Adenomen: Soorten en symptomen van klierweefselgezwellen
Adenomen zijn goedaardige klierweefselgezwellen die meestal niet in kanker ontaarden. Ze kunnen zich vormen in endocriene klieren, organen of slijmvliezen en variëren in eigenschappen. Sommige adenomen scheiden hormonen af, wat kan leiden tot diverse hormonale stoornissen. Meestal zijn adenomen kleiner dan één centimeter. Kleine, goedaardige adenomen vereisen vaak geen medische behandeling, maar in sommige gevallen kunnen ze groeien of druk uitoefenen op nabijgelegen weefsels, wat chirurgische verwijdering kan vereisen. De vooruitzichten zijn doorgaans uitstekend.
Synoniemen van adenoom
Adenomen worden soms ook aangeduid als ‘adenomateuze
poliepen’. De Griekse vertaling van een adenoom is ‘adenoma’.
Epidemiologie
Adenomen komen vaak voor in verschillende organen van het lichaam, met name in de endocriene klieren, zoals de schildklier, bijnieren, en hypofyse, evenals in het spijsverteringsstelsel, met de lever, colon, en alvleesklier als vaak betrokken organen. De incidentie van adenomen varieert afhankelijk van het type orgaan en de populatie waarin ze worden bestudeerd. In algemene zin wordt geschat dat ongeveer 10-15% van de algemene bevolking op enig moment een goedaardig adenoom in het lichaam zal ontwikkelen, hoewel veel adenomen asymptomatisch zijn en dus mogelijk niet gediagnosticeerd worden.
Prevalentie van schildklieradenomen
Schildklieradenomen behoren tot de meest voorkomende goedaardige tumoren in de schildklier. De prevalentie varieert, maar studies tonen aan dat tussen de 5% en 15% van de volwassen bevolking een schildklieradenoom ontwikkelt, vaak zonder symptomen. De meeste van deze adenomen worden per toeval ontdekt tijdens beeldvormende onderzoeken, zoals echografie of CT-scans, die om andere redenen worden uitgevoerd.
Prevalentie van bijnieradenomen
Bijnieradenomen komen ook veel voor, vooral bij ouderen. In een groot aantal post-mortem onderzoeken blijkt dat tot 10% van de volwassenen bijnieradenomen kan hebben, hoewel de meeste van deze adenomen niet klinisch significant zijn. De prevalentie van functionele bijnieradenomen, die hormonale activiteit vertonen, is echter veel lager, met schattingen van ongeveer 1-2% van de algemene bevolking.
Epidemiologie van colonadenomen
Colonadenomen zijn de meest voorkomende vorm van goedaardige tumoren in de dikke darm en worden geassocieerd met een verhoogd risico op het ontwikkelen van colorectale kanker. Het risico op het ontwikkelen van adenomen neemt toe met de leeftijd, en ongeveer 20% van de mensen ouder dan 50 jaar heeft een colonadenoom, waarbij de incidentie stijgt met de leeftijd.
Leeftijd en geslacht als risicofactoren
De prevalentie van adenomen is vaak hoger bij ouderen. Naarmate mensen ouder worden, neemt de kans op het ontwikkelen van adenomen toe, wat deels te wijten is aan de accumulatie van genetische mutaties en andere cellulaire veranderingen die plaatsvinden met de tijd. Wat betreft geslacht, is het risiconiveau voor bepaalde soorten adenomen (zoals bijnier- of schildklieradenomen) iets hoger bij vrouwen, terwijl voor andere, zoals colonadenomen, de incidentie vaak vergelijkbaar is tussen mannen en vrouwen.
Mechanisme
Adenomen ontstaan meestal door genetische mutaties in de cellen van een specifiek orgaan, die leiden tot ongereguleerde celgroei. Deze mutaties kunnen het gevolg zijn van omgevingsfactoren zoals roken, blootstelling aan schadelijke stoffen, of hormonale veranderingen, maar ze kunnen ook spontaan optreden. Adenomen zijn meestal goedaardig, wat betekent dat de abnormale cellen zich niet verspreiden naar andere delen van het lichaam, maar de proliferatie van cellen kan nog steeds leiden tot orgaanschade of verstoring van de normale functie.
