Oesophagogastroduodenoscopie: Het onderzoek
Op de dienst Endoscopie of gastro-enterologie in het ziekenhuis krijgen sommige patiënten een hoge gastro-intestinale endoscopie (GI-endoscopie), ook gekend als een oesophagogastroduodenoscopie. Met dit onderzoek bekijkt de arts door middel van een endoscoop de slijmvliesbekleding van het bovenste gedeelte van het maagdarmkanaal. Dit omvat de slokdarm, de maag en het duodenum (twaalfvingerige darm). Hij is hiermee in staat om de eventuele aanwezigheid van een infectie, ontsteking, maagzweren, tumoren en andere problemen nauwkeurig op te sporen. Hierdoor is het mogelijk om na het onderzoek een gepaste behandeling te starten. Het onderzoek zelf verloopt pijnloos, maar de patiënt ervaart het mogelijk wel als vervelend.
Oesophagogastroduodenoscopie, vaak afgekort als OGD, is een medische procedure waarbij een arts de binnenkant van de slokdarm, maag en het duodenum (twaalfvingerige darm) onderzoekt. Het wordt uitgevoerd met behulp van een endoscoop, een flexibele buis met een camera aan het uiteinde, die via de mond in het spijsverteringskanaal wordt ingebracht. Dit onderzoek biedt gedetailleerde visuele informatie over de slijmvliesbekleding van de bovenste spijsverteringsorganen, waardoor artsen in staat zijn om aandoeningen zoals ontstekingen, zweren, tumoren en infecties vast te stellen.
Endoscoop
Een endoscoop is een lange, dunne flexibele buis met aan het uiteinde een lampje en een minuscule camera. De arts gebruikt de endoscoop niet alleen voor het bestuderen van de slijmvliesbekleding van het bovenste gedeelte van het maagdarmkanaal, maar ook voor het behandelen van problemen zoals een actief bloedende
maagzweer; het verwijderen van een vreemd voorwerp of voor het optrekken van een vernauwing in de slokdarm of maag.
Indicatie oesophagogastroduodenoscopie
Hoge
endoscopie wordt gebruikt voor het evalueren van volgende symptomen: aanhoudende pijn in de bovenbuik, een bloeding,
braken,
misselijkheid, en
moeite met slikken.

Een patiënt moet zijn kunstgebit verwijderen voor het onderzoek /
Bron: Jim Sneddon, Flickr (CC BY-2.0)Voor het onderzoek
De patiënt geeft best op voorhand door welke medicatie hij gebruikt.
Bloedverdunners moet hij namelijk misschien tijdelijk stopzetten. De patiënt is nuchter voor het onderzoek. Hij mag dus niet meer eten, drinken of
roken na middernacht. In sommige ziekenhuizen mag een patiënt nog wel ’s morgens een licht ontbijt consumeren indien het onderzoek pas in de namiddag plaatsvindt. Dit is echter per ziekenhuis verschillend. Als een patiënt losse tandprotheses of een
kunstgebit draagt, verwijdert hij deze voor het onderzoek.
Praktisch
Het onderzoek heeft een tijdsduur van vijf à twintig minuten en gebeurt poliklinisch. De patiënt mag na het onderzoek dus weer naar huis. De patiënt krijgt meestal de keuze tussen een lichte of zwaardere verdoving, maar in principe krijgt hij geen volledige narcose. Bij beide verdovingsmethodes neemt hij best een begeleider mee omdat hij na het onderzoek niet direct naar huis mag.
