Dunnedarmkanker: Soorten/symptomen van kanker in dunne darm
De dunne darm, die de maag met de dikke darm verbindt, bestaat uit de twaalfvingerige darm (het eerste deel van de dunne darm dat aansluit op de maag), de nuchtere darm (het middelste deel van de dunne darm) en de kronkeldarm (het laatste deel van de dunne darm dat vastgehecht is aan de dikke darm). Het afbreken en absorberen van voedsel, vetten, vitaminen en andere stoffen die het lichaam nodig heeft, gebeurt door de dikke darm. Bij patiënten met dunnedarmkanker blokkeren tumorcellen de dunne darm en zijn de functies van de dunne darm aangetast. Bloed in de ontlasting, misselijkheid en onverklaarbaar gewichtsverlies zijn enkele tekenen van kanker in de dunne darm. Na een uitgebreide diagnosestelling van de zeldzame kankervorm, volgt een (combinatie van een) operatie, radiotherapie en/of chemotherapie. De vooruitzichten zijn variabel omdat deze afhangen van veel factoren.
Anatomie van de dunne darm
De dunne darm is een essentieel onderdeel van het spijsverteringsstelsel, gelegen tussen de maag en de dikke darm. Hij speelt een cruciale rol in de vertering en opname van voedingsstoffen. De dunne darm is onderverdeeld in drie secties: de twaalfvingerige darm, de jejenum en het ileum.
Twaalfvingerige darm
De twaalfvingerige darm is het eerste deel van de dunne darm en begint direct na de maag. Deze sectie is ongeveer 25 centimeter lang en heeft de vorm van een C. Hierin vindt de meeste chemische vertering plaats, waar enzymen uit de alvleesklier en gal uit de lever de voedselbrij helpen afbreken. Het oppervlak van de twaalfvingerige darm bevat speciale cellen die hormonen produceren die de spijsvertering regelen.
Jejenum
Het jejenum is het middelste deel van de dunne darm en is verantwoordelijk voor het grootste deel van de opname van voedingsstoffen. Het heeft een dikwandige structuur en is zeer doorbloed, wat essentieel is voor de absorptie van voedingsstoffen in het bloed. Het oppervlak van het jejenum is bedekt met villi, kleine vingervormige uitsteeksels die het absorptieoppervlak aanzienlijk vergroten.
Ileum
Het ileum is het laatste segment van de dunne darm, dat ongeveer 3 meter lang is. Het heeft een dunnerwandige structuur dan het jejenum en is verantwoordelijk voor de opname van vitamine B12 en galzuren. Het ileum eindigt in de blindedarm, waar de dikke darm begint. De overgang tussen het ileum en de dikke darm bevat een klep, de ileocecale klep, die voorkomt dat de inhoud van de dikke darm terugstroomt naar de dunne darm.
Relatie tot dunne darmkanker
Dunne darmkanker, hoewel zeldzaam, kan zich ontwikkelen in elk van de secties van de dunne darm. Het type kanker dat het vaakst voorkomt in de dunne darm is adenocarcinoom, maar ook andere vormen zoals carcinoïde tumoren, lymfomen en leiomyosarcomen zijn mogelijk. De exacte oorzaken van dunne darmkanker zijn nog niet volledig begrepen, maar er zijn verschillende risicofactoren die kunnen bijdragen aan de ontwikkeling ervan.
Epidemiologie
Dunnedarmkanker is relatief zeldzaam in vergelijking met andere vormen van kanker, zoals dikkedarmkanker of maagkanker. De prevalentie van dunne darmkanker is ongeveer 1-2% van alle gastro-intestinale tumoren. Het komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen en de incidentie neemt toe met de leeftijd. Er zijn enkele erfelijke syndromen die het risico op dunne darmkanker verhogen, zoals het syndroom van Lynch en familiaire adenomatose.
Oorzaken: Oncontroleerbare groei van cellen in weefsel van dunne darm
De exacte oorzaken van dunne darmkanker zijn niet volledig begrepen, maar er zijn verschillende risicofactoren en aandoeningen die het risico kunnen verhogen. Chronische ontstekingsaandoeningen zoals coeliakie en Crohn’s ziekte kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van dunne darmkanker. Erfelijke syndromen zoals het syndroom van Lynch en familiaire adenomatose spelen ook een rol. Andere factoren zoals een ongezond voedingspatroon en roken kunnen ook bijdragen aan het risico.