Genetische mutaties en tumorgenese
De meest voorkomende mechanismen voor het ontstaan van adenomen omvatten mutaties in bepaalde tumoronderdrukkende genen of oncogenen. In veel gevallen zijn mutaties in de p53-genen of andere tumoronderdrukkende genen betrokken bij het ontstaan van adenomen. Deze genen zijn verantwoordelijk voor het reguleren van de celcyclus en het herstellen van DNA-schade, en wanneer ze muteren, kunnen cellen ongecontroleerd gaan delen, wat leidt tot de vorming van adenomen.
Hormonale invloeden
Hormonale veranderingen spelen ook een belangrijke rol in de ontwikkeling van bepaalde soorten adenomen, vooral in de schildklier, bijnieren en hypofyse. Adenomen die ontstaan in de bijnieren kunnen hormonale aandoeningen veroorzaken, zoals hypercortisolisme (Cushing's syndroom) of hyperaldosteronisme. Dit gebeurt wanneer de tumor de productie van bepaalde hormonen verhoogt, wat leidt tot een verstoring van de normale fysiologische balans van het lichaam.
Endotheliale en epitheliale betrokkenheid
Adenomen ontstaan meestal in epitheliale cellen, die het oppervlak van organen bekleden, of in endotheliale cellen die de bloedvaten bekleden. Deze cellen zijn van nature onderhevig aan snelle celdeling, wat kan leiden tot de ontwikkeling van goedaardige tumoren wanneer er genetische fouten optreden die deze celdeling niet goed reguleren. Het type weefsel waar het adenoom zich vormt, bepaalt de locatie en de mogelijke symptomen die gepaard gaan met de aandoening.
Oorzaken
Adenomen ontstaan door een overmatige groei van normale epitheelcellen. Deze tumoren ontstaan op een vergelijkbare manier als kwaadaardige tumoren, maar verspreiden zich niet naar andere lichaamsdelen (metastaseren). In een gezond lichaam worden nieuwe cellen aangemaakt wanneer ze nodig zijn. Als het lichaam geen nieuwe cellen nodig heeft en de celdeling blijft doorgaan, kan zich een gezwel of tumor vormen.
Risicofactoren
De risicofactoren voor het ontwikkelen van adenomen variëren afhankelijk van het type adenoom, maar er zijn verschillende algemene risicofactoren die de kans op het ontwikkelen van adenomen verhogen. Deze omvatten genetische aanleg, leeftijd, geslacht, leefstijlfactoren en hormonale invloeden.
Genetische predispositie
Een van de belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van adenomen is genetische aanleg. Patiënten met een familiegeschiedenis van adenomen, vooral van bepaalde typen zoals colonadenomen of schildklieradenomen, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van deze aandoeningen. Erfelijke genetische syndromen, zoals familiaire adenomateuze polyposis (FAP) en het Lynch-syndroom, kunnen ook het risico op het ontwikkelen van adenomen aanzienlijk verhogen.
Leeftijd en geslacht
Zoals eerder genoemd, neemt de prevalentie van adenomen toe met de leeftijd. Oudere volwassenen hebben een aanzienlijk hoger risico om adenomen te ontwikkelen, vooral van organen zoals de schildklier en het colon. Wat betreft geslacht, hebben vrouwen een verhoogd risico op schildklier- en bijnieradenomen, terwijl mannen vaak een verhoogd risico hebben op colonadenomen, hoewel dit bij beide geslachten vaak gelijk is.
Leefstijl en omgevingsfactoren
Leefstijlfactoren zoals roken, alcoholgebruik, en een ongezond voedingspatroon kunnen het risico op het ontwikkelen van adenomen verhogen, vooral bij colonadenomen. Een dieet dat rijk is aan vetten en arm aan vezels wordt vaak geassocieerd met een verhoogd risico op het ontwikkelen van adenomen in de darmen. Blootstelling aan schadelijke omgevingsfactoren, zoals bepaalde chemische stoffen of langdurige blootstelling aan straling, kan ook bijdragen aan het ontstaan van adenomen.
