Vulvakanker: symptomen, oorzaken, behandeling en prognose
Vulvakanker is een kwaadaardig gezwel of tumor aan de buitenkant van de vrouwelijke geslachtsorganen. symptomen van vulvakanker zijn onder meer jeuk of branderigheid van de schaamlippen en een knobbeltje op (één van) de schaamlippen. Alle uitwendige schaamdelen van de vrouw, dat wil zeggen de huid rond de schede bestaande uit de kleine en grote schaamlippen en clitoris, worden vulva genoemd. Kanker aan de vulva zorgt in Nederland jaarlijks voor ongeveer 70 sterfgevallen. Vulvakanker of vulvacarcinoom is een kankersoort die aan de buitenzijde van het lichaam groeit; het zou dus in een vroegtijdig stadium ontdekt moeten worden, maar dat is niet het geval. Dat deze kankersoort in veel gevallen niet tijdig wordt onderkend, komt de behandeling niet ten goede. Behandeling van vulkankanker kan bestaan uit (een combinatie van) operatie, radiotherapie en chemotherapie.
Wat is vulvakanker?
Tijdens een zomerse picknick merkte Anne (58) dat ze al weken last had van aanhoudende jeuk en een branderig gevoel bij haar schaamlippen, maar ze schoof het af op een allergie voor wasmiddel. Toen ze uiteindelijk toch naar de huisarts ging, bleek het vulvakanker te zijn. Dankzij snelle behandeling herstelde ze volledig. “Ik dacht eerst dat het niets was, maar mijn intuïtie zei anders. Gelukkig luisterde ik op tijd,” zegt Anne nu vastberaden.

Vulvakanker komt niet vaak voor /
Bron: Istock.com/BarabasDe vulva is het buitenste deel van de vrouwelijke geslachtsorganen. De vulva bestaat uit de opening van de vagina (soms de vestibule genoemd), de grote schaamlippen, de kleine schaamlippen en de clitoris. De klieren van Bartholin zijn twee klieren in de vaginawand aan weerszijden van de vaginaopening en deze klieren produceren een slijmachtige vloeistof die tijdens de seks als smeermiddel fungeert. De ruimte tussen de
vagina en de
anus wordt het
perineum genoemd. Vulvakanker of kanker van de vulva (ook bekend als vulvaire kanker) heeft meestal betrekking op de binnenranden van de grote schaamlippen of de kleine schaamlippen. Het begint minder vaak in de clitoris of in de klieren van Bartholin. Vulvakanker staat ook wel bekend als schaamlipkanker.
FAQ vulvakanker – alles wat je stiekem wilt weten, maar misschien niet durft te vragen
Oké, laten we eerlijk zijn: vulvakanker is niet bepaald een onderwerp dat je op een feestje aansnijdt. Toch is het superbelangrijk om er iets over te weten. Want hoe eerder je rare plekjes, hardnekkige jeuk of andere vage klachten serieus neemt, hoe beter. En nee, je hoeft je echt niet te schamen als je denkt: “Eh, wat is de vulva eigenlijk precies?” Spoiler: het is alles aan de buitenkant daar beneden – van de schaamlippen tot de clitoris en alles ertussenin.
Vulvakanker is zeldzaam, maar niet zó zeldzaam dat je het compleet kunt negeren. Het treft vooral vrouwen boven de 60, maar ook jongere vrouwen kunnen ermee te maken krijgen, vooral als het HPV-virus om de hoek komt kijken. Het begint vaak onschuldig met een plekje, bultje of jeuk, maar als je niks doet, kan het foute boel worden. En eerlijk is eerlijk, niemand zit te wachten op zware behandelingen, dus vroeg erbij zijn is key.
Toch praten we er amper over. Waarom? Omdat het een ‘gevoelig’ onderwerp is, letterlijk en figuurlijk. We vinden het ongemakkelijk, een beetje taboe misschien. Maar hoe meer we erover kletsen, hoe minder vreemd het wordt. Want zeg nou zelf: als we uren kunnen praten over een puist op je kin, waarom dan niet over iets wat je leven écht kan beïnvloeden?
