Epstein-Barr-virus (EBV): overdracht, gevolgen & behandeling
Het Epstein-Barr-virus (EBV) is de veroorzaker van de ziekte van Pfeiffer of klierkoorts (mononucleosis infectiosa). Het virus speelt ook een rol bij de ontwikkeling van verschillende soorten kanker. Epstein-Barr-virussen zijn wereldwijd wijdverbreid en behoren tot de meest voorkomende virussen die ziekten bij de mens veroorzaken. Bijna alle mensen ondergaan tijdens hun leven een EBV-infectie, maar symptomen van klierkoorts komen niet altijd voor. Bij ongeveer de helft verloopt de infectie onopgemerkt. Een bloedtest en de detectie van bepaalde antilichamen kunnen worden gebruikt om duidelijk te bepalen of je reeds een EBV-infectie hebt gehad.
Profiel van het Epstein-Barr-virus (EBV)
Het Epstein-Barr-virus behoort tot de familie van
herpesvirussen en wordt ook wel humaan herpesvirus type 4 (HHV-4) genoemd. De genetische samenstelling van het virus bestaat uit dubbelstrengs DNA, dat wordt omgeven door een soort kapsel gemaakt van een eiwitstructuur: de zogenaamde capside of eiwitmantel. De capside heeft op zijn beurt een omhulsel die bedekt is met oppervlakte-eiwitten die als spijkers naar buiten steken. Na infectie blijft het virus (net als andere herpesvirussen) levenslang in het lichaam en wordt het onder controle gehouden door je immuunsysteem. Een besmetting met Epstein-Barr-virus wordt dus nooit geheel opgeruimd.
Overdracht van het virus
Epstein-Barr-virussen worden voornamelijk overgedragen via speeksel, vooral bij zoenen. Maar ook zaken die in aanraking zijn gekomen met besmet speeksel vormen een mogelijke besmettingsbron. Deze omvatten bijvoorbeeld:
- bestek
- bekers, glazen
- tandenborstel
- kinderspeelgoed
Het Epstein-Barr-virus overleeft echter alleen op objecten zolang er voldoende vocht is. Eenmaal droog vormen objecten die in aanraking zijn gekomen met speeksel geen infectierisico meer.
Behandeling
Tot nu toe (anno 2025) is er geen behandeling die rechtstreeks werkt tegen het Epstein-Barr-virus (EBV). In de regel regelt het immuunsysteem dat de infectie de kop in wordt gedrukt. Om het immuunsysteem tijdens het genezingsproces te bevorderen, is het raadzaam om jezelf veel rust te gunnen en voldoende
(water) te drinken bij de
ziekte van Pfeiffer (klierkoorts). Symptomen zoals
keelpijn of
koorts kunnen indien nodig worden verlicht met vrij verkrijgbare medicijnen, bijvoorbeeld met
paracetamol.
Historische achtergrond
De ziekte van Pfeiffer is genoemd naar de Duitse internist en kinderarts Emil Pfeiffer (1846-1921), die de ziekte in 1889 als eerste beschreef. Op basis van twee van de belangrijkste symptomen (
gezwollen lymfeklieren en koorts) noemde hij de ziekte destijds 'klierkoorts'.

Zeven jaar oude Nigeriaanse jongen met een zwelling in de kaak die reeds enige maanden aanwezig is als gevolg van een Burkitt-lymfoom /
Bron: Mike Blyth, Wikimedia Commons (CC BY-SA-2.5)De virologen Anthony Epstein en Yvonne Barr ontdekten in 1964 een herpesachtig virus met behulp van de elektronenmicroscoop in cellen van het burkitt-lymfoom, een zeer agressieve tumor met een snel progressief ziektebeloop, en zij vermoedden dat het de oorzaak van de kanker was. Pas in de jaren zestig legden de onderzoekers, Werner Henle (1910-1987) en Gertrude Henle (1912-2006), beide virologen, het verband tussen het Epstein-Barr-virus, de ziekte van Pfeiffer en het Burkitt-lymfoom, alhoewel de exacte relatie tussen EBV en het burkitt-lymfoom anno 2025 nog niet duidelijk is.