Het onderzoek
De patiënt is tijdens dit onderzoek best zo ontspannen mogelijk; hierdoor vermindert de braakreflex en verloopt het onderzoek veel comfortabeler. Dit bereikt hij onder andere door rustig in en uit te ademen en goed door te zuchten tijdens het gehele onderzoek. De patiënt krijgt een intraveneus infuus. Intraveneus is de (
medische term voor "in een ader"). Met behulp van dit infuus dient de arts
pijnstillers en een kalmerend middel toe. Tijdens het onderzoek controleert de arts nauwgezet de bloeddruk, de pols en het zuurstofgehalte in het bloed. Het lage zuurstofgehalte in het bloed valt op te sporen met een speciaal onderzoek, met name een
pulsoximetrie. De arts dient een plaatselijke keelverdoving toe door middel van een spray die ietwat bitter smaakt. De keel wordt hierdoor gevoelloos en dit onderdrukt tevens de braakreflex tijdens het onderzoek. De keel voelt hierdoor stijf aan, maar ademhalen via de neus of mond is gewoon mogelijk voor de patiënt. De patiënt gaat op de linkerzij liggen op de onderzoekstafel. Soms krijgt de patiënt extra zuurstof via een neuscanule. De arts plaatst een mondstuk tussen de tanden om het gebit en de gastroscoop te beschermen. De arts brengt de endoscoop voorzichtig in via de mond en legt de endoscoop op het einde van de
tong. De patiënt dient vervolgens de endoscoop door te slikken. Eventueel losgekomen slijm mag de patiënt steeds laten lopen; een verpleegkundige zuigt dit tijdens het onderzoek altijd weg. De arts duwt de endoscoop daarna langzaam en voorzichtig door de slokdarm naar de maag en eventueel de twaalfvingerige darm. In principe voelt de patiënt hierbij geen
pijn. De arts brengt af en toe een kleine hoeveelheid lucht in. Zo maakt hij de slijmvliesbekleding (maagplooien) vlak en verbetert hij tevens de zichtbaarheid. Hierdoor ervaart de patiënt mogelijk een “vol” gevoel in de maagstreek. Soms neemt de arts een weefselmonster (biopt) af via de endoscoop zodat hij later in staat is dit te onderzoeken. De arts verwijdert voorzichtig de endoscoop waarna het onderzoek is afgelopen.
Functie weefselonderzoek
Een weefselonderzoek vindt plaats voor volgende situaties: het beoordelen van de goed- of kwaadaardigheid van weefsels en het opsporen van
Helicobacter pylori: deze bacterie veroorzaakt o.a. maagzweren.
Na het onderzoek
Na het onderzoek wordt de patiënt gecontroleerd tot de effecten van de medicatie verdwenen zijn. Eten en drinken mag nog niet direct na het onderzoek; gemiddeld één uur later pas mag de patiënt weer eten en drinken (in verband met de keelverdoving waardoor hij zich mogelijk verslikt). De patiënt moet naar huis gebracht worden, meestal één uur na het onderzoek bij een lichte verdoving en twee uur na het onderzoek bij een zwaardere verdoving.
Bijwerkingen en complicaties
Een bloeding of
perforatie (gat in maag of darm) gebeurt slechts sporadisch, maar de arts moet dan wel meteen chirurgisch ingrijpen. De patiënt ervaart mogelijk
keelpijn, wat meestal na één dag verdwijnt. Een opgezet gevoel komt door het inblazen van lucht tijdens het onderzoek. Oprispingen/
boeren en/of braken zijn hierbij ook mogelijk.
Resultaten
De arts die het onderzoek heeft uitgevoerd, deelt meestal kort zijn bevindingen mee net na het onderzoek. De resultaten van een eventuele
biopsie krijgt de patiënt van de behandelend arts of huisarts na enkele dagen.
Ontwikkelingen in endoscopie
In de laatste jaren zijn er aanzienlijke vooruitgangen geboekt in de endoscopische technologie. Verbeterde beeldvormingstechnieken en geavanceerde endoscopen maken het mogelijk om gedetailleerdere en meer accurate beelden te verkrijgen. Dit kan bijdragen aan een nauwkeurigere diagnose en effectievere behandelingsopties.