Dus, ben je benieuwd naar de ins en outs van vulvakanker? Wil je weten wat normaal is, wat niet, en wanneer je écht even een afspraak moet maken bij de huisarts? Check dan deze FAQ. Geen moeilijke medische taal, maar gewoon duidelijk en to the point. Want als het om je gezondheid gaat, mag er best een beetje straight talk bij komen kijken. 💪💗
Vraag | Antwoord |
Wat is vulvakanker eigenlijk? | Vulvakanker is een kwaadaardige tumor die zich ontwikkelt aan de buitenkant van het vrouwelijke geslachtsorgaan, de vulva dus. Vaak begint het met rare plekjes of bultjes die je misschien eerst niet zo serieus neemt. Maar ja, als het kwaadaardig is, kan het groeien en zich verspreiden. Niet chill, dus snel laten checken als iets niet pluis voelt. |
Wie kan vulvakanker krijgen? | Iedereen met een vulva kan het krijgen, maar eerlijk is eerlijk: het komt vaker voor bij vrouwen boven de 60. Toch betekent dat niet dat jongeren uitgesloten zijn. Zeker als er risicofactoren zijn zoals HPV-infecties of een verzwakt immuunsysteem. Dus ja, beter alert blijven. |
Wat zijn de symptomen? | Jeuk die niet weggaat, een pijnlijk plekje, een bultje dat er eerst niet zat, zweertjes, kleurveranderingen van de huid of zelfs bloedingen buiten je menstruatie om. Soms denk je eerst: "Ach, vast een schimmeltje of irritatie." Maar als het blijft terugkomen of erger wordt? Dan is het tijd om de huisarts te bellen. |
Is vulvakanker besmettelijk? | Nope, vulvakanker zelf is niet besmettelijk. Maar let op: het HPV-virus, dat soms vulvakanker kan veroorzaken, wél. Dat wordt overgedragen via intiem contact. Dus safe sex blijft belangrijk, ook als je denkt dat je alles wel gezien hebt qua voorlichting. |
Wat zijn de oorzaken? | Meestal is het een mix van pech en invloeden van buitenaf. HPV-infecties zijn vaak de boosdoener. Daarnaast spelen roken, leeftijd en chronische huidontstekingen (zoals lichen sclerosus) een rol. En ja, genetica kan ook een factor zijn. Dus als het in de familie zit, extra alert zijn. |
Kan ik vulvakanker voorkomen? | Helemaal uitsluiten kan niet, maar er zijn manieren om je risico te verkleinen. HPV-vaccinatie bijvoorbeeld. En roken? Dat gooit olie op het vuur, dus stoppen helpt. Regelmatige check-ups en luisteren naar je lichaam zijn key. Merk je iets geks? Gewoon laten nakijken. Beter een keer te vaak dan te weinig. |
Hoe wordt de diagnose gesteld? | Meestal begint het met een lichamelijk onderzoek bij de huisarts of gynaecoloog. Vinden ze iets verdachts? Dan volgt er een biopsie – een klein stukje weefsel wordt weggehaald en onder de microscoop bekeken. Niet het leukste uitje, maar wel super belangrijk. |
Wat zijn de behandelingsopties? | Dat hangt af van hoe ver de kanker is gevorderd. Kleine plekjes kunnen soms weggesneden worden. Maar als het uitgebreider is, kan een grotere operatie nodig zijn, soms gecombineerd met bestraling of chemotherapie. En ja, herstel kost tijd, fysiek én emotioneel. |
Heeft vulvakanker invloed op seks? | Zeker weten. Zowel fysiek als mentaal kan het impact hebben. Littekens, gevoeligheid of juist gevoelloosheid, en gevoelens van schaamte of onzekerheid komen vaak voor. Seks kan weer fijn worden, maar geef jezelf tijd en praat erover – met je partner en eventueel een seksuoloog. |
Wat zijn de risico’s als ik het negeer? | Tja, vulvakanker verdwijnt helaas niet vanzelf. Hoe langer je wacht, hoe groter de kans dat het zich uitbreidt naar lymfeklieren en verder. En dan wordt de behandeling een stuk heftiger. Dus echt, hoe eerder je erbij bent, hoe beter de vooruitzichten. |
Overleef je vulvakanker? | Ja, zeker als je er op tijd bij bent. De overlevingskansen zijn best goed bij vroege ontdekking. Maar hoe verder het zich verspreid heeft, hoe lastiger het wordt. Daarom: blijf niet rondlopen met twijfels. De dokter heeft liever dat je te vroeg dan te laat bent. |
Wat zijn de langetermijneffecten van de behandeling? | Dat verschilt per persoon en behandeling. Sommige vrouwen hebben last van littekenweefsel, pijn of veranderingen in het gevoel rondom de vulva. Ook kunnen er problemen zijn met plassen of lopen als lymfeklieren zijn verwijderd. Maar met de juiste nazorg kun je veel klachten verminderen. |