Risicogroepen
Risicogroepen voor adenomen zijn patiënten die bepaalde genetische aandoeningen hebben, zoals erfelijke syndromen, of die in omgevingen verkeren die hen vatbaarder maken voor het ontwikkelen van deze tumoren. Het identificeren van risicogroepen is cruciaal voor vroege opsporing en preventie.
Patiënten met erfelijke genetische syndromen
Patiënten met erfelijke genetische syndromen zoals familiaire adenomateuze polyposis (FAP) of het Lynch-syndroom lopen een verhoogd risico op het ontwikkelen van meerdere adenomen, vooral in de darmen. Deze syndromen zijn meestal geassocieerd met een verhoogde kans op het ontwikkelen van kanker, dus vroege opsporing van adenomen is essentieel om de vooruitgang van de ziekte te voorkomen.
Ouderen en hormoongevoelige tumoren
Ouderen vormen een risicogroep voor het ontwikkelen van adenomen, met name in de schildklier, bijnieren en het colon. Hormonale veranderingen die gepaard gaan met veroudering kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van adenomen, vooral bij vrouwen, die een verhoogd risico hebben op schildklier- en bijnieradenomen.
Patiënten met chronische ziekten
Patiënten met bepaalde chronische ziekten, zoals diabetes type 2 of chronische inflammatoire darmziekten, kunnen een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van adenomen, vooral in organen zoals de darmen. Het onderliggende ontstekingsproces kan bijdragen aan celveranderingen die leiden tot de ontwikkeling van tumoren.
Indeling
Adenomen kunnen worden ingedeeld in vier hoofdcategorieën:
- buisvormig adenoom
- villeus adenoom
- tubulovilleus adenoom
- vlak adenoom
Buisvormig adenoom
Dit type adenoom komt in ongeveer 75% van de gevallen voor. Het heeft een klein, paddestoelvormig uiterlijk en kan eenvoudig worden verwijderd tijdens een
colonoscopie (inwendig kijkonderzoek van de dikke darm).
Villeus adenoom
Villeuze adenomen zijn verantwoordelijk voor ongeveer 5% van de gevallen. Ze zijn plat en hebben een behaard, bloemkoolachtig uiterlijk. Dit type adenoom bevindt zich vaak aan het slijmvlies van de dikke darm. Bij groei moet een deel van het aangetaste orgaan worden verwijderd.
Tubulovilleus adenoom
Dit type adenoom komt voor in ongeveer 20% van de gevallen en combineert kenmerken van zowel buisvormige als villeuze adenomen.
Vlak adenoom
Vlak adenomen zijn zeldzaam maar potentieel gevaarlijk omdat ze kunnen ontaarden in
kanker.
Hormoonafscheidende adenomen
Adenomen kunnen de structuur van het orgaan waarin ze zich ontwikkelen nabootsen. Omdat adenomen vaak in klieren ontstaan, kunnen ze hormonen afscheiden, hoewel dit niet altijd het geval is.
Locatie en symptomen van adenomen
Adenomen kunnen zich ontwikkelen in klieren, organen of slijmvliezen en de symptomen variëren sterk, zowel in ernst als aard.
Endocriene klieren
Adenomen kunnen voorkomen in de volgende endocriene klieren:
- Bijnieren: Sommige hormoonproducerende adenomen veroorzaken een overmatige uitscheiding van cortisol, wat leidt tot het syndroom van Cushing. Overmatige uitscheiding van aldosteron kan het syndroom van Conn veroorzaken. Te veel mannelijke geslachtshormonen kunnen hyperandrogenisme veroorzaken. Adrenocorticale adenomen vertonen vaak symptomen die lijken op die van een adrenocorticaal carcinoom (kanker van huid, slijmvliezen en organen), zoals buikpijn en gewichtsverlies.
