Hyposmie (verminderde reukzin) & anosmie (geen reukvermogen)
Kunnen ruiken is voor velen vanzelfsprekend, maar in sommige gevallen kan dit niet goed of helemaal niet gebeuren. Hyposmie verwijst naar een gedeeltelijk verlies van het reukvermogen, terwijl anosmie duidt op een volledig verlies van het vermogen om te ruiken. Deze aandoeningen kunnen variëren van mild tot ernstig en kunnen veroorzaakt worden door diverse ziekten of omgevingsfactoren. In veel gevallen kan een arts het (gedeeltelijk) verloren geurvermogen herstellen met behulp van medicijnen, chirurgie of door het vermijden van bepaalde omgevingsfactoren. Helaas kan de schade in sommige gevallen permanent zijn.
Epidemiologie
Hyposmie en anosmie zijn veel voorkomende reukstoornissen die wereldwijd een aanzienlijke impact hebben op de levenskwaliteit van patiënten. De exacte prevalentie varieert per leeftijdsgroep en geografische regio, maar onderzoek wijst uit dat deze aandoeningen vaker voorkomen bij ouderen en patiënten met bepaalde onderliggende aandoeningen.
Prevalentie bij volwassenen
Studies tonen aan dat ongeveer 3% tot 5% van de algemene bevolking anosmie ervaart, terwijl hyposmie bij 15% tot 20% voorkomt. De prevalentie neemt toe met de leeftijd, met name bij ouderen, waarbij meer dan 50% van de mensen boven de 65 jaar enige mate van reukverlies rapporteert.
Geslachtsverschillen
Hyposmie en anosmie komen vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. Onderzoek suggereert dat hormonale verschillen en blootstelling aan beroepsrisico's, zoals chemicaliën en stof, bijdragen aan deze ongelijkheid.
Geografische variatie
De prevalentie van hyposmie en anosmie kan variëren afhankelijk van omgevingsfactoren, zoals luchtkwaliteit, en de beschikbaarheid van medische zorg. Bijvoorbeeld, in stedelijke gebieden met hoge luchtvervuiling worden vaker reukstoornissen gerapporteerd.
Impact van pandemieën
Tijdens de COVID-19-pandemie werd anosmie een veel gerapporteerd symptoom, wat leidde tot een verhoogde aandacht voor reukstoornissen in de epidemiologische literatuur. Naar schatting had 40% tot 60% van de COVID-19-patiënten enige vorm van reukverlies.
Mechanisme
Het mechanisme van hyposmie en anosmie is complex en hangt af van de oorzaak van de aandoening. De reukzin is afhankelijk van het functioneren van het olfactorische systeem, dat begint in de neus en via zenuwbanen verbonden is met de hersenen.
Schade aan het olfactorisch epitheel
Bij infecties, zoals verkoudheid of COVID-19, kan het olfactorisch epitheel in de neusholte beschadigd raken. Dit epitheel bevat reukreceptoren die geuren detecteren en signalen naar de hersenen sturen.
Neurale disfunctie
Zenuwschade door trauma, neurodegeneratieve aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson of Alzheimer, of tumoren kan de signaaloverdracht van reukinformatie verstoren, wat leidt tot hyposmie of anosmie.
Obstructie van de luchtwegen
Bij structurele afwijkingen zoals neuspoliepen of septumdeviatie kunnen geurmoleculen het olfactorisch epitheel niet bereiken, wat resulteert in een verminderde reukzin.
Centrale oorzaken
Bij sommige patiënten ligt de oorzaak in de hersenen zelf, bijvoorbeeld door een beroerte, multiple sclerose of andere neurologische aandoeningen die de verwerking van reuksignalen beïnvloeden.
Oorzaken van verminderde of afwezige geur
Hersenen
De reukzin wordt primair gereguleerd door craniale zenuw I (
hersenzenuw I). Echter, onaangename neussensaties worden vaak door andere craniale zenuwen, zoals V, IX en X, geleid. Anosmie resulteert in een volledig verlies van het reukvermogen, terwijl hyposmie een verminderde geurperceptie betekent. Als geurstofmoleculen de bovenste reukzinlaag van de slijmvliezen en de neus niet bereiken, kan dit leiden tot een geleidend geurverlies. Wanneer de neurale overdracht van geur is aangetast, ontstaat een sensorineuraal geurverlies. Sommige aandoeningen kunnen leiden tot een gemengd geurverlies, zowel geleidend als sensorineuraal. Vaak ligt een verstopte neus door een luchtweginfectie (zoals een verkoudheid) aan de basis, maar andere risicofactoren zijn ook bekend.
