Slokdarmkanker: Kanker in slokdarm met slikproblemen
Slokdarmkanker (oesofaguscarcinoom, slokdarmcarcinoom) is kanker die begint in de slokdarm, de buis die voedsel van de mond naar de maag verplaatst. Vooral oudere mannen zijn getroffen door deze ziekte. Aanhoudende zure oprispingen of maagzuur, een chronische hoest, eten dat terugkomt, gewichtsverlies en slikproblemen zijn de belangrijkste symptomen van slokdarmkanker. Vaak komen de symptomen van de ziekte pas in een laat stadium tot uiting waardoor de kanker reeds vergevorderd is. De behandeling bestaat in een vroeg stadium uit chirurgie en in een later stadium uit chemotherapie en/of radiotherapie. De vooruitzichten voor slokdarmkanker zijn afhankelijk van diverse factoren, maar meestal zijn ze minder goed bij patiënten met deze ziekte.
Overmatig alcoholgebruik is een risicofactor voor slokdarmkanker /
Bron: Jarmoluk, PixabayOorzaken en risicofactoren slokdarmkanker
De precieze oorzaak van slokdarmkanker is anno oktober 2020 onduidelijk, maar wel spelen diverse omgevingsfactoren en alsook medische aandoeningen en medische behandelingen een rol bij de totstandkoming van deze ziekte.
Omgevingsfactoren
Bij 90% van de patiënten is slokdarmkanker veroorzaakt door levensstijlfactoren zoals
obesitas (zwaarlijvigheid), ongezonde en eenzijdige voeding die weinig groenten en fruit bevat,
roken en
alcohol.
Kanker van de slokdarm komt voorts vaker voor bij ouderen. 80% van de patiënten is namelijk zestigplusser bij het krijgen van de diagnose van slokdarmkanker. Mannen zijn tot slot het vaakst aangetast door een slokdarmcarcinoom.
Medische aandoeningen en behandelingen
Ook de aanwezigheid van een
Barrett-oesofagus (schade aan wand van slokdarm door reflux) verhoogt het risico op slokdarmkanker, hoewel het risico is klein is.
Achalasie is een andere risicofactor voor de ontwikkeling van kanker aan de slokdarm. Dit is een zeldzame aandoening waarbij de klep tussen de slokdarm en de maag zich niet ontspant, waardoor voedsel en vloeistof terug in de slokdarm gaan en
slikproblemen ontstaan. Ook ontstaat slokdarmkanker als complicatie bij een
slokdarmontsteking (de ontstoken slokdarm is vaak het gevolg van brandend maagzuur).
Coeliakie (maag- en darmproblemen door eten van gluten) brengt tevens een verhoogd risico op de ziekte met zich mee.
Radiotherapie voor andere vormen van kanker verhoogt het risico op slokdarmkanker. Dit komt voor bij de behandeling via bestraling voor
borstkanker,
longkanker,
mondkanker,
keelkanker,
strottenhoofdkanker en een
Hodgkin-lymfoom.
Vormen
Er zijn twee hoofdtypen slokdarmkanker:
plaveiselcelcarcinoom en adenocarcinoom. Deze twee types hebben een ander uiterlijk onder de microscoop.
Plaveiscelcarcinoom
Plaveiselcelcarcinoom slokdarmkanker die gekoppeld is aan het roken en het overmatig drinken van alcohol.
Adenocarcinoom
Een
adenocarcinoom is de meest voorkomende vorm van slokdarmkanker. Met een Barrett-slokdarm verhoogt het risico op dit type kanker.
Gastro-oesofageale reflux (brandend maagzuur door maaginhoud die terugvloeit naar slokdarm) ontwikkelt zich mogelijk tot een Barrett-slokdarm.
