Vaginakanker: symptomen, oorzaken, behandeling en prognose
Vaginakanker symptomen zijn onder meer waterige afscheiding of bloedverlies na de geslachtsgemeenschap. Als de kanker zich naar de blaas en/of de darmen heeft verspreid, kunnen blaasklachten en darmklachten ontstaan. Dit gebeurt pas in een later stadium. Vaginakanker verschijnt meestal bij uitzaaiingen van andere vormen van kanker, zoals baarmoederhalskanker of baarmoederkanker. Kanker die ontstaat in de vagina wordt primaire kanker genoemd. Primaire tumoren aan de vagina zijn zeer zeldzaam. Primair betekent dat de kanker op de betreffende plek is ontstaan en niet het gevolg is van een metastase of uitzaaiing van kanker elders in het lichaam. Vaginakanker of vaginacarcinoom is zeer goed te behandelen en de prognose is vrij gunstig indien het in een vroegtijdig stadium wordt ontdekt. Des te eerder de behandeling kan worden ingezet, des te gunstiger de prognose en levensverwachting.
Vaginakanker in vogelvlucht
- Zeldzaamheid: Vaginakanker is een zeldzame vorm van kanker. Deze vorm van kanker vertegenwoordigt slechts ongeveer 1-2% van alle gynaecologische kankers.
- Risicofactoren: Enkele risicofactoren voor vaginakanker zijn:
- een voorgeschiedenis van baarmoederhalskanker
- het gebruik van bepaalde medicijnen (bijv. diethylstilbestrol)
- roken
- een besmetting met het humaan papillomavirus (HPV)
- Symptomen: Mogelijke symptomen van vaginakanker zijn abnormaal bloedverlies uit je vagina, afscheiding die anders is dan je gewend bent en pijn of bloedverlies tijdens geslachtsgemeenschap.
- Diagnose: Deze is vaak gebaseerd op een lichamelijk onderzoek, een uitstrijkje van het vaginale weefsel (pap-test), een biopsie van verdachte weefsels en beeldvormingsstudies zoals een CT-scan of MRI.
- Behandeling: De behandeling van vaginakanker hangt af van het stadium van de kanker en kan bestaan uit chirurgie, radiotherapie en/of chemotherapie. Soms wordt een combinatie van deze behandelingen gebruikt.
- Stadia: Vaginakanker wordt ingedeeld in verschillende stadia op basis van de grootte van de tumor en de mate van verspreiding. Stadia variëren van I (beperkt tot de vagina) tot IV (uitgezaaid naar andere organen).
- Prognose: De prognose voor vaginakanker is afhankelijk van het stadium waarin de kanker wordt ontdekt en behandeld. Vroegtijdige diagnose en behandeling hebben over het algemeen een betere prognose.
- Preventie: Meisjes kunnen zich laten vaccineren tegen HPV. Dat vaccin beschermt tegen 6 soorten kanker.
- Follow-up: Na de behandeling van vaginakanker kom je nog regelmatig op controle bij de arts. Deze kijkt dan of de behandeling effect heeft gehad en of de kanker wegblijft.
- Ondersteuning en informatie: Deze zijn beschikbaar bij kankerpatiëntenorganisaties en zorgprofessionals.
Wat is vaginakanker?
Deborah was een energieke vrouw van midden veertig, altijd druk met haar werk en gezin, tot een klein, terugkerend ongemak haar alert maakte. Wat begon als lichte jeuk en wat ongebruikelijke afscheiding, leek onschuldig, maar bleef aanhouden. Uit schaamte stelde ze een bezoek aan de dokter uit, totdat een lichte bloeding na de gemeenschap haar zorgen baarde. De diagnose kwam als een schok: vaginakanker. Het was een zeldzame vorm, maar gelukkig vroeg ontdekt. Na een operatie en een intensieve periode van herstel begon ze stap voor stap haar leven weer op te bouwen. Voor haar was het een les: luisteren naar je lichaam en tijdig hulp zoeken, want je gezondheid mag nooit op de tweede plaats komen.

Eileiders, eierstokken, vagina, baarmoeder, baarmoedermond en baarmoederwand /
Bron: Marochkina Anastasiia/Shutterstock.comVaginakanker komt zeer zelden voor. Het maakt slechts 1 tot 2% van alle gevallen van kanker aan de vrouwelijke geslachtsorganen uit. Deze gynaecologische kankersoort wordt vaak aangetroffen bij vrouwen van 50 jaar en ouder. Vaginakanker kan uitzaaien naar andere delen van het lichaam en dit gebeurt al in een vroeg stadium van de ziekte. In sommige gevallen vinden reeds uitzaaiingen plaats nog voordat de ziekte is herkend en vastgesteld.
FAQ vaginakanker: alles wat je wil weten, zonder poespas
Vaginakanker. Een woord waar je misschien nog nooit van hebt gehoord, of waar je liever niet te lang bij stilstaat. Toch is het belangrijk om te weten wat het is, hoe je het herkent en wat je eraan kunt doen. Het komt niet vaak voor, maar áls het je overkomt – of iemand in je omgeving – dan is het handig om goed geïnformeerd te zijn. Geen droge medische praatjes, maar gewoon duidelijke antwoorden op de vragen die je misschien hebt (of die je niet durft te stellen).
