Manie en hypomanie: Extreme energie bij stemmingsstoornis
Een bipolaire stoornis is een aandoening waarbij een patiënt dramatische stemmingswisselingen heeft. Hij ervaart de diepten van een depressie maar heeft ook episodes met extreme energie, die gekend zijn als manie. Hypomanie is de minder ernstige vorm van manie. Een hypomanische episode groeit soms uit tot een manische episode bij patiënten met een bipolaire stoornis, of anders mondt dit uit in een ernstige depressie. Het patroon hiervan is onvoorspelbaar. Ook bij andere stemmingsstoornissen komen manie en hypomanie mogelijk tot uiting. De symptomen zijn medicamenteus meestal goed te behandelen.
Epidemiologie van manie
De levensduurprevalentie van een bipolaire affectieve stoornis is wereldwijd 1%. Zowel mannen als vrouwen kampen met deze symptomen zonder onderscheid van socio-economische klasse of ras. De gemiddelde leeftijd van het begin van een manische of hypomanische episode is 21 jaar.
Oorzaken: Stemmingsstoornis zoals bipolaire stoornis
Manie en hypomanie komt vooral voor bij patiënten met een
bipolaire stoornis, maar ook is dit symptoom een onderdeel van een andere
stemmingsstoornis, zoals een
seizoensgebonden affectieve stoornis (winterdepressie en zomerdepressie), een postpartum
psychose (verlies van realiteit met wanen en hallucinaties na de bevalling) of een
schizoaffectieve stoornis.
Symptomen: Extreme energie
Een manische en hypomanische episode komen bijna altijd voor als onderdeel van een bipolaire stoornis. De klinische kenmerken van manie omvatten een duidelijke verhoging van de stemming, gekenmerkt door euforie, overactiviteit en ontremming. Hypomanie is de milde vorm van manie. Hypomanie duurt korter en is minder ernstig, zonder psychotische kenmerken en minder beperkingen. Hypomanie is te onderscheiden van normaal geluk door zijn persistentie, niet-reactiviteit (niet geprikkeld door goed nieuws en niet beïnvloed door slecht nieuws) en sociale handicaps. De sociale handicap van manie is soms ernstig, met ongeremd gedrag leidend tot aanzienlijke schulden (van te hoge uitgaven), verloren relaties (door vreemdgaan of prikkelbaarheid), sociaal ostracisme en een verlies van werk (door roekeloos of ontremd gedrag).
Sommige patiënten hebben een snelle cyclische ziekte, met frequente schommelingen van de éne gemoedstoestand naar de andere. Een gemengde affectieve toestand treedt op wanneer kenmerken van manie en een depressieve stoornis aanwezig zijn in dezelfde episode.
Cyclothymie is een persoonlijkheidskenmerk met spontane stemmingsschommelingen die niet voldoende ernstig of persistent zijn om een andere diagnose te rechtvaardigen.
Klinische kenmerken van manische episode
Volgende kenmerken komen voor in een manische periode:
- cognitie: verstoring van registratie van herinneringen
- energie: overmatig
- gedrag: ontremming, een verhoogde seksuele activiteit, overmatig drinken of overmatige uitgaven
- hallucinaties: vluchtig auditief
- ideeën: grandioos, zelfverzekerd, wanen van rijkdom, macht, invloed of van religieuze betekenis, soms vervolging
- lichamelijk: slapeloosheid, mild tot matig gewichtsverlies, een verhoogd libido
- praten: snel, druk, vlucht van ideeën
- stemming: verhoogd of prikkelbaar
Differentiële diagnose
Een acute intoxicatie met recreatieve
drugs zoals amfetamines, amfetaminederivaten (MDMA: Ecstasy) en cocaïne bootsen soms manie na. Het langdurig gebruik van cannabis leidt mogelijk ook tot een ziekte met manische eigenschappen. Het is ook bekend dat dopamine-agonisten (bijvoorbeeld bromocriptine) soms tekenen veroorzaken die doen denken aan manie. De opgewonden fase van catatonische
schizofrenie kan soms ook als manie worden aangezien.

Een medicamenteuze behandeling is mogelijk /
Bron: Stevepb, PixabayBehandeling
Acute manie
De patiënt moet eerst stoppen met het nemen van een antidepressivum. Een acute manie behandelt de arts met een atypisch antipsychoticum (neurolepticum), natriumvalproaat of lithium. De atypische
antipsychotica olanzapine, quetiapine en risperidon zijn vooral aanbevolen, en dan met name bij gedragsstoornissen. De doses zijn vergelijkbaar met deze van schizofrenie. De gedragsmatige opwinding en overactiviteit verminderen meestal binnen enkele dagen, maar de opgetogenheid, grootsheid en bijbehorende wanen houden meestal langer aan. De arts behandelt een ernstige manie met een combinatie van valproïnezuur of lithium en een neurolepticum, waardoor het neurolepticum na de eerste twee of drie weken kan worden teruggetrokken. De eerste aanvallen van manie vereisen meestal een behandeling tot drie maanden. Valproïnezuur is ook nuttig bij hypomanie of bij snel cyclische aandoeningen. Verder is het soms nuttig om een benzodiazepine aan toe te voegen, zoals lorazepam.