Alternatieven en aanvullingen op endoscopie
Naast endoscopie kunnen andere beeldvormende technieken zoals
CT-scan en
MRI-scan nuttig zijn voor aanvullende informatie over de conditie van het maagdarmkanaal. Deze technieken kunnen helpen bij het verkrijgen van een completer beeld van de interne structuren en bij het plannen van de behandeling.
Praktische tips voor het ondergaan van een oesophagogastroduodenoscopie
Een
oesophagogastroduodenoscopie (EGD), ook wel bekend als een maag-darmonderzoek, is een medische procedure waarbij de arts met behulp van een endoscoop de slokdarm, maag en de bovenste dunne darm onderzoekt. Dit onderzoek wordt vaak uitgevoerd om te kijken naar klachten zoals pijn of onduidelijke maagklachten. Het kan ook helpen bij het diagnosticeren van aandoeningen zoals ontstekingen, zweren of tumoren. Hier zijn enkele praktische tips die je kunnen helpen om je voor te bereiden op het onderzoek en om de procedure soepel te laten verlopen.
Bereid je voor op de procedure
Voordat je de
oesophagogastroduodenoscopie ondergaat, is het belangrijk om je goed voor te bereiden. Je arts zal je vragen om minstens zes uur voor het onderzoek niet meer te eten of te drinken. Dit is om te zorgen dat de maag leeg is, zodat de arts een duidelijker beeld krijgt van de binnenkant van je maag en slokdarm. Daarnaast zal je arts je informeren over eventuele medicijnen die je tijdelijk moet stoppen, vooral als je bloedverdunners gebruikt. Zorg ervoor dat je alle aanwijzingen van je arts zorgvuldig opvolgt om complicaties te voorkomen.
Wat je kunt verwachten tijdens het onderzoek
Tijdens de procedure ligt je op je zij en zal je arts de endoscoop voorzichtig via je mond en slokdarm inbrengen. Dit kan ongemakkelijk zijn, maar de procedure is meestal niet pijnlijk. In sommige gevallen kan een verdoving (bijvoorbeeld in de keel) worden toegepast om je comfortabeler te maken. Het is mogelijk dat je lichte buikpijn of een gevoel van volheid ervaart na de procedure, maar dit verdwijnt vaak binnen korte tijd. Als je je zorgen maakt over ongemak, bespreek dit dan van tevoren met je arts, zodat er maatregelen genomen kunnen worden om je zo comfortabel mogelijk te houden.
Na de procedure: herstel en nazorg
Na de
oesophagogastroduodenoscopie kun je meestal snel weer je normale activiteiten hervatten. Het kan echter zijn dat je nog enige tijd een licht ongemakkelijk gevoel hebt in je keel door de verdoving of door de endoscoop die is ingebracht. Het is belangrijk om veel water te drinken en zacht voedsel te eten in de uren na het onderzoek om je keel te kalmeren. Als er biopten zijn genomen of als er andere ingrepen zijn verricht, kan je arts je adviseren om een paar dagen bepaalde activiteiten te vermijden. Zorg ervoor dat je de controleafspraken goed opvolgt om de resultaten van het onderzoek te bespreken en verdere stappen te plannen.
Met deze tips kun je je goed voorbereiden op de
oesophagogastroduodenoscopie en de procedure zelf zo comfortabel mogelijk maken. Het onderzoek is een waardevol hulpmiddel voor het stellen van een juiste diagnose en het monitoren van je gezondheid.
Misvattingen rond oesophagogastroduodenoscopie
Oesophagogastroduodenoscopie is alleen nodig voor de diagnose van maagzweren
De oesophagogastroduodenoscopie (OGD) is inderdaad vaak nuttig bij het diagnosticeren van maagzweren, maar de procedure heeft een veel breder toepassingsgebied. Het wordt ook gebruikt voor het opsporen van aandoeningen in de
maag, zoals tumoren, ontstekingen, of infecties, en kan ook helpen bij het onderzoeken van de
darmen en de
slokdarm. Het biedt artsen waardevolle informatie over de gezondheid van deze organen, zelfs wanneer symptomen niet specifiek wijzen op zweren.
