Bijnieren en de aanmaak van onder meer hormonen
De bijnieren maken minimaal 150 essentiële hormonen aan, waaronder adrenaline en cortisol. De beide bijnieren liggen zowel rechts en links bovenop de nieren en reguleren onder andere de stressrespons van iemand. Daartoe beschikken ze over een vlechtwerk van vegetatieve zenuwen. De taak van de bijnieren is het lichaam om te laten gaan met stress en om te overleven. In geval van chronische stress worden dan ook grote hoeveelheden cortisol en adrenaline aangemaakt. Heel anders dan dat de naam doet vermoeden hebben bijnieren en nieren niet zoveel met elkaar van doen.
Algemeen
De bijnieren die de nieren dus niet ondersteunen bestaan uit twee delen. Het bijniermerg, dat adrenaline, noradrenaline en dopamine produceert en geactiveerd wordt door zenuwprikkels. Adrenaline is een voorloper van DHEA en zet glycogeen om in het voor de verbranding noodzakelijke glucose. Het maakt daartoe de celwand doorlaatbaar voor deze stof. Het wordt ook wel het stresshormoon genoemd, omdat de ademhaling versnelt en de spiertonus verhoogt. Noradrenaline werkt hoofdzakelijk in op het reguleren van de bloeddruk en heeft daarbij een vaatvernauwende werking op de bloedvaten van de huid en van het maagdarmkanaal. Dopamine is een belangrijke overdrachtsstof (neurotransmitter) en reguleert spierspanningen. Uit het buitenste kiemblad van het bijniermerg ontstaat het zenuwstelsel.
De buitenste laag, het bijnierschors maakt hormonen aan namelijk aldosteron, cortisol en DHEA. De schors maakt circa 85% van het orgaangewicht uit en bevat grote hoeveelheden vitamine C. Het ondersteunt het immuunsysteem en wordt via hormonale weg geactiveerd door ACTH, dat door de voorkwab van de hypofyse wordt afgescheiden. Hierbij wordt uit cholesterol cortisol aangemaakt.
Functies van de bijnieren
De bijnieren scheiden hormonen uit die nauw betrokken zijn bij:
- de verwerking van koolhydraten en vetten
- de omzetting van vetten en eiwitten in energie
- bloedsuiker en bloeddrukregulering
- de aanmaak van cortisol
Cortisol
Deze stof maakt energie vrij door de bloedsuiker te laten stijgen en remt ontstekingen. Met behulp van deze stof breken spieren bij training spiervezels af, om vervolgens er binnen 24-48 uur meer van op te bouwen. De aanmaak van cortisol piekt in de ochtend en is bij het gaan slapen 8 keer zo laag. Het kruid Rhodiola kan de juiste aanmaak van cortisol reguleren. Een daling van de bloedsuiker zet de bijnieren aan tot productie van meer cortisol, wat in combinatie met het uit de pancreas afkomstige insuline zorgt voor voldoende aanvoer van glucose in de cellen. Daarbij heeft de lever T3 nodig om glycogeen op te slaan en om oestrogenen beter te kunnen ontgiften. Insuline opent daartoe de celmembranen. Mocht er teveel glucose in de cellen terechtkomen, dan kan cortisol om zulks te corrigeren de receptoren van de celmembranen blokkeren. Daardoor ontstaat er
insulineresistentie.
De ziekte ME/CVS kenmerkt zich onder meer door een tekort aan cortisol in het centrale zenuwstelsel, waardoor tevens de omzetting van T4 in T3 schildklierhormoon blokkeert. Veel cortisol is benodigd om de ontstekingsreactie te beheersen, die bij vrijkomende histamine bij allergieën optreedt.
Insulineresistentie
Daardoor kunnen onder meer de volgende klachten ontstaan:
- allergieën en chemische overgevoeligheden
- een verhoogd peil van triglyceriden en een laag niveau aan HDL
- een afwijkend cortisolgehalte, wat een slechte reactie op stress oplevert
- voortdurende bezorgdheid en geen besluiten kunnen nemen
- ochtendmoeheid en een dip tussen de uren 15.00-16.00
- vermoeidheid na maaltijden
De aanmaak van hormonen
De productie van alle hormonen begint met ACTH, dat zich aan de wanden van de bijniercellen bindt. CRH is een ander hormoon (boodschapper) van de hypofyse die de bijnieren opdracht geeft hoeveel cortisol aangemaakt dient te worden. Een goede cortisolwaarde is 0.35. Hormonen worden dan ook aangemaakt door klieren en geven opdrachten aan lichaamscellen. Meestal zijn hormonen niet goed oplosbaar in bloed en deswege binden ze zich aan transporteiwitten. Om werkzaam te zijn hebben hormonen receptoren nodig en bij een goede mix daarmee kunnen ze, na zich eerst vrijgemaakt te hebben van het transporteiwit, hun taken uitvoeren. Ze kunnen aan de binnen- en buitenkant van cellen werken. Zo werkt bijvoorbeeld insuline aan de buitenkant van de cel en maakt deze kant doorlaatbaar voor glucose. Indien er niet genoeg corticotropin-releasing hormoon (CRH) wordt geproduceerd, dan ontstaat er bijnierinsufficiëntie. Chronische infecties zijn de voorloper van
bijnieruitputting, terwijl deze op zijn beurt vaak vergezeld wordt door de ziekte ME/CVS.
