Enucleatie: Verwijdering van het oog uit de oogkas
Enucleatie is de chirurgische ingreep waarbij de oogarts de hele oogbol en de inhoud ervan verwijdert, met behoud van de oogbewegingsspieren en alle andere oogkasstructuren. Hij voert deze operatie uit omdat de patiënt o.a. oogpijn of oogkanker heeft. De patiënt krijgt na de chirurgische verwijdering van het oog wel een oogprothese, waardoor de natuurlijke uitstraling terugkeert, maar waardoor hij niet kan zien.
Indicatie enucleatie
In volgende omstandigheden voert de oogarts een enucleatie uit:
Operatie
Enucleatiechirurgie vindt meestal plaats onder
algemene verdoving, zodat de patiënt geen ongemak heeft tijdens de behandeling. Technisch is het vrij eenvoudig om het oog of de ogen te verwijderen. Na het verwijderen van het oog, plaatst een chirurg een implantaat in de oogkas (orbita). Dit is nodig omdat het weefselvolume van de oogkas sterk afneemt wanneer het oog verwijderd is. Hij hecht vervolgens de oogspieren vast aan het oogimplantaat. Implantaten zijn beschikbaar in kunststof dat bedekt is door donoroogwit (sclera). De keuze van het juiste formaat van het implantaat is afhankelijk van de grootte van de oogkas van de patiënt en de grootte van het andere oog zodat beide ogen symmetrisch zijn. Dit implantaat is bruikbaar voor het kunstoog dat de ocularist hierop enkele weken later aanbrengt. Dit gebeurt nadat de zwelling is verdwenen en de wonden hersteld zijn. Doordat het implantaat is bevestigd aan de oogspieren, kan de
oogprothese ook (beperkte) oogbewegingen maken. Meteen na de operatie krijgt de patiënt vaak nog pijnstilling geïnjecteerd.
Na de operatie
Meestal krijgt de patiënt een oogkapje na de operatie dat de arts na één week verwijdert. De meeste patiënten ervaren 24-36 uur na de operatie pijn en ook
hoofdpijn, wat te verhelpen is met een
pijnstiller. De patiënt mag tot veertien dagen na de operatie het oog niet bevochtigen of
in het oog wrijven. De patiënt krijgt verder pijnbestrijding en
geneesmiddelen tegen
misselijkheid voorgeschreven. Sommige chirurgen schrijven eveneens profylactisch
antibiotica voor.
Oogprothese, vastgemaakt aan oogspieren
Na ongeveer vier tot acht weken na de operatie, zijn de wonden genezen. De patiënt gaat dan naar de ocularist waar hij een oogprothese aangemeten krijgt. Moderne prothetische ogen zijn op maat gemaakt en aangepast in grootte en kleur aan het resterende natuurlijke oog. Het is vaak zo goed gemaakt dat het vaak moeilijk is voor anderen om te zien dat de patiënt een kunstoog heeft. De patiënt moet voorts nog regelmatig op controle bij een oculoplastisch chirurg en een ocularist die de gezondheid van de ogen opvolgen.
Voordeel van verwijdering oog uit oogkas
Bij een enucleatie is een arts in staat om uitgebreid histologisch onderzoek te doen van de intacte oogbol en de oogzenuw. Dit is bijzonder belangrijk om te kijken of alle kankercellen verwijderd zijn alsook of de
kanker reeds aanwezig is in de oogzenuw.
Nadeel: Oogbewegingen bij oogimplantaat
Wanneer de patiënt na een enucleatie een oogimplantaat krijgt, is dit slechter beweeglijk dan bij patiënten die een evisceratie gekregen hebben. Deze laatste operatietechniek is gekenmerkt door het wegzuigen van de geleiachtige binnenkant van het oog, wat gebeurt door een incisie (
medische term: insnijding) in de voorkant van het oog. De beweeglijkheid van de oogprotheses is echter vaak bij beide operatietechnieken goed, waarbij geen significant verschil te merken is tussen een enucleatie en een evisceratie.
Complicaties
Complicaties van een enucleatie zijn:
- afstoting van het implantaat
- het verwijderen van het verkeerde oog
- schade aan of verlies van de oogspieren
- een bloeding (dit gebeurt meestal bij patiënten die bloedverdunners nemen of bij patiënten die een bloedingsziekte hebben)
- een infectie
- ptosis (een hangend ooglid)
- ectropion (naar buiten gedraaid ooglid)
- entropion (naar binnen gedraaid ooglid)
- een slecht passende prothese
- enoftalmie (ernstige ontsteking in de oogbol)
- orbitale cellulitis
Lees verder