Weet je bijvoorbeeld dat vaginakanker in de meeste gevallen pas in een later stadium wordt ontdekt? Dat komt omdat de eerste signalen vaak subtiel zijn en makkelijk te verwarren met iets onschuldigs. Een beetje bloedverlies tussen de menstruaties door, een vage druk in het bekken, of een afscheiding die nét anders is dan normaal. Veel vrouwen denken niet meteen aan iets ernstigs en stellen een doktersbezoek uit. En dat is jammer, want vroeg ontdekken kan echt het verschil maken.
En hoe zit het met de oorzaken? HPV is de grootste boosdoener, maar er zijn nog meer risicofactoren. Roken, een verzwakt immuunsysteem en simpelweg ouder worden kunnen allemaal meespelen. Gelukkig kun je het risico deels verkleinen met vaccinatie, een gezonde levensstijl en regelmatige controles. Voorkomen is misschien niet altijd mogelijk, maar op tijd erbij zijn wel!
In deze FAQ hebben we de meest gestelde vragen op een rij gezet, zonder ingewikkeld gedoe. Van symptomen en behandelingen tot de impact op je dagelijks leven – alles komt voorbij. Lees het op je gemak door en onthoud: kennis is macht. Hoe beter je geïnformeerd bent, hoe sneller je actie kunt ondernemen als dat nodig is!
Vraag | Antwoord |
Wat is vaginakanker precies? | Vaginakanker is een zeldzame vorm van kanker die in de vagina ontstaat. Het begint vaak in de cellen die de binnenkant van de vagina bekleden. Meestal wordt het pas in een laat stadium ontdekt, omdat de symptomen vaak vaag zijn of lijken op andere, minder ernstige aandoeningen. |
Hoe merk je dat je vaginakanker hebt? | Dat is een lastige, want de eerste symptomen zijn vaak subtiel. Denk aan ongebruikelijke vaginale bloedingen (vooral na seks of tussen menstruaties door), waterige of bloederige afscheiding, pijn in de bekkenstreek of een voelbaar knobbeltje in de vagina. Sommige vrouwen hebben geen klachten en ontdekken het pas bij een routineonderzoek. |
Wat veroorzaakt vaginakanker? | Er zijn verschillende boosdoeners, maar de grootste risicofactor is een langdurige infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Ook roken, een verzwakt immuunsysteem en ouder worden (meestal boven de 60) spelen een rol. In zeldzame gevallen kan blootstelling aan het synthetische hormoon DES tijdens de zwangerschap een rol spelen. |
Kun je vaginakanker voorkomen? | Voorkomen is niet altijd mogelijk, maar je kunt het risico verkleinen. Een HPV-vaccinatie kan helpen, net als veilig vrijen en niet roken. Regelmatige uitstrijkjes en gynaecologisch onderzoek kunnen helpen om afwijkingen vroeg op te sporen. |
Is vaginakanker erfelijk? | Nee, niet echt. Er is geen duidelijke erfelijke factor zoals bij sommige andere kankersoorten. Maar als bepaalde risicofactoren, zoals HPV-infecties of roken, in de familie voorkomen, kan dat indirect een rol spelen. |
Hoe wordt vaginakanker gediagnosticeerd? | Vaak begint het met een inwendig onderzoek bij de gynaecoloog. Daarna kan een uitstrijkje, een colposcopie (een vergrootglas om de vaginawand beter te bekijken) of een biopsie (een stukje weefsel wegnemen voor onderzoek) nodig zijn om de diagnose te bevestigen. |
Wat zijn de behandelopties? | Dat hangt af van het stadium van de kanker. In een vroeg stadium kan een operatie genoeg zijn om de tumor te verwijderen. Bij gevorderde stadia kunnen bestraling en chemotherapie nodig zijn. Soms wordt een combinatie van behandelingen gebruikt. |
Kun je nog seks hebben na een behandeling? | Dat hangt af van de behandeling. Na een operatie of bestraling kan de vagina minder elastisch worden of kan littekenweefsel ontstaan, wat seks lastiger maakt. Glijmiddel, bekkenbodemtherapie of vaginale dilators kunnen dan helpen. Praten met je partner en je arts is belangrijk! |
Wat is de prognose? | Dat verschilt per persoon en hangt af van hoe vroeg de kanker is ontdekt. In een vroeg stadium is de overlevingskans redelijk goed. Maar als de kanker zich heeft verspreid, wordt de behandeling moeilijker en is de prognose minder gunstig. |
Wat als de kanker terugkomt? | Een terugkeer van vaginakanker betekent vaak dat een intensievere behandeling nodig is, zoals bestraling of chemotherapie. Daarom is regelmatige controle na de behandeling essentieel om snel in te grijpen als er iets misgaat. |
Kan vaginakanker dodelijk zijn? | Helaas wel, vooral als het pas in een laat stadium wordt ontdekt. Maar als het vroeg wordt opgespoord en behandeld, is de kans op genezing een stuk groter. Regelmatige controles en alert zijn op symptomen kunnen dus echt levens redden. |
Heeft vaginakanker invloed op de vruchtbaarheid? | Ja, dat kan. Vooral als de behandeling de baarmoeder of eierstokken aantast. Bestraling en sommige operaties kunnen de vruchtbaarheid verminderen of wegnemen. Als kinderwens nog een rol speelt, is het belangrijk om dit met je arts te bespreken voordat de behandeling begint. |
Kun je na de behandeling nog een normaal leven leiden? | Dat hangt af van de persoon en de behandeling. Sommigen herstellen volledig en pakken hun leven weer op, anderen hebben last van blijvende klachten zoals vaginale droogheid, vermoeidheid of emotionele impact. Ondersteuning door een medisch team of een lotgenotengroep kan helpen. |
Wanneer moet je naar de dokter? | Als je last hebt van onverklaarbare vaginale bloedingen, pijn, een knobbeltje voelt of langdurige veranderingen in afscheiding hebt, is het slim om niet te wachten en gewoon even te laten checken. Liever te vroeg dan te laat! |
Epidemiologie
Vaginakanker is een zeldzame, maar belangrijke aandoening die vooral vrouwen treft. De incidentie varieert wereldwijd en wordt beïnvloed door diverse factoren zoals leeftijd, leefstijl, genetica en omgeving. Hieronder een uitgebreide blik op de epidemiologie van vaginakanker.
