De geneeskracht van ginseng

Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.
Inhoud:
- Waar komt ginseng vandaan?
- Voedingsstoffen ginseng
- Goed voor aanpassingsvermogen
- Ginseng tegen radioactieve straling
- Ginsengwortel tegen stress
- Tegen vermoeidheid
- Ginseng als afrodisiac
- Ginseng tegen diabetes
- Medische werkingen wetenschappelijk bewezen
Waar komt ginseng vandaan?
Ginseng groeide oorspronkelijk veel in de bossen van Noord Korea en Noord China. Doordat het zeer veel geplukt is komt het nauwelijks meer in het wild voor en wordt het vooral gekweekt. Marco Polo was de eerste die ginseng meebracht naar Europa. De Nederlanders waren in de 17e eeuw de eersten die ginseng op grote schaal in Europa introduceerden. Ze deden dat vooral om geld te verdienen. Ginseng was in die tijd even duur of duurder dan goud. Tegenwoordig wordt de wortel gekweekt in Japan, China, Korea en Zuid Siberië. De Koreaanse panax ginseng van het merk C.A. Meyer wordt als het beste merk beschouwd omdat het biologisch wordt gekweekt en de klimatologische omstandigheden in Korea het best zijn.Voedingsstoffen ginseng
Ginseng barst van de fytonutriënten. Er zitten vooral veel ginsenoïden (panaxsoïden) in, 35 verschillende soorten. Daarnaast zitten er fytosterolen in zoals limoneen, terpineool, citral en proacetylenen. Het bevat drie soorten vetzuur; oliezuur, palmitinezuur en stearinezuur. Mineralen die de ginsengwortel bevat zijn: calcium, magnesium, zink, ijzer, germanium, mangaan, seleen, vanadium, chroom, kobalt, fosfor, aluminium en arseen. Vitaminen die in deze supergezonde wortel voorkomen zijn: vitamine B1, B2, B3, B5, B11(foliumzuur), B12, biotine, vitamine C en betacaroteen(vitamine A). Er zitten bijzonder veel aminozuren in ginseng: proline, glycine, alaninin, cysteïne, tyrosine, arginine, lysine, asparaginezuur, thereonine, serine, glutaminezuur, leucine, valine en histidine.Verder zit er zetmeel in de vorm van van natuurlijke (gezonde) suikers zoals fructose, maltose en glucose. Voorts bevat het de vezel pectine, enkele enzymen en de fytonutriënten citroenzuur, fumaarzuur, malonzuur, oleanolzuur en tartaarzuur.
Goed voor aanpassingsvermogen
De wortel van ginseng wordt gebruikt in de fytotherapie voor diverse doeleinden. Het is een adaptogeen, dat wil zeggen dat het aanpassingsvermogen van het lichaam verhoogd wordt. Je kunt storende omgevingsfactoren zoals geluidsoverlast, veranderende luchtdruk, zuurstoftekort, ioniserende straling en ultraviolette straling beter verdragen.Ginseng tegen radioactieve straling
De negatieve gevolgen van radioactieve straling die veroorzaakt wordt door radiotherapie, welke ontstaan als men een kankerpatiënt wil bestralen, kunnen geneutraliseerd worden door de wortel van ginseng. Bovendien worden de bijwerkingen van chemotherapie gereduceerd. De ginsengwortel is in het algemeen aanbevelenswaardig bij chemische vergiftigingen. De wortel als medicijn zou goed passen in een dieet tijdens de chemokuur. De worden kan rauw gekauwd worden en smaakt bitterzoet.Ginsengwortel tegen stress
Ginsengwortel verbetert de stressbestendigheid. Overwerktheid, prestatiedwang, overspannenheid, werken onder druk, negatieve stemmingen en maagzweer door spanningen worden allemaal met de geneeskrachtige wortel genezen. Je wordt aan de ene kant rustiger en aan de andere kant gestimuleerd om lekkerder te werken. Deze wortel heeft zeer positieve invloeden op het centrale zenuwstelsel. Het aanleervermogen, geheugen, het sociaal functioneren en de gemoedsstemming worden verbeterd door regelmatig op de ginsengwortel te kauwen.Tegen vermoeidheid
De wortel van deze plant gaat vermoeidheid tegen, voornamelijk bij ouderen wordt de ginsengwortel voorgeschreven. Het is een tonicum, wat wil zeggen dat het vitaliserend werkt. Het is bovendien een eetlustbevorderend middel. Daarom wordt het ingezet na een operatie zodat je sneller aan kan sterken.
Landbouwkundigen zeggen dat de grond waarop ginseng heeft gegroeid 10 jaar lang ongeschikt is om nieuwe landbouwproducten op te laten groeien.