleding te dragen en te zorgen voor een goede hygiëne rond het genitale gebied.
Behandeling van onderliggende aandoeningen
Patiënten met onderliggende aandoeningen, zoals diabetes, moeten hun ziekte goed onder controle houden om het risico op candidiasis te verminderen. Een goed beheerd voedingspatroon, regelmatige controle van de bloedsuikerspiegel en medicamenteuze therapie kunnen helpen de kans op infecties te minimaliseren. Bij mensen met hiv of andere immuunstoornissen kan het beheersen van hun immuunsysteem met antivirale middelen of immuunsuppressiva ook het risico op candidiasis verlagen.
Antischimmelprofylaxe
In risicogroepen, zoals patiënten met een verzwakt immuunsysteem (bijvoorbeeld tijdens chemotherapie, na orgaantransplantaties of bij hiv), kan profylactische behandeling met antischimmelmedicatie worden aanbevolen om candidiasis te voorkomen. Geneesmiddelen zoals fluconazol of echinocandinen kunnen preventief worden gegeven, vooral bij patiënten die al eerder invasieve candidiasis hebben gehad.
Voedingsaanpassingen
Er is enig bewijs dat een evenwichtig voedingspatroon, rijk aan vitaminen en mineralen, kan bijdragen aan het versterken van het immuunsysteem en het voorkomen van infecties. Het beperken van de inname van suiker kan helpen, aangezien hoge suikerwaarden in het lichaam de groei van Candida kunnen bevorderen. Een gezond voedingspatroon, met veel vezels en weinig bewerkte voedingsmiddelen, ondersteunt de algehele gezondheid en het immuunsysteem.
Beperkingen van antibiotica
Langdurig of overmatig gebruik van antibiotica kan het risico op candidiasis verhogen, omdat het de balans van de microflora in het lichaam verstoort. Antibiotica kunnen de groei van schadelijke bacteriën remmen, maar tegelijkertijd ook nuttige bacteriën die Candida onder controle houden, doden. Daarom is het belangrijk om antibiotica alleen te gebruiken wanneer ze strikt noodzakelijk zijn en altijd onder begeleiding van een arts.
Vaccinontwikkeling
Er wordt momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van vaccins tegen Candida-infecties, vooral voor risicogroepen zoals immuungecompromitteerde patiënten. Hoewel er vooruitgang wordt geboekt, zijn dergelijke vaccins nog niet algemeen beschikbaar. Toekomstige preventieve vaccins zouden een belangrijke rol kunnen spelen bij het voorkomen van zowel oppervlakkige als invasieve Candida-infecties.
Educatie en bewustzijn
Voor patiënten met een verhoogd risico op candidiasis is educatie van groot belang. Dit omvat het leren herkennen van vroege symptomen van infectie, het volgen van hygiënemaatregelen en het onderhouden van een gezonde levensstijl. Door patiënten bewust te maken van de risico's en preventieve maatregelen, kan het aantal gevallen van candidiasis verminderd worden.
Lees verder