Voorkomen bij kinderen en volwassenen
Vaginakanker is vooral een aandoening van volwassen vrouwen en komt zelden voor bij kinderen.
- Kinderen en adolescenten: In uitzonderlijke gevallen, zoals bij embryonaal rhabdomyosarcoom, kan vaginakanker bij jonge meisjes voorkomen, vaak onder de leeftijd van 5 jaar. Deze vorm is agressief, maar uiterst zeldzaam, met een geschatte incidentie van minder dan 1 op 1 miljoen.
- Volwassen vrouwen: De meeste gevallen van vaginakanker treden op bij vrouwen boven de 60 jaar, met een piekincidentie rond de 70 jaar. In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 1 op 100.000 vrouwen de diagnose gesteld, wat neerkomt op 100-120 nieuwe gevallen jaarlijks.
Klimaat en geografische verschillen
Het voorkomen van vaginakanker varieert sterk tussen regio’s en klimaten:
- Nederland: De incidentie is relatief laag, met stabiele cijfers dankzij preventie en vroege detectie via screeningsprogramma’s. In de overzeese gebiedsdelen zoals Aruba, Bonaire en Curaçao wordt een iets hogere incidentie gemeld, mogelijk door verschillen in toegang tot medische zorg en HPV-prevalentie.
- België: Vergelijkbaar met Nederland, maar met iets hogere cijfers in Wallonië, waar risicofactoren zoals roken en obesitas vaker voorkomen.
- Wereldwijd: In ontwikkelingslanden, zoals delen van Afrika en Zuidoost-Azië, is vaginakanker minder goed gedocumenteerd, maar vaak gerelateerd aan onbehandelde HPV-infecties. Warme, vochtige klimaten kunnen de verspreiding van HPV bevorderen, een belangrijke oorzaak van vaginakanker. Latijns-Amerika rapporteert hogere cijfers, mogelijk door beperkte toegang tot vaccinatie en screeningsprogramma’s.
Voeding en leefstijl
Leefstijl en dieet spelen een indirecte maar belangrijke rol in de ontwikkeling van vaginakanker:
- Roken: Een van de belangrijkste leefstijlfactoren. Vrouwen die roken hebben tot 2-3 keer meer kans op het ontwikkelen van vaginakanker door de carcinogene effecten van tabak.
- Voeding: Een dieet arm aan groenten en fruit kan leiden tot een verzwakt immuunsysteem, waardoor het lichaam HPV-infecties minder effectief kan bestrijden. Studies wijzen erop dat antioxidanten uit bessen, citrusvruchten en groene bladgroenten beschermend kunnen werken.
- Obesitas: Overgewicht is in verband gebracht met een verhoogd risico op vaginakanker, mogelijk door hormonale veranderingen en een verhoogde ontstekingsreactie.
Genetica en erfelijkheid
Hoewel vaginakanker zelden een directe genetische oorzaak heeft, kunnen erfelijke syndromen zoals het Lynch-syndroom het risico verhogen. Bij vrouwen met dit syndroom is het risico op gynaecologische kankers, waaronder vaginakanker, tot 3 keer hoger. Genetische variaties die de gevoeligheid voor HPV beïnvloeden, kunnen ook een rol spelen.
Rol van infecties en immuniteit
De relatie tussen HPV en vaginakanker is goed gedocumenteerd:
- HPV: Tot 75-80% van de gevallen van vaginakanker wordt geassocieerd met high-risk HPV-types, zoals HPV-16 en HPV-18. Vaccinatieprogramma’s hebben het risico aanzienlijk verminderd in landen zoals Nederland en België.
- Immunosuppressie: Vrouwen met hiv/aids of die immuunsuppressiva gebruiken (bijvoorbeeld na een transplantatie) lopen een verhoogd risico, aangezien hun lichaam minder goed in staat is om infecties zoals HPV te bestrijden.
Regionale verschillen tussen Nederland, België en de wereld
- Nederland en België: De HPV-vaccinatiegraad is hoog (rond de 60-70% voor meisjes), wat heeft geleid tot een afname van HPV-gerelateerde kankers. Toch blijven groepen met een lage vaccinatiegraad, zoals sommige religieuze gemeenschappen, kwetsbaar.
