Welke vormen van dementie zijn er?
Er zijn veel verschillende vormen van dementie. De ene vorm komt vaker voor dan andere. De ziekte van Alzheimer is de bekendste vorm, maar er zijn meer vormen die minder bekend zijn maar ook vaak voor komen. In dit artikel alle informatie over de verschillende vormen.
Welke vormen van dementie zijn er?
Er zijn verschillende vormen van dementie, en afhankelijk van de oorzaak zijn verschillende soorten dementie te onderscheiden:
- De ziekte van Alzheimer: seniele dementie
- Vasculaire dementie
- Frontotemporale dementie (ziekte van Pick)
- Lewy Body dementie
- Parkinson dementie
- Overige vormen van dementie
De ziekte van Alzheimer
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie.
60-70% van de dementerende mensen heeft de ziekte van Alzheimer. Bij deze ziekte werken cellen in bepaalde delen van de hersenen niet meer, door eiwitophopingen. De oorzaak hiervan is niet bekend. Erfelijkheid kan een rol spelen hierbij, vooral in gevallen waarin de ziekte zich voordoet bij jongere mensen. Maar de kans voor familieleden om de ziekte niet te krijgen is nog steeds groter dan de kans het wel te krijgen. Meestal begint de ziekte na het 70e levensjaar. Maar de ziekte is al op veel jongere leeftijd mogelijk. De ziekteverschijnselen zijn niet voor iedere patiënt hetzelfde: de aard, de ernst en het tempo van het dementeringsproces kunnen per persoon verschillen. Een kenmerk van de ziekte van Alzheimer is dat de verschijnselen zich heel langzaam ontwikkelen. Vaak zo langzaam dat het in het begin niet te zien is. De verschijnselen worden steeds erger en zijn niet meer te genezen, het proces kan ook niet meer worden terug gedraaid. Vaak is het zo, hoe jonger de patiënt hoe sneller de achteruitgang. de ziekte van Alzheimer is nog niet te genezen. De achteruitgang is wel te vertragen door de dementerende actief en in goede lichamelijke conditie te houden. Er zijn ook geneesmiddelen die de achteruitgang helpen vertragen. Als de ziekte van Alzheimer bij meerdere familieleden voorkomt spreek je van een familiaire vorm.
Vasculaire dementie
De tweede veelvoorkomende vorm van dementie is vasculaire dementie. ongeveer
10 tot 15% van de mensen die lijden aan dementie heeft vasculaire dementie. De vasculaire dementie begint meestal tussen de 65 en 75 jaar. Maar de ziekte kan ook op jongere leeftijd voorkomen. Vasculaire dementie komt bij mannen en vrouwen voor, maar vaker bij mannen. Het is ook mogelijk dat je een combinatie hebt van Alzheimer en vasculaire dementie. Vasculaire dementie wordt veroorzaakt door afsluiting van de bloedvaten in de hersenen. Hierdoor krijgen de hersenen te weinig zuurstof waardoor ze beschadigd raken en afsterven. Bij vasculaire dementie vallen plotseling functies weg. En er ontstaan ook herhaalde kleine beroertes. Je ziet dit door een plotseling begin en een stapsgewijze achteruitgang, waarbij tussentijds tijdelijke verbeteringen kunnen optreden. Veel mensen die vasculaire dementie hebben, hebben hart- en vaatziekten gehad. Voor de dementie begon hadden zij bijvoorbeeld last van een te hoge bloeddruk, hartritmestoornissen, diabetes, vaataandoeningen of tia’s . Bij vasculaire dementie zijn de geheugen en oriëntatie problemen in eerste instantie veel minder opvallend dan bij de ziekte van Alzheimer. Zij worden wel steeds erger maar beginnen in een wat later stadium. Als gevolg van de hersenbeschadiging kan een verlamming, spierverstijving of gevoelsverlies ontstaan. Een ander kenmerk van mensen die lijden aan vasculaire dementie is dat ze zich lange tijd bewust kunnen blijven van hun geestelijke achteruitgang, dit kan sombere gevoelens tot gevolg hebben. Ook de helderheid kan variëren, waarbij goede dagen, wanneer er weinig aan de hand lijkt te zijn, worden afgewisseld met slechte dagen. De dementie kan nog niet worden behandeld. Vaak zal er worden geprobeerd worden om de onderliggende hart- of vaatziekte te behandelen.