Alcoholgebruik is een risicofactor voor dunnedarmkanker /
Bron: Jarmoluk, PixabayRisicofactoren
Diverse risicofactoren zijn bekend voor dunnedarmkanker:
- alcoholgebruik
- andere darmaandoeningen zoals de ziekte van Crohn (diarree en buikpijn), dikkedarmkanker of coeliakie (maag- en darmproblemen door het eten van gluten)
- blootstelling aan bepaalde chemicaliën zoals vinylchloride en herbiciden
- familiale adenomateuze polyposis (erfelijke ziekte met poliepen)
- genetica: sommige aangeboren aandoeningen verhogen het risico op dunnedarmkanker
- geslacht: mannen zijn iets vaker dan vrouwen aangetast
- leeftijd: de gemiddelde leeftijd bij de diagnose is zestig jaar
- lymfoedeem (aandoening met zwelling van ledematen door schade aan de bloedvaten die verbinding maken met de lymfeklieren)
- roken
- voeding: veel suiker, veel bewerkt vlees / rood vlees / dierlijke vetten en weinig groenten en fruit
- wonen of werken in de buurt van plaatsen waar grote hoeveelheden van sommige chemicaliën (zoals fenoxyazijnzuur) aanwezig zijn
Soorten dunnedarmkanker
Adenocarcinomen
Adenocarcinomen vertegenwoordigen circa 30% tot 40% van de gevallen van dunnedarmkanker. Een adenocarcinoom begint in de bekleding van de dunne darm. In eerste instantie ontstaat een poliep (een klein, goedaardig gezwelletje), maar na verloop van tijd ontaardt dit gezwelletje in kanker.
Carcinoïde tumoren
Deze langzaam groeiende, kwaadaardige tumoren ontstaan in het onderste gedeelte van de dunne darm.
Carcinoïde tumoren tasten soms ook de appendix (aanhangsel van de blindedarm) of het rectum (de endeldarm) aan. Deze tumoren geven grote hoeveelheden van bepaalde lichaamschemicaliën af zoals serotonine.
Gastro-intestinale stromale tumoren
Slechts af en toe veroorzaken
gastro-intestinale stromale tumoren dunnedarmkanker. Meer dan de helft van de tumoren starten in de maag. Deze tumoren zijn goed- of kwaadaardig.
Intestinale lymfomen
Een
lymfoom is een vorm van
kanker die start in de lymfeklieren. Patiënten die lymfomen ontwikkelen, hebben vaak een slecht werkend immuunsysteem waardoor infecties en ziekten niet goed bestreden kunnen worden.
Sarcomen
Bij een sarcoom ontwikkelen kankercellen zich in het zachte weefsel van de dunne darm.
Symptomen: Gewichtsverlies en pijn in de buik
Locatie
De meeste dunnedarmkankers (vooral adenocarcinomen) ontwikkelen zich in de twaalfvingerige darm. Kankers die zich in de twaalfvingerige darm ontwikkelen, bevinden zich veelal in de ampulla van Vater. Dit gebied is nauw verbonden is met het pancreas (alvleesklier), en daarom behandelt de arts kankers van de ampulla van Vater (ampullaire kankers) als alvleesklierkanker.
Vermoeidheid treedt mogelijk op /
Bron: Concord90, PixabayTekenen
Dunnedarmkanker gaat gepaard met één of meer van de volgende symptomen:
Alarmsymptomen
De symptomen van dunne darmkanker kunnen variëren, maar veel voorkomende alarmsymptomen zijn buikpijn, gewichtsverlies, vermoeidheid, en veranderingen in de stoelgang. Patiënten kunnen ook last hebben van misselijkheid, braken, en bloed in de ontlasting. Omdat de symptomen vaak vaag zijn en overlappen met andere aandoeningen, kan de diagnose van dunne darmkanker uitdagend zijn en kan een vroege opsporing moeilijk zijn.