- Nederlandse overzeese gebieden: In regio’s zoals Aruba en Curaçao is de vaccinatiegraad lager, en zijn screeningsprogramma’s minder wijdverspreid, wat bijdraagt aan hogere incidentiecijfers.
- Wereldwijd: Ontwikkelingslanden blijven achter op het gebied van preventie en behandeling. In Afrika en Zuidoost-Azië wordt vaginakanker vaak pas in een laat stadium ontdekt, wat leidt tot een slechtere prognose. In India en Sub-Sahara Afrika worden incidentiecijfers geschat op 3-5 per 100.000 vrouwen, bijna vijf keer hoger dan in Nederland.
Pathofysiologie en ontstaansmechanisme van vaginakanker
Vaginakanker is een zeldzame maar complexe vorm van kanker die ontstaat in de cellen van de vaginale wand. Hoewel de precieze oorzaken niet altijd duidelijk zijn, wordt de ontwikkeling van deze ziekte gekenmerkt door een reeks biologische en genetische gebeurtenissen die normale cellen veranderen in kwaadaardige cellen. Dit proces, dat vaak jaren of zelfs decennia duurt, is het resultaat van een interactie tussen genetische kwetsbaarheid en omgevingsfactoren zoals infecties en chemische blootstelling.
Het begin: DNA-schade en mutaties
Het ontstaansproces van vaginakanker begint vaak met DNA-schade in de cellen van het vaginale slijmvlies. Deze schade kan worden veroorzaakt door verschillende factoren, zoals:
- Humaan papillomavirus (HPV): Bijna 75% van de gevallen van vaginakanker wordt geassocieerd met hoog-risico HPV-typen zoals HPV-16 en HPV-18. Het virus integreert in het DNA van de gastheercel en produceert virale eiwitten (E6 en E7) die tumoronderdrukkende genen zoals TP53 en RB1 uitschakelen. Hierdoor verliezen cellen hun vermogen om abnormale groei te controleren.
- Chronische ontsteking: Langdurige irritatie door infecties of trauma kan leiden tot oxidatieve stress, die het DNA verder beschadigt en een omgeving creëert waarin kwaadaardige cellen kunnen gedijen.
Deze schade leidt tot mutaties in genen die betrokken zijn bij celgroei en -deling. Zo ontstaan cellen die zich niet meer aan normale regels houden, zich ongeremd delen en resistent worden tegen apoptose (geprogrammeerde celdood).
Precancereuze veranderingen: dysplasie en carcinoma in situ
Voordat vaginakanker zich volledig ontwikkelt, doorloopt het vaak een precancereus stadium, bekend als vaginale intra-epitheliale neoplasie (VaIN). Tijdens dit stadium ontstaan er abnormale cellen in de oppervlakkige laag van het vaginale slijmvlies.
- VaIN 1: Milde dysplasie waarbij de afwijkingen beperkt blijven tot de onderste laag van het epitheel.
- VaIN 2-3: Ernstigere dysplasie waarbij de afwijkingen zich uitbreiden door het gehele epitheel.
Als deze cellen onbehandeld blijven, kunnen ze doorgroeien naar carcinoma in situ, een toestand waarin de kwaadaardige cellen nog niet door de basale membraan zijn doorgedrongen.
De overgang van carcinoma in situ naar invasieve vaginakanker is een cruciale stap. Hier beginnen de abnormale cellen de basale membraan te doorbreken en de onderliggende weefsels binnen te dringen.
Tijdens deze fase speelt angiogenese, het proces waarbij nieuwe bloedvaten worden gevormd, een belangrijke rol. Tumorcellen produceren groeifactoren zoals VEGF (vascular endothelial growth factor) om een eigen bloedtoevoer te creëren, wat hen voorziet van voedingsstoffen en zuurstof om verder te groeien.
In gevorderde stadia kunnen kankercellen zich verspreiden naar omliggende structuren en verder via:
- Lymfatisch systeem: Vaginakanker verspreidt zich vaak naar regionale lymfeklieren, zoals die in de lies en bekken.
- Bloedbaan: Via de bloedvaten kunnen metastasen ontstaan in verre organen zoals de longen, lever en botten.
Kankercellen produceren enzymen zoals matrixmetalloproteïnasen (MMP's), die de extracellulaire matrix afbreken, waardoor de cellen gemakkelijker door weefsels kunnen dringen en nieuwe kolonies kunnen vormen.
Rol van hormonale en genetische factoren
Hormonale factoren spelen een rol bij bepaalde subtypes van vaginakanker. Diëthylstilbestrol (DES), een synthetisch oestrogeen dat werd voorgeschreven tussen 1940 en 1970, verhoogt bijvoorbeeld het risico op een zeldzame vorm van vaginakanker (clear cell adenocarcinoom) bij vrouwen die vóór de geboorte aan dit middel zijn blootgesteld.
Daarnaast kunnen genetische predisposities, zoals mutaties in genen betrokken bij DNA-reparatie (bijvoorbeeld BRCA-genen), de gevoeligheid voor kanker verhogen, hoewel dit zeldzaam is bij vaginakanker.
Immuunontwijking: ontsnappen aan de verdediging
Een van de meest fascinerende aspecten van vaginakanker is de manier waarop tumorcellen het immuunsysteem ontwijken.
- Immuunsuppressie: Kankercellen produceren moleculen zoals PD-L1, die T-cellen remmen en voorkomen dat het immuunsysteem de tumor aanvalt.