Brandend maagzuur, wat voorkomt bij slokdarmkanker, is voor de meeste patiënten erg pijnlijk /
Bron: Pexels, PixabaySymptomen: Slikproblemen en problemen met eten
Aanhoudende zure oprispingen of maagzuur
De patiënt heeft
indigestie (maagklachten na het eten of drinken) wanneer zuur uit de maag terug in de slokdarm vloeit of wanneer de maag ontstoken of geïrriteerd is (
gastritis). De klep tussen de maag en de slokdarm (cardiale sluitspier) remt normaal deze situatie af. Door een tumor werkt de klep echter niet meer goed, waardoor indigestie, zure oprispingen /
boeren tot stand komen. Indigestie komt echter vaak voor en wijst meestal niet in de richting van kanker. Wel is dit symptoom pijnlijk, zelfs als dit niet het gevolg is van een ernstige onderliggende ziekte. Wanneer maagzuur langer dan drie weken aanhoudt, vereist dit steeds professioneel medisch advies, zelfs wanneer medicijnen lijken te helpen. Brandend maagzuur valt te omschrijven als brandende
pijn op de borst of ongemak dat plaatsvindt na het eten.
Chronische hoest
Een hoest die niet verdwijnt (
chronische hoest) of die plaatsvindt bij het eten, is vaak veroorzaakt door slokdarmkanker.
Bloed ophoesten
Bloed ophoesten of
bloed braken zijn symptomen die voorkomen wanneer de slokdarm bloedt. Dit symptoom is niet gebruikelijk.
Donkere ontlasting
De ontlasting is bij slokdarmkanker bijna zwart, omdat bij de kanker een bloeding ontstaat in de slokdarm. Dit symptoom komt echter eveneens weinig voor bij slokdarmkanker, en donkere ontlasting is ook een symptoom van bijvoorbeeld het nemen van ijzertabletten.
Eten komt terug
Eten uitbraken gebeurt wanneer de patiënt het eten snel weer opgeeft nadat hij het heeft ingeslikt. Het begint meestal met vast voedsel zoals vlees en brood. Wanneer de patiënt geen behandeling krijgt, start de patiënt met het opgeven van zacht voedsel, zoals aardappelpuree, drankjes en
speeksel.
Gewichtsverlies
Eten gaat moeilijk door de slikproblemen of de
pijn bij het slikken (
odynofagie) van voeding. Hierdoor ontstaat
gewichtsverlies. In zeldzame gevallen wijst extreem gewichtsverlies op een vergevorderd stadium van slokdarmkanker.
Heesheid
De stem verandert en wordt eerder “raspend” of “schor”. Een
hese stem komt niet zo vaak voor bij slokdarmkanker, en is tevens een symptoom van veel andere, onschadelijke aandoeningen.
Pijn in de keel of achter het borstbeen
Pijn in het midden van de borst, of meer zelden in de rug of schouder komt af en toe ook voor bij slokdarmkanker. Dit probleem verergert bij het slikken of bij indigestie.
Slikproblemen (dysfagie)
Pijn of een
branderig gevoel bij het slikken (slikproblemen), of eten dat blijft steken in de keel of borst, is een typisch symptoom van slokdarmkanker. Een onschuldige vernauwing van de slokdarm maakt het ook moeilijk om te slikken. Het is belangrijk om dit symptoom te laten controleren door de arts.
Andere symptomen
Bijkomende symptomen omvatten
globus pharyngeus (brokgevoel in keel), veel en lang
hikken, een
droge keel, een slechte ruikende adem (
halitose)
duizeligheid en
vermoeidheid /
kankervermoeidheid.