Diagnose en onderzoeken
De arts voert een grondig medisch onderzoek uit en bevraagt de patiënt over de
medische geschiedenis en eventuele problemen die hij ondervindt. Verdere
beeldvormende onderzoeken zijn nodig zoals een
röntgenfoto, een
CT-scan of een
MRI-scan. De arts krijgt zo een beeld van de kanker alsook of metastasen (
uitzaaiingen) aanwezig zijn, hetgeen nodig is voor het opstellen van een geschikt behandelplan. Voorts is een
endoscopie nuttig. Bij dit onderzoek kijkt de arts naar de binnenkant van de slokdarm, de maag en het eerste deel van de dunne darm. Hiervoor gebruikt hij een endoscoop, een dun, buisvormig instrument met aan het einde een lamp en een camera. De patiënt krijgt kalmerende medicijnen voor de medische procedure. Een
bloedonderzoek is eveneens nodig. Verder verwijdert de arts soms een stuk van de lymfeknoop om te kijken of hierin kankercellen aanwezig zijn (
lymfeklierbiopsie). Tot slot voert de arts mogelijk een laparotomie uit. Dit is een grote operatie, waarbij de arts in de buikwand snijdt om te zoeken naar tekenen van de ziekte.
Behandeling
Het soort behandeling dat de patiënt krijgt, is afhankelijk van een aantal factoren, zoals het type kanker alsook of reeds uitzaaiingen aanwezig zijn. Chirurgie is de meest voorkomende behandeling. De chirurg verwijdert hierbij het deel van de dunne darm dat kanker bevat. Soms is het niet mogelijk om de tumoren chirurgisch te verwijderen. De arts voert dan een ‘omzeilende’ operatie uit, zodat voedsel rond een tumor kan gaan. Na de operatie is
radiotherapie nodig, zelfs al is de kanker volledig weggehaald. Verder is ook
chemotherapie soms nodig. Hierbij zet de arts medicijnen in die de patiënt via de mond (oraal) of via een infuusslang (intraveneus) inneemt. Net zoals bij radiotherapie doodt chemotherapie doden kankercellen of stoppen de kankercellen hierdoor met groeien. Chemotherapie gaat echter mogelijk wel gepaard met
bijwerkingen.
Prognose van kanker in dunne darm
Dunnedarmkanker is onbehandeld levensbedreigend want de kanker verspreidt zich dan naar andere lichaamsdelen. De vooruitzichten hangen af van het type dunnedarmkanker, de eventuele uitzaaiingen alsook of de arts in staat is om de tumor volledig te verwijderen. Soms keert de kanker ook terug. Door een vroege opsporing van de kanker is het mogelijk om de beste behandeling te kiezen. Het is dan ook belangrijk om bij eventuele tekenen van dunnedarmkanker niet te lang te wachten met een bezoek aan de arts. De vijfjaarsoverleving van een patiënt met een adenocarcioom bedraagt ongeveer 15 tot 20%. De prognose is beter wanneer de kanker nog steeds beperkt is tot de binnenwanden van de dunne darm en er geen betrokkenheid is van de lymfeknopen. Patiënten met carcinoïde tumoren in de dunne darm hebben een betere overlevingskans omdat dit extreem langzaam groeiende tumoren zijn en hierbij is de kans ook groter dat de arts de tumoren in een vroeg stadium ontdekt, hoewel dergelijke tumoren soms ook volledig asymptomatisch zijn. De vooruitzichten zijn vrij slecht als een patiënt lijdt aan de ziekte van Crohn of coeliakie of een
zwak immuunsysteem heeft.
Complicaties
Complicaties van dunne darmkanker kunnen optreden als gevolg van de ziekte zelf of door behandelingen. Mogelijke complicaties zijn verstopping van de dunne darm, perforatie, en metastasen naar andere organen. Behandelingsgerelateerde complicaties kunnen infecties, bijwerkingen van chemotherapie, en problemen met de genezing van chirurgische wonden omvatten. Zorgvuldige opvolging en management zijn belangrijk om complicaties te voorkomen en te behandelen.
Preventie
Preventie van dunne darmkanker omvat het beheersen van risicofactoren zoals chronische ontstekingsaandoeningen en erfelijke syndromen. Voor personen met een verhoogd risico kunnen periodieke screenings en opvolging door een specialist aanbevolen worden. Het handhaven van een gezonde levensstijl, met een evenwichtig voedingspatroon en het vermijden van roken, kan ook bijdragen aan het verminderen van het risico op dunne darmkanker.
Lees verder