Hoe ga je om met dementie?
Dementie is een veel voorkomende ziekte. Het is erg vervelend als je het hebt, je hebt het in het begin heel goed door, maar je kunt er niks aan doen. Hoe ouder je bent hoe meer kans je hebt op dementie. Ook voor de familie en kennissen is het moeilijk, als een bekende begint te dementeren. Hoe ga je om met dementie? In dit artikel enkele tips om om te gaan met iemand die dementerend is.
Hoe ga je om met dementie?
In Nederland zijn ruim 230.000 dementiepatiënten. Meer dan driekwart van hen woont thuis, daardoor wordt de zorg en begeleiding voor een groot deel gedaan door partners, kinderen, vrienden, buren of kennissen. Naar schatting zijn bij elke dementerende drie of vier mantelzorgers betrokken. Ongeveer anderhalf miljoen mensen hebben dus direct of indirect met een dementerende te maken.
Rouwen
Rouwen duurt veel langer dan je denkt, langer dan anderen d enken en zeker langer dan je wilt. Probeer het te accepteren en laat je verdriet toe.
Algemene tips voor de omgang met een dementerende
- Corrigeer de dementerende alleen als dat echt nodig is.
- Overvraag de dementerende niet.
- Neem de dementerende niet te snel een taak uit handen.
- Laat de dementerende meehelpen in huis.
- Stimuleer de dementerende dingen te doen waar hij goed in is.
- Stel geen ingewikkelde vragen.
- Pas uw tempo aan, aan dat van de dementerende
- Geef de dementerende de tijd en rust om na te denken over een antwoord.
- Doe veel samen, maar neem ook tijd voor uzelf.
Tips voor een gesprek met een dementerende:
- Benader de dementerende niet van achteren.
- Spreek niet te snel, dementerenden hebben vaak al zo veel moeite om je te volgen.
- Maak korte zinnen en stel korte, gerichte vragen. Vermijd woorden die niet tastbaar zijn.
- Vermijd de toon waarop u tegen (kleine) kinderen praat,
- Geef de ander de tijd om na te denken
- Herhaal wat u begrepen denkt te hebben
- Vul zinnen aan, vul woorden in (na gewacht te hebben of de dementerende er zelf op komt)
- Houd huid- en/of oogcontact, een dementerende wil je graag zien.
- Neem, als het kan, de ooghoogte aan van de dementerende.
- Neem even de tijd voor je met een handeling begint. Laat ook merken dat je tijd hebt voor de dementerende.
- Gebruik uw lichaamstaal om uzelf duidelijk te maken, gebruik zijn lichaamstaal om hem beter te begrijpen.
- Praat over zaken in het nu, over dingen die u op dit moment hoort, ziet voelt, proeft ect.
- Praat niet harder dan nodig is
- Help de dementerende bij het oproepen van een plaatje.
- Test niet – bijv. ‘Wat heeft u vanmiddag gegeten?’.
- Verbeter niet – bijv. ‘Dat heb ik toch net ook al gezegd!’
- Stel geen moeilijke vragen
- Overhoor niet – ‘Hoe heet de mevrouw die naast u zit?’
- Spreek de dementerende niet tegen
- Confronteer niet – ‘Dat hebben we gisteren toch afgesproken?’
Het kan soms heel moeilijk om een dementerende het laten uitvoeren van een handeling, daarom kun je de dementerende helpen door het aanbieden van prikkels. We lokken hem als het ware uit om tot de juiste beweging te kommen.
Tips voor het uitlokken en verleiden tot beweging.
- Laat de dementerende zien wat je bedoelt. Mensen doenhandelingen van een ander vaak onbewust en onbedoeld na, niet omdat ze dat willen, het gebeurt gewoon.
- Probeer de beweging die je van een dementerende vraagt, in te leiden.
- Verleid de dementerende. Wanneer een dementerende iets niet wil, probeer je het voor hem aantrekkelijk te maken toch die handeling te gaan doen.
- Zing liedjes. Dit maakt vaak spontane bewegingen los.
- Gebruik humor. Soms helpen grapjes bij het ontstaan van een juiste beweging.
- Maak gebruik van tikken of tellen. Dit kan een bepaalde beweging opwekken. Je zegt: ‘Een, twee, drie en opstaan.
Als het dementieproces vordert. Is het beter om meer non-verbale communicatie te gebruiken.
Tips:
- ‘komt u eten?’ – maak met je hand het gebaar alsof je een vork naar je mond brengt.
- ‘wilt u even opstaan?’- wenk de dementerende met je hand.
- ‘wilt u gaan slapen?’ – leg je eigen hoofd op je handen, alsof deze een kussen zijn.
kinderen en kleinkinderen
Kinderen krijgen te maken met een zorgsituatie en moeten een keuze maken om taken die de ouders niet meer kunnen doen, zelf te doen. Het is van groot belang dat er goede afspraken worden gemaakt. Het is dan ook verstandig om de hulp van een deskundige bijv. een maatschappelijk werker in te schakelen. De dementie veroorzaakt een verwarring in de relatie van ouders en kinderen. Ook voor kleinkinderen is er een verandering in de verhouding met opa/oma. Ze worden bijv. niet meer verwend. Ook is de kans dat hun eigen ouders minder tijd hebben, omdat die een deel van hun tijd besteden voor de grootouders. De meeste kinderen van de dementerende kunnen het niet aan en laten hun ouders naar een verpleeghuis gaan. Daar wordt voor alles gezorgd en dan kunnen de kinderen zo vaak op bezoek gaan als ze zelf maar willen.
Agressief gedrag
Dementerende mensen kunnen zich soms agressief gedragen. Als je dat meemaakt zul je verdrietig en geschokt zijn, en je afvragen hoe je daar het beste mee om kunt gaan. Belangrijk is dat je, je realiseert dat het agressieve gedrag niet tegen u persoonlijk is gericht. Het is namelijk een verschijnsel dat bij de ziekte hoort, en dat de dementerende een uitweg zoekt naar iets of iemand in de directe omgeving. Stemmingen kunnen namelijk heel snel omslaan.
Wat kun je zelf doen?
- Zorgen voor een rustige dagelijkse routine, waarin ruimte is voor lichaamsbeweging en activiteiten.
- Minder eisen aan hem stellen en hulp op een onopvallende manier, zonder aandringen, aanbieden.
- Meer tijd nemen om uit te leggen wat er precies gebeurt. Zelfs als de dementerende je woorden niet begrijpt, kan de kalmerende toon waarop je spreekt hem gerust stellen.
- Situaties waarin je haast heeft of ongeduldig bent zoveel mogelijk zien te voorkomen. Haast of ongeduld slaat vaak over op de dementerende.
- Uw waardering uitspreken als hij iets zelfstandig doet en hem vragen je te helpen met eenvoudige karweitjes.
- Anderen uitleggen dat de dementerende hen misschien niet herkent en dat hij door harde stemmen en plotselinge bewegingen overstuur kan raken.
- Uw huisarts raadplegen als je vragen heeft of denkt dat dit nodig is.
- Probeer rustig te blijven, laat niet merken dat je bang bent en maak oogcontact met de dementerende.
- Zeg op rustige toon dat niemand van plan is hem kwaad te doen en vraag hem wat er aan de hand is.
- Probeer de dementerende zoveel mogelijk te laten praten. Ga niet in discussie (dat maakt de agressie vaak erger) en neem zijn gevoelens serieus.
Lees verder