Gevolgen van infectie
Ziekte van Pfeiffer
Infectie met het virus komt meestal voor in de kindertijd en dan verloopt een infectie meestal zonder (noemenswaardige) symptomen. De ziekte van Pfeiffer komt in 30-60% van alle gevallen voor bij adolescenten of volwassenen. Vanaf 40 jaar is ongeveer 98% van de mensen besmet met EBV. Na zowel een asymptomatische als een symptomatische infectie blijft het virus in het hele lichaam bestaan; het wordt dus nooit helemaal opgeruimd. Het virus kan opnieuw worden geactiveerd zoals dat met alle herpesvirussen het geval is. Een reactivering wordt meestal niet opgemerkt door de gastheer en wordt al snel in toom gehouden en ingeperkt door het immuunsysteem.
Kanker
Als er immunosuppressie is (bijvoorbeeld bij
hiv-geïnfecteerde mensen of na een orgaantransplantatie), kan het virus zich (bij reactivering) ongecontroleerd vermenigvuldigen en bijdragen aan de ontwikkeling van verschillende zeldzame kankers. Al langere tijd wordt vermoed dat EBV een belangrijke etiologische rol speelt bij ziekten zoals de
ziekte van Hodgkin of Hodgkin lymfoom (
lymfeklierkanker), Burkitt-lymfoom (endemisch in Afrika) en andere lymfomen, en bij lymfoproliferatieve aandoeningen na transplantatie. EBV hoort daarom samen met het
hepatitis B-virus (HBV), het
hepatitis C-virus (HCV), het
humaan papillomavirus (HPV), het humane T-lymfotroopvirus type 1 (HTLV-1) en het humaan herpesvirus 8 (HHV-8, ook bekend als Kaposi-sarcoomherpesvirus, KSHV) aan een groep menselijke virussen die verantwoordelijk zijn voor 10 tot 15 procent van alle kankers wereldwijd.
Een EBV-infectie wordt beschouwd als een mogelijke risicofactor voor het ontstaan van nasofarynxcarcinoom (ook wel NPC naar de Engelse term nasopharyngeal carcinoma), een in Europa en de Verenigde Staten zeer zeldzame vorm van
plaveiselcelcarcinoom in de
neus- en
keelholten. EBV alleen is echter niet voldoende voor de ontwikkeling van kanker, zoals blijkt uit het kleine aantal kankers in vergelijking met de verspreiding van virussen. Andere factoren spelen hier een rol (chromosomale translocatie van het c-Myc-gen, een gen dat de expressie van andere genen reguleert). In de literatuur wordt
malaria ook besproken als een potentiële cofactor. Menselijke
borstkankercellen worden ook vaak geïnfecteerd door Epstein-Barr-virussen, zonder dat er een oorzakelijk verband wordt gezien. Hoewel EBV geen borstkankervirus is, verandert het de reactie van borstkankercellen op de taxanen (bepaalde medicatie) die bij chemotherapie worden gebruikt. Taxanen verstoren de celstructuur waardoor celdeling niet meer goed plaatsvindt.
Fibroadenomen (goedaardige bindweefselknobbeltjes in de borst) worden zelfs vaker door Epstein-Barr-virussen besmet dan borstkankercellen.
Anno 2025 is bekend dat zeven oncovirussen een rol spelen bij de mens. Het Epstein-Barr-virus (EBV) is daar een van. Een oncovirus is een virus dat kanker kan veroorzaken. Naast het Burkitt-lymfoom, dat vooral in Afrika veel voorkomt, zijn er andere kankers die met het virus kunnen worden geassocieerd, namelijk:
- Hodgkin-lymfoom / ziekte van Hodgkin
- het nasofarynxcarcinoom (neus-keelholtekanker)
- het post-transplantatie lymfoom
- (in individuele gevallen) maagkanker
- extranodaal nasaal NK/T-cellymfoom (NKTCL, een agressieve vorm van huidlymfoom)
Wereldwijd worden jaarlijks meer dan 100.000 kwaadaardige tumoren toegeschreven aan het Epstein-Barr-virus. Als je bedenkt dat bijna alle mensen besmet zijn met EBV, lijken de virussen slechts sporadisch tot kanker te leiden. Aangenomen wordt daarom dat hierbij nog andere factoren een rol spelen. Het is anno 2025 nog steeds niet duidelijk waarom sommige mensen kanker ontwikkelen jaren nadat ze EBV hebben gekregen of waarom dit bij de meeste mensen niet gebeurt. Het virus infecteert B-cellen die deel uitmaken van je immuunsysteem en die het lichaam beschermen tegen ziekten. Het kan de (werking van deze) cellen verstoren, waardoor ze onbeheersbaar worden en groeien. Het is ook aannemelijk dat andere factoren een rol spelen bij het ontstaan van kanker. Mensen lopen bijvoorbeeld een hoger risico op een met EBV-geassocieerde kankers als ze ook een andere aandoening hebben die hun immuunsysteem treft en verandert.