- Bijschildklier: Adenomen in de bijschildklier kunnen hypercalciëmie veroorzaken (verhoogd calciumgehalte in het bloed). Symptomen zoals zwakte, vermoeidheid, obstipatie, nierstenen, verlies van eetlust () en [ARTIKEL=183375]botpijn kunnen wijzen op hyperparathyreoïdie (overactieve bijschildklier).
- Eierstokken: Adenomen in de eierstokken kunnen leiden tot hormonale onevenwichtigheden, wat invloed kan hebben op de menstruatiecyclus en vruchtbaarheid.
- Hypofyse:
- Acidofiel adenoom: Dit type hypofyse-adenoom bestaat uit acidofiele cellen en kan acromegalie veroorzaken (overproductie van groeihormonen).
- Basofiel adenoom: Dit adenoom bestaat uit basofiele cellen en kan de ziekte van Cushing veroorzaken.
- Schildklier: Een toxisch adenoom (toxisch struma of struma nodosa toxica) kan een hyperthyroïdie (overactieve schildklier) veroorzaken. Symptomen kunnen een knobbel in de nek, hoesten, slikproblemen en ademhalingsproblemen omvatten.
- Testikels: Adenomen in de testikels zijn zeldzaam, maar kunnen invloed hebben op de hormoonbalans en de vruchtbaarheid.
Organen
Adenomen kunnen ook in de volgende organen voorkomen:
- Borst: Vaak worden fibroadenomen gevonden, die goedaardige bindweefselgezwellen zijn. Deze veroorzaken doorgaans geen symptomen en zijn soms slechts enkele centimeters groot.
- Galblaas: Adenomen in de galblaas kunnen leiden tot pijn en verstoring van de galafvoer.
- Lever: Leveradenomen komen vaker voor bij vrouwen, vaak door het gebruik van orale anticonceptiva. Ze veroorzaken doorgaans pijn en een voelbare massa.
- Nieren: Adenomen in de nierbuisjes kunnen soms uitgroeien tot nierkanker.
- Pancreas (alvleesklier): Adenomen van de pancreas kunnen pijn in de buik, diarree, maagpijn, aanhoudende vermoeidheid, flauwvallen en gewichtstoename veroorzaken. Deze symptomen kunnen ook wijzen op pancreaskanker, met geelzucht als typisch kenmerk.
- Prostaat: Adenomen in de prostaat kunnen leiden tot urinewegproblemen en andere symptomen gerelateerd aan de urinewegen.
Slijmvliezen
Adenomen kunnen ook in slijmvliezen voorkomen:
- Baarmoeder: Adenomen in de baarmoeder kunnen leiden tot onregelmatige menstruatie en bloedingen.
- Bronchiën (fijnste luchtpijpvertakkingen): Bronchiëna-donomen zijn vaak maligne (kunnen leiden tot longkanker) en kunnen symptomen zoals een chronische of bloederige hoest, koorts, koude rillingen en kortademigheid veroorzaken.
- Colon (dikke darm) en rectum (endeldarm): Ongeveer 8% van de vijftigplussers heeft villeuze adenomen in het colon en rectum. Deze adenomen hebben een harig uiterlijk en veel uitstulpingen. Ook komen buisvormige adenomen vaak voor, die lijken op darmpoliepen. Aanhoudende diarree en bloed in de ontlasting kunnen wijzen op rectum- of colonadenomen.
- Dunne darm: Adenomen in de dunne darm zijn zeldzaam, maar kunnen leiden tot symptomen zoals buikpijn en verandering in de stoelgang.
- Galkanaal: Adenomen in de galkanalen kunnen leiden tot verstoringen in de galafvoer en gerelateerde symptomen.
- Maag: Een gastrinoom kan leiden tot maagzweren en symptomen zoals een verhoogde zuurproductie in de maag. Het Zollinger-Ellison-syndroom kan ontstaan, gekenmerkt door veel zweren die niet goed reageren op behandeling.
