Pseudofolliculitis barbae: Scheerirritatie met rode bultjes
Pseudofolliculitis barbae is een huidaandoening die ontstaat door scheerirritatie. De patiënt kampt namelijk met chronische ontstekingen in vooral de baardstreek, maar ook in andere gebieden die geschoren of kort geknipt zijn. De aandoening kenmerkt zich door rode, jeukende en gevoelige scheerbultjes. Deze vorm van scheerirritatie is te verhelpen door te stoppen met scheren en het haar te laten groeien, al zijn ook andere behandelingsopties mogelijk. De behandeling kan bij een aantal patiënten fysieke, maar mogelijk ook psychische complicaties met zich meebrengen.
Synoniemen
Pseudofolliculitis barbae staat ook bekend als:
- baardjeuk
- folliculitis barbae traumatica
- ingegroeide haren
- pili incarnati
- razor bumps
- scheerbultjes
Epidemiologie
Pseudofolliculitis barbae komt vooral voor bij mannen met krullend haar, met name bij degenen van Afrikaanse afkomst. De aandoening is vaak te zien bij mannen die zich regelmatig scheren. De prevalentie varieert, maar het wordt algemeen erkend als een veelvoorkomende aandoening in populaties met een hoge frequentie van ingegroeide haren door scheerpraktijken.
Oorzaken
Na het scheren of erg kort knippen van de (gekrulde) haren of kroesharen, ontwikkelen zich mogelijk ingegroeide haartjes. De haren groeien dan terug in de huid. Dit resulteert in een
ontstekingsreactie van het lichaam, waardoor chronische ontstekingen rond de haarzakjes ontstaan. Deze reactie komt het vaakst voor in de baardstreek en soms in andere geschoren of erg kort geknipte lichaamsgebieden.
Risicofactoren
De aandoening komt vaker voor bij personen met krullend haar in het baardgebied en de nek. Pseudofolliculitis barbae komt het vaakst voor in het baardgebied van mannen van Afrikaanse afkomst met kort, grof en krullend haar die zich regelmatig scheren. Verder spelen erfelijke factoren ook een rol bij deze huidaandoening.
Symptomen
Vooral de baardstreek is getroffen. Bakkebaarden en de snor zijn normaal gesproken niet aangetast. De aandoening presenteert zich soms ook op andere geschoren of erg kort geknipte lichaamsdelen, zoals in de lies, onder de
oksels, op de
onderbenen en rond de schaamstreek.
Op het baardgebied (wangen, kin en voorkant van de nek) en de achterkant van de nek verschijnen meerdere rode, huidkleurige of bruine bultjes en puistjes, gecentreerd rond de haarzakjes, die gemiddeld twee tot drie millimeter groot zijn. Deze scheerbultjes zijn gevoelig, pijnlijk en vaak ook jeukend.
Alarmsymptomen
Alarmsymptomen zijn onder meer ernstige pijn, aanzienlijke zwelling, en verspreiding van de huidletsels naar andere delen van het lichaam. Als de symptomen verergeren of niet verbeteren ondanks het stoppen met scheren en het toepassen van behandelingen, kan een arts nodig zijn voor een uitgebreidere evaluatie en behandeling.
Diagnose en onderzoeken
Lichamelijk onderzoek
Specifieke onderzoeken zijn niet vereist om een diagnose te stellen. De dermatoloog (huidarts) kan op basis van de uiterlijke kenmerken de aandoening goed onderscheiden van een bacteriële infectie of schimmelinfectie van de haarzakjes. Soms gebruikt de huidarts een dermatoscoop om de huidletsels beter te bestuderen.
Differentiële diagnose
De aandoening doet verder af aan:
- acne vulgaris (jeugdpuistjes)
- cutane sarcoïdose (de letsels bij sarcoïdose zijn ook aanwezig op niet-haardragende gebieden)
- folliculitis (een ontsteking van de haarzakjes met pijn en jeuk aan de huid)
- tinea barbae (schimmelinfectie aan de baardstreek van mannen)
Behandeling
De beste behandeling is om het haar te laten groeien.
Alternatieve scheertechnieken zijn nodig /
Bron: Stevepb, Pixabay
Scheren
Veranderende scheermethoden kunnen de aandoening verbeteren. Het is echter belangrijk om de
huidknobbeltjes te laten genezen en dan pas alternatieve scheertechnieken te hanteren:
- de haren niet plukken
- de huid niet strak trekken tijdens het scheren
- eerst een verzachtende scheergel aanbrengen alvorens de baard te scheren
- het scheermes regelmatig vervangen
- in de richting van haargroei scheren
- met slechts één of twee scheerapparaten scheren
- minder vaak scheren (bijvoorbeeld maar om de dag)
- neutrale scheerschuim gebruiken
Een tondeuse of een scheermes met één mes zijn bruikbare alternatieven voor het scheren. Dit apparaat komt namelijk niet zo dicht bij de huid om het haar te knippen. De haren moeten minimaal 0,5 mm lang zijn. Ontharingscrèmes zijn ook inzetbaar, maar kunnen soms irritatie van de omliggende huid veroorzaken.
Medicatie
Als een
ontsteking optreedt, kan dit succesvol behandeld worden met bepaalde
steroïde crèmes. Verder plaatst de arts soms steroïde-injecties (intralesionale steroïden) in de huidletsels. Ook
topische (op de huid toegepaste) eflornithinehydrochloride is nog bruikbaar.
Chirurgie
Wanneer zich een
abces ontwikkelt, is een chirurgische ingreep nodig.
Andere behandelingen
Laserontharing en elektrolyse zijn verder bruikbaar voor patiënten die niet reageren op andere behandelingen.
Natuurlijke behandelingen
Sommige patiënten kiezen voor een behandeling met aloë vera-gel of tea tree-olie.
Prognose
Deze chronische aandoening is meestal goed te behandelen en ook goed te voorkomen. Terugvallen treden echter vaak op bij de goedaardige huidaandoening, tenzij de patiënt alternatieve methoden voor ontharing toepast.
Complicaties
De patiënt kan soms te maken krijgen met verdikte
keloïde littekens en post-inflammatoire
hyperpigmentatie (donkere verkleuring na de ontsteking). Deze letsels zijn echter te behandelen indien nodig. Verder kunnen patiënten psychische klachten ervaren doordat ze de haargebieden niet glad kunnen scheren, wat in bepaalde beroepen of culturen gewenst is. Ook kan de gewonde huid geïnfecteerd raken door een bacterie, waarvoor een
antibioticabehandeling vereist kan zijn.
Preventie
Preventie van pseudofolliculitis barbae omvat het vermijden van scheerpraktijken die leiden tot ingegroeide haren. Dit kan worden bereikt door het gebruik van minder agressieve scheermethoden, regelmatig vervangen van scheermessen, het toepassen van verzachtende producten en het vermijden van het scheren tegen de haargroei in. Daarnaast kan het laten groeien van het haar of het gebruik van alternatieve ontharingsmethoden ook bijdragen aan het voorkomen van de aandoening.
Lees verder