Smaak
De reukzin speelt een cruciale rol in het proeven. Zonder geur kunnen de smaakpapillen slechts een beperkt aantal smaken detecteren. Geuren dragen bij aan de complexiteit van smaak, waardoor een verminderd reukvermogen de smaakbeleving aanzienlijk kan beïnvloeden.
Risicofactoren van hyposmie en anosmie
In ongeveer 20% van de gevallen kan de arts geen specifieke oorzaak voor hyposmie of anosmie vinden. Echter, vaak liggen bepaalde aandoeningen of omgevingsfactoren ten grondslag aan het verminderde of afwezig reukvermogen.
Aandoeningen
Enkele aandoeningen en medische behandelingen kunnen hyposmie versnellen:
Zwaarlijvigheid is gekoppeld aan een gedeeltelijk of geheel verlies van het reukvermogen /
Bron: Tobyotter, Flickr (CC BY-2.0) Omgevingsfactoren
Ook enkele omgevingsfactoren kunnen bijdragen aan het verlies van het geurvermogen:
- Blootstelling aan bepaalde chemicaliën, zoals pesticiden en oplosmiddelen
- Blootstelling aan rook of tabaksrook
- Gebruik van recreatieve drugs zoals cocaïne
- Leeftijd: Net zoals het gehoorvermogen en het gezichtsvermogen verouderen, veroudert ook het reukvermogen. Tussen de dertig en zestig jaar neemt de reukzin geleidelijk af. Ouderen boven de zestig jaar ervaren vaak een gedeeltelijk of volledig verlies van het geurvermogen.
- Medicatie: Antibiotica (medicijnen voor bacteriële infecties), antidepressiva, antihistaminica (medicijnen tegen allergische reacties), hartmedicatie
- Zwaarlijvigheid
Risicogroepen
Bepaalde groepen patiënten hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van hyposmie of anosmie. Preventieve maatregelen en tijdige behandeling kunnen bij deze groepen extra belangrijk zijn.
Ouderen
Reukverlies komt significant vaker voor bij ouderen, wat deels kan worden toegeschreven aan leeftijdsgebonden degeneratieve veranderingen in het olfactorisch systeem.
Patiënten met neurologische aandoeningen
Patiënten met de ziekte van Parkinson, Alzheimer of multiple sclerose hebben vaak reukstoornissen als een vroeg symptoom van hun ziekte.
Post-infectieuze gevallen
Na virale infecties, zoals influenza of COVID-19, kan een deel van de patiënten langdurige of blijvende reukstoornissen ervaren.
Personen met nasale obstructie
Mensen met chronische rhinosinusitis, neuspoliepen of andere structurele afwijkingen lopen een verhoogd risico op reukproblemen.
Symptomen gepaard met geen of gedeeltelijk reukvermogen
Anosmie of hyposmie kunnen gepaard gaan met andere symptomen. Bij luchtweginfecties komt een verstopte neus vaak voor, in combinatie met
niezen,
hoesten,
vermoeidheid,
hoofdpijn en
keelpijn. Daarnaast ervaren patiënten vaak een
verlies van smaak, wat bij sommige patiënten kan leiden tot ernstig
gewichtsverlies.
Alarmsymptomen
Hyposmie en anosmie kunnen in sommige gevallen wijzen op onderliggende ernstige aandoeningen. Het herkennen van alarmsymptomen is essentieel voor tijdige diagnose en behandeling.
Plotseling reukverlies
Een plotseling begin van anosmie, vooral zonder duidelijke oorzaak zoals een infectie, kan wijzen op een neurologische aandoening of een tumor en vereist onmiddellijke medische aandacht.
Geassocieerde neurologische klachten
Reukverlies gecombineerd met symptomen zoals geheugenproblemen, motorische stoornissen of hoofdpijn kan duiden op aandoeningen zoals de ziekte van Parkinson, Alzheimer of een hersentumor.
Unilateraal reukverlies
Reukverlies aan één kant van de neus kan wijzen op structurele afwijkingen of tumoren en moet nader worden onderzocht.
Diagnose en onderzoeken bij niet of slecht kunnen ruiken
Contact opnemen met de arts
Bij plotseling verlies van het reukvermogen of bij ernstige bijkomende symptomen is het raadzaam om een arts te raadplegen.
Lichamelijk onderzoek
Tijdens een eerste consult doorloopt de arts de
medische geschiedenis van de patiënt en is vooral geïnteresseerd in eventuele onderliggende aandoeningen zoals luchtwegproblemen. Het lichamelijk onderzoek omvat het inspecteren van de neusgangen, sinussen en omliggende structuren.