- Schildklier: Adenomen in de schildklier kunnen leiden tot hormonale disbalans en symptomen van hyperthyroïdie.
- Speekselklier: Adenomen in de speekselklier zijn vaak klein en pijnloos, maar kunnen zwellingen veroorzaken rondom de kin of het kaakbot. Andere symptomen kunnen gewaarwording van gevoelloosheid in het gezicht en pijn in het gezicht, de kin of de nek omvatten.
- Zweetklier: Adenomen in de zweetklieren kunnen zich voordoen op de oogleden (syringomen), op het hoofd en de nek (hidrocystoom), of op de voetzolen en handpalmen (poromen).
Alarmsymptomen
Adenomen kunnen vaak asymptomatisch zijn, vooral in de vroege stadia. Veel patiënten worden pas gediagnosticeerd wanneer de adenomen groot genoeg zijn om symptomen te veroorzaken of tijdens routineonderzoeken. De symptomen variëren afhankelijk van het type en de locatie van het adenoom.
Endocriene symptomen bij bijnieradenomen
Bij functionele bijnieradenomen kunnen endocriene symptomen optreden, zoals gewichtstoename, hoge bloeddruk, of veranderingen in de huid. Hypercortisolisme, veroorzaakt door een adenoom in de bijnieren, kan leiden tot symptomen zoals Cushing’s syndroom, wat zich uit in gezwollen gezicht, verhoogde vetafzetting rond de buik, en osteoporose.
Spijsverteringssymptomen bij colonadenomen
Colonadenomen kunnen, afhankelijk van hun grootte en locatie, symptomen veroorzaken zoals bloed in de ontlasting, veranderingen in de stoelgang, of buikpijn. Grote adenomen kunnen leiden tot obstructie of belemmering van de normale darmfunctie, wat kan leiden tot ernstige buikpijn en vergrote darmproblemen.
Symptomen bij schildklieradenomen
Schildklieradenomen veroorzaken vaak weinig tot geen symptomen, maar wanneer ze wel symptomen veroorzaken, kunnen ze zich uiten in symptomen van hyperthyreoïdie (zoals gewichtsverlies, hartkloppingen, en nervositeit) of hypothyreoïdie (zoals vermoeidheid, gewichtstoename, en depressie).
Een bloedonderzoek is vereist /
Bron: Frolicsomepl, PixabayDiagnose en onderzoeken
Diverse technieken worden gebruikt voor het diagnosticeren van adenomen. De arts kan hormoonspiegels en andere stoffen controleren via
bloedonderzoek en urineonderzoek. Beeldvormende onderzoeken zoals
echoscopie,
CT-scan,
MRI-scan en soms radionuclidenbeeldvorming kunnen helpen bij het visualiseren van de tumoren. Een
biopsie kan bepalen of een tumor goedaardig of kwaadaardig is.
Behandeling
De behandeling van adenomen hangt af van de locatie, grootte en of het adenoom symptomen veroorzaakt of hormonen afscheidt. De behandelopties kunnen zijn:
- Observatie: Kleine, asymptomatische adenomen die geen hormonen afscheiden, vereisen meestal geen onmiddellijke behandeling. Regelmatige controles met beeldvormende technieken en bloedonderzoek kunnen voldoende zijn om de voortgang te monitoren.
- Chirurgie: Indien een adenoom groter wordt, symptomen veroorzaakt, of een deel van een orgaan aantast, kan chirurgische verwijdering noodzakelijk zijn. Dit kan via een minimaal invasieve techniek zoals laparoscopie of een open chirurgische procedure, afhankelijk van de locatie en grootte van het adenoom.
- Medicatie: Voor adenomen die hormonen afscheiden, kan medicamenteuze behandeling nodig zijn om de hormonale balans te reguleren. Dit kan onder meer hormoonremmers of andere medicijnen omvatten die gericht zijn op het beheersen van de symptomen.