Auto-immuunstoornis
Er bestaat ook het vermoeden dat EBV verschillende auto-immuunziekten triggert of veroorzaakt, zoals
multiple sclerose (MS),
systemische lupus erythematosus (SLE) en
reumatoïde artritis (RA). Er zijn echter ook aanwijzingen dat een infectie met EBV in ieder geval niet kan worden beschouwd als de enige oorzaak van latere auto-immuunziekten.
Andere ziekten
Chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) en encefalitis lethargica (epidemische slaapziekte) worden ook geassocieerd met het virus.
Preventie van Epstein-Barr-virus: hoe hou je het op afstand?
Oké, laten we eerlijk zijn: het Epstein-Barr-virus (EBV) is overal. Tegen de tijd dat je volwassen bent, is de kans groot dat je het al eens hebt gehad, vaak zonder dat je het doorhad. Maar als je het kunt vermijden, waarom zou je het niet proberen? EBV, dat berucht is vanwege de ziekte van Pfeiffer en z’n mogelijke connecties met andere kwalen, verspreidt zich voornamelijk via speeksel. Dus, hoe zorg je ervoor dat je deze 'onzichtbare passagier' niet oppikt?
De basics: hygiëne, hygiëne en… hygiëne
Ja, ik weet het, dit klinkt als een open deur, maar een goede hygiëne is echt je beste vriend. Was je handen regelmatig, vooral als je met kinderen werkt (die zijn net wandelende incubators, eerlijk is eerlijk). Deel geen glazen, bestek of – hoe verleidelijk ook – hetzelfde rietje. Oh, en die knuffelsessies met een partner die net een zware Pfeiffer-episode achter de rug heeft? Misschien toch even uitstellen.
Lisa, een studente biologie, vertelt: “Mijn huisgenoot had Pfeiffer, en ik dacht: ach, een koffiekopje delen kan vast geen kwaad. Nou, fout gedacht. Drie weken later lag ik erbij alsof ik een marathon had gelopen zonder te trainen.” Een duidelijk voorbeeld van waarom je je eigen spullen moet gebruiken. Altijd.
Speeksel: de hoofdverdachte
EBV wordt niet voor niets het ‘kissing disease’-virus genoemd. Het wordt voornamelijk overgedragen via speeksel. Klinkt misschien romantisch, maar het is verre van charmant als je bedenkt wat erbij komt kijken. Wil je het vermijden? Houd je bouche-à-bouche dan even beperkt tot vaste partners waarvan je weet dat ze het virus niet hebben (of niet meer actief verspreiden). En laten we eerlijk zijn: die ene wilde kus tijdens een feestje? Leuk, maar de nasleep misschien minder.
Immuunsysteem op peil
Je immuunsysteem is je schild tegen virussen zoals EBV. Eet gezond, slaap voldoende, en stress niet te veel. Makkelijker gezegd dan gedaan, natuurlijk. Maar wist je dat mensen met een verzwakt immuunsysteem eerder last hebben van EBV-gerelateerde klachten? Dus, af en toe een extra portie groente en wat minder Netflix-nachten doorhalen kunnen echt een verschil maken.
Casus: het feestje dat nét te gezellig werd
Thomas, een extraverte student, was altijd in voor een feestje. “Op een avond dronken we wijn uit dezelfde fles – lekker studentikoos, dacht ik. Een week later hoorde ik dat een vriend Pfeiffer had. En ja hoor, een maand later was het raak. Niet bepaald de herinnering die je wilt overhouden aan een feestje.” Zijn les? “Ik neem nu altijd mijn eigen glas mee, zelfs op feestjes. Noem me maar een controlfreak, maar liever dat dan weken in bed.”
Kun je EBV écht voorkomen?
Het korte antwoord is: niet helemaal. EBV is zo wijdverspreid dat het bijna onmogelijk is om het volledig te vermijden. Maar met wat extra aandacht voor hygiëne en het vermijden van risicovol contact kun je de kans flink verkleinen. En als je het toch krijgt? Niet stressen. Voor de meeste mensen is het gewoon een tijdelijke hobbel.
Dus, of je nu een feestje plant of gewoon je dagelijkse leven leeft: een beetje voorzorg kan geen kwaad. En zeg nou zelf, is het niet fijn om je bouche-à-bouche-experimenten een beetje virusvrij te houden? Precies. Santé op je gezondheid!
Lees verder