Diagnostisch onderzoek
De arts kan de patiënt doorverwijzen naar een keel-, neus- en oorspecialist (KNO-arts) voor verdere evaluatie. Deze specialist voert mogelijk een
nasale endoscopie uit, waarbij een lange dunne buis met een camera in de neus wordt ingebracht om de neus- en sinusholtes te inspecteren. De KNO-arts zoekt naar tekenen van zwelling, bloedingen, pus en mogelijke tumoren (
kanker). Daarnaast controleert de arts op andere fysieke obstructies zoals poliepen, vergrote neusstructuren of een afwijkend neustussenschot. Indien nodig wordt een
MRI-scan van de
hersenen uitgevoerd om mogelijke neurologische problemen te identificeren die het geurverlies kunnen verklaren.
Acupunctuur kan voor sommige patiënten nuttig zijn /
Bron: Fusiontherapy, PixabayBehandeling van (gedeeltelijk) verlies van geurvermogen
Zelfzorg
De patiënt dient, waar mogelijk, uitlokkende factoren van het geurverlies te vermijden, zoals blootstelling aan chemicaliën, rook en allergenen. Het stoppen met
roken kan het reukvermogen bevorderen. Daarnaast kan acupunctuur en het gebruik van vitamine B12-supplementen nuttig zijn voor sommige patiënten. Het is belangrijk om te voorkomen dat het geurverlies wordt gecompenseerd door veranderingen in eetgewoonten, aangezien geur en smaak nauw met elkaar verbonden zijn. Het gebruik van rook- en gasdetectoren in huis, evenals elektrische apparaten in plaats van gastoestellen, kan helpen om de veiligheid te waarborgen. Ook moet de levensduur van voedingsmiddelen nauwlettend worden gecontroleerd en moeten duidelijke etiketten worden gebruikt. Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van giftige huishoudchemicaliën.
Professionele medische zorg
Wanneer medicatie het geurverlies veroorzaakt, kan de arts andere geneesmiddelen voorschrijven. De behandeling richt zich ook op de onderliggende oorzaak van het geurverlies. Sommige medicijnen zoals
corticosteroïden (ontstekingsremmers) en antihistaminica kunnen nuttig zijn bij de behandeling van allergieën of luchtweginfecties.
Decongestiva kunnen helpen bij het openen van de neusgangen bij luchtweginfecties. Geurtraining kan in sommige gevallen ook effectief zijn. Indien nodig kan een operatie worden overwogen om de reukzin te herstellen, bijvoorbeeld bij neuspoliepen, een afwijkend neustussenschot of andere neusproblemen die geurverlies veroorzaken.
Prognose van verminderde reukzin
Hyposmie kan vaak verbeteren zonder behandeling, vooral als deze wordt veroorzaakt door seizoensgebonden allergieën of een luchtweginfectie. Patiënten met hyposmie door een
verkoudheid merken vaak dat hun reukvermogen enkele dagen tot weken na herstel van de infectie terugkeert. Wanneer hyposmie het gevolg is van
hoofdletsel of een ontsteking van de geurcellen, is herstel niet altijd mogelijk, zelfs niet met een operatie. Zowel anosmie als hyposmie zijn vaak geassocieerd met een significante vermindering van de kwaliteit van leven.
Complicaties van verminderd of niet meer kunnen ruiken
Een goed reukvermogen speelt een belangrijke rol in de kwaliteit van leven en de fysieke veiligheid. Het niet goed kunnen ruiken kan leiden tot gevaarlijke situaties. Aantrekkelijke geuren stimuleren de eetlust, terwijl onaangename geuren kunnen wijzen op brand, giftige chemicaliën of bedorven voedsel. Bovendien kunnen geuren belangrijke herinneringen oproepen en associaties met plaatsen of gebeurtenissen versterken.
Preventie
Preventieve maatregelen kunnen het risico op hyposmie en anosmie verminderen, vooral bij risicogroepen.
Blootstelling beperken
Het vermijden van roken en blootstelling aan schadelijke chemicaliën kan het risico op reukverlies verminderen.
Vroege behandeling van infecties
Een tijdige behandeling van bovenste luchtweginfecties en nasale aandoeningen kan complicaties zoals reukverlies voorkomen.
Bescherming tegen trauma
Het dragen van geschikte bescherming bij activiteiten met een verhoogd risico op hoofdletsel kan helpen om reukverlies door trauma te voorkomen.
Lees verder