- Radiotherapie: In sommige gevallen, vooral bij hypofyse-adenomen, kan radiotherapie worden toegepast om het adenoom te verkleinen of te elimineren. Dit kan worden gebruikt als aanvulling op chirurgie of als alternatieve behandeling bij onbereikbare adenomen.
- Hormonale therapie: Bij adenomen die hormonen afscheiden, kan behandeling met specifieke hormonen worden toegepast om de effecten van de overproductie tegen te gaan en de symptomen te verlichten.
Prognose van goedaardige klierweefselgezwellen
De meeste adenomen blijven goedaardig en veroorzaken weinig symptomen. Ondanks dit kunnen ze ongemak veroorzaken door groei of druk op naburige weefsels. Hormoonafscheidende adenomen kunnen diverse
hormonale veranderingen teweegbrengen. Soms ontaardt een adenoom in een kwaadaardige tumor, bekend als een ‘adenocarcinoom’. Het risico op kanker neemt toe met de grootte van het adenoom en het aantal adenomen. Enkele adenomen, zoals het villeuze adenoom van het colon en rectum (
dikkedarmkanker) en hypofyse-adenomen, kunnen eerder kanker ontwikkelen of leiden tot
hypofysetumoren (
hersentumor).
Complicaties
Hoewel adenomen over het algemeen goedaardig zijn, kunnen er complicaties optreden, afhankelijk van hun type en locatie:
- Groei en druk op naburige structuren: Groeiende adenomen kunnen druk uitoefenen op nabijgelegen weefsels of organen, wat kan leiden tot functionele problemen of pijn. Bijvoorbeeld, een groeiend adenoom in de hersenen kan druk uitoefenen op omliggende hersenstructuren.
- Hormonale stoornissen: Adenomen die hormonen afscheiden, kunnen leiden tot hormonale disbalans en aandoeningen zoals het syndroom van Cushing of syndroom van Conn, wat kan resulteren in diverse systemische symptomen.
- Kankerontwikkeling: Hoewel zeldzaam, kunnen sommige adenomen ontaarden in kwaadaardige tumoren. Dit gebeurt vaak bij specifieke types zoals het villeuze adenoom van de dikke darm, dat kan evolueren naar dikkedarmkanker.
- Postoperatieve complicaties: Na een chirurgische ingreep kunnen complicaties optreden zoals infecties, bloeding of beschadiging van nabijgelegen structuren. Herstel en nazorg zijn cruciaal om deze risico’s te minimaliseren.
- Terugkeer van adenomen: In sommige gevallen kunnen adenomen na behandeling terugkeren, wat aanvullende behandeling of opvolging kan vereisen.
Preventie
Hoewel niet alle adenomen te voorkomen zijn, kunnen bepaalde maatregelen helpen om het risico te verminderen:
- Regelmatige screening: Voor individuen met een verhoogd risico op adenomen, zoals mensen met een familiegeschiedenis of genetische predispositie, zijn regelmatige screenings en controles essentieel om vroege detectie en behandeling mogelijk te maken.
- Gezonde levensstijl: Een gezonde levensstijl kan bijdragen aan het verminderen van het risico op adenomen. Dit omvat een evenwichtig voedingspatroon, regelmatige lichaamsbeweging, en het vermijden van roken en overmatig alcoholgebruik.
- Beheer van hormonale therapie: Voor vrouwen die orale anticonceptiva gebruiken, is het belangrijk om regelmatig medisch toezicht te hebben en de voordelen en risico’s van langdurig gebruik te evalueren met een arts om mogelijke bijwerkingen te monitoren.
- Genetische raadpleging: Voor mensen met een familiegeschiedenis van adenomen of gerelateerde kanker, kan genetische raadpleging nuttig zijn om het risico te beoordelen en preventieve maatregelen te plannen.
- Vroegtijdige behandeling van symptomen: Bij vroege symptomen of veranderingen die wijzen op een mogelijk adenoom, zoals pijn, ongewone bloedingen of hormonale veranderingen, is het raadzaam om onmiddellijk medisch advies in te winnen voor tijdige diagnose en behandeling.
Lees verder