Moet ik na de behandeling nog controles ondergaan? | Absoluut. Regelmatige follow-ups zijn superbelangrijk om zeker te weten dat alles goed blijft gaan. De eerste jaren na de behandeling zijn vooral cruciaal. Vaak zijn de controles eerst om de paar maanden en worden ze daarna steeds minder vaak. |
Is vulvakanker erfelijk? | Niet direct. Maar sommige genetische afwijkingen kunnen het risico verhogen. Dus als vulvakanker of andere vormen van gynaecologische kanker in je familie voorkomen, is het slim om dit te bespreken met je huisarts of een klinisch geneticus. |
Speelt HPV altijd een rol? | Nee, niet altijd. Vulvakanker kan ook ontstaan zonder dat het HPV-virus de boosdoener is. Vooral bij oudere vrouwen is er soms een link met huidproblemen zoals lichen sclerosus in plaats van HPV. Maar in veel gevallen is het virus wel een belangrijke factor. |
Kan ik nog kinderen krijgen na behandeling? | Dat hangt af van de aard van de behandeling. Meestal heeft vulvakanker geen directe impact op je vruchtbaarheid, omdat de vulva buiten de baarmoeder ligt. Maar als er meer uitgebreide behandelingen nodig zijn, bijvoorbeeld bij uitzaaiingen, kan het complexer worden. Altijd even bespreken dus. |
Wat als ik me schaam om naar de huisarts te gaan? | Eerlijk? Je bent niet de enige. Maar artsen zien echt van alles en zitten nergens van te kijken. Het is hun werk, en geloof me: jouw gezondheid is belangrijker dan een ongemakkelijk momentje. Dus gewoon gaan. Het kan je letterlijk je leven redden. |
Hoe steun ik iemand met vulvakanker? | Luister, wees er zonder te oordelen en respecteer haar tempo. Vulvakanker raakt niet alleen het lichaam, maar ook het zelfbeeld en intieme relaties. Soms wil ze praten, soms niet. En dat is oké. Kleine gebaren – een appje, een bezoekje – maken vaak het grootste verschil. |
Wat als ik zelf bang ben om het te krijgen? | Die angst is begrijpelijk, zeker als je iemand kent die het heeft gehad. Maar focus op wat je zelf kunt doen: regelmatige check-ups, een gezonde levensstijl, en HPV-vaccinatie als dat nog niet gebeurd is. En zit je met je angst? Praat erover met je huisarts. Echt, dat lucht op. |
Hoe vaak komt kanker aan de vulva voor?
Vulvakanker, ook wel
schaamlipkanker genoemd, komt niet zo heel vaak voor. De frequentie wordt geschat op 2 per 100.000 (ongeveer 250 nieuwe gevallen per jaar) en deze kankersoort is verantwoordelijk voor 70 sterfgevallen per jaar.[1] Ongeveer 80% van de patiënten is ouder dan 65 jaar. Deze vorm van kanker kan echter ook op jongere leeftijd voorkomen. Ondanks het feit dat de vulva gemakkelijk toegankelijk is voor diagnose en goed gecontroleerd en nagekeken kan worden door de vrouw op onregelmatigheden, is de periode tussen het ontstaan van symptomen en klachten en de uiteindelijk diagnose in veel gevallen lang. In 60% van de gevallen is er sprake van patiënt-delay en in 30% van de gevallen is er sprake van docter's delay.[2]
Oorzaken en risicofactoren
Verschillende factoren
De precieze oorzaak van schaamlipkanker is anno 2025 niet bekend. Leefwijze en erfelijkheid zijn geen factoren van betekenis in de ontwikkeling van vulvakanker. Roken is wel een risicofactor. Voorts geeft het
humaan papillomavirus (HPV) geeft een verhoogde kans op het ontstaan van kanker. Zo is er niet alleen een relatie met vulvakanker, maar ook met
vaginakanker,
baarmoederhalskanker,
peniskanker,
anuskanker en
huidkanker.[3] HPV en sommige geslachtsziekten (granuloma inguinale), leiden tot chronische vulvitis, dat is een ontsteking van de vulva - de uitwendige schaamdelen van de vrouw - met de volgende kenmerken:
- de vulva is rood en gezwollen;
- de vulva is vaak pijnlijk er is sprake van jeuk;
- soms is er meer vaginale afscheiding dan normaal;
- er kunnen huidkloofjes (ragaden) in de kleine schaamlippen ontstaan.[4]
Dystrofie van de vulva
Er lijkt een verband te bestaan tussen uitwendige en chronische prikkeling en tumoren van de vulva. Deze prikkeling kan naast bovengenoemde aandoeningen, ook voortkomen uit wat men noemt: dystrofie van de vulva. Dat is een aantasting van de bovenste huidlagen van de vulva als gevolg van het schrompelen van weefsel of juist door bovenmatige weefselgroei. Dystrofie van de vulva zien we bijvoorbeeld optreden bij de huidaandoening '
lichen sclerosus'. Deze aandoening, alsook
sommige andere huidafwijkingen kunnen een voorbode zijn van kwaadaardige aandoeningen. Zij worden premaligne aandoeningen genoemd.