- Chronische HPV-infectie: Het virus kan immuunreacties onderdrukken, waardoor geïnfecteerde cellen niet worden vernietigd en tumorvorming mogelijk blijft.
Oorzaken van vaginakanker
De oorzaken van vaginakanker zijn complex en multifactorieel. Hoewel deze vorm van kanker zeldzaam is, onderscheidt men twee hoofdtypen: secundaire vaginakanker, waarbij de kanker is uitgezaaid van een andere locatie, en primaire vaginakanker, die direct in de vagina ontstaat. Elk type heeft zijn eigen unieke kenmerken, risicofactoren en oorzaken. Hieronder volgt een uitgebreide analyse van deze oorzaken, met speciale aandacht voor de biologische en omgevingsfactoren die bijdragen aan het ontstaan van deze ziekte.
Secundaire vaginakanker
Secundaire vaginakanker ontstaat wanneer kanker van een andere plek in het lichaam zich verspreidt naar de vagina. In de meeste gevallen is dit het gevolg van directe doorgroei of metastasering via lymfatische of bloedvaten. Dit type kanker wordt niet als vaginakanker beschouwd, maar behoudt de naam van de oorspronkelijke tumor, zoals baarmoederhalskanker of blaaskanker.
Veelvoorkomende bronnen van secundaire vaginakanker zijn:
- Baarmoederhals: Dit is een van de meest voorkomende bronnen, vaak door lokale uitbreiding van het cervicale carcinoom.
- Blaas: Blaaskanker kan door direct contact of via lymfatische verspreiding de vaginawand bereiken.
- Urinebuis: Tumoren in de urethra kunnen metastaseren naar de vagina.
- Uitwendige schaamdelen (vulva): Kanker in de vulva groeit soms direct door naar de vaginale opening.
- Baarmoeder: Endometriumcarcinomen kunnen via het vaginale kanaal doorgroeien.
- Eierstokken: Ovariumcarcinoom kan metastaseren via de buikholte en het vaginale weefsel bereiken.
- Nieren: Zeldzaam, maar niercelcarcinoom kan zich verspreiden naar het vaginale gebied.
- Andere organen: Bijvoorbeeld tumoren uit de darm of longen die in latere stadia metastaseren naar de vagina.
Voorbeeld: Een patiënt met gevorderde baarmoederhalskanker ervaart vaginale bloedingen en pijn. Onderzoek toont aan dat de tumor is doorgegroeid naar de vaginawand, een typisch geval van secundaire vaginale kanker.
Mechanismen van uitzaaiing
- Lymfatische verspreiding: Tumorcellen reizen via de lymfevaten naar de regionale lymfeklieren en kunnen vervolgens de vagina bereiken.
- Directe doorgroei: Tumoren die dichtbij de vagina liggen, zoals in de baarmoederhals of blaas, kunnen rechtstreeks in het vaginale weefsel groeien.
- Hematogene metastase: Via de bloedbaan verspreiden tumorcellen zich naar verder gelegen delen van het lichaam, waaronder de vagina.
Primaire vaginakanker
Wanneer kanker direct in de vagina begint, spreken we van primaire vaginakanker. Dit is uiterst zeldzaam en maakt minder dan 2% van alle vrouwelijke genitale kankers uit. Het precieze mechanisme is nog niet volledig begrepen, maar het ontstaat door een combinatie van genetische, virale en omgevingsfactoren die de normale celcyclus verstoren.
Het proces van celdeling en DNA-schade
Primaire vaginakanker begint met fouten in het DNA van de cellen die de vaginale wand bekleden. Normale cellen delen zich gecontroleerd, maar door genetische mutaties verliezen ze deze controle en beginnen ze zich ongeremd te vermenigvuldigen. Deze abnormale celdeling leidt tot de vorming van een tumor.
Mogelijke oorzaken van deze DNA-fouten zijn:
- Humaan papillomavirus (HPV): Bijna 70% van de gevallen van plaveiselcelcarcinoom in de vagina wordt in verband gebracht met hoog-risico HPV-typen, zoals HPV-16 en HPV-18. Het virus integreert in het cel-DNA en blokkeert tumoronderdrukkende genen zoals TP53 en RB1, waardoor cellen kwaadaardig worden.
- Hormonale invloeden: Vrouwen die prenataal zijn blootgesteld aan diëthylstilbestrol (DES) lopen een verhoogd risico op een zeldzaam subtype van vaginakanker, clear cell adenocarcinoom.
- Chronische irritatie: Langdurige ontsteking door infecties of mechanisch trauma kan leiden tot een omgeving die bevorderlijk is voor mutaties en tumorvorming.
- Stralingsschade: Vrouwen die in het verleden radiotherapie hebben ontvangen voor kanker in het bekkengebied, lopen een verhoogd risico op secundaire tumoren in de vagina.
Risicofactoren
- Leeftijd: Primaire vaginakanker wordt meestal vastgesteld bij vrouwen boven de 60 jaar.
- Roken: Tabaksgebruik verhoogt het risico op DNA-schade en vertraagt het herstel van beschadigd weefsel.
- Immunosuppressie: Vrouwen met een verzwakt immuunsysteem, zoals HIV-patiënten, hebben een verhoogd risico op vaginakanker, mede door een hogere gevoeligheid voor HPV-infecties.
