De vier fasen van een genezende wonde
Iedereen kent het wel: je bent druk in de weer en ineens heb je jezelf op een of andere manier verwond. Dit kan heel vervelend zijn, zeker als het een grote wonde is. Na een aantal dagen haal je het verband er af en beginnen veel mensen te twijfelen. Is mijn wonde wel aan het genezen? Hoe ben ik zeker dat mijn wonde niet ontstoken is?
Veel bronnen spreken over drie fasen van wondzorg. Toch zijn er vier fasen. Als een bron spreekt over drie fasen is meestal de eerste fase, namelijk hemostase, en de tweede fase, ook wel inflammatie genoemd, samen genomen tot één geheel. In dit artikel zijn ze apart beschreven omdat ze elk hun eigen belangrijke eigenschappen hebben.
De fasen van wondgenezing
Fase één: hemostase
Bij de hemostase- of bloedingsfase is de huid juist open gegaan en is het weefsel beschadigd. Er loopt bloed uit de wonde. Dit is vaak het moment dat we door hebben dat er een wonde is. Het bloed loopt uit de wonde zodat er in de wonde stolling kan optreden. Dit is een natuurlijke reactie van het lichaam om de voorkomen dat er meer weefsel beschadigd raakt en de wonde verder uitbreidt. Na een tijdje merk je dat de bloeding stopt en er een stolling ontstaat. Het zijn vooral de bloedplaatjes die daar voor zorgen. In dit gestold weefsel zitten fibrinedraden. De fibrinedraden kunnen gemaakt worden door het firbrinogeen dat afkomstig is uit het bloedplasma. Deze fibrinedraden zijn gele draadjes die bestaan uit een samenstelling van bloedplaatjes, rode en witte bloedcellen. Deze draden zullen je wonde bij elkaar houden. Toch zijn er ook micro-organismen en dode cellen aanwezig in de wonde. De bloedplaatjes zullen enzymen aantrekken die in een volgende fase deze groep micro-organismen en dode cellen uit de weg ruimen.
Fase twee: inflammatie
In de inflammatie- of ontstekingsfase is de wonde afgesloten door de stolling, maar er zijn nog wel micro-organismen aanwezig die uit de weg geruimd moet worden. Je haarvaatjes rond het wondgebied gaan verwijden. Hierdoor kunnen witte bloedcellen, die voor de afweer zorgen, tot bij de wonde geraken. Eenmaal deze geactiveerd is treedt fagocytose op. Hierbij gaan de macrofagen al wat niet thuis hoort in de wonde uit de weg ruimen. Dit zijn onder andere het dode weefsel, de micro-organismen, eiwitten, … Op dit moment treden dan ook de klassieke symptomen naar voren. Je wond is gezwollen, pijnlijk, een beetje rood en vaak ook warm. Het heeft het uitzicht van een wonde die ontstoken is.
Fase drie: proliferatie of granulatie
In deze fase is de wonde opgepoetst en kan je lichaam de wonde beginnen te dichten. Dit kan meerdere weken duren. Het weefsel dat verloren is gegaan wordt vervangen door nieuw weefsel. Verder worden ook nieuwe bloedvaten aangemaakt. Het weefsel zal ook het epitheel vernieuwen waardoor de wonde zich zal sluiten. Nog steeds zijn de macrofagen aanwezig. Ze zullen het weefsel stimuleren om grote hoeveelheden fibroblasten aan te maken. Deze produceren op hun beurt collageen en elastine. Ook wordt het juiste wondvocht gecreëerd om een gunstig wondmilieu te behouden. Dit zal er voor zorgen dat het wondbed opgevuld wordt met nieuw weefsel. Het nieuwe gezonde weefsel wordt ook wel granulatieweefsel genoemd. Dit kan je herkennen aan de mooie rode kleur en de vochtigheid ervan.
Het granulatieweefsel heeft ook voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien. Deze stoffen zijn: vitamine A en C, mineralen, zuurstof, eiwitten, enzymen, hormonen en groeifactoren. Deze stoffen worden continu naar het wondbed getransporteerd. Al deze stoffen moeten aanwezig zijn als je wil dat je wonde goed geneest. Heeft het granulatieweefsel de top bereikt dan zullen de groeifactoren ervoor zorgen dat het epitheel snel wordt bedekt. Wanneer de epitheelcellen elkaar raken in het midden zal de groei stoppen en is de wonde gesloten.
Fase vier: remodellering of maturatie
Het granulatieweefsel heeft de top bereikt. Vanuit de randen migreren epitheelcellen naar het centrum van de wonde. De huid is met succes gesloten, maar moet nu worden vervangen door een dun en wit litteken. Dit proces kan maanden tot jaren duren. In het begin is je litteken nog heel fragiel. Na verloop van tijd merk je dat het dikker en harder wordt. Dit blijft een hele tijd aanwezig voor het weer dun en wit wordt. Tot zolang heeft je litteken een rozige kleur. Dit wil ook zeggen dat je er extra zorg voor moet dragen aangezien de huid nog kwetsbaar is. Bedek je litteken zolang het een rozige kleur heeft met kleding. Als je litteken enige tijd wordt blootgesteld aan de zon, zal het beschadigd raken waardoor het voor altijd zichtbaar en stugger zal blijven. Ga dus nooit met je litteken in de zon liggen of gebruikt zolang geen zonnebank.
Wanneer is een wonde ontstoken?
Een wonde is ontstoken als je na verloop van tijd merkt dat je wond een rode kleur heeft, enorm gevoelig tot pijnlijk is, gezwollen en warm aanvoelt. Je kan er zelfs koorts van krijgen. In geval van ontsteking kan je best langs de dokter gaan. Deze zal de wonde inspecteren en je een antibioticakuur voorschrijven. Verwar een ontsteking niet met de fibrinedraden! Fibrinedraden kunnen er ook gelig uitzien en een rode rand rondom de wonde geven, wat voor veel mensen lijkt alsof de wond ontstoken is terwijl dit niet het geval is. Bij overmatig fibrineweefsel en een wonde die zichtbaar niet meer evolueert, maar niet ontstoken is, kan je best een paar dagen een warm bad nemen. Door het warme water laat het fibrineweefsel los en zal de wonde vanzelf verder herstellen.
Lees verder