Blinden en dromen, hoe gaat dat?
Hoewel we beschikken over vijf zintuigen, gebruiken ziende mensen voornamelijk hun gezichtsvermogen in hun dromen. Voor de meeste mensen zijn dromen dan ook voornamelijk visueel. Maar hoe gaat dat als je niet kunt zien? Blinden dromen met een rijke mix van zintuiglijke informatie om de input die ze overdag krijgen te verwerken. Zonder gebruik te maken van hun ogen, maar wel van hun andere zintuigen. Een opmerkelijk feit is dat blinde mensen vier keer meer nachtmerries hebben dan ziende mensen. Dit bleek uit een Deense studie uit 2013.
Deense studie
In 2013 voerde een groep Deense onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen en het Glostrup Hospital een onderzoek uit bij een groep van in totaal 50 personen: 11 blindgeboren personen, 14 personen die na de leeftijd van 1 jaar blind werden en een controlegroep van 25 ziende personen. De deelnemers moesten gedurende vier weken direct na het ontwaken hun dromen noteren in een vragenlijst. De blinde vrijwilligers gebruikten hiervoor tekst-naar-spraak software. De resultaten van dit onderzoek werden in februari 2014 gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Sleep Medicine.
Vragenlijst
In de vragenlijst werden verschillende aspecten van de droom onderzocht, waaronder zintuiglijke indrukken, emotionele inhoud en thematische elementen. Enkele van de vragen over zintuiglijke indrukken waren:
- Heb je iets gezien? Zo ja, was dit in kleur?
- Heb je iets geproefd?
- Heb je iets geroken?
- Heb je iets gehoord?
- Heb je iets gevoeld?
- Heb je pijn gevoeld?
De vragen over emotionele inhoud omvatten onder andere:
- Was je boos?
- Was je bang?
- Was je gelukkig?
De thematische vragenlijst bevatte onder andere:
- Had je interactie met iemand?
- Kon je iets niet doen of mislukte het?
- Was het realistisch of bizar?
Daarnaast werd in de enquête gevraagd of de droom als een nachtmerrie werd ervaren.
Resultaten van het onderzoek
Alle ziende deelnemers rapporteerden visuele indrukken in ten minste één droom. Dit contrasteerde sterk met de blindgeboren deelnemers, van wie geen enkele persoon een visuele indruk noteerde. Voor personen die op latere leeftijd blind werden, hing het af van hoe lang ze al blind waren; hoe langer ze blind waren, hoe minder visuele elementen in hun dromen voorkwamen. Mensen die eerder in hun leven hebben kunnen zien, blijven soms nog lang visuele herinneringen in hun dromen houden, zoals het zien van mensen die altijd jong blijven in hun dromen. Deze visuele beelden vervagen echter vaak na verloop van tijd.
Ongeveer 18% van de blinde deelnemers (zowel aangeboren als verworven blindheid) rapporteerde dat ze in ten minste één droom iets konden proeven. Bij de ziende controlegroep was dit slechts 7%. Bijna 30% van de blinde deelnemers gaf aan te kunnen ruiken in een droom, tegenover 15% in de controlegroep. Verder meldde bijna 70% van de blinden dat ze aanrakingen konden voelen (tastzin) in hun dromen, in vergelijking met 45% bij de zienden. Ten slotte meldde 86% van de blinden dat ze geluiden hoorden in hun dromen, vergeleken met 64% van de zienden.
Bij de blindgeboren deelnemers waren de verschillen nog duidelijker: 26% kon proeven, 40% kon ruiken, 67% voelde aanrakingen en maar liefst 93% hoorde geluiden in ten minste één droom.
Inhoud en emotie van de dromen
Ondanks deze verschillen in zintuiglijke ervaring, was de emotionele en thematische inhoud van de dromen van blinden en zienden opmerkelijk gelijk. Beide groepen meldden ongeveer hetzelfde aantal sociale interacties, successen en mislukkingen in hun dromen. Ook de verdeling van emoties en het aantal bizarre situaties was vergelijkbaar.
Een significant verschil tussen de dromen van blindgeborenen en zienden was echter het aantal nachtmerries. Rond de 25% van de blindgeborenen rapporteerde nachtmerries, vergeleken met slechts 7% van de personen die op latere leeftijd blind waren geworden en 6% van de zienden. Dit betekent dat blinde mensen vier keer vaker nachtmerries ervaren dan ziende mensen.
Nachtmerries bij blinden
De reden waarom blindgeborenen vaker nachtmerries hebben, is niet volledig bekend. Onderzoekers speculeren dat het te maken kan hebben met evolutionaire theorieën over het bestaan van nachtmerries. Volgens deze theorieën dienen nachtmerries als een manier om bedreigingen te herkennen en erop te reageren. De menselijke geest kan nachtmerries gebruiken als een veilige oefening om potentiële gevaren in het dagelijks leven te identificeren en te vermijden.
Nachtmerries van blinde mensen lijken sterk verbonden te zijn met de emoties die ze overdag ervaren. Dit sluit aan bij wat de blindgeboren deelnemers in de studie rapporteerden. Hun nachtmerries omvatten vaak situaties waarin ze verdwalen, aangereden worden door een auto, een kop koffie morsen in gezelschap, in een put vallen of hun geleidehond kwijtraken. Vervoersproblemen komen regelmatig terug in hun dromen. Deze scenario's weerspiegelen zeer reële bedreigingen in hun dagelijks leven, en de kern van hun nachtmerries draait vaak om een diep gevoel van hulpeloosheid.
Interpretatie van dromen bij blinden
De essentie van het onderzoek is dat zowel ziende als blinde mensen de input van hun dagelijkse activiteiten verwerken in hun dromen. Alle verlangens,
angsten en routines die overdag plaatsvinden, keren terug in de slaap. Op dit vlak zijn er weinig verschillen tussen ziende en blinde personen.
Het komt er uiteindelijk op neer dat zowel ziende als blinde personen de input van de activiteiten van overdag verwerken in hun dromen. Alle verlangens,
angsten en de dagelijkse routines komen zo ook terug in onze slaap. Er zijn op dat vlak geen verschillen tussen ziende en blinde personen.
Lees verder