Subtypes van primaire vaginakanker
Primaire vaginakanker kan verschillende vormen aannemen, afhankelijk van het type cel waarin de tumor ontstaat:
- Plaveiselcelcarcinoom: Goed voor ongeveer 85% van de gevallen. Ontstaat in de oppervlakkige lagen van het vaginale slijmvlies en groeit langzaam.
- Adenocarcinoom: Treft vaak jongere vrouwen die zijn blootgesteld aan DES.
- Melanoom: Een zeldzaam subtype dat ontstaat uit pigmentcellen in de vaginawand.
- Sarcoom: Treft vaak het onderliggende spierweefsel en is meestal agressiever.

Roken is een risicofactor voor vaginakanker /
Bron: WerbeFabrik, PixabayRisicofactoren tumoren van de vagina
Leefwijze en erfelijkheid zijn geen factoren van betekenis in de ontwikkeling van vaginakanker. Roken is een risicofactor. Het
humaan papillomavirus (HPV) geeft een verhoogde kans op het ontstaan van kanker, niet alleen vaginakanker maar ook
baarmoederhalskanker,
peniskanker,
anuskanker en
huidkanker.
Toenemende leeftijd is ook een risicofactor. Het risico op vaginakanker neemt toe naarmate je ouder wordt. De meeste mensen die zijn gediagnosticeerd met vaginakanker zijn ouder dan 60 jaar. Andere risicofactoren zijn wisselende seksuele partners, vroege leeftijd waarop je voor de eerste keer geslachtsgemeenschap hebt en een
hiv-infectie.
Vaginakanker symptomen
Verschijnselen
Bij vaginakanker kunnen klachten en symptomen lange tijd uitblijven. De verschijnselen die op den duur kunnen optreden, zijn:
- waterige afscheiding uit de vagina;
- vaginale jeuk of pijn in de vagina;
- bloedverlies na geslachtsgemeenschap, tussen de menstruaties of na de menopauze, doordat in het vaginaslijmvlies zweertjes zijn ontstaan die kunnen bloeden;
- in een later stadium: blaas- en darmklachten bij verspreiding van de kanker naar deze plekken in het lichaam.
Geen klachten
Er zijn ook vrouwen die geen symptomen hebben. Het kan zijn dat de afwijkingen aan het licht komen tijdens een routinematig inwendig onderzoek of bij een afwijkende uitslag van een uitstrijkje.
Complicaties
Vaginakanker kan zich uitzaaien of metastaseren naar afgelegen gebieden van je lichaam, zoals je
longen,
lever en
botten.
Onderzoek en diagnose

CT-scan /
Bron: IStock.com/Pavel Losevsky
De diagnose wordt gesteld naar aanleiding van weefselonderzoek, waarbij de arts een kleine hoeveelheid cellen van de vaginawand afschraapt voor microscopisch onderzoek. Ook wordt een biopt genomen van elke afwijking van de
vagina dat bij een inwendig onderzoek wordt aangetroffen. Daarnaast kan beeldvormend onderzoek worden uitgevoerd om de uitgebreidheid van de tumor vast te stellen:
Stadium vaginakanker
De uitgebreidheid van de kanker (wel of geen doorgroei en/of uitzaaiingen) wordt uitgedrukt in een stadium. Het stadium kan aangeven welke behandeling nodig is en wat de overlevingskansen zijn.
Stadium | Omschrijving |
Stadium I | De tumor zit alleen nog maar in de vaginawand (-huid). |
Stadium II | De tumor is doorgegroeid in het weefsel onder de huidlaag van de vagina. |
Stadium III | De tumor is reeds vastgegroeid aan de bekkenwand. |
Stadium IV | De tumor is doorgegroeid in de blaas of endeldarm, óf reeds uitgezaaid. |
Behandeling van vaginakanker
Bij primaire vaginakanker is de behandeling afhankelijk van de plaats waar de kanker zit. Bij een hoog gelegen afwijking moet vaak een radicale operatie verricht worden, waarbij de vagina geheel of gedeeltelijk wordt verwijderd. Het zal vaker voorkomen dat de afwijking in de eerste plaats radiotherapeutisch behandeld wordt, dat wil zeggen via bestraling. Ook is een combinatietherapie mogelijk, bestaande uit een operatie en bestraling. Soms worden ook de nabijgelegen
lymfeklieren weggenomen, waar zich
uitzaaiingen in kunnen bevinden.
Behandelingen bij primaire vaginakanker
De behandeling van primaire vaginakanker is afhankelijk van de specifieke locatie van de tumor binnen de vagina:
- Radicale chirurgie: Dit wordt voornamelijk toegepast bij hoog gelegen tumoren. Bij deze ingreep wordt de vagina geheel of gedeeltelijk verwijderd. Soms worden ook nabijgelegen lymfeklieren verwijderd om mogelijke uitzaaiingen te behandelen.
- Bestraling: Dit is vaak de voorkeursbehandeling voor vaginakanker. Bestraling kan zowel extern als intern (brachytherapie) worden toegepast. Bij uitzaaiingen in de lymfeklieren van het bekken of de liezen worden deze gebieden ook bestraald.
- Combinatietherapie (chemoradiatie): Wanneer de tumor door de vaginawand is gegroeid, wordt bestraling vaak gecombineerd met chemotherapie.