Frontotemporale dementie
De Frontotemporale dementie komt steeds vaker voor dan vroeger werd aangenomen. Maar in vergelijking met Alzheimer en vasculaire dementie is het echter een vrij zeldzame aandoening. De eerste verschijnselen van de ziekte kunnen tussen het 40e en 60e levensjaar optreden. Frontotemporale dementie is een verzamelnaam voor een aantal aandoeningen waarbij de frontale hersenkwab en/of de temporaalkwab wordt/worden aangetast. Een voorbeeld van een frontotemporale dementie is de ziekte van Pick, deze komt het meest voor. De ziekte begint meestal sluipend. De eerste verschijnselen uiten zich met name in veranderingen in gedrag en persoonlijkheid. De patiënt kan heel open zijn of juist erg in zichzelf gekeerd. Hij kan uren niksdoen tot iemand hem een opdracht geeft, maar kan ook erg ongeduldig zijn. de stemming is vaak een soort kinderlijke onnozelheid en vrolijkheid, die voor de omgeving wat overdreven overkomt. Mensen kunnen zich onaangepast gedragen, alsof ze geen remmingen meer hebben: schelden, luid commentaar geven op anderen, in een opwelling financieel onverantwoorde dingen kopen. Soms reageren ze nauwelijks op verdrietige gebeurtenissen, wat voor de naasten erg pijnlijk kan zijn. Het vermogen om te plannen en te organiseren verdwijnt en het wordt steeds moeilijker om complexe taken uit te voeren. Ook het beoordelingsvermogen gaat achteruit. Ze kunnen het verschil tussen oorzaak en gevolg en de gevolgen van hun eigen handelen niet langer overzien. De patiënt heeft moeite om zijn eigen situatie in te schatten en kan het effect van zijn eigen gedrag niet beoordelen. De dementerende is vaak erg impulsief, houdt geen rekening met anderen en gedraagt zich egocentrisch en egoïstisch. Door het verlies van hun geestelijke flexibiliteit kunnen ze niet meer de ‘andere kant van het verhaal’ zien. Ook kan het ongeremde tot uiting komen in het eetgedrag van de patiënt. De dementerende schrokt het eten naar binnen en ontwikkelt vaak een voorkeur van zoetigheid. Soms ontstaan er taalproblemen al in een vroeg stadium van de ziekte. De patiënt gaat steeds meer hetzelfde woord gebruiken om verschillende dingen aan te duiden, of herhaalt wat een ander zegt. Hij heeft moeite om losse woorden te ordenen tot een zin. Het begrijpen van gesproken en geschreven taal levert meestal geen problemen op. Later in het ziekte proces treden ook geheugenproblemen op. Dit verergert het ziektebeeld sterk, omdat de patiënt dan helemaal niet meer weet wat hij doet. De oriëntatie in plaats en tijd en de herkenning van personen blijven lang intact. Anders dan bij de ziekte van Alzheimer en vasculaire dementie denken mensen met frontotemporale dementie dat ze gezond zijn. Zij kunnen erg boos worden als anderen ze wijzen op hun vreemde gedrag. De ziekte is niet te genezen. Bepaalde verschijnselen, vooral gedragsveranderingen, kunnen echter wel met medicijnen worden verminderd. Deze ziekte duurt tussen de tien en vijftien jaar. Deze ziekte kan erfelijk zijn, meestal komt dit voor bij mensen die rond hun veertigste ziek zijn, kinderen van patiënten hebben vijftig procent kans om de ziekte ook te krijgen.
Lewy body ziekte
Deze ziekte werd voor het eerst beschreven door een groep Japanse artsen in
1961. Zij hadden ontdekt dat in de hersenen bij de patiënt steeds de zelfde veranderingen zijn. Lewy lichaampjes zijn niet normale insluitsels van materiaal dat eiwit bevat in hersenen. In het begin van de ziekte zijn er vooral problemen als aandachtsstoornissen. Het leervermogen blijft lange tijd intact. Patiënten met dementie met lewy lichaampjes vallen in een niet-stimulerende omgeving al snel in slaap. Veel lewy body ziektepatiënten maken regelmatig perioden van verwardheid door. Ook komen andere symptomen van geestelijke achteruitgang zoals depressiviteit voor. De dementie is niet te behandelen. Er zijn wel medicijnen voor bijvoorbeeld de depressies, maar vaak zijn deze mensen erg gevoelig voor de (vervelende) bijwerkingen van deze medicijnen.
Parkinson dementie
De ziekte is vernoemd naar de ontdekker
James Parkinson die de ziekte voor het eerst beschreef in
1817, hij was arts. De ziekte van Parkinson is een zeldzame aandoening, ongeveer 0,1% van de bevolking wordt erdoor getroffen. De kans om de ziekte te krijgen neemt toe met het ouder worden en van de mensen ouder dan 65 jaar lijdt ongeveer 1% aan de ziekte. De ziekte duur kan variëren van één tot dertig jaar. Het begin van de ziekte ligt doorgaans tussen de 50 en 65 jaar. Bij Parkinson is een bepaald gebied in de hersenen aangetast. Hierdoor ontstaan problemen bij het bewegen. Zo kunnen lichaamsdelen gaan beven en kan er spierstijfheid optreden. Ook gaat het bewegen vaak trager en minder ‘vanzelf’ (problemen met lopen, spreken). Deze stoornissen in het bewegen ontstaan door celverlies in bepaalde delen van de hersenen. Deze hersendelen zijn onder andere belangrijk bij het in gang zetten van bewegingen. De ziekte van Parkinson is niet te stoppen. Wel zijn er enkele medicijnen ontdekt die het bewegen kunnen verbeteren. Door het celverlies in de hersenen ontstaat er een tekort aan een bepaalde stof in de hersenen, die stof heet dopamine. Deze stof is onder andere belangrijk bij het bewegen. De medicijnen kunnen het tekort van die stof tijdelijk opvangen. Maar op een gegeven moment is het gebrek aan dopamine zo groot dat de medicijnen niet meer werken. Er kunnen naast het veranderen in het bewegen ook depressieve gevoelens voorkomen en ook kunnen er veranderingen in het denken optreden. Als deze veranderingen zo ernstig zijn dat ze het dagelijks functioneren belemmeren, spreekt men van dementie. De patiënten raken de controle over het lichaam kwijt, wat tot lichamelijke complicaties kan leiden. Uiteindelijk moet iemand helemaal verzorgd worden en lukt zelfstandig eten niet meer. Mensen die lijden aan de ziekte van Parkinson of dementie overlijden vaak aan bijkomende complicaties, zoals longontsteking, urineweginfectie of hart- en vaataandoeningen.
Overige vormen van dementie
Het is ook mogelijk dat de verschijnselen van de ziekte veroorzaakt worden door een andere lichamelijke oorzaak, die niet in de hersenen ligt. Voorbeelden zijn alcohol- of medicijnvergiftiging, vitaminegebrek, long- en nieraandoeningen, verwaarloosde suikerziekte en andere. Er wordt geschat dat ongeveer in de helft van deze gevallen genezing mogelijk is.
Lees verder