De procedure is pijnlijk en risicovol
Hoewel het uitvoeren van een oesophagogastroduodenoscopie ongemak kan veroorzaken, is het doorgaans niet als pijnlijk te beschouwen. Patiënten krijgen vaak een
verdoving in de keel om het ongemak te minimaliseren, en de procedure wordt meestal onder lokale verdoving of lichte sedatie uitgevoerd. Het risico van de procedure is relatief laag, hoewel er, zoals bij elke invasieve techniek, kleine risico's bestaan, zoals perforatie of bloeding, maar deze komen zelden voor.
OGD wordt altijd uitgevoerd met behulp van een operatie
De oesophagogastroduodenoscopie is een minimaal invasieve techniek die gebruik maakt van een flexibele slang met een camera (endoscoop) die via de mond wordt ingebracht. Het is dus geen operatie, maar een diagnostische procedure die snel en met minimale verstoring van de patiënt kan worden uitgevoerd. Er zijn geen grote snijwonden nodig, waardoor het herstel na de procedure relatief snel is.
De oesophagogastroduodenoscopie is alleen bedoeld voor oudere patiënten
De oesophagogastroduodenoscopie kan bij zowel jonge als oudere patiënten worden uitgevoerd, afhankelijk van de symptomen of de medische voorgeschiedenis. Hoewel ouderen vaak worden geïndiceerd voor deze procedure vanwege een hoger risico op
leveraandoeningen of
diabetes mellitus, kan het ook nuttig zijn voor jongere patiënten met chronische maagklachten, slikproblemen of onverklaarde gewichtsverlies. Het is dus niet uitsluitend voor ouderen.
Je hoeft je niet voor te bereiden op een oesophagogastroduodenoscopie
In feite is voorbereiding op de procedure essentieel voor het verkrijgen van heldere beelden en het minimaliseren van risico’s. Patiënten moeten meestal enkele uren vóór de ingreep nuchter zijn, zodat de maag leeg is en de arts goed kan zien. Daarnaast kan de arts bepaalde medicijnen voorschrijven of aanbevelen om de
bloedonderzoeken voorafgaand aan de procedure uit te voeren om de veiligheid van de patiënt te waarborgen.
De oesophagogastroduodenoscopie kan geen andere aandoeningen dan maagziekten detecteren
Een oesophagogastroduodenoscopie is een veelzijdige diagnostische procedure. Het wordt niet alleen gebruikt voor het onderzoeken van de
maag, maar ook voor het detecteren van aandoeningen van de
slokdarm, zoals ontstekingen, refluxziekte of tumoren. Ook kan het worden gebruikt om de
darmen te onderzoeken, met name het bovenste deel van de dunne darm, de duodenum. Het biedt artsen dus uitgebreide diagnostische informatie over verschillende spijsverteringsorganen.
De procedure is niet nuttig voor het opsporen van kanker
De oesophagogastroduodenoscopie wordt juist vaak gebruikt om kanker te detecteren, met name
kanker in de slokdarm, maag of duodenum. Tijdens de procedure kan de arts verdachte weefsels onderzoeken en biopsieën afnemen voor verder onderzoek. Het stelt artsen in staat om vroege tekenen van kanker te identificeren, wat cruciaal is voor een tijdige behandeling.
Je hebt altijd een operatie nodig na een oesophagogastroduodenoscopie
Hoewel een oesophagogastroduodenoscopie kan helpen bij het vaststellen van aandoeningen die chirurgische behandeling vereisen, leidt de procedure zelf meestal niet tot een operatie. In veel gevallen wordt de diagnose gesteld en wordt de behandeling uitgevoerd zonder dat er een operatie nodig is. Het kan bijvoorbeeld medicatie zoals
medicatie voor maagaandoeningen of een verandering van het voedingspatroon nodig zijn. Alleen wanneer er ernstige afwijkingen worden gevonden, kan een operatie noodzakelijk zijn.
Lees verder