- Chemotherapie: In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld wanneer bestraling niet mogelijk is of wanneer de patiënt deze niet wil ondergaan, kan chemotherapie worden ingezet.
- Hyperthermie: Dit is een aanvullende behandeling waarbij de tumorcellen worden verhit om de effectiviteit van de bestraling en chemotherapie te verhogen.
Behandelingen bij uitgezaaide of ongeneeslijke vaginakanker
Wanneer genezing niet meer mogelijk is, richten de behandelingen zich op het remmen van de ziekte en het verlichten van symptomen:
- Bestraling of chemoradiatie: Deze kunnen de groei van de kanker vertragen en symptomen verminderen.
- Chemotherapie: In sommige gevallen wordt alleen chemotherapie gegeven om de ziekte onder controle te houden.
Ziekenhuizen gespecialiseerd in vaginakanker
In Nederland zijn er negen gespecialiseerde ziekenhuizen die zich richten op de behandeling van vaginakanker. Door de concentratie van kennis en ervaring in deze centra, wordt de kwaliteit van zorg verbeterd. Patiënten kunnen via hun eigen ziekenhuis worden doorverwezen naar een van deze gespecialiseerde centra.
- Amsterdam UMC (locaties AMC en VUmc): Dit universitair medisch centrum biedt een breed scala aan oncologische behandelingen, waaronder gespecialiseerde zorg voor vaginakanker.
- Erasmus MC (Rotterdam): Bekend om zijn uitgebreide kankerbehandelingsprogramma's en specialistische zorg.
- UMC Utrecht: Dit ziekenhuis biedt geavanceerde behandelopties en multidisciplinaire zorg voor patiënten met vaginakanker.
- Maastricht UMC+: Dit centrum staat bekend om zijn innovatieve benaderingen en persoonlijke zorg voor kankerpatiënten.
- Radboudumc (Nijmegen): Een toonaangevend centrum voor kankeronderzoek en -behandeling.
- Leiden UMC: Biedt uitgebreide oncologische zorg en gespecialiseerde behandelingen voor vaginakanker.
- Groningen UMC: Dit medisch centrum combineert geavanceerde kankerbehandelingen met uitgebreide patiëntenzorg.
- NKI-AVL (Amsterdam): Het Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis is een vooraanstaand centrum voor kankeronderzoek en -behandeling.
- Isala Klinieken (Zwolle): Biedt gespecialiseerde zorg en behandelingen voor diverse soorten kanker, waaronder vaginakanker.
Nazorg
De behandeling van kanker heeft vaak een aanzienlijke invloed op het dagelijks leven van patiënten. Enkele veelvoorkomende gevolgen van de ziekte en de behandeling zijn:
- Vermoeidheid
- Geheugenverlies en concentratieproblemen
- Veranderingen in uiterlijk
- Angst voor terugkeer van de ziekte
- Somberheid en depressie
Het is van belang dat je als patiënt uitgebreide nazorg en ondersteuning krijg om met deze gevolgen om te (leren) gaan.
Zelfzorg en praktische tips bij vaginakanker
Vaginakanker is een zware diagnose, dat staat vast. Maar ook in deze situatie kun je nog zelf veel doen om jezelf beter te voelen en de regie over je leven te houden. We gaan hier in op praktische en verrassende tips, zonder zweverige toestanden. Gewoon rechttoe rechtaan, zoals jij het nodig hebt.
Kleine aanpassingen in je voeding met groot effect
Eten kan een belangrijke rol spelen in hoe je je voelt. Het hoeft niet ingewikkeld: denk aan kleine, praktische stappen.

Kurkuma /
Bron: Ajale, Pixabay
- Soep met een boost: Voeg wortel, gember en een beetje kurkuma toe. Dit is niet alleen gezond, maar ook makkelijk te eten als je je minder fit voelt.
- Handige snacks: Een bakje noten of een paar stukjes pure chocola (met minstens 70% cacao) geeft energie en zit vol antioxidanten.
- Havermoutontbijt: Voeg een scheutje lijnzaadolie toe voor gezonde vetten die ontstekingen kunnen remmen.
Extra tip: Als water drinken niet lukt (door misselijkheid bijvoorbeeld), probeer dan kokoswater of een licht bruisende drank zonder suiker. Dit houdt je gehydrateerd zonder dat je er moeite voor hoeft te doen.
Houd je bekkenbodem in topvorm
Behandelingen kunnen invloed hebben op je bekkenbodemspieren, met ongemakken zoals urineverlies als gevolg. Wat je kunt doen:
- Bekkenbodemoefeningen: Kort en krachtig, zoals het oefenen van het "ophalen" van je spieren alsof je een plas ophoudt. Begin met een paar seconden vasthouden en werk dit langzaam op.
- Praktische hulpmiddelen: Vaginale dilators en siliconensmeermiddelen kunnen helpen littekenweefsel soepel te houden en ongemak te verminderen. Deze zijn tegenwoordig ook in discrete en gebruiksvriendelijke varianten verkrijgbaar.
Slim bewegen: kies gemak boven perfectie
Als je behandelingen achter de rug hebt, kan bewegen helpen om weer wat energie op te bouwen. Geen gedoe met ingewikkelde routines, maar praktisch en haalbaar:
- Traplopen: Een paar keer per dag rustig de trap op en af kan al helpen je conditie een beetje op te krikken.
