Refeedingsyndroom: storing stofwisseling bij ondervoeding
Het refeedingsyndroom is een verzamelnaam voor een aantal stoornissen in de stofwisseling, die kunnen ontstaan als een ernstig ondervoede patiënt in een te korte tijd te veel calorieën krijgt. Dit kan leiden tot verschillende complicaties, zoals hartfalen, verwardheid en zelfs coma. Het lichaam heeft zich aangepast aan de ondervoede situatie en is overgegaan naar een zogenaamde spaarstand. Ook de elektrolytenbalans is verstoord. Als het lichaam weer voeding tot zich neemt, zal het geleidelijk weer moeten wennen aan de nieuwe situatie.
Wat het refeedingsyndroom is
Ondervoeding kan ontstaan door verschillende redenen, bijvoorbeeld een ernstig zieke patiënt, een eetstoornis, kanker of bij langdurig alcoholisme. Het refeedingssyndroom, ook wel
hervoedingssyndroom genoemd, is een verzamelterm voor een aantal storingen die in de stofwisselingen kunnen ontstaan als een ernstig ondervoede patiënt in een te korte tijd teveel calorieën binnenkrijgt. Als dit niet wordt herkend kan het levensbedreigend zijn. Complicaties die kunnen ontstaan zijn hartfalen, verwardheid en coma. In het ziekenhuis moet er zorgvuldig worden begonnen met het voeden van de ondervoede patiënt.
Wat ondervoeding doet met het lichaam
Als het lichaam ondervoed raakt, zal de stofwisseling zuiniger omgaan met de voorraden. Om de belangrijke organen te sparen,wordt er eerst vet- en eiwitweefsel afgebroken. De elektrolyten in de cellen worden in balans gehouden door onder andere kalium, magnesium en fosfaat. Deze worden zo lang mogelijk op peil gehouden in de bloedbaan doordat ze vrij worden gemaakt uit afgebroken cellen en ze worden gereabsorbeerd door de nieren. Uiteindelijk zal de verdeling van het lichaamsvocht veranderen, de hoeveelheid vocht in de cellen neemt af, terwijl de hoeveelheid vocht buiten de cellen relatief toeneemt. Ook vinden er hormonale aanpassingen plaats, zoals het dalen van de insulinespiegel.
Hervatten van voeding
Bij het hervatten van het voeden van de patiënt moet er rekening mee worden gehouden dat de elektrolytenbalans ernstig is verstoord. Dit gebeurt in het ziekenhuis door middel van sondevoeding. Als er een overvloed van voedingsstoffen in het verzwakte lichaam komt, zal deze zich op de nieuwe situatie moeten aanpassen. Dit kan de elektrolyten uit balans brengen, wat tot ernstige complicaties kan leiden. Het kan invloed hebben op alle orgaansystemen waarbij er complicaties kunnen ontstaan aan het hart en longen, maar ook op neurologisch gebied.
De klachten
De inname van een grote hoeveelheid koolhydraten (suikers) zorgt voor een flinke afgifte van insuline uit de alvleesklier. Het zorgt ervoor dat er glucose in de lichaamscellen wordt opgenomen. Hierdoor gaan ook fosfaat, magnesium en kalium mee de cellen in. Hierdoor ontstaat er in een snel tempo tekorten aan fosfaat, magnesium en kalium in de bloedbaan. Wanneer er een lage concentratie magnesium en kalium in het bloed is, kunnen er hartritmestoornissen, hartstilstand, spierzwakte, verwardheid, ademhalingsproblemen en stoornissen van het gevoel waarbij jeuk aanwezig is, ontstaan. De patiënt kan in coma raken. Als de symptomen van het refeedingssyndroom niet tijdig worden herkend en behandeld, kan het dodelijk aflopen.
Vitaminetekort
Een van de belangrijkste vitaminetekorten die kan ontstaan is het tekort aan vitamine B (thiamine). Het is een wateroplosbare vitamine en daardoor kan er bij onvoldoende voeding al gauw een tekort ontstaan. Deze vitamine is betrokken bij de stofwisseling van koolhydraten. Indien er een tekort is, wordt glucose op een niet efficiënte manier verbrand, waardoor er een overschot aan lactaat ontstaat. Dit leidt tot onder andere oedeemvorming (vochtophoping), hartfalen, neurologische klachten en uiteindelijk tot de dood. Het geven van glucose aan een patiënt met een tekort aan vitamine B, kan rampzalige gevolgen hebben. Door het aanbod van koolhydraten kan de thiaminevoorraad acuut uitgeput raken. Bij deze patiënten moet eerst het vitaminetekort aangevuld worden, daarna mag er pas voeding gegeven worden.
Behandeling
Laboratoriumonderzoek kan aantonen in hoeverre het lichaam is ondervoed en welke tekorten er precies zijn. Pas als dit bekend is, kan er worden begonnen met een behandeling. Aan de hand hiervan wordt er via het infuus de benodigde voedingsstoffen toegediend. Langzaam wordt er weer begonnen met het toedienen van calorieën aan de patiënt. Dat kan via het infuus, maar ook via vast voedsel. Dat ligt eraan hoe de patiënt zich herstelt. De patiënt blijft onder controle, waarbij het voedingsschema zonodig kan worden aangepast.
Lees verder