Bijnieruitputting
Kenmerken hiervan zijn volle wenkbrauwen en een hoog cortisolniveau in fase I en II en een laag niveau hiervan in fase III en IV.
De bijnieren maken cortisol, aldosteron en androgenen aan om de door de schildklier gegenereerde energie te kunnen verwerken.
Door
bijnieruitputting kan, onderverdeeld in 4 fasen, onder meer ontstaan:
- auto-immuunziekten, vermoeidheid, lage hormoonwaarden en een trage schildklierwerking door problemen met de omzetting van T4 in T3 schildklierhormoon. De ratio van T4 en T3 verhoudt zich als 17:1, waarbij T3 5x actiever is dan T4.
- intoleranties, verkoudheden, stress, hoofdpijn, buikpijn, voortdurende bezorgdheid en een griepachtig gevoel
- allergieën, waaronder overgevoeligheid voor gluten en zuivel
- kortdurende infecties, angsten en slapeloosheid
- minder aanmaak van erytropoëtine (EPO), waardoor er minder rode bloedcellen worden aangemaakt
- een slechte vertering en een geïrriteerd stoelgangssyndroom
- een schommeling van het bloedsuiker en een lage bloeddruk
- lagere waarden aan vitaminen, met name B3, B5, B6 en B12 en mineralen
Interpretatie van T4- en T3-waarden
Hoe lager de T3-waarde, hoe slechter het is met het oog op bacteriële infecties. Reverse T3 is de inactieve vorm van T3.
Bij een conversie probleem van T4 naar het actievere T3 dan is de waarde van vrij T3 in het bloed afwijkend. Het geeft problemen niet alleen in de schilklier, maar ook in de lever en de nieren. Aanpak veelal met een combinatie van T4 en T3.
De totalwaarde van T4 en T3 zegt iets over de werking van de schildklier. De totalwaarde van free T4 en T3 zegt iets over de beschikbaarheid op cellulair niveau, van belang vanwege de stofwisseling.
Medicatie
Daarbij kunnen onder meer worden onderscheiden:
- bijnierextracten van de bijnierschors of de volledige bijnier om cellen op te bouwen + vitamine B12 injectie
- de verhouding water/natrium in balans brengen, in een glas water +1/4 theelepel zout (natriumchloride) oplossen
- suppletie met DHEA 15-200 mg, pregnenoline 25-50 mg, progesteron 20 mg p/dag, zink en MSM
- spijsverteringssupplementen die voorzien in extra HCL
- Prednison verhoogt de ontstekingsremmende werking van cortisol heel goed. Het nadeel is echter dat de bijnier dan lui wordt.
- het innemen van vitamine B2, B5 900-1.500 mg, B6 of pyridoxaal 5-fosfaat (P5P), C 500-3.000 mg, E 400-800 I.U. p/dag
- magnesium 500 mg, lysine 1.000-2.000 mg, proline 500-1.000 mg en glutamine 1.000-5.000 mg p/dag
Een betere opname van glucose
DHEA is een voorloper van testosteron en oestradiol en zorgt ervoor dat meer glucose in de cellen wordt opgenomen. Tevens beschermt het de pancreas, heeft gunstige effecten bij osteoporose en vermindert de kans op diabetes type II. Indien de niveaus van testosteron, DHEA en cortisol beneden de referentiewaarden voor de leeftijd van iemand vallen, kan dit duiden op een versneld ouderdomsproces. DHEA-S is een voorloper van DHEA en wordt vrijwel uitsluitend door de bijnieren in het serum uitgescheiden. Deswege vormen de bloed- en speekselwaarden van DHEA-S uitstekende indicatoren voor het bepalen van de status van de bijnierfuncties.
Lees verder