Preventie bij bipolaire stoornissen
Omdat bipolaire aandoeningen de neiging hebben om terug te komen, is de preventie van een recidief de belangrijkste therapeutische uitdaging in het behandelproces. Een patiënt die meer dan twee episodes van een affectieve stoornis binnen een periode van vijf jaar heeft gehad, heeft waarschijnlijk baat bij preventieve behandelingen. De aanbevelingen zijn lithium, olanzapine en valproïnezuur (zolang de patiënt geen vrouw is die mogelijk zwanger is).
Lithium
Werking en voordelen
Lithium (carbonaat of citraat) is één van de twee belangrijkste middelen die de arts gebruikt voor profylaxe (preventief medicijn) bij patiënten met herhaalde episodes van bipolaire stoornissen. Dit medicijn wordt snel opgenomen in het maagdarmkanaal en meer dan 95% wordt uitgescheiden door de nieren. Slechts kleine hoeveelheden zijn aanwezig in het
speeksel, het zweet en de moedermelk. Lithium is een stemmingsstabiliserend medicijn dat een manische episode meer voorkomt dan een
depressie. Het vermindert de frequentie en ernst van de terugvallen met de helft en vermindert de kans op zelfmoord aanzienlijk. Het werkingsmechanisme is onbekend, maar het is bekend dat lithium werkt op het serotoninerge systeem. Slechte reacties op lithium gaan gepaard met een negatieve familiegeschiedenis, een onstabiele premorbide persoonlijkheid en een snelle cyclische aandoening.

Patiënten die lithium gebruiken krijgen regelmatig een bloedonderzoek /
Bron: Frolicsomepl, Pixabay Bijwerkingen
Voor de opstart van lithium gebeurt een grondig
bloedonderzoek naar de schildklierwaarden. Lithium interfereert met de schildklierfunctie en veroorzaakt mogelijk
hypothyreoïdie (een te traag werkende schildklier). De aanwezigheid van schildklier auto-antilichamen verhoogt het risico. Ook test de arts de nieren via een bloedonderzoek en
urineonderzoek. Een langdurige behandeling met lithium veroorzaakt sneller twee
nierproblemen: nefrogene
diabetes insipidus en een verminderde glomerulaire functie.
Andere bijwerkingen van lithium zijn onder andere:
Overmatige inname van lithium
Lithiumtoxiciteit begint te ontstaan wanneer de serumconcentratie hoger is dan 1,5 mmol / L. De symptomen zijn
slaperigheid, misselijkheid,
braken, een
wazig gezichtsvermogen, een grove beving,
ataxie (evenwichts- en coördinatieproblemen) en
dysartrie (een spraakstoornis met een onduidelijke spraak). De toxiciteit komt vaker voor wanneer de patiënt is uitgedroogd (dehydratie) of door een geneesmiddelinteractie met Lithium. Dergelijke symptomen leiden mogelijk tot delirium en
convulsies (stuipen: oncontroleerbare fysieke bewegingen en veranderingen in het bewustzijn) en
coma en de dood. Lithium is niet aanbevolen tijdens de zwangerschap, vooral in het eerste trimester, vanwege een verhoogd risico op foetale misvorming (de
afwijking van Ebstein = aangeboren
hartaandoening). Tussen 25% en 30% van de vrouwen met een voorgeschiedenis van een bipolaire stoornis hervalt binnen 2 weken na de bevalling. Het opnieuw opstarten van lithium binnen 24 uur na de bevalling (als de moeder bereid is af te zien van
borstvoeding) vermindert het risico van terugval duidelijk.
Valproïnezuur
Valproïnezuur (als het semi-natriumzout) is zowel aanbevolen voor de profylaxe als voor de behandeling van manische toestanden. Tweedelijnsbehandelingen omvatten carbamazepine en lamotrigine. Sommige patiënten die niet reageren op lithium reageren mogelijk wel op deze anticonvulsiva of een combinatie van beiden. Patiënten met snelle cyclische aandoeningen vertonen een betere reactie op anticonvulsiva dan op lithium. Andere geneesmiddelen die een profylactisch stemmingsstabiliserend effect lijken uit te oefenen, zijn olanzapine en risperidon. Zowel carbamazepine als valproaat zijn mogelijk teratogeen (schadelijk voor de foetus in de vorm van
neurale buisdefecten) en moet een zwangere vrouw daarom vermijden.
Prognose van manische of hypomanische episode
De gemiddelde duur van een manische episode is twee maanden, waarbij 95% van de patiënten volledig herstelt. Een herhaling komt vaak voor bij bipolaire stoornissen, met tot 90% een terugval binnen de tien jaar.
Lees verder