Soorten vulvacarcinoom
Kanker is ongecontroleerde deling van lichaamscellen. Cellen in bijna elk deel van het lichaam kunnen kanker worden en zich naar andere delen van het lichaam verspreiden. Er worden verschillende soorten vulvakanker onderscheiden.
Plaveiselcelcarcinoom
De meeste kankers van de vulva zijn
plaveiselcelcarcinomen. Dit type kanker begint in plaveiselcellen, het belangrijkste type huidcellen. Er zijn verschillende subtypes van plaveiselcelcarcinoom. Het verhoornende type komt het meest voor. Het ontwikkelt zich meestal bij oudere vrouwen en is niet gekoppeld aan een infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Basaloid plaveiselcelcarcinoom, of BSCC, komt minder vaak voor. Dit zijn de soorten die vaker voorkomen bij jongere vrouwen met HPV-infecties. Een verruceus carcinoom is een ander subtype van de plaveiselcelkanker. Deze kanker lijkt op een grote wrat en er is een biopsie nodig om er zeker van te zijn dat het geen goedaardige tumor betreft.
Adenocarcinoom
Kanker die in kliercellen begint, wordt adenocarcinoom genoemd. Ongeveer 8 van de 100 vulvaire kankers zijn adenocarcinomen. Vulva-adenocarcinomen beginnen meestal in cellen van de klieren van Bartholin. Deze klieren bevinden zich net binnen de opening van de vagina. Bartholin-klierkanker wordt gemakkelijk aangezien voor een
cyste (opeenhoping van vocht in de klier), dus is een goede diagnose belangrijk. De meeste Bartholin-klierkankers zijn adenocarcinomen. Adenocarcinomen kunnen zich ook in de zweetklieren van de vulvahuid vormen.
De ziekte van Paget van de vulva (PDV) vertegenwoordigt ongeveer 1% van alle gezwellen van de vulva is een aandoening waarbij adenocarcinoomcellen worden aangetroffen in de bovenste laag van de vulvaire huid. Tot 25% van de patiënten met de ziekte van Paget van de vulva hebben ook een invasief vulvaire adenocarcinoom (in een Bartholin-klier of zweetklier). Bij de overige patiënten worden de kankercellen alleen in de bovenste laag van de huid aangetroffen en zijn ze niet in de onderliggende weefsels gegroeid.
Vulvamelanoom
Melanomen zijn kankers die beginnen in de pigmentproducerende cellen die de huid kleur geven. Ze komen het meest voor op delen van het lichaam die jarenlang intensief belicht zijn geweest door de zon, maar kunnen op andere plaatsen beginnen, zoals de vulva. Een vulvamelanoom is zeldzaam en is goed voor ongeveer 6 procent van alle vulvakankers. Een melanoom presenteert zich als een donkere, verkleurde vlek op de huid. Veelal is een melanoom zwart of bruin van kleur maar soms is deze wit, rood of roze. Dit type huidkanker verspreidt zich snel naar andere lichaamsdelen.
Sarcoom
Een sarcoom is een kanker die begint in de cellen van botten, spieren of bindweefsel. Minder dan 2 van elke 100 vulvaire kankers zijn sarcomen. In tegenstelling tot andere vormen van kanker van de vulva, kunnen vulvaire sarcomen bij vrouwen op elke leeftijd voorkomen, ook in de kinderjaren.