- Fietsen naar de supermarkt: Kort, laagdrempelig, maar toch effectief.
- Tafelondersteunde squats: Gebruik de keukentafel om je evenwicht te bewaren en buig een paar keer door je knieën. Dit versterkt je benen zonder overbelasting.
Innovatieve producten voor vaginale verzorging
Behandelingen kunnen vaginale droogheid of ongemakken veroorzaken. Gelukkig zijn er tegenwoordig slimme oplossingen:
- Siliconengel: Een zachtere, langdurigere optie dan traditionele glijmiddelen.
- Vaginale verzorgingscrèmes: Er zijn specifieke crèmes die speciaal ontwikkeld zijn om de huid te verzachten en te herstellen.
- Lichte lasertherapie: Bespreek dit met je arts; het kan helpen om de doorbloeding in de vaginale regio te verbeteren en littekens zachter te maken.
Zorg voor je huid: praktisch en doeltreffend
Je huid kan gevoeliger worden door behandelingen. Vermijd agressieve zepen en parfums. Wat wél werkt:
- Was je met een milde olie: Denk aan amandel- of kokosolie. Dit voedt je huid zonder uitdroging.
- Shea butter: Ideaal voor droge plekken of littekens, omdat het de huid diep hydrateert en soepel houdt.
- Cold packs: Bij irritatie of roodheid helpt een gekoelde doek of cold pack om de boel te kalmeren.
Organiseer je leven: kleine trucjes voor minder stress
Marja (52) ontdekte na haar diagnose hoe belangrijk overzicht is. "Ik kon alles nog wel zelf, maar dingen onthouden was ineens een uitdaging." Een paar slimme tips:
- Plan je afspraken met een app: Een digitale agenda die herinneringen stuurt, zoals Google Calendar, kan enorm helpen.
- Gebruik een pillendoosje: Of je nu medicijnen of supplementen gebruikt, een simpele dagplanner voorkomt gedoe en vergeten.
- Meal preppen: Kook een paar porties vooruit op een goede dag, zodat je altijd een gezonde maaltijd klaar hebt staan.
Praatjes bij de koffieautomaat
Een beetje humor doet wonderen. Veel vrouwen hebben baat bij laagdrempelig contact met anderen, zoals korte praatjes op werk of in de buurt. Een lach geeft energie en houdt je mentaal sterker. Geen behoefte aan groepen? Dan is een luisterend oor van één goede vriendin al goud waard.
Slim omgaan met vermoeidheid
Vermoeidheid is een veelvoorkomende klacht, maar het helpt om je energie slim in te zetten.
- Maak prioriteitenlijsten: Wat moet echt vandaag, en wat kan wachten? Het helpt om taken in kleine stukjes te hakken.
- Powernaps van 20 minuten: Lang genoeg om op te laden, maar niet zo lang dat je 's nachts wakker ligt.
- Koud water in je gezicht: Het klinkt simpel, maar even je gezicht wassen met koud water geeft je meteen een fris gevoel.
Prognose en overleving
Indien de kanker in een vroegtijdig stadium wordt ontdekt, dat wil zeggen wanneer er nog geen uitzaaiingen zijn, dan is de kans op herstel vrij groot.
Overleving naar stadium
De vijfjaars relatieve overleving voor vaginakanker per stadium is:
- Stadium I: 84%;
- Stadium II: 75%;
- Stadium III en IV: 57%.
Overleving naar type vaginakanker
Overlevingskansen variëren en zijn ook afhankelijk van het type vaginakanker. De volgende statistieken voor vaginakanker komen uit de SEER-database, en zijn gebaseerd op vrouwen die werden gediagnosticeerd met vaginakanker tussen 1988 en 2001. Dit zijn vijfjaars relatieve overlevingscijfers. Relatieve overleving is een vergelijking van de waargenomen overleving met die voor mensen zonder vaginakanker:
- Voor alle soorten vaginakanker samen, geldt een relatieve 5-jaars overleving van ongeveer 50%.
- Voor plaveiselcelcarcinoom van de vagina, geldt een relatieve 5-jaars overleving van 54%.
- Voor adenocarcinoom van de vagina is het bijna 60%.
- Voor vaginamelanoom is de 5-jaars overleving slechts 13%.
Preventie
Maatregelen
Onderzoek heeft aangetoond dat bepaalde maatregelen vaginakanker kunnen helpen voorkomen:
- De eerste geslachtsgemeenschap uitstellen (seksuele onthouding) tot de late tienerjaren of ouder.
- Geslachtsgemeenschap met meerdere partners vermijden.
- Geslachtsgemeenschap vermijden met iemand die veel partners heeft gehad.
- Veilig vrijen, waaronder condoomgebruik, hoewel condooms wel goed maar niet volledig beschermen tegen HPV.
- Regelmatig uitstrijkjes ondergaan om precancereuze aandoeningen te vinden en te behandelen.
- Niet beginnen met roken of stoppen met roken als je momenteel rookt.
HPV-vaccinatie
In het jaar dat kinderen 10 jaar worden, krijgen ze automatisch een uitnodiging voor de HPV-vaccinatie. Dat geldt voor zowel jongens als meisjes. Na een halfjaar krijgen ze een uitnodiging voor de tweede (laatste) prik.
Lees verder