Diagnose en onderzoeken
Diverse onderzoeken zijn nuttig bij het diagnosticeren van slokdarmkanker:
- een bariumtest
- een CT-scan van de borstkas (meestal inzetbaar voor het bepalen het stadium van de ziekte)
- een endoscopie (inwendig kijkonderzoek van de binnenkant van het lichaam) (is nodig om een weefselmonster te verkrijgen van de slokdarm voor de bevestiging van de diagnose van kanker)
- een endoscopische echografie (soms ook inzetbaar om het stadium van de ziekte te bepalen)
- een gastroscopie (inwendig kijkonderzoek van de maag) en een biopsie (bij een inwendig kijkonderzoek van de maag een stukje weefsel wegnemen en microscopisch laten onderzoeken)
- een MRI-scan van de borstkas (meestal inzetbaar voor het bepalen van het stadium van de ziekte)
- een ontlastingsonderzoek (toont kleine hoeveelheden bloed)
- een PET-scan (onderzoek rond de stofwisseling van het lichaam; is soms nuttig voor het bepalen van het stadium van de ziekte, en/of om te kijken of chirurgie mogelijk is)
Behandeling via chirurgie, chemotherapie en/of radiotherapie
Chirurgie
Wanneer de kanker zich enkel in de slokdarm bevindt en zich nog niet heeft verspreid, voert de arts een operatie uit. Hierbij verwijdert de arts de kankercellen en een deel van de of de volledige slokdarm. Dit is mogelijk via open chirurgie (met één of twee grotere insnijdingen) of via minimaal invasieve chirurgie (met twee tot vier kleine insnijdingen in de buik). Radiotherapie is bij sommige patiënten inzetbaar in plaats van de operatie wanneer de kanker zich niet heeft verspreid buiten de slokdarm. Om de operatie te vergemakkelijken, krijgt de patiënt soms eerst nog
chemotherapie en/of radiotherapie.
Chemotherapie en radiotherapie
Als de patiënt te ziek is voor een grote operatie of als de kanker is uitgezaaid naar andere organen, krijgt de patiënt palliatieve therapie omdat de ziekte niet meer te genezen is. De patiënt krijgt hierbij chemotherapie of bestraling (meestal in de vorm van
brachytherapie) om de symptomen te verminderen.
Behandeling van slikproblemen
Naast een verandering in de voeding, zijn andere behandelingen mogelijk om de slikproblemen te behandelen:
- het dilateren (verbreden) van de slokdarm via een endoscoop. Soms plaatst de arts een (metalen) stent om de slokdarm open te houden.
- het plaatsen van een maagsonde
- het behandelen met fotodynamische therapie waarbij de arts een speciaal geneesmiddel in de tumor injecteert; daarna wordt het gebied blootgesteld aan licht. Het licht activeert het geneesmiddel dat de tumor aanvalt.
Prognose bij laat stadium van ziekte is slecht
Het type en stadium van de kanker en de leeftijd en algemene conditie van de patiënt zijn van cruciaal belang als prognostische factor voor slokdarmkanker. De prognose voor de meeste symptomatische patiënten is vrij slecht. De helft van de patiënten heeft namelijk
uitzaaiingen op afstand ten tijde van de diagnose en het merendeel van de andere patiënten heeft al uitzaaiingen in aangrenzende structuren. Wanneer de kanker zich niet verspreid heeft buiten de slokdarm, verbetert chirurgie de overlevingskans. Wanneer de kanker uitgezaaid is naar andere lichaamsdelen is een genezing meestal niet meer mogelijk. De behandeling bij uitgezaaide slokdarmkanker is gericht op het verlichten van de symptomen.
Complicaties
Complicaties van slokdarmkanker omvatten een
longontsteking (pneumonie), ernstig gewichtsverlies en
ondervoeding door onvoldoende te eten. Ook ontstaan soms metastasen (uitzaaiingen) van de kanker, zoals bijvoorbeeld in de lever (
levermetastasen).
Preventie
Om het risico op kanker van de slokdarm te verminderen is het verstandig om:
- alcoholische dranken te beperken of te stoppen met alcohol drinken
- niet te roken
- regelmatig opvolgbezoeken te krijgen bij een Barrett-slokdarm
- zich te laten controleren door de arts bij ernstige gastro-oesofageale reflux
Lees verder