Basaalcelcarcinoom
Basaalcelcarcinoom, de meest voorkomende vorm van huidkanker, wordt vaker aangetroffen op delen die blootgesteld zijn aan de zon. Het komt zeer zelden voor op de vulva.
Symptomen van vulvakanker
De verschijnselen en klachten die kunnen optreden, zijn:
- jeuk en irritatie van de schaamlippen
- (bloederige) afscheiding
- pijn of branderigheid bij het plassen
- aanhoudende pijn in de vulvastreek
- mogelijk een voelbare zwelling c.q. een oppervlakkige verdikking of een zweer in de vulvastreek
- een knobbeltje op (één van) de schaamlippen
- een plekje of vlekje op de schaamlippen met een afwijkende kleur
- een pijnlijke geslachtsgemeenschap (pijn bij het vrijen)
- een verdikte huid
- een wondje rond de vulva dat niet dichtgaat of snel bloedt
- rauwheid en gevoeligheid van de vulva

CT-scan /
Bron: IStock.com/Pavel LosevskyOnderzoek en diagnose
De diagnose wordt gesteld naar aanleiding van weefselonderzoek, aangezien het verschil tussen vulvakanker en een goedaardige aandoening soms moeilijk te zien is. De specialist zal een stukje weefsel weghalen dat er afwijkend uitziet (biopsie) en laten onderzoeken. Als er vulvakanker is vastgesteld, dan is vaak aanvullend onderzoek nodig om eventuele uitzaaiingen op te sporen en het stadium van de ziekte te bepalen. Aanvullend onderzoek kan bestaan uit:
- CT-scan;
- Echografie met punctie bij vulvakanker;
- MRI-scan;
- Röntgenfoto borstkas.
Behandeling van vulvakanker
De behandeling van vulvakanker is allesbehalve een standaardverhaal. Er is geen one-size-fits-all aanpak, omdat elke tumor uniek is. De behandelingskeuze hangt af van factoren zoals het stadium van de kanker, de grootte en locatie van de tumor, of er uitzaaiingen zijn, en natuurlijk jouw algehele gezondheid en persoonlijke voorkeuren. Vaak is een combinatie van verschillende therapieën nodig om de beste uitkomst te bereiken. Maar hé, gelukkig zijn er steeds meer innovatieve en minder ingrijpende opties beschikbaar, dus het draait allang niet meer alleen om snijden en bestralen.
Operatie
In veel gevallen is een operatie de eerste stap. De bedoeling? Alle kankercellen verwijderen en tegelijkertijd zoveel mogelijk gezond weefsel sparen. Dit noemen ze ook wel ‘tumorvrij snijden’. Klinkt logisch, toch? Maar hoe ingrijpend de operatie is, verschilt per situatie:
- Lokale excisie: Bij kleine, oppervlakkige tumoren wordt enkel het plekje weggesneden, met een klein randje gezond weefsel eromheen. Zo behoud je zo veel mogelijk van je vulvaal weefsel.
- Partiële vulvectomie: Hierbij wordt een groter deel van de vulva verwijderd, maar men probeert de clitoris en omliggende structuren te behouden als dat kan.
- Radicale vulvectomie: Dit is de meest uitgebreide ingreep, waarbij mogelijk de grote en kleine schaamlippen én de clitoris worden verwijderd. Klinkt heftig (en dat is het ook), maar soms is het de enige manier om alle kankercellen te pakken.
- Lymfeklierdissectie: Vaak worden ook de lymfeklieren in de liezen verwijderd om te checken of de kanker zich heeft verspreid. Dit verkleint de kans op uitzaaiingen. Tegenwoordig wordt steeds vaker de schildwachtklierprocedure gebruikt, waarbij alleen de eerste lymfeklier in de route van de tumor wordt verwijderd en onderzocht. Is deze schoon? Dan hoeven de andere klieren er niet uit.
En ja, we snappen het – het idee van zo’n operatie is beangstigend. Daarom wordt er steeds meer gekeken naar reconstructieve chirurgie, waarbij met huidtransplantaties of flaptechnieken de vulva zoveel mogelijk wordt hersteld. Niet alleen voor het uiterlijk, maar ook voor het behoud van functie en gevoel.
