Laryngoscopie: Onderzoek keel, strottenhoofd en stembanden
Bij een laryngoscopie voert een arts een onderzoek uit van de achterkant van de keel om problemen met de keel, de stembanden of het strottenhoofd op te sporen. Dit gebeurt met behulp van een speciaal instrument, de “laryngoscoop”. Er zijn twee hoofdsoorten laryngoscopie: directe en indirecte. Elke techniek maakt gebruik van verschillende instrumenten en heeft specifieke toepassingen en voordelen. Een directe laryngoscopie vindt meestal plaats in een operatiekamer, terwijl een indirecte laryngoscopie vaak in een poliklinische ruimte wordt uitgevoerd.
Indicaties voor onderzoek van keel, stembanden en strottenhoofd
Diagnose van strottenhoofdproblemen
De arts kan laryngoscopie gebruiken om een breed scala aan aandoeningen van de keel en het strottenhoofd te diagnosticeren. Dit onderzoek is nuttig bij patiënten met:
- ademhalingsproblemen (zoals een luidruchtige ademhaling = stridor)
- chronische hoest
- Langdurige bovenste luchtwegproblemen, vooral bij rokers
- Een massa in het hoofd of de nek met mogelijke tekenen van kanker
- slechte adem (halitose) die niet weggaat
- Het gevoel dat er iets vastzit in de keel
- ophoesten van bloed
- keelpijn die niet verdwijnt
- Moeite met slikken (dysfagie)
- oorpijn die niet verdwijnt
- Stemproblemen die langer dan drie weken aanhouden, zoals heesheid, een zwakke stem, een schorre stem of het verlies van stem
Biopsie
Een directe laryngoscopie kan ook worden gebruikt voor een
biopsie van het keelweefsel. Hierbij wordt een weefselmonster genomen en microscopisch onderzocht om eventuele afwijkingen te detecteren. Deze techniek stelt de arts ook in staat om een (vreemd) object uit de luchtwegen te verwijderen dat obstructie veroorzaakt.
Tegenindicaties voor het onderzoek van het strottenhoofd
Een indirecte laryngoscopie is niet geschikt voor zuigelingen of zeer jonge kinderen. Ook bij een acute
epiglottitis (levensbedreigende
ontsteking van het strotklepje) is dit onderzoek niet aangewezen. Bovendien moet de patiënt in staat zijn om zijn mond voldoende te openen voor het onderzoek.
Voorbereiding op een laryngoscopie: Geen voedsel nuttigen
Bij een indirecte laryngoscopie, die vaak poliklinisch wordt uitgevoerd, mag de patiënt na het onderzoek naar huis. De procedure duurt meestal tussen de vijftien minuten en een uur, afhankelijk van de patiënt en het type onderzoek. De patiënt dient op de dag van het onderzoek nuchter te zijn (geen voedsel of drinken) om complicaties te verminderen en de onderzoeksresultaten te verbeteren. Het dragen van losse kleding is aanbevolen, en de patiënt moet eventuele brillen verwijderen voordat het onderzoek begint.
Soorten laryngoscopie: Indirecte en directe
De arts kan kiezen tussen twee verschillende soorten laryngoscopieën: indirecte en directe.
Indirecte laryngoscopie
Spiegelonderzoek
Bij een indirecte laryngoscopie gebruikt de arts een kleine spiegel om de achterkant van de keel te bekijken. Een lichtstraal wordt op de spiegel gericht om de keel en stembanden zichtbaar te maken. Dit eenvoudige onderzoek gebeurt terwijl de patiënt wakker is, hoewel een lokaal verdovend middel aan de achterkant van de keel kan worden toegediend. Dit type laryngoscopie is minder geschikt voor kinderen jonger dan zes à zeven jaar en voor patiënten die gevoelig zijn voor kokhalzen (
kokhalzen).
Glasvezel laryngoscopie
Ook wel bekend als “fiberlaryngoscopie”, maakt gebruik van een flexibele telescoop die via een van de neusgaten naar de keel wordt ingebracht. Dit is de meest gebruikte methode voor het onderzoeken van het strottenhoofd. De arts gebruikt deze techniek om de stembanden beter te onderzoeken tijdens de stemproductie. Ook hierbij blijft de patiënt wakker en wordt een verdovend middel in de neus toegediend. Dit onderzoek duurt meestal minder dan één minuut en kan ook bij jongere kinderen worden uitgevoerd. De patiënt voelt vaak een druk in de keel, vergelijkbaar met het gevoel dat men moet
niezen.
Directe laryngoscopie
De directe laryngoscopie maakt gebruik van een laryngoscoop, een buisvormig instrument dat kan zijn flexibel of star. De arts plaatst dit instrument in de achterkant van de keel om dieper te kijken en eventuele vreemde voorwerpen te verwijderen of een biopsie uit te voeren. Meestal wordt een stijve laryngoscoop gebruikt. De patiënt ontvangt een
algemene verdoving en slaapt tijdens de procedure om pijn te voorkomen. De patiënt ligt op zijn rug, en het onderzoek duurt doorgaans tussen de vijftien en dertig minuten.
Resultaten van het onderzoek
Normale resultaten
Bij een normaal resultaat van de laryngoscopie vertonen de keel, het strottenhoofd en de stembanden geen afwijkingen.
Abnormale resultaten
Abnormale bevindingen kunnen onder meer het volgende omvatten:
- Dunner wordende spieren en weefsels in het strottenhoofd (presbylaryngis)
- Ontsteking in de keel
- Kanker van de keel of het strottenhoofd
- Knobbeltjes op de stembanden
- Poliepen (goedaardige knobbeltjes) op het strottenhoofd
- Zure reflux die roodheid en zwelling van de stembanden veroorzaakt
Risico’s en bijwerkingen
Hoewel laryngoscopie doorgaans veilig is, kunnen er enkele risico’s en bijwerkingen optreden, afhankelijk van het type onderzoek. Mogelijke complicaties zijn:
- Allergische reacties op anesthesie, wat kan leiden tot ademhalingsproblemen en hartproblemen
- Grote bloeding
- Infectie
- Letsel aan de tong of lippen
- Neusbloedingen
- Spasme (krampen) van de stembanden, wat ademhalingsproblemen kan veroorzaken
- Zweren in het slijmvlies van de mond of keel
Nabehandeling en nazorg
Na de laryngoscopie is het belangrijk om de instructies van de arts op te volgen. Patiënten wordt vaak aangeraden om de eerste uren na het onderzoek rustig aan te doen, vooral als een verdoving is toegepast. Het kan zijn dat de arts bepaalde dieetbeperkingen voorschrijft of medicijnen aanbeveelt om pijn en ongemak te verlichten. Indien een biopsie is uitgevoerd, worden de resultaten meestal binnen enkele weken besproken.
Alternatieve diagnostische methoden
In gevallen waarbij laryngoscopie niet mogelijk of onvoldoende is, kunnen andere diagnostische technieken worden gebruikt:
- CT-scan van de keel en het strottenhoofd
- MRI-scan voor gedetailleerde beelden van de weefsels
- Echoscoop voor het visualiseren van zachte weefsels
- Endoscopie met een flexibele endoscoop voor het bekijken van moeilijk bereikbare gebieden
Lees verder