Artroscopie: Gewrichtsschade onderzoeken en behandelen
Een artroscopie is een inwendig kijkonderzoek van één of meer gewrichten. De arts gebruikt deze chirurgische procedure om een probleem in eender welk gewricht te diagnosticeren en behandelen. Het onderzoek is nuttig bij een ontsteking in een gewricht of een beschadigd gewricht, maar een artroscopie is ook inzetbaar om enkele gewrichtsproblemen te verhelpen. Meestal voert een arts een artroscopie van de knie, de schouder, de elleboog, de enkel, de heup of de pols uit. Enkele voorbereidingen zijn nodig voor de procedure. De chirurgische ingreep gebeurt onder verdoving. Na het onderzoek mag de patiënt naar huis en krijgt hij eventueel een behandelplan mee. Net zoals alle andere chirurgische procedures, komen af en toe complicaties voor. Treden enkele alarmsymptomen op, zoals koorts of pijn die verergert, dan is contact met de arts nodig.
Indicatie van artroscopie
De patiënt heeft een artroscopie nodig als hij aanhoudende
gewrichtspijn, aanhoudend gezwollen
gewrichten of aanhoudende
gewrichtsstijfheid ervaart en
beeldvormende onderzoeken de oorzaak hiervan niet hebben kunnen bepalen. Een artroscopie is inzetbaar om het niveau van de gewrichtsschade als gevolg van een verwonding te bepalen. Deze schade is dan het gevolg van een sportblessure, of anders van een onderliggende aandoening zoals
artrose (reumatische aandoening van het gewrichtskraakbeen).
Dit type
endoscopie is eveneens bruikbaar om een reeks gewrichtsproblemen en aandoeningen te behandelen, waaronder:
Voor de ingreep
De chirurg meldt de patiënt voor het onderzoek welke voorbereidingen nodig zijn; dit is afhankelijk van het te onderzoeken gewricht. De patiënt moet mogelijk enkele dagen of weken voor het onderzoek stoppen met het gebruik van bepaalde medicijnen of voedingssupplementen om deze de kans op bloedingen verhogen. De arts moet voorts op de hoogte zijn van mogelijke
allergieën. Afhankelijk van het type verdoving dat de patiënt nodig heeft, moet hij mogelijk vasten voor de ingreep. De patiënt gaat tot slot met losse kledij naar het ziekenhuis zodat hij de kledij gemakkelijk aan en uit kan doen.
Tijdens het inwendig kijkonderzoek van de gewrichten
De patiënt krijgt een poliklinische opname voor de artroscopie; hij mag dus na het onderzoek naar huis. Het type anesthesie dat de patiënt krijgt, hangt af van het te onderzoeken gewricht en het vermoedelijke probleem. Soms krijgt een patiënt algemene
anesthesie, maar een
ruggenprik of een lokale verdoving is ook mogelijk. De arts maakt eerst een kleine chirurgische snede (incisie) ter grootte van een knoopsgat. Vervolgens plaatst een arthroscoop in het gewricht om het gewricht te bestuderen. Dit is een soort instrument met een cameralens en een lamp. De camera projecteert een afbeelding van het gewricht op een scherm. De chirurg vult het gewricht met steriele vloeistof om het te verwijden zodat het gewricht beter in beeld komt. Hij kijkt daarna in het gewricht en maakt een diagnose van het probleem. Vervolgens beslist hij welk type operatie de patiënt nodig heeft, indien van toepassing. Mogelijk heeft de patiënt geen operatie nodig. De arts zal dan via andere kleine insnijdingen (portals) speciale instrumenten invoegen. Hiermee kan hij knippen, schaven, grijpen enzovoort. Als de chirurg beslist dat de patiënt een traditionele ‘open’ operatie moet krijgen om het probleem te verhelpen, doet hij dit tegelijkertijd met de arthroscopische operatie. Daarna zal hij de artroscoop en eventuele instrumenten verwijderen. Hij sluit aan het einde van de procedure de wonde met speciale tape of hechtingen.
Na het onderzoeken en behandelen van gewrichtsschade
Enkele dagen na de ingreep
Na het onderzoek moet de patiënt door een begeleider naar huis worden gebracht met de wagen. De patiënt voelt na de operatie wat
pijn in het gewricht. Artroscopische chirurgie resulteert meestal in minder gewrichtspijn en stijfheid dan open chirurgie. Het herstel kost in het algemeen ook minder tijd. De arts schrijft
pijnstillers voor om de gewrichtspijn te verhelpen. Hij schrijft ook
aspirine of andere medicijnen voor om bloedstolsels te voorkomen. Sommige patiënten hebben krukken, een spalk of een ander hulpmiddel nodig tijdens het herstelproces. De patiënt ervaart kleine wondjes op de plaatsen waar de arthroscopische instrumenten in het lichaam zijn binnengebracht. De dag na de operatie mag de patiënt de chirurgische verbanden verwijderen en deze vervangen door kleine plakstroken om de incisies te bedekken. De arts verwijdert de niet-oplosbare hechtingen na circa twee weken. De wonde moet tijdens het herstelproces zo droog mogelijk blijven. Bij het douchen is het gebruik van een plastic zak daarom aanbevolen.
Enkele dagen tot weken na de ingreep
De patiënt mag sommige activiteiten tijdelijk niet uitvoeren. De arts zal hem hierover informeren na de ingreep. Verder mag de patiënt meestal wel binnen enkele dagen het werk of de school hervatten. Het volledig herstel duurt meestal enkele weken. Het duurt enkele maanden voordat het gewricht weer helemaal normaal is. Fysiotherapie of specifieke oefeningen zijn nuttig om de genezing te versnellen.
Complicaties
Minder dan één procent van de patiënten die een artroscopie ondergaat, krijgt te maken met complicaties. Mogelijke complicaties omvatten:
- aanhoudende pijn
- allergische reactie op de anesthesie
- bloedstolsels
- een zwelling
- gevoelloosheid op de incisieplaatsen
- infecties
- overmatige bloedingen
- schade aan de bloedvaten of zenuwen
- schade aan de slagader
- tromboflebitis (stolsels in een ader)
Alarmsymptomen
Het is verstandig om de arts te raadplegen wanneer volgende tekenen ontstaan:
- een ernstige zwelling
- een verkleurde of stinkende vloeistof die uit de wonde sijpelt
- gevoelloosheid of tintelingen
- koorts
- pijn die verergert
Lees verder