Radiotherapie
Radiotherapie (of simpelweg bestraling) is een echte krachtpatser in de strijd tegen vulvakanker. Het maakt gebruik van hoge doses straling om kankercellen te doden. Soms is het de hoofdbehandeling, maar vaak wordt het ingezet als extraatje na een operatie, vooral als de randen niet helemaal schoon waren of als de
lymfeklieren ook betrokken zijn.
Soorten radiotherapie:
- Externe bestraling: De meest gebruikte methode waarbij de straling van buitenaf gericht wordt op het tumorgebied. De sessies zijn kort maar krachtig, meestal verspreid over meerdere weken.
- Brachytherapie: Hierbij worden kleine radioactieve zaadjes tijdelijk in of vlakbij het tumorweefsel geplaatst. Hierdoor krijgt de tumor een hoge dosis straling terwijl omliggend weefsel gespaard blijft.
- Innovatief is de opkomst van IMRT (Intensity-Modulated Radiation Therapy) waarbij de stralingsdosis heel precies wordt aangepast aan de vorm van de tumor. Minder schade aan gezond weefsel dus – win-win!
Chemotherapie
Chemotherapie klinkt vaak als de 'big gun', maar bij vulvakanker wordt het meestal ingezet in combinatie met radiotherapie om het effect te versterken. Dit wordt chemoradiatie genoemd. De chemo maakt de kankercellen namelijk gevoeliger voor bestraling. Slim, hè?
Chemotherapie kan ook op zichzelf worden toegepast als de kanker is uitgezaaid of als de tumor niet direct te opereren is.
Manieren van toediening:
- Intravenieuze chemo: Via een infuus direct in de bloedbaan.
- Orale chemo: In pilvorm, iets makkelijker in gebruik.
- Topische chemo (crème): In bepaalde vroege stadia kan een chemocrème rechtstreeks op de huid worden aangebracht. Niet supergebruikelijk, maar in specifieke gevallen een optie.
En ja, chemo heeft een reputatie vanwege bijwerkingen als haarverlies, misselijkheid en vermoeidheid. Maar er zijn tegenwoordig goede ondersteunende middelen die deze bijwerkingen kunnen verminderen.
Innovatieve en minder bekende behandelingen
De medische wereld zit niet stil en gelukkig maar! Voor vrouwen met vulvakanker zijn er steeds meer vooruitstrevende behandelopties beschikbaar.
- Immunotherapie: Klinkt als science fiction, maar is het niet. Deze therapie stimuleert je eigen immuunsysteem om de kankercellen te herkennen en te vernietigen. Vooral bij tumoren met bepaalde genetische kenmerken laat immunotherapie veelbelovende resultaten zien.
- Targeted therapy (gerichte therapie): In plaats van het hele lichaam te belasten, pakt deze behandeling heel gericht de zwakke plekken van de kankercellen aan. Bijvoorbeeld door bepaalde eiwitten te blokkeren die de tumor helpen groeien.
- Fotodynamische therapie (PDT): Hierbij wordt een lichtgevoelige stof op de tumor aangebracht, waarna deze geactiveerd wordt door licht van een speciale lamp. De kankercellen worden hierdoor vernietigd zonder het omliggende weefsel te beschadigen. Vooral geschikt voor vroege stadia en oppervlakkige tumoren.
- Hyperthermie: Kankercellen houden niet van hitte. Bij hyperthermie wordt het tumorweefsel lokaal verwarmd tot ongeveer 42-45 graden Celsius, waardoor de cellen beschadigen en gevoeliger worden voor chemo en bestraling. Deze techniek staat nog in de kinderschoenen bij vulvakanker, maar de resultaten zijn hoopgevend.
- Protonentherapie: Een geavanceerde vorm van bestraling waarbij protonen in plaats van röntgenstralen worden gebruikt. Hierdoor kan de straling nóg preciezer worden gericht en blijft omliggend weefsel beter gespaard. Handig bij tumoren die dicht bij belangrijke organen liggen.
Palliatieve zorg
Soms is genezing niet meer mogelijk. Dan komt palliatieve zorg om de hoek kijken. Maar laat je niet misleiden door de term – het draait hier niet alleen om de laatste levensfase, maar vooral om kwaliteit van leven. Denk aan pijnbestrijding, ondersteuning bij vermoeidheid of psychologische hulp.
Mogelijkheden binnen palliatieve zorg:
- Pijnmanagement: Van sterke pijnstillers tot zenuwblokkades.
- Bestraling: Niet om te genezen, maar om pijn of bloeding te verminderen.
- Psychologische ondersteuning: Want het mentale stuk is minstens zo belangrijk als het fysieke.
- Seksuologische begeleiding: Vulvakanker heeft vaak impact op je seksleven en je zelfbeeld. Een seksuoloog kan helpen om hier een nieuwe balans in te vinden.
De toekomst van vulvakankerbehandeling
Medische ontwikkelingen staan nooit stil. Op dit moment lopen er verschillende onderzoeken naar vaccinaties die bestaande HPV-gerelateerde vulvakanker kunnen aanpakken, en naar genetische therapieën die fouten in het DNA van kankercellen kunnen corrigeren. Ook wordt er gekeken naar combinatietherapieën waarbij meerdere innovatieve behandelingen samen worden ingezet voor maximaal resultaat.
Kortom, de behandeling van vulvakanker is geen vast recept. Het is maatwerk, waarbij de medische wereld steeds meer opties biedt die niet alleen gericht zijn op overleving, maar ook op kwaliteit van leven. En dat is uiteindelijk wat telt.
Prognose van vulvakanker
De vijfjaarsoverleving voor vrouwen bij wie een kleine tumor is weggenomen zonder uitzaaiingen, is ongeveer 90%. Dat is een zeer gunstige prognose. Bij uitzaaiingen daalt dit percentage onder de 60% - waarbij rekening gehouden moet worden met de ernst en uitbreiding van de ziekte.
Complicaties
Vulvakanker is een zeldzame, doch serieuze vorm van kanker die vooral vrouwen boven de 60 treft. De ziekte zelf is al heftig genoeg, maar de mogelijke complicaties kunnen het leven nog ingewikkelder maken. Hier zijn de meest voorkomende complicaties waarmee je te maken kunt krijgen:
Lymfoedeem
Na de behandeling van vulvakanker, vooral als er lymfeklieren zijn verwijderd, bestaat de kans dat je last krijgt van lymfoedeem. Dit is een pijnlijke zwelling in de benen of het bekkengebied doordat het lymfestelsel niet meer goed werkt. Het kan ervoor zorgen dat je moeite hebt met lopen en dat je je continu opgezwollen voelt.
Problemen met de blaas en darmen
Door de operatie of bestraling kunnen je blaas en darmen aangetast worden. Dit leidt soms tot incontinentie, waarbij je moeite hebt om je urine of ontlasting onder controle te houden. Ook kun je problemen krijgen met een te trage stoelgang of juist diarree. Het zorgt voor ongemakkelijke momenten en maakt je dagelijkse routine wat lastiger.
Seksuele problemen
Vulvakanker en de behandeling daarvan kunnen invloed hebben op je seksleven. De vulva en omliggende weefsels kunnen beschadigd raken, wat pijn veroorzaakt tijdens het vrijen of leidt tot een verminderd gevoel. Het is niet alleen fysiek lastig, maar kan ook emotioneel zwaar zijn en invloed hebben op je intimiteit.
Psychische impact
De diagnose en behandeling van vulvakanker gaan vaak gepaard met gevoelens van angst, onzekerheid en depressie. Het idee dat je lichaam is aangetast en de zorgen over de toekomst kunnen je mentaal flink uit balans brengen. Het is een emotionele rollercoaster die niet altijd eindigt na de behandeling.
Terugkeer van de kanker
Een van de grootste zorgen na de behandeling is dat de kanker terugkomt. De kans op een terugval blijft aanwezig, vooral in de eerste jaren na de behandeling. Daarom is regelmatige controle essentieel om eventuele problemen vroeg op te sporen.
Preventie
De volgende preventieve maatregelen kunnen worden genomen:
- voorkomen en adequaat behandelen van geslachtsziekten en HPV-infectie
- het in acht nemen van een goede hygiëne zonder daarbij gebruik te maken van irriterende middelen;
- het tijdig en adequaat behandelen van dystrofie en vulvitis; en
- niet roken.
Noten:
- Prof. dr. C.J.H. van de Velde e.a. (red.). Oncologie. Bohn Stafleu van Loghum, Houten, achtste herziene druk, 2011, p473.
- Ibid.
- http://www.rivm.nl/infectieziektenbulletin/bul123/transmissiedag_papillomavirus.html
- http://nl.wikipedia.org/